Haaruitval en bloedneuzen door je WiFi-kastje

5G-zendmasten, draadloos internet, inductiekookplaten... straling komt tegenwoordig uit alle hoeken. Volgens de Gezondheidsraad hoeven we ons nergens druk om te maken. De groeiende groep stralingsvluchtelingen en stralingsexperts denkt daar heel anders over. ‘Als je kinderen wil krijgen, zou ik geen inductie in je keuken nemen.’

Haaruitval en bloedneuzen door je WiFi-kastje

‘Ik leidde een heel normaal leven, behoorlijk klachtenvrij.’ vertelt Trudie Rooijmans. ‘Ik ging naar feestjes, keek YouTube-filmpjes in de trein en voelde me kerngezond. Tot 6 november 2017, de dag dat ik ineens volledig in elkaar stortte. Mijn ledematen vielen uit, mijn mond en tong werden kurkdroog, mijn zicht en geur verdwenen en mijn hartslag schoot omhoog. Ik viel nog net niet flauw, maar ik was lijkbleek. Mijn lichaam ging in overlevingsmodus. Kruipend vond ik de uitgang van mijn huis. Buiten lukte het om op te staan en werd de pijn iets draaglijker. Ik stapte in de auto en reed instinctief naar het bos. Daar was de pijn volledig weg. Toen ik na een poosje terugkeerde naar huis, speelden die onverklaarbare aanvallen weer op. Ik kreeg al snel in de gaten dat ik niet meer thuis kon zijn, maar ik had geen flauw idee wat mij mankeerde. Ik liet mij onderzoeken in het ziekenhuis, waar allerlei oorzaken werden uitgesloten, zoals een TIA, epilepsie of een psychose. Terwijl ik daar lag, viel ik steeds weer weg. Op momenten dat ik mijn telefoon pakte om mijn moeder hierover te bellen, viel het gevoel in mijn arm weg. Nog steeds legde ik niet de link met straling. Totdat ik ineens bedacht dat ik onderweg naar het bos een tweede aanval had gekregen, toen ik langs een zendmast reed. ‘Straling!’ riep ik vanuit mijn ziekenhuisbed. ‘Dat moet het wel zijn!’ Binnen de kortste keren verschenen er twee GGZ-medewerkers aan mijn bed om te beoordelen of ik niet helemaal koekoek was. Doodsbang om opgenomen te worden in een inrichting probeerde ik mijn verhaal zo helder mogelijk te vertellen. Dat ging moeizaam, omdat ik zelfs in het ziekenhuis volledig werd overprikkeld door alle apparatuur. Gelukkig kregen die GGZ-mensen zelf ook door dat ik steeds wegviel als iemand met een mobiele telefoon de kamer binnenliep. Zij constateerden dat er met mijn bovenkamer niets aan de hand was. Al twijfelde ik daar zelf wel nog aan, want anders zou ik toch nooit in het ziekenhuis beland zijn?’

Stralingsvluchteling

Trudie Rooijmans zit aan een grote eettafel in de woonkamer van het eerste burn-outhotel van Nederland. Hier, aan de oevers van het Tjeukemeer in Friesland, komt zij regelmatig over de vloer. Deze week opent het hotel zijn deuren voor het grote publiek, maar Trudie komt hier al drie jaar. Voor therapiesessies, of gewoon voor een goed gesprek met Wim Massop of zijn vrouw Natascha Dorder. Naast de bedenkers en eigenaren van de eerste opvangplaats voor de groeiende groep Nederlands met een burn-out, staat dit duo bekend als stralingsexperts. Daarmee zijn zij twee van de weinigen die hulp kunnen bieden aan mensen als Trudie.

‘Ik was lange tijd een stralingsvluchteling, maar Massop en Dorder hebben mijn leven gered’, zegt de veertiger uit Ermelo. Trudie is er heilig van overtuigd dat zij extreem prikkelbaar is voor straling en lijdt aan elektrohypersensitiviteit, kortweg EHS. Die term wint zowel in de media als in hulpverleningspraktijken sinds enkele jaren flink aan terrein, maar wordt door de Gezondheidsraad, de overheid en het gros van de medici nog niet erkend als ziekte. ‘Toch weet ik honderd procent zeker dat ik het heb,’ zegt Trudie stellig. ‘Ik woon dicht bij een zendmast. Vanaf die eerste aanval kon ik niet langer dan een paar minuten in mijn eigen huis zijn. Als ik even terugging om wat spullen op te halen, werd ik direct duizelig en wazig. Ik wilde er niet weg en wilde er in het begin blijven wonen, maar ik raakte uitgeput en vermagerde. Ik kon niet anders dan vluchten. Twee maanden sliep ik in mijn auto in het bos, terwijl mijn vriend thuis was. Mijn familie en vrienden vonden het vreselijk, maar ik heb mij nog nooit zo gelukkig gevoeld. Simpelweg omdat ik iedere ochtend pijnvrij wakker werd en blij was dat ik überhaupt nog leefde. Ik heb echt lange tijd gedacht dat de straling mijn einde zou worden. Na het bos sliep ik een poosje op een camping en daarna bij mensen thuis. Ik kreeg veel lieve berichten van mensen die hun huis aanboden. Het liefst zou ik gewoon verhuizen, maar mijn urgentieverzoek bij de woonruimteverdeling van Ermelo wijst mij af omdat EHS geen erkende ziekte is. Volgens de Gezondheidsraad en ook de Raad van State leidt blootstelling aan straling niet tot gezondheidsproblemen.’

Fotografie: Amaury Miller

Als een mitrailleur

Van verhalen als die van Trudie kijken Massop en Dorder allang niet meer vreemd op. Al twaalf jaar bieden zij vanuit hun stralingsvrijehuis een opvangplek voor stralingsvluchtelingen, die een periode in een ‘veilige omgeving’ willen wonen. ‘Wekelijks ontvangen wij hier volledige uitgeputte mensen,’ vertelt Dorder. ‘Soms kunnen zij letterlijk niets meer, worden ze op de achterbank van hun vader of moeder hier naartoe gebracht. En het neemt snel toe, ieder jaar melden zich meer en meer stralingsvluchtelingen.’ Als ervaringsdeskundigen op burn-outgebied richten zij zich met hun nieuwe hotelconcept op zowel burn-out- als stralingsgevallen. ‘Die twee hangen nauw samen,’ legt Massop uit. ‘Gevoelig zijn voor straling heeft alles te maken met hoge sensitiviteit. Neem nou die 5G-zendmasten. Die dingen geven een digitale, gepulste straling af die twintig à dertig keer gevaarlijker is dan analoge straling van bijvoorbeeld een computer of magnetron. Als een soort mitrailleur vuren die zendmasten digitale blokjes informatie op onze lichaamscellen af. Daar zijn wij niet voor gemaakt. Ons lichaam is de hele dag bezig de effecten van straling op te lossen. Daardoor raken wij vermoeid. Als je dan al onderliggende problemen hebt, zoals een burn-out, een depressie of de ziekte van Lyme, ben je veel gevoeliger voor straling en kan het echt tot problemen leiden, zoals bij Trudie en tienduizenden andere Nederlanders. Straling is vaak de laatste druppel waardoor het lichaam zegt: ik stop ermee.’

Massop, van origine natuurgeneeskundige en bouwbioloog, is al zijn hele leven in de ban van straling. Ik vond het altijd al een interessant thema, maar sinds negen jaar verdiep ik mij serieus in het onderwerp en dus ook in de gevaren ervan. In die tijd heb ik duizenden gevallen langs zien komen van mensen met stralingsklachten, van een tintelende huid tot hartritmestoornissen. In mijn jeugd was onze meterstop voorzien van twee stoppen, voor de lampen en de radio. Die zette je ’s avonds uit. Moet je nu eens kijken wat er allemaal in je huis zit aan elektra. Buiten gaat het doodleuk door, met ontelbare zendmasten en hoogspanningskabels. We zijn compleet geëlektrificeerd. Wij worden continu belast met de effecten van straling, omdat wij in een gigantisch elektromagnetisch veld rondwandelen. De meesten zijn zich daar niet bewust van. Pas als we op reis gaan, merken we: hé, hier kom ik helemaal tot rust. De meeste klachten horen wij van mensen die net terugkomen van vakantie.’

In de ruime woonkamer van het burn-outhotel brandt amper licht. ‘Prikkels als licht en geluid houden we hier zoveel mogelijk buiten de deur.’ De zeven appartementen en zes hotelkamers in Delfstrahuizen zijn de eerste van totaal zeven hotellocaties, verspreid over het land, met een soortgelijk concept. ‘Als je met een burn-out kampt, zou je niet ver moeten rijden om in geholpen te worden,’ zegt Dorder. Het duo lijkt goud in handen te hebben. ‘De eerste maanden zijn al helemaal volgeboekt,’ zegt Massop. Eenmaal ingecheckt kunnen – ‘met de nadruk op kunnen, niks moet’ –hotelgasten hier tot rust komen door mee te doen aan therapiesessies en meditatieoefeningen. Stralingsvluchtelingen krijgen er van Massop en Dorder advies en begeleiding. ‘Inzicht krijgen in de relatie tussen klachten van straling en onderliggende problemen is het belangrijkst,’ zegt Dorder. ‘Daarom helpen wij bij het verbeteren van omliggende punten, zoals goede voeding, die helpt bij het afvoeren van zware metalen en meer water drinken. Zodat je lichaam minder belast raakt door straling.’

Een andere oplossing die Massop promoot, zijn de zogenoemde stralingsoplossingsgerichte producten, waaraan nog weleens een stevig prijskaartje kan hangen. Via zijn webshop verkoopt hij apparaten als de Maxiimus, een kastje voor in je huis dat straling omzet in een ‘natuurlijke, onschadelijke vorm’. De kleinste versie kost 1999 euro, voor een groter model betaal je ruim 2600 euro. ‘Voor grotere gebouwen hebben we nog grotere apparaten, ter grootte van kledingkasten.’

Ook bij Trudie draait de Maxiimus op volle toeren. Om haar nek draagt zij bovendien een amulet van Massop, met een steen die tegen straling moet beschermen. ‘In combinatie met de therapieën die ik hier kreeg, merk ik een gigantische verbetering.’

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het op Blendle.

In het artikel lees je meer over elektrohypersensitiviteit: de symptomen, de oorzaken en wat je er tegen kunt doen. Ook vertellen stralingsgevoeligen over hoe het is om niet serieus genomen te worden door de medische wereld. ‘Voorafgaand aan een afspraak bij de GGZ stond ik buiten het kantoor in de regen. Kwam een directielid naar mij toe. ‘U zal wel blij zijn dat het regent? Alle straling wordt zo voor u weggespoeld!’

Mens & Maatschappij
  • Amaury Miller