James Worthy

James Worthy: 'Ik weet niet of ik in reïncarnatie geloof, maar ik weet ook niet of ik er niet in geloof'

‘Muggen zijn dromerig. Ik heb nooit echt het gevoel dat ze weten wat ze aan het doen zijn. En waar ze naartoe willen vliegen’

James Worthy

‘Wat ben je aan het doen? Ik dacht dat je een inbreker was!’ zegt mijn vrouw half slapend. Ik loop in mijn nakie door de slaapkamer. Mijn telefoon is in een zaklamp veranderd. ‘Ik ben op muggenjacht,’ zeg ik. Een theedoek die net nog in de wasmand lag, is mijn wapen.

Elf jaar geleden, toen ik voor het eerst bij mijn vrouw bleef slapen, was het ook een zomerse nacht. De enige wind die je kon voelen was de wind die van de vleugels van de muggen kwam. Ook die nacht ging ik op muggenjacht. Mijn vrouw maakte polaroidfoto’s van mijn queeste naar lawaaierige bloedzuigers. Maar vannacht maakt ze geen foto’s. Ze slaapt alweer. Dit keer moet ik het alleen doen. Cheerleaders kunnen niets zonder verliefdheid.

Sinds de dood van mijn vader heb ik meer moeite met het doden van insecten. Ik weet niet of ik in reïncarnatie geloof, maar ik weet ook niet of ik er niet in geloof. Mijn hart durft het te geloven, maar mijn brein heeft zo z’n twijfels. Vorige levens en volgende levens, het heeft wel wat. Ooit was ik een Viking. Toen was ik een otter. Daarna was ik schrijver. En in mijn volgende leven ben ik een mus.

Ik zie de mug zitten. Ze heeft zichzelf volgezogen met ons bloed. Ze is zo dik dat ze moeite heeft met vliegen.

‘Dad?’ vraag ik. De mug geeft geen antwoord. Ik weet het nu bijna zeker. Deze vrouwtjesmug is mijn vader. Misschien komen we allemaal wel terug als mug. Misschien is dat bloed zuigen een opdracht voor de doden. En dat als je genoeg bloed hebt voor een nieuw mensenlichaam, je terug naar aarde mag komen. Gemiddeld heeft een volwassen vrouw 4,5 liter bloed en een volwassen man 5,6 liter bloed in het lichaam. Mijn vader heeft dus nog maar 5,5 liter nodig om terug te komen. Het kan niet anders.

Ik kijk naar de wekker. Het is 03.47 uur. Het is alweer bijna morgen. Ik moet een keuze gaan maken. Volg ik mijn hart of volg ik de wetenschap? Van mijn hart is nog nooit iemand doodgegaan.

Met de zaklamp op mijn telefoon schijn ik op de mug die mijn vader kan zijn. Muggen zijn eigenlijk best mooi. Ze zijn aerodynamisch, maar hebben nooit haast. Andere vliegende insecten zijn veel sneller. Muggen zijn dromerig. Ik heb nooit echt het gevoel dat ze weten wat ze aan het doen zijn. En waar ze naartoe willen vliegen. Ze doen maar wat, net als de zomer.

Met tegenzin sla ik de mug dood. De wetenschap heeft me toch weer weten te gijzelen.

Met een wijsvinger teken ik een hartje in het bloed op de muur.

Column
  • AdobeStock