Bart Nijman

'Kille kreten over landverraad overstegen regelmatig het karige applaus'

‘De majesteit las een magere boekhouding voor in de Koninklijke Schouwburg, waar de verenigde Staten-Generaal moeite hadden om bij wakker te blijven’

Bart Nijman

Met veel ceremonieel vertoon werd het laatste relikwie uit de twintigste eeuw ten grave gedragen in het Verenigd Koninkrijk. Niks kan de 21ste eeuw nu nog tegenhouden. Zeventig jaar trouw en toewijding aan het ambt deden de discussie over de moderniteit van middeleeuwse monarchieën voor eventjes verstommen. Queen Elizabeth II dwong postuum het zwijgen daarover af met een tot in perfectie uitgevoerde begrafenisstoet. Het was een waardig afscheid waarbij het clowneske van kostuums, doedelzakken en paardenpasjes uit Victoriaanse draaiboeken het aflegde tegen het collectieve sentiment bij het publiek.

Slechts één boze Engelsman zagen we tijdens de periode van rouw naar Charles roepen in een filmpje, dat het volk geen eten en energie meer kan betalen, maar wel de enorme kosten van de uitvaart moet dragen. Volgens het mediaperspectief leken zijn meeste landgenoten die mening niet te delen.

Want ‘Lilibeth’ was in haar eentje grootser dan de kostbare reallifesoap die haar familie is, het Britse Empire is in die zeventig jaar geslonken van een wereldrijk tot een ‘in or out’-vraag bij een referendum en Netflix’ The Crown heeft het Britse koningshuis een nieuwe hermelijnen mantel omgeslagen. Tijdens de uitvaart leek je een volk te zien dat snakte naar een beetje momentum voor maatschappelijke saamhorigheid. De dood van een 96-jarig vrouwtje dat bij haar Jubilee eerder dit jaar een viral hit scoorde door thee te drinken met beertje Paddington, vervulde die behoefte.

Daags na de Britse begrafenis werd in Nederland het jaarlijkse bonen tellen van de staatskas gehouden: Prinsjesdag. Politici leken het humeur van Holland aan te voelen en probeerden zich onderkoeld te presenteren, maar gecombineerd met de stijfheid van de ceremonie oogde dat vooral krampachtig. Tijdens de in contrast met de Engelse uitvaart nog schralere rijtoer dan anders waren talloze omgekeerde Nederlandse vlaggen te zien, hetgeen bij de stijve bovenlipjes van de Koninklijke NOS natuurlijk met enige minachting werd geduid.

De majesteit las een magere boekhouding voor in de Koninklijke Schouwburg, waar de verenigde Staten-Generaal moeite hadden om bij wakker te blijven en Máxima in een grauwgrijs mantelpak vreselijk zuinig zat te kijken, alsof ze als enige de economische storm ziet aankomen die zich tussen de regels van het ongeloofwaardig opgetogen financiële weerbericht aankondigde.

Na het plichtmatige preekje (uitgesproken met een schorre verkouden stem, heeft Willy de thermostaat soms ook uit gezet in het paleis?), klommen de koninklijken weer in hun glazen koets om langs een matige opkomst van onderdanen huiswaarts te keren.

Boos boegeroep en kille kreten over landverraad overstegen regelmatig het karige applaus, her en der stond een trekker en op het Tournooiveld, precies onder het raam waaruit prinses Beatrix haar kroost toewuifde, riep iemand heel hard richting Máxima: “WEF-hoer!”

Winter is coming.