James Worthy

‘Phishing, spoofing en smishing, wie heeft die namen ooit bedacht?’

Er komen talloze phishing-mails binnen in de inbox van James Worthy, maar waarom? 'Die criminelen denken dat ik rijk ben of zo. Haha, ze denken dat ik rijk ben.'

James Worthy

‘Uw creditcard is om veiligheidsredenen geblokkeerd,’ lees ik in mijn mailbox. In het vervolg van de e-mail staat hoe ik mijn creditcard weer kan deblokkeren. Dit is de zeventiende keer deze week dat ik deze mail krijg, en toch schrik ik. De mail ziet er authentiek uit. Vroeger stonden dit soort berichten vol met spelfouten, maar tegenwoordig lijken de oplichters een eindredacteur te hebben ingehuurd. Om de status van mijn creditcard te controleren, bestel ik twee setjes boxershorts in een webwinkel.

Een uur later word ik door een bekend telefoonnummer gebeld. Het is het nummer van mijn bank. Zo gaat het altijd. Na phishing komt spoofing en na spoofing komt smishing. Phishing, spoofing en smishing. Wie heeft die namen ooit bedacht? Ze klinken zo onschuldig. Ze klinken als drie vriendelijke kabouters die je helpen als je verdwaald bent. Vooral die Phishing is een schatje. Hij heeft altijd een hengel bij zich. En een zaklamp. Als je bang en hongerig door een donker bos loopt, vangt hij een vis voor je.

Ik bel mijn bank op en vraag of ze inmiddels al iets tegen deze vorm van criminaliteit kunnen doen, maar de vrouw aan de andere kant van de lijn zegt dat ook zij met de handen in het haar zit. ‘U moet gewoon scherp zijn en blijven. Ik vertel u graag hoe u valse e-mails herkent en welke acties u samen met ons kunt ondernemen om creditcardfraude tegen te gaan,’ zegt ze.

‘Dus alle verantwoordelijkheid ligt bij mij? Jullie zorgen voor mijn geld, houden het veilig, maar vragen doodleuk aan mij of ik de waakhond van mijn eigen geld wil blijven?’

‘We leven in een gekke wereld, meneer Worthy. Het internet heeft alles veranderd. Maar wij blijven uw vangnet.’

‘Dat geloof ik best, mevrouw. Een vangnet van prikkeldraad.’

De volgende ochtend ontwaak ik wederom met drie valse e-mails van de bank in mijn mailbox. Die criminelen denken dat ik rijk ben of zo. Haha, ze denken dat ik rijk ben. Wat ontzettend vleiend eigenlijk. Ik klik op ‘antwoorden’ en besluit de criminelen te bedanken.

‘Beste Robabank. Ik wil jullie bedanken voor het vertrouwen in mijn financiële weerbaarheid. Serieus, jongens. Ik vind het zo aardig van jullie dat jullie denken dat ik geld heb. Ik ben schrijver. Niemand koopt boeken. Ik heb niet eens geld voor een eindredacteur. Jullie wel! In de spaarpot van mijn zoon zit momenteel meer geld dan dat er op mijn rekening staat. Dus bedankt voor jullie vertrouwen. Het zijn donkere tijden, maar jullie lichten mij op.’

Een uur later stuurt de directeur van de Robabank een mail terug. Het is een prachtige mail. Komt ie: ‘Beste meneer, sorry. We leven in een gekke wereld. Ik heb net al uw boeken gekocht.’

Column
  • iStock