Edwin Struis

‘Je schaamt je toch dood als voetballiefhebber?’

Te midden van alle Oranje-euforie zet Edwin Struis ons met beide benen op de grond. ‘Laten we vooral bidden dat we de Italianen niet tegenkomen. En zo wel, dat ze ons een beetje sparen. En niet te hard zullen lachen om het eeuwige gevecht van Wout Weghorst en Marten de Roon met de bal.’

Edwin Struis

Ik moest er even doorheen. De neiging onderdrukken om een boek te gaan lezen, de hond uit te gaan laten of in ieder geval een nuttiger tijdsbesteding te bedenken dan het begluren van Oranje. Wat een treurig niveau, wat een zouteloze hap. Geen wonder dat die dekselse Denzel Dumfries in twee wedstrijden kan uitgroeien tot man of the match. Of Dumphreeze, zoals de commentator het telkens op z’n Engels uitsprak, alsof de rechtsback, of nee excuus: wingback, nu al in de Premier League acteert in plaats van in de eredivisie. Gelukkig was er eerder op de dag een commentator die repte over een hansbal, dat maakte weer een hoop goed.

Na afloop werden de woorden ‘zakelijk’ en ‘degelijk’ gebruikt om het spel van Oranje te typeren. Alsof we naar een uitzending van Business Class zaten te kijken in plaats van naar een interland op een podium (EK-eindronde) waarop we al negen jaar niet meer gesignaleerd waren. En dan krijg je als dank van het Nederlands elftal een poging voorgeschoteld om een wedstrijd tegen een totaal onbeduidende tegenstander als Oostenrijk dood te maken. Als kijkspel lukte dat trouwens prima. Al die vruchteloze peren naar voren, met middle of nowhere als eindbestemming, je schaamt je toch dood als voetballiefhebber?

Met stip kwam het treffen binnen bovenaan de lijst van saaiste EK-duels. Vergeleken met Nederland-Oostenrijk was zelfs Oekraïne-Noord-Macedonië een parel van voetbalvermaak. Hebben we nou echt geen betere spelers dan deze? Moet de eredivisie de norm zijn in plaats van de Champions League? Zijn we niet iets te veel afgedaald naar een soort PSV-niveau? Het verklaart wel de tweevoudige MotM-titel voor Dumphreeze, de rechtsback die in de jeugd van VV Smitshoek en Spartaan’20 werd uitgelachen toen hij zei ooit voor Oranje te zullen spelen. Het is de brave borst nog gegund ook.

Maar verder zijn we weer terug bij af. En dat terwijl ik er vooraf nog zo’n fiducie in had. Al licht euforisch versneed ik uit bijgeloof een oranje paprika door de salade, terwijl mijn zoon een oranje shirt over de schouders liet glijden. Manmoedig worstelden we ons met een glimlach langs die afgrijselijke brij aan inwisselbare supermarktreclames, waarbij die mevrouw van Albert Heijn er toch wel bovenuit steekt, hoewel de kweler die namens Aldi ‘groot’ laat rijmen op ‘borrelnoot’ haar ernstig naar de kroon steekt. Het is dat je graag wil horen wat een Van Basten of een Van Hooijdonk te zeggen hebben, anders heeft het geen enkele zin om voor het eerste fluitsignaal de tv aan te zetten.

Maar goed, laten we niet al te zwartgallig zijn. We hebben twee keer gewonnen, zijn nu al groepswinnaar en kunnen pas in de halve finale een andere nummer één treffen. En laten we vooral bidden dat we het Italiaanse elftal niet zullen tegenkomen, en zo wel, dat ze ons een beetje sparen. En dat ze niet te hard zullen lachen als ze Wout Weghorst of Marten de Roon zien stuntelen in hun eeuwige gevecht met de bal.

Column
  • ProShots