Bart Nijman: 'Plotseling gun ik Timmermans zijn vredige pensioen, er borrelt zelfs wat empathie omhoog'
'Sinds Timmermans als koning wilde terugkeren, maar tot de Kamerbankjes werd veroordeeld, is de fut eruit bij Frenske'
Voor het eerst sinds ik me kan heugen, begin ik medelijden met Frans Timmermans te ontwikkelen. Kwam hij eerst naar Nederland om een linkse kar uit de modder te trekken, inmiddels is hij het uitgemergelde paard achter zijn eigen gammele wagen.
Timmermans, die een politieke gigant werd omdat zijn ego hem daartoe dreef, was ooit een bedreven facebooker die met het volk in discussie ging over zijn idealen. Daar bleek hij vaak degene die spot dreef met de doodgewone arbeidersklasse, waar hij zichzelf zo gretig toe rekent, omdat zij zich door het rechtse populisme lieten verleiden en altoos minder naar Frenske luisterden.
Dat trok hij niet en Timmermans werd de waard die zijn eigen gasten de deur van de sociaaldemocratische herberg wees, omdat hij het vertrouwen in hén verloren was. Hijzelf werkte zich op in diverse kabinetten. Hij werd een salonsocialist en later, in Brussel, een biefstuksocialist. Hij groeide, ook letterlijk. De laatste jaren maakte iedere foto van Frans het geluid van gillende knoopjes, die ternauwernood zijn tenue bijeen konden houden.
In werkelijkheid werkte hij weinig. Als meneertje zijn zin niet kreeg, ging hij in staking – van Kamerlid tot Eurocommissaris zijn de verhalen over zijn bokkige onwil verteld en geschreven.
Dus toen hij terug naar Nederland kwam om premier te worden, hield de (rechtse) kiezer de adem in: het zal toch niet dat deze boven ons gestelde blaaskaak zijn corpulente karakter in het Torentje mag neder vleien?
Het zou een dermate unfaire beloning zijn voor zijn door narcisme gedreven nalatigheid jegens de sociaaldemocratie, dat de gedachte alleen al mij tot boosheid kon drijven. Het gebeurde niet – opluchting alom.
Sinds hij als koning wilde terugkeren, maar tot de Kamerbankjes werd veroordeeld, is de fut eruit bij Frenske. Zijn dun gesoldeerde fusiepartij wil ondertussen echter graag een echte linkse partij worden. Dat idee is an sich niet gek, alleen is er niemand op links met de oomph en het charisma om dat te doen.
Links heeft bovendien de electorale en sociale wind niet mee. De PVV kan aankloten met onervaren, netwerkloze bestuurders terwijl NSC een emotionele chaos veroorzaakt, en nóg komt links geen millimeter vooruit in de peilingen. Sterker nog: zelfs het CDA besluipt hen ondertussen van achteren.
Frenske was al terneergeslagen toen ie geen premier werd, maar na zijn maagband (of liever: de death scare van zijn levensgevaarlijke overgewicht) straalt hij uit dat hij zijn blessuretijd überhaupt niet meer in de rauwe, cynische politieke arena wil doorbrengen. En plotseling gun ik hem zijn vredige pensioen. Er borrelt zelfs wat empathie voor Timmermans omhoog. Mededogen zelfs, wellicht. Iemand die al bijna ligt, moet je immers niets wrokkigs nadragen. Die moet je zijn rust gunnen. Toe maar. Het is goed zo, Frans.
- NL Beeld / Regiofotografie