/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F02%2FabeVIZYupSRxc21740041516.jpg)
Op 4 november 2011 overvallen Uwe Mundlos en Uwe Böhnhardt een bank in het Thüringse Eisenach, waarbij ze tienduizenden euro’s buitmaken. Op de vlucht richting hun camper komen de twee een politiewagen tegen. Niet veel later drijven agenten Mundlos en Böhnhardt in het nauw. De twee lossen vanuit de camper nog een schot richting de politie, maar besluiten het gevecht niet verder aan te gaan. Ze steken de kampeerwagen in de fik en maken met hun vuurwapens een einde aan hun levens.
Diezelfde dag ontploft ook een woonhuis in Zwickau, zo’n 200 kilometer naar het oosten. De autoriteiten zoeken dagenlang vergeefs naar de dader, totdat Beate Zschäpe zichzelf op 8 november samen met haar advocaat meldt bij een politiebureau. Met het in de as leggen van de woning had ze zoveel mogelijk bewijs van haar daden willen uitwissen, want het net sloot zich rondom de Nationalsozialistischer Untergrund (NSU) waarvan Zschäpe, Mundlos en Böhnhardt deel uitmaakten. De drie hadden de woning in Zwickau jarenlang als schuilplek gebruikt.
Vanaf eind jaren negentig overvielen de neonazi’s verschillende banken, pleegden ze een bomaanslag in het hart van de Turkse gemeenschap in Keulen en vermoordden ze zeker tien mensen. Om de Duitse migrantengemeenschap angst in te boezemen, executeerde de NSU slachtoffers zonder pardon en op klaarlichte dag. Als eerste was de 38-jarige Enver Simsek aan de beurt. In september 2000 werd hij bij zijn mobiele bloemenstal in Nürnberg een aantal keer door het hoofd geschoten. Kogels uit hetzelfde pistool zouden de komende jaren aan nog negen anderen het leven kosten.
In een van de grootste naoorlogse Duitse rechtszaken werd Zschäpe in 2018 veroordeeld tot levenslang. Ze werd schuldig bevonden aan de tien moorden, brandstichting en het opzetten en lidmaatschap van een terreurgroep. De NSU-moorden staan diep in het Duitse geheugen gegrift. Niet alleen omdat het de meest ijzingwekkende extreemrechtse terreur was sinds het einde van de oorlog, ook omdat de moordpartijen symbool staan voor de moeizame Duitse omgang met dat soort geweld.

Dönermoorden
De Duitse autoriteiten hebben in de NSU-zaak namelijk heel wat steken laten vallen, waardoor Zschäpe, Mundlos en Böhnhardt hun praktijken jarenlang konden voortzetten. Er was al langer bewijs voorhanden dat de moorden uit extreemrechtse hoek kwamen, maar daar werd niets mee gedaan. In plaats daarvan namen de autoriteiten zoal aan dat de slachtoffers en hun families betrokken zouden zijn bij drugshandel of mensensmokkel. De moorden zouden afrekeningen in het Turkse criminele circuit betreffen, was de theorie.
Het hardnekkige geloof daarin leidde tot even verdrietige als lachwekkende taferelen. In de hoop meer informatie te weten te komen over het vermeende drugshandeltje van de in juni 2005 vermoorde dönerzaakhouder Ismail Yasar – het zesde slachtoffer van de NSU – spendeerde de politie tienduizenden euro’s om in een soort undercoversnackbar broodjes döner te verkopen. Door de aanname dat de misdaden verband hielden met de Turkse criminaliteit en omdat veel slachtoffers kleine winkeltjes bezaten – in döner kebab, groenten of bloemen – kwamen de NSU-moorden te boek te staan als de dönermoorden.
Media die deze term bezigden, kregen er flink van langs toen in 2011 uitkwam hoe de vork daadwerkelijk in de steel zat. In de rechtszaak tegen Zschäpe kwam veelvuldig de pijn aan bod die de Duitse autoriteiten met hun bevooroordeelde aanpak teweeg hadden gebracht bij de nabestaanden van de NSU-slachtoffers. ‘Als mijn vader een geboren Duitser zou zijn, denk ik dat de zaak sneller opgelost zou zijn,’ zegt Kerem Yasar – zoon van – tegenover de Amerikaanse journalist Jacob Kushner in diens boek Look Away: A true story of murders, bombings, and a far-right campaign to rid Germany of immigrants.
Vooral de veiligheidsdiensten hebben er in de NSU-zaak een potje van gemaakt, stelt Kushner tegenover de Nieuwe Revu. ‘Er ging zoveel belastinggeld naar het steunen van informanten in extreemrechtse kringen dat je je kunt afvragen of de diensten de terreur van de NSU geen zetje in de rug hebben gegeven. Opvallend is ook dat de diensten na de arrestatie van Zschäpe allerlei dossiers over de NSU hebben vernietigd. En dan is er ook nog het mysterie rondom Andreas Temme, de inlichtingenofficier die op het moment waarop Halit Yozgat werd vermoord – het negende slachtoffer van de NSU – aanwezig was in het internetcafé waar de misdaad plaatsvond. Temme werd gearresteerd en verhoord, ontkende op enigerlei wijze getuige te zijn geweest van de moord, en kwam op vrije voeten.’
In de rechtszaak tegen Zschäpe kwam veelvuldig de pijn aan bod die de autoriteiten met hun bevooroordeelde aanpak teweeg hadden gebracht bij de nabestaanden van de NSU-slachtoffers
De twijfelachtige handelswijze van de veiligheidsdiensten roepen nog altijd de vraag op of de autoriteiten mogelijk al van tevoren wisten van de moordplannen van de NSU. Daarnaast is er ook nog veel onduidelijk over hoe de terreurgroep precies te werk kon gaan en wie er nog meer bij waren betrokken. De Duitse politiek beloofde bij de arrestatie van Zschäpe de onderste steen boven te halen, maar daar is niet veel van terechtgekomen.
Prachtig initiatief
In mei opent in Chemnitz wel een eerste NSU-documentatiecentrum, ter verwerking en het voorkomen van nieuwe terreurdaden uit extreemrechtse hoek. ‘Een prachtig initiatief om mensen te laten zien dat het gevaar niet zomaar iets van de geschiedenis is en dat het ook vandaag de dag speelt,’ reageert Kushner. ‘Sinds de val van de Berlijnse Muur is extreemrechts eigenlijk heel consistent geweest in Duitsland. Wat de televisie niet liet zien na het opengaan van de Duits-Duitse grens zijn de mannen en tieners die de straten opgingen om immigranten aan te vallen.’
Door een golf van extreemrechts geweld kwam het begin van de jaren negentig te boek te staan als de ‘Baseballschlägerjahre’: de honkbalknuppeljaren. Vooral in het voormalige Oost-Duitsland waren mishandelingen, bedreigingen en beledigingen van mensen met een migratieachtergrond aan de orde van de dag, met de gewelddadige rellen in Rostock in de zomer van 1992 als dieptepunt. Honderden extremisten gooiden stenen en brandbommen naar flats waar asielzoekers woonden. Buurtbewoners stonden erbij en keken ernaar of moedigden het geweld zelfs aan. Ook in onder meer Mölln en Solingen waren migranten het slachtoffer van extreemrechtse aanvallen.
De golf van geweld zwakte af, maar steekt recentelijk weer de kop op. Extreemrechts was onder meer verantwoordelijk voor de moord op de regionale CDU-politicus Walter Lübcke in 2019, de aanslag op de synagoge in Halle in hetzelfde jaar en de schietpartij in Hanau in februari 2020. Bovenal zijn de ogen gericht op de opmars van de radicaal-rechtse Alternative für Deutschland (AfD). De partij werd in 2013 opgericht als anti-euro-partij, maar profileert zich tegenwoordig hoofdzakelijk als anti-immigratie-partij.
Tegen de achtergrond van de grote instroom van migranten sinds 2015, de economische malaise waarmee Duitsland te maken heeft, verschillende aanslagen door migranten en – in de ogen van de AfD, althans – het gebrek aan oplossingen daarvoor van de gevestigde politiek, schiet de populariteit van de partij door het dak. Afgelopen september werd de AfD de grootste in Thüringen en in Saksen en Brandenburg werd de partij ook bijna de grootste. Niet alleen in deelstaten in het voormalige oosten, maar bijvoorbeeld ook in Hessen en Beieren kan de AfD op een aanzienlijk deel van de stemmen rekenen. Het succes zal nog even aanhouden, want in de peilingen voor de Bondsdagverkiezingen van 23 februari staat de AfD op een stevige tweede plek, achter de christendemocratische CDU van kanselierskandidaat Friedrich Merz. Ongeveer een vijfde van alle stemgerechtigden kiest voor de AfD. In de verkiezingen van 2021 kon de partij op 10,4 procent van de stemmen rekenen.
Geen schroom meer
Voorheen was het nogal eens de vraag hoe extreem de partij precies is, maar de laatste tijd heeft de AfD de schroom laten varen. Soms ongewild, soms doelbewust, haalde de partij met een onafgebroken stroom schandalen het nieuws. Een dik jaar geleden lekte uit dat de partij enkele maanden eerder een bijeenkomst met een Oostenrijkse extremist had belegd, waarschijnlijk met het idee om een plan op te tuigen om massaal migranten te deporteren. Een lokale tak kwam laatst in opspraak vanwege het verspreiden van ‘deportatietickets’ als campagnefolders en AfD-lijsttrekker Alice Weidel repte op het partijcongres in Riesa ook van ‘grootschalige repatriaties’ van migranten. De koers van de AfD lokt grote tegendemonstraties uit, maar de partij blijft in de peilingen uitstekend scoren.

Ook de invloedrijke Björn Höcke, leider van de AfD in Thüringen, weet continue de schijnwerpers te vinden. De voormalige geschiedenisleraar vergeleek zichzelf vorig jaar met Jezus en Socrates omdat zij volgens hem ook het zwijgen werden opgelegd via de juridische weg. Enkele maanden geleden kreeg de Thüringse AfD-leider een boete van de rechter omdat hij in toespraken slogans van Hitlers Sturmabteilung had gebruikt. In een oproep de Duitse herinneringscultuur ‘180 graden om te draaien’ – een van de andere hoofdpunten van de partij – noemde hij het Holocaustmonument in Berlijn in 2017 een ‘monument van schande’. In de ogen van in ieder geval een deel van de AfD was het Derde Rijk slechts een ‘vogelpoepje’ in de ‘meer dan duizend jaar succesvolle Duitse geschiedenis’, zoals fractieleider Alexander Gauland het enkele jaren geleden formuleerde. De AfD wil af van de ‘Schuldkult’ die Duitsland zou domineren.
De koers van de AfD lokt grote tegendemonstraties uit, maar de partij blijft in de peilingen uitstekend scoren
De AfD flirt dus opzichtig met extreemrechts, maar zorgt ervoor dat de link niet te sterk wordt. Officieel accepteert de partij geen extreemrechtse personen en -groeperingen in haar gelederen. Daarom brak de AfD laatst bijvoorbeeld met haar jeugdafdeling, de Junge Alternative für Deutschland (JA). De vereniging opereerde onafhankelijk van de AfD, lidmaatschap van de partij was voor reguliere leden van JA ook niet noodzakelijk. Zo kon JA een vergaarbak van extreemrechtse figuren worden. Toen de Verfassungsschutz (de binnenlandse veiligheidsdienst) JA onlangs bestempelde als ‘gesichert rechtsextremistisch’ besloot de AfD de teugels aan te trekken. De partij verving JA met een nieuwe jeugdorganisatie waarover ze meer controle heeft.
Het lijntje tussen de AfD en extreemrechts blijft evenwel flinterdun. De afdelingen in Saksen, Saksen-Anhalt en Thüringen zijn door de Verfassungsschutz ook in de categorie ‘gesichert rechtsextremistisch’ ingeschaald, waardoor de veiligheidsdienst de AfD mag afluisteren. Op federaal niveau geldt de gehele AfD op dat vlak als ‘Verdachtsfall’. Volgens onderzoek van de Bayerischer Rundfunk heeft de Bondsdagfractie meer dan honderd medewerkers uit extreemrechtse kringen in dienst.
Volgens journalist Kushner maakt het niet zoveel uit hoe de AfD precies wordt gelabeld. ‘De hamvraag is of de acties en woorden van de partij tot extreemrechts geweld leiden. De meeste sleutelfiguren zijn niet zo dom om geweld te propageren, het is meer dat de partij voortdurend op het hondenfluitje blaast. Allerlei nog extremere neonazistische, identitaire en nieuwrechtse groeperingen horen dat, voelen zich gekend en scharen zich achter de AfD. Zulke aanmoedigingen door de politiek kunnen het laatste zetje zijn richting het plegen van geweld.’
Neonazistische subcultuur
Axel Salheiser, socioloog en extremisme-onderzoeker bij het Institut für Demokratie und Zivilgesellschaft in Jena, vindt dat de AfD het stadium van de hondenfluitjes voorbij is. ‘De deportatietickets als campagnefolders en de woorden van Alice Weidel tonen aan dat de partij haar ware aard niet langer verbergt. De AfD-leider verspreidt voortdurend het fabeltje dat het aantal delicten van migranten de laatste tijd de pan uit rijst, terwijl juist extreemrechtse misdaden enorm in de lift zitten. Jongeren grijpen weer terug op de neonazistische subcultuur van de jaren negentig.’

De onderzoeker wijst op het Thüringse stadje Sonneberg, waar de AfD in de zomer van 2023 voor het eerst een regiobestuurder leverde. ‘Sindsdien is het geweld tegen mensen van kleur, migranten en linkse personen daar substantieel toegenomen. De AfD maakt extreemrechts gedachtegoed salonfähig. Dat leidt niet alleen tot harde woorden, maar ook tot geweld. Je kunt wel beweren dat een deel van de AfD-stemmers de meest radicale standpunten van de partij niet onderschrijft, maar met hun stem zijn ze wel verantwoordelijk voor de heropleving van het Duitse fascisme. Uit enquêtes blijkt daarnaast keer op keer dat zeker de helft van de AfD-stemmers niet op de partij stemt uit protest tegen de zittende regering, maar omdat deze groep zich kan vinden in de ideologie en doelen van de partij. Dat kunnen we niet negeren.’
Andere onderzoeken laten zien dat extreemrechtse wereldbeelden, met nationalisme, racisme en antidemocratische tendensen als hoofdingrediënten, overal in Duitsland wijder verbreid zijn geraakt. Een tweejaarlijkse studie van de Friedrich-Ebert-Stiftung, verbonden aan de sociaaldemocratische partij van bondskanselier Olaf Scholz, wijst uit dat het aantal Duitsers met extreemrechtse denkbeelden van 2014 tot 2023 van 2,5 naar 8,3 procent steeg. Daar bovenop komt nog een groep van zo’n 20 procent die weliswaar geen vastomlijnd extreemrechts wereldbeeld heeft, maar ook niet zoveel opheeft met de democratie.
Salheiser en Kushner zetten zich schrap voor het aanstaande electorale succes van de AfD. ‘In de Verenigde Staten zie je sinds de eerste presidentstermijn van Donald Trump een forse toename van geweld tegen migranten,’ zegt laatstgenoemde. ‘Op eenzelfde manier zou Duitsland ook bang moeten zijn voor het groot worden van radicaal-rechtse partijen. Niet voor niets waarschuwde Stephan Kramer, de baas van de veiligheidsdienst van Thüringen, onlangs voor de gevaren van een machtige AfD. Als de partij het voor het zeggen krijgt, kan zij ook het werk van de veiligheidsdiensten frustreren. Welke lessen Duitsland ook geleerd mag hebben van de NSU-moorden, die wijsheid kan ook weer vervliegen. Dan zouden we zomaar terug bij af kunnen zijn, bij figuren zoals Helmut Roewer.’
Roewer was in de jaren negentig de baas van de veiligheidsdienst van Thüringen en richtte zich vooral op het bestrijden van extreemlinkse en islamitische terreur. Naar extreemrechts geweld kneep hij een oogje toe. Wel was hij scheutig met het uitdelen van middelen voor informanten die zich in neonazistische kringen bevonden, zonder dat het doel daarvan duidelijk was. Ook zou de Thüringse veiligheidsdienst onder Roewer de politie actief hebben gehinderd in het opsporen van de drie NSU-leden. Sommigen verdenken hem ervan de NSU opzettelijk de hand boven het hoofd te hebben gehouden. In 2000 moest Roewer het veld ruimen.
Wegkijken
‘Als het gaat om extreemrechts geweld kijken de autoriteiten al decennialang weg,’ reageert Kushner. ‘Na de NSU-moorden is beterschap beloofd, maar de veiligheidsdiensten blijven een black box. Daardoor is het moeilijk inschatten of die organisaties daadwerkelijk van hun fouten hebben geleerd. Maar eigenlijk zie ik niet zoveel aanleiding dat zoiets als de NSU-moorden niet nog eens zou kunnen gebeuren.’

Het is makkelijker om kritische vragen te stellen over het verleden dan over het heden, ziet de journalist. ‘Duitse scholen onderwijzen over het Derde Rijk en de Holocaust, maar ik denk niet dat veel Duitsers ook bereid zijn om de mensen om hen heen te bevragen over hun huidige denkbeelden. Duitsland neemt het gevaar van extreemrechts nog altijd te weinig serieus.’
De opmars van de AfD gaat hoe dan ook door. In combinatie met de radicalisering van de partij dringt zich de vraag op hoe de oosterburen daarmee om moet gaan. Aan de ene kant zijn er politicologen als Philip Manow, verbonden aan de Universiteit Bremen. ‘Cynisch gezegd betekent een grote AfD in het parlement een soort normalisering van Duitsland,’ stelt hij. ‘In veel andere Europese landen zijn dergelijke partijen ook ongeveer zo groot. Het is naïef om te denken dat Duitsland zoiets door de geschiedenis van het Derde Rijk bespaard zou blijven.’
Een grote AfD staat niet meteen gelijk aan het einde van de democratie, stelt de politicoloog. ‘We denken dat we in een soort 1933 zitten en beroepen ons daarom op allerlei juridische middelen om de democratie te beschermen. Al tijden gaat het bijvoorbeeld over een mogelijk verbod op de AfD, maar dat zou een verkeerde zet zijn. Zo’n maatregel zou de AfD waarschijnlijk alleen maar populairder maken omdat dat het verhaal onderstreept dat de autoriteiten de partij tegenwerken en de AfD het enige echte alternatief is.’
Met een verbod op de AfD verdwijnt bovendien niet zomaar het sentiment dat ten grondslag ligt aan de populariteit van de partij. ‘We moeten de partij uitsluitend in de politieke arena tegemoet treden en zullen daarvoor het debat over de hete hangijzers helemaal moeten opengooien, niet in de laatste plaats over migratie. De gevestigde partijen moeten de problemen die Duitsland heeft voortvarend aanpakken.’

Tegenover Manow staat socioloog Salheiser, die een verbod op dit moment niet uitsluit. ‘We horen al heel lang dat we de AfD het beste in de politieke arena kunnen bevechten, maar dat heeft tot dusver niet gewerkt. Als er juridisch aanleiding is om de AfD te verbieden, dan moet dat gebeuren. Democratische politici en media zeggen ook al heel lang dat zoiets niet slim is omdat het de partij in de kaart zou spelen. Maar wat er ook gebeurt: de AfD zal zichzelf altijd als slachtoffer van oneerlijke praktijken neerzetten. Het lijkt soms wel op chantage. Zo van: doe ons niets aan, of het zal nog erger worden. Door zulke dreigementen moeten we ons niet te veel laten afleiden.’
Op dit moment zit een partijverbod van de AfD er niet in. De Bondsdag debatteerde er eind januari over, maar er was veel verdeeldheid – ook binnen partijen zelf. Eerder besloot Duitsland wel andere maatregelen te nemen om de rechtsstaat beter te beschermen. Zo werd onder meer de onafhankelijkheid van het grondwettelijk hof in Karlsruhe versterkt. Dat gerechtshof verbood overigens een dik jaar geleden dat die Heimat, een haast openlijke neonazistische partij, overheidsgeld zou ontvangen. De redenering: die Heimat heeft een antigrondwettelijke en antidemocratische houding. Sommigen zien de zet van het grondwettelijke hof als toekomstig model voor de AfD.
‘De AfD zal zichzelf altijd als slachtoffer van oneerlijke praktijken neerzetten. Het lijkt soms wel op chantage. Zo van: doe ons iets aan, of het zal nog erger worden’
Brandmauer
Op politiek gebied houden de andere partijen tegenover de AfD vast aan een soort cordon sanitaire, de zogeheten Brandmauer. Regeringssamenwerking met de AfD is – in ieder geval op landelijk- en deelstaatniveau – taboe. Andere partijen willen in hun voorstellen ook niet afhankelijk zijn van steun van de AfD. De schok was dan ook groot toen de CDU van Merz eind januari met steun van onder meer de AfD en de liberale FDP een strenge motie over asiel door het parlement loodste. Die riep de regering op de grenscontroles permanent te maken en mensen zonder geldige reisdocumenten terug te sturen, inclusief asielzoekers.
Het ging slechts om een motie waaraan geen juridische consequenties vastzitten en het bijbehorende strenge wetsvoorstel haalde het uiteindelijk net niet: 338 voor, 350 tegen. Technisch gezien staat de Brandmauer dus nog overeind, maar samenwerking met de AfD op zo’n gevoelig beleidsgebied maakt veel los. Voormalig bondskanselier Angela Merkel uitte felle kritiek op haar partijgenoot. In verschillende grote steden demonstreerden tienduizenden mensen tegen het ‘einde’ van de Brandmauer en een mogelijke regeringssamenwerking tussen zwart (CDU) en blauw (AfD, al is bruin in de demonstraties een vaker gebruikte kleur voor die partij). Met het doembeeld van zwart-blauw probeert bondskanselier Olaf Scholz kiezers terug te lokken naar zijn SPD.

Politicoloog Manow gelooft er niet zo in dat het na de verkiezingen tot AfD-regeringsdeelname komt. ‘Ook als de partij inderdaad als tweede eindigt, is deelname aan een regeringscoalitie een brug te ver. Merz heeft eerder beloofd geen regering te gaan vormen met de AfD en aan die belofte zal hij zich houden. Scholz weet dat, zijn bangmakerij is puur campagne.’
Ook Salheiser denkt dat het er niet van komt. ‘De christendemocraten zullen het niet riskeren om de rode lijn te overschrijden. Maar de motie over asiel legt wel een groter dilemma bloot: sommige punten uit het AfD-programma kunnen realiteit worden zonder dat de partij aan de macht is. De AfD wordt zo telkens een stukje meer salonfähig. Dat is uiteindelijk te wijten aan de andere partijen, die er op belangrijke beleidsterreinen niet met elkaar uitkomen en hun populistische reflexen volgen. Dat is zorgwekkend, evenals de nietsontziende koers die de waarschijnlijke verkiezingswinnaar CDU vaart. De vooruitzichten voor de Duitse politiek zijn hoe dan ook somber.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- NL Beeld