James Worthy: 'Mijn zoon is nog nooit verliefd geweest, maar over twee maanden krijgt hij zijn definitieve schooladvies'
‘Kinderen zijn van klei en moet je naar mijn mening pas zo laat mogelijk in de oven stoppen.’
De afgelopen week ben ik naar zeven open dagen van middelbare scholen geweest. Ik kan alleen nog maar over gymzalen en scheikundelokalen dromen. Mijn zoon is 11 jaar oud. Hij poetst zijn tanden nog met een tandpasta die gemaakt is voor kinderen tussen de 5 en 12 jaar oud en niets kan hem zo gelukkig maken als een koude Capri-Sun, maar toch zijn we de laatste tijd alleen maar met zijn toekomst en met zijn niveau bezig. Ik vind het lastig en misschien iets te prematuur.
Mijn zoon is nog nooit verliefd geweest, maar over twee maanden krijgt hij zijn definitieve schooladvies. Definitief. Bestaat er een kouder woord? Dit schooladvies is onherroepelijk en voorgoed. Kinderen zijn van klei en moet je naar mijn mening pas zo laat mogelijk in de oven stoppen.
Mijn zoon heeft één favoriete kleur en één favoriete voetbalclub, maar hij zit nu aan de keukentafel om een top 9-lijst van middelbare scholen te maken.
‘Waarom staat die school op plaats 9?’ vraag ik.
‘Dat gebouw heeft te veel trappen,’ zegt mijn zoon, voordat hij een hap van een krentenbol neemt. ‘En ik hoor je denken, is dat nou echt zo belangrijk? Maar voor mij is dat denk ik belangrijk, pap. Van traplopen word ik moe en als ik moe ben, leer ik minder goed,’ vervolgt hij.
Ik oordeel niet. De belangrijkste reden dat ik ooit naar het Montessori Lyceum ging, was omdat ik de leraren en leraressen daar bij de voornaam mocht noemen. Ik vond dat belangrijk. Huub. Jaap. Anja. Dat er twee coffeeshops in de buurt zaten, speelde ook enigszins mee.
‘Waarom staat die school op 1 dan?’ vraag ik.
‘Ik vind het een mooi, oud gebouw. Veel scholen in Amsterdam zitten in een nieuw gebouw. Architectuur is natuurlijk leuk, pap, maar het kan ook als een soort camouflage gebruikt worden. Ik heb het gevoel dat de leraren op deze school interessanter zijn dan hoe de school eruitziet. Dat is een pluspunt. Bovendien zit er om de hoek een visboer. Mama zegt altijd dat vis goed voor de hersenen is. Als ik elke dag kibbeling eet, zal ik ongetwijfeld meer voldoendes halen,’ zegt hij. Ook dit keer oordeel ik niet. Mijn schooldieet bestond uit zonnebloempitten, zakken chips en frikadellen.
‘Goed zo, jongen. Heb je een beetje zin in volgend jaar?’ vraag ik.
‘Ik weet het niet. Het is allemaal zo vaag, weet je wel? In de achtste groep draait alles om taal en rekenen, maar volgend jaar heb ik opeens Frans en Duits. Het voelt allemaal redelijk onlogisch, maar het is wat het is.’
Het is wat het is. Soms klinkt hij als de vader en ik als het kind. Misschien moet ik wat vaker kibbeling eten.
‘Es ist was es ist,’ zucht ik.
- Adobe Stock