Jan Heemskerk

'Ik had meermalen gedreigd met flitsscheiding als mijn vrouw me ooit een Abraham zou aandoen'

‘Een pop in de tuin voor je vijftigste is zo erg nog niet. Zestig worden, dat lijkt me pas echt kut’

Jan Heemskerk

Vanmorgen stond er ineens een reusachtige opblaasbejaarde in de tuin. Kenners van de vaderlandse dijenkletser-folklore weten dan hoe laat het is. Een Abraham: hier is iemand vijftig geworden. Ik keek er toch nog van op dat ik er eentje had gekregen. Want mijn gezin weet dondersgoed dat ik niet van grapjes hou en nog minder van karikaturale beeltenissen van de heer des huizes in de openbare ruimte. Ik had mijn vrouw tijdens onze relatie dan ook al meermalen gedreigd met flitsscheiding als zij me ooit een Abraham zou aandoen. Maar het had kennelijk niet mogen baten. Zij weet natuurlijk ook dat ik haar vermoedelijk in de nabije toekomst harder nodig heb dan zij mij.

Ik vond het eigenlijk ook niet zo erg dat ik nu als vijftig te kijk stond voor het hele dorp. Goed: zelfs in het meest optimistische scenario is nu wel de helft van je leven voorbij. Je hebt de meeste hoogtepunten in je leven wel achter de rug. Je wordt nergens meer beter, alleen nog maar slechter in, en vrouwen kijken enkel nog meewarig of friend-zone-vriendelijk naar je – op z’n best – goed geconserveerde verschijning.

Daar staat tegenover dat je rond je vijftigste de meeste levensdoelen wel hebt gehaald, en zo niet, heb je niet langer de illusie dat het alsnog gaat lukken. Je grote toxic-relaties zijn allang weer voltooid verleden tijd en eventuele kinderen gaan binnen een overzichtelijke termijn van wederzijds goedvinden alweer de deur uit. Je bent mogelijk succesvol en vermogend genoeg om de energierekening te betalen, woont (dus) op stand en bezit een stabiele vriendenkring waarmee je hobby’s en overige liefhebberijen beoefent – op een nog altijd een zéér acceptabel niveau.

Het is niet voor niets dat trendsetters over vijftig praten als ‘nieuwe veertig’. Als het decennium waarin ervaring en kracht elkaar kruisen in een zenit van ultiem aanzien en onweersproken gezag. Waarin je nog haar op je hoofd hebt – ik tenminste wel – en moderne kleding aan mag. Bier met alcohol kunt drinken zonder terror-katers te moeten verwerken. En je overtollig vet nog van je lijf af kunt trainen.

Misschien heeft mijn vrouw, die trouwens zo vaak over haar leeftijd heeft gelogen, dat ze zelf niet eens meer weet hoe oud ze is, dát wel willen zeggen: accepteer jezelf zoals je bent. Je hebt nog zoveel te bieden en beleven. Te leren en te géven. Te voelen en te proeven. En verdomd, ze heeft gelijk. Een pop in de tuin voor je vijftigste is zo erg nog niet. Zestig worden, dat lijkt me pas echt kut.