Premium

Journalist Jelle Brandt Corstius: 'Het is een wonder dat de Russen niet al veel verder zijn'

De 46-jarige programmamaker was verbijsterd toen Rusland in 2022 Oekraïne binnenviel. Na twee jaar obsessief de oorlog te hebben gevolgd besloot hij dit jaar een serie reportages over een volk onder vuur te maken: Van Moskou tot Maidan.

Jelle Brandt Corstius

Nieuwe Revu ontmoet Jelle Brandt Corstius
Waar? De brasserie van Pillows Grand Boutique Hotel in Amsterdam. Nog iets genuttigd? Jelle een humus met paddenstoelen, Revu een caesarsalade. Nee, geen wijntje erbij. Jelle zit midden in de montage van zijn nieuwe reeks, dus houdt hij het bij koffie en thee. Verder nog iets? Jelle vindt monteren geen saai werk, integendeel: het is zijn favoriete fase ‘want daar wordt het verhaal gemaakt’. Hij is trouwens ook zijn eigen regisseur. 

Toen Jelle Brandt Corstius op 24 februari 2022 hoorde dat de Russen Oekraïne binnen waren gevallen, moest hij huilen. Het vooruitzicht van een wrede oorlog was op zich al vreselijk, maar de invasie betekende ook dat Brandt Corstius afscheid moest nemen van het land waar hij zoveel van hield: Rusland. Sindsdien maakte hij een lange reeks podcasts over de voortgang van de strijd en bezocht hij Oekraïne om voor het hulpprogramma Protect Ukraine hulpgoederen voor het leger te brengen.

Jelles betrokkenheid met Oekraïne groeide dusdanig dat hij besloot een serie reisprogramma’s aan het land te wijden. Want het oorlogsnieuws mag dan dagelijks onze huiskamers bereiken, van het land zelf weten we bitter weinig. En dat gold ook voor de maker zelf. Toen Jelle nog correspondent in Moskou was, gold Kyiv als een oninteressante tussenstop. Dat is nu wel veranderd. In de VPRO-docureeks Van Moskou tot Maidan duikt Brandt Corstius diep in de ziel van een land dat groter is dan Frankrijk en op het tandvlees loopt om te kunnen overleven. Hij leert de Oekraïners beter kennen, ontdekt dat het een compleet ander volk dan de Russen is en is getuige van hun vastberadenheid en inventiviteit. 
We ontmoeten Jelle in de brasserie van een rustig Amsterdams hotel. Hij zit midden in de montage van de reeks en heeft de geur van Oekraïne nog in z’n neus. Een week eerder stond hij te filmen bij een skipiste in de Karpaten waar uitgeputte frontsoldaten even op adem konden komen. 

Hoe spreek je die mannen dan aan, in het Oekraïens of in het Russisch?
‘Russisch spreken is heel ingewikkeld geworden. Ik heb eerst intensief Oekraïense lessen genomen, maar ik krijg een nieuwe taal niet meer zo gemakkelijk mijn brein in als vroeger. De oplossing was Russische zinnen waar ik af en toe een Oekraïens woord in meng, want in feite praat 60 procent van de Oekraïners ook zo. Niemand spreekt schoon Oekraïens, het is een mengelmoesje. Dus ik excuseerde me vaak: “Sorry dat ik de taal van de bezetter spreek.” Of ik sprak jongeren aan in het Engels. En altijd zeggen dat ze in het Oekraïens mogen antwoorden wanneer ik de vragen in het Russisch stel. Meestal kom je er dan wel mee weg.’

Hoe bereid je sowieso een docuserie voor die speelt in een land in oorlog?
‘Als ik één ding heb geleerd, is dat je research met een korreltje zout moet nemen. Als je ter plekke bent is het altijd anders. Je moet altijd open blijven staan voor andere personages als die interessanter blijken. Dan moet je je neus volgen en met die persoon verdergaan. Daar ben ik veel beter in geworden: vertrouwen op je intuïtie en afspraken loslaten om het over een andere boeg te gooien. Voor die skipiste waren tien mannen opgetrommeld, maar de soldaat met wie ik in de skilift omhoogging, was gelijk zo boeiend dat ik de rest niet meer wilde spreken. Lullig voor die andere negen, maar daar ben ik wel harder in geworden.’   

Er kon dus best veel ter plekke?
‘Jawel, maar net zo vaak gaan afspraken niet door, en je kan het je niet permitteren niks te filmen. Dan ga je op de kaart kijken waar je bent en gewoon maar wat proberen. We hadden een ideetje om iemand te interviewen die bruiloftstaarten maakte, want wie gaat er nou trouwen in oorlogstijd? Die vrouw viel weg. We zaten in het oosten bij Dnipro en op dat moment werd in Pokrovsk zwaar gevochten. Er zouden evacuatietreinen uit het oorlogsgebied aankomen, dus die zijn we gaan opwachten. Die bleken al niet meer te rijden, maar er waren wel minibusjes die mensen evacueerden vanuit het front. Dan spreek je zo’n chauffeur die met gevaar voor eigen leven de hele dag op en neer pendelt. Als die mensen dan arriveren, is er niks voor ze. Vluchtelingen en gewonde soldaten zijn irrelevant voor het land, men richt zich op mannen die kunnen vechten. We spraken wat van de mensen die rond het station doolden en vertelden over hoe de Russen hadden huisgehouden in Pokrovsk. Dan heb je een goed verhaal, beter dan die bruidstaartvrouw.’  

‘Je moet elke dag de inschatting maken of er een te grote kans is om dood te gaan. Maar je wilt ook slapen, en elke nacht gaat het alarm af’

Hoe ga je zelf ter plekke met het gevaar om? 
‘Je moet elke dag de inschatting maken of er een te grote kans is om dood te gaan. Maar je wilt ook slapen, en elke nacht gaat het alarm af. Na drie doorwaakte nachten functioneert niemand meer, je moet het risico dus afwegen. Op een gegeven moment hadden we als crew een routine ontwikkeld. We hadden een WhatsAppgroep en als het alarm midden in de nacht afging, maakten we een inschatting of we wel of niet naar de schuilkelder moesten gaan. Op Telegram heb je groepen waar je precies ziet wat er op je afkomt: kruisraketten of Shaheds, Iraanse drones. Die vliegen vooral hoog in gebouwen, en wij zaten in hotels altijd dicht bij de grond. Op zo’n moment blijf je in je bed liggen. Zo leer je van alles over de routes die raketten nemen en de verschillende soorten.’

Je eerdere programma’s hadden altijd een lichte toon, dat zal nu niet zo eenvoudig zijn geweest.
‘Er zit té veel drama in Oekraïne, iedereen staat telkens op het punt om in huilen uit te barsten. Maar je kunt niet zes afleveringen naar huilende mensen kijken. Bij andere series gaf ik mensen nog weleens een duwtje om geëmotioneerd te worden, nu was het juist de kunst om de emoties zo lang mogelijk tegen te houden. Dat klinkt heel cynisch, maar kijkers kunnen maar zoveel drama hebben. Je moet er ook iets hoopvols bij geven, anders haken ze af. Het gegeven dat die Russen klootzakken zijn en dat ze Oekraïne al drie jaar bombarderen is vrij duidelijk. Aan dat verhaal valt voor mij niet veel toe te voegen. Ik heb ook geprobeerd de lichtvoetigheid en humor van de Rusland-series er toch in te krijgen, dus ja, er valt ook best wat te lachen. En we kijken kritisch naar Oekraïne. Op die manier proberen we wat gelaagdheid aan te brengen. Dat zal me niet door iedereen in dank worden af genomen, maar ik moet ook gewoon mijn werk doen als journalist.’

Heb je een voorbeeld van die kritische blik?
‘We hebben gefilmd hoe Russische literatuur wordt ingezameld om er wc-papier van te maken voor het leger. Ik snap het allemaal, maar is dat verstandig? Dat je standbeelden van Sovjet-generaals weghaalt, kan ik me nog voorstellen, maar van de dichter Poesjkin? Wat heeft die met deze oorlog te maken? En het leidt weer tot weerstand bij een groot deel van de bevolking, met name de ouderen. We filmden op een boekenmarkt waar een verkoper hard is over Poetin, maar ook boos is waarom Poesjkin wegmoet uit zijn stalletje. Is zo’n rigoureuze beeldenstorm nou wel verstandig? Die vraag wil ik wel stellen.’

Je snijdt ook een heet hangijzer aan, de collaboratie van Oekraïne met nazi-Duitsland.
‘Dat was het Galicië-legioen, dat onderdeel uitmaakte van de SS. We hebben gefilmd hoe in een buitenwijk van Lviv jongeren elke week samenkomen en SS-uniformen aantrekken om dat te herdenken. Het is een gecompliceerd verleden, want net als bij de Baltische staten werden de Duitsers aanvankelijk binnengehaald als bevrijders en niet als bezetters. Er zaten veel Oekraïners bij de SS. Maar qua beeldvorming is het lastig, zeker als Poetin blijft herhalen dat alle Oekraïners nazi’s zijn. We laten ook iemand aan het woord die de Sovjet-architectuur voor sloop wil behoeden. Door het af te breken doe je precies wat Poetin wil: het Sovjet-verleden gelijkstellen aan Rusland. En dat is niet zo. Een zesde van het Rode Leger bestond uit Oekraïners. Het is krankzinnig om al die monumenten weg te halen. Op de begraafplaats van Lviv worden graven uit de Tweede Wereldoorlog geruimd om plaats te maken voor nieuwe. Maar die mensen hebben ook aan de goede kant gevochten. Dus veel Oekraïners zijn bang dat het te ver doorschiet, dat de meer gematigden hun stem verliezen.’ 

Hoe is sowieso de stemming momenteel? 
‘Er is een gigantisch tekort aan manschappen. Dat is ook zo’n narratief waar het Westen veel te gemakkelijk in mee gaat. Dat er niet genoeg wapens geleverd zouden worden. Nee, zo simpel is het niet, er zijn ook niet genoeg mannen om ze af te vuren. Ik merkte tijdens mijn laatste reis dat ik nauwelijks meer mannen op straat zag. Sommige verstoppen zich al jarenlang. Onze fixer dient nu in het leger. Hij werd opgepakt toen hij onderweg was voor een nieuwsploeg. Kreeg ik een videobericht van hem en droeg hij een uniform. Voorlopig zit hij in een basis in het westen, want ze sturen je niet meteen naar het front. Maar dat gebeurt natuurlijk wel, zelfs met oudere mannen. Het is natuurlijk krankzinnig dat je iemand van 54 naar het front stuurt. Je moet lopen met een bepakking van 40 kilo en zeven, acht dagen in de open lucht aan het front doorbrengen: daar heb je jonge mannen voor nodig. Maar die zijn gewoon op of weg.’

En buitenlandse soldaten? 
‘Er is een legioen Russen actief aan de kant van Oekraïne, maar je hebt ook een legioen van Tsjetsjenen en Ingoesjen. Dan zijn er nog Russische neonazi’s die Poetin te links vinden. Die vechten zij aan zij met Tsjetsjenen die een eigen land willen, heel interessant. Westerse vrijwilligers zie je steeds minder, de energie van het eerste jaar is nu wel weg. Er hebben zich toen 700.000 Oekraïense vrijwilligers gemeld. Gemotiveerd en inmiddels heel ervaren, maar die groep is aan het verdwijnen en moeten vervangen worden door jongens die niet willen vechten. Van een brigade die in Frankrijk getraind werd is bijna een derde gedeserteerd. Dit soort dingen zullen vaker gebeuren. Het is eigenlijk een wonder dat de Russen al niet veel verder zijn. Pokrovsk, waar wij eerder in het jaar waren, stond op omvallen, maar ze zitten er nog steeds, ongelooflijk. Het heeft ook te maken met de bedroevende kwaliteit van de Russische soldaten. Dat roept de vraag op hoelang Rusland het nog volhoudt. De soldij blijft stijgen, maar op een gegeven moment is geen prijs hoog genoeg als je zeker weet dat je het niet gaat overleven. Ook Rusland kan niet eindeloos doorgaan.’ 

De Russen hebben wel bijgeleerd? 
‘Zeker, was het maar zo dat de Russen de sukkels zijn. In het begin van de oorlog had je veel filmpjes van Russen die iets klunzigs doen als een MacBook als scherfvest gebruiken. En de Oekraïners waren de helden die snel terrein veroverden. Maar dáár zal iedereen je vertellen: het is het grote Sovjet-leger tegen het kleine Sovjet-leger, helaas. Aan Oekraïense kant wordt ook niet zachtzinnig omgesprongen met mensenlevens. Waarom zou je een hartchirurg die levens kan redden naar het front sturen waar hij direct afgeschoten wordt? In Rusland is alles een tandje erger, maar Oekraïne is geen westerse krijgsmacht. Hun verdedigingslinies zijn lang niet zo goed als die van Rusland, en de manier waarop Rusland haar inzet kan opschalen is onvergelijkbaar. Het is een veel groter land met een veel grotere economie. Wat dat betreft blijft het een ongelijke strijd.’

Wat is er nog meer veranderd? 
‘De technologische ontwikkelingen tijdens de oorlog zijn ongelooflijk. We filmden in een dronefabriekje. Zowel Russen als Oekraïners zijn goed in het jammen van elkaars dronesignalen, dus nu heb je drones die vastzitten aan kilometerslange optische fiberkabels waardoor ze niet gejamd kunnen worden. De Russen zijn daarmee begonnen, maar de Oekraïners hebben dat gekopieerd. Het leidt tot razendsnelle ontwikkelingen, ook in de loopgraven. Keek je in de Eerste Wereldoorlog recht vooruit naar waar de vijand ging komen, nu kan die van alle kanten komen. Je bent nergens veilig. Het klassieke beeld dat aanvallen meer doden kost dan verdedigen gaat niet meer op. Je kunt altijd en overal geraakt worden. De kans dat je nu in een loopgraaf sterft is aanzienlijk hoger dan tijdens de Eerste Wereldoorlog. Nu schieten ze een mortier af en sturen dan een drone na. “O, er leven er nog twee, we sturen nog even twee FPV-drones.” Het is afschuwelijk.’

Ben je nog langsgegaan bij Nederlanders in Oekraïne?
‘Je hebt de snackbarhouders Franky & Coen, die al jaren aan het front patat en snacks bakken voor soldaten en vluchtelingen, maar ook hulpgoederen leveren. Ze hebben ons geholpen toen we in Dnipro waren. Ik zag toevallig hun patatkraam staan, en toen bleek dat ze daar een opvangtehuis voor vluchtelingen hadden geopend ben ik bij ze langsgegaan. Dat is heel mooi afgelopen, ik heb een aantal van die vluchtelingen gesproken.’

Ik las in je boek Spullen brengen dat jij zelf ook nog embedded bent geweest bij het Russische leger. 
‘Dat was in 2008 tijdens de invasie in Georgië, toen ik correspondent voor Trouw was. Voor mij was dat toen een eyeopener, omdat ik met eigen ogen zag wat voor mannen daarvoor ingezet werden. Het waren voornamelijk etnische minderheden: de Russische strijd wordt vooral gevoerd door Boerjaten uit Siberië en mannen uit de Kaukasus. Een man uit Boerjatië heeft 75 keer meer kans in de oorlog om het leven te komen dan een man uit Moskou. Na de annexatie van de Krim in 2014 nam het wantrouwen richting buitenlandse journalisten zodanig toe dat het steeds moeilijker werd om er te filmen. Ook lieten mensen steeds minder vaak het achterste van hun tong zien. Zo gingen er toen al van uit dat je een buitenlands agent was, dat was in 2008 echt nog anders. Oekraïens nieuws moet je trouwens ook met een korreltje zout nemen. Ik heb inmiddels Telegram van mijn telefoon gegooid, maar volg nog steeds accounts van Russische militaire bloggers. Die zijn tamelijk betrouwbaar. Die mannen zijn vaak embedded met de Russische strijdkrachten en schrijven ongefilterd over wat ze meemaken. Veel Oekraïners lezen die berichten ook.’

‘Dat je standbeelden van Sovjet-generaals weghaalt, kan ik me nog voorstellen, maar van de dichter Poesjkin? Wat heeft die met deze oorlog te maken?’

Over die Boerjaten schrijf je wel grappige dingen in je boek: ze stelen werkelijk alles.
‘Ik ben in de zomer van 2023 meegereisd met een konvooi van Protect Ukraine. Dat is de hulporganisatie van schrijver Jaap Scholten die niet-militaire goederen en auto’s aan het Oekraïense leger levert. We belandden in het dorp Loekasjivka, dat enige tijd bezet was door de Russen. Dat waren Boerjaten, die voornamelijk stomdronken waren tijdens die bezetting. Dorpelingen vertelden me dat ze bij vertrek complete huisraden meenamen, wc-potten, wc-borstels, zelfs slagroomkloppers. Ook de kan van een waterkoker, maar het onderstel lieten ze achter. Ze hadden geen idee hoe een waterkoker werkte. De vrouw die dat vertelde, zei dat ze sinds de dag dat die mannen vertrokken geen woord Russisch meer gesproken had. Voor de serie ben ik teruggekeerd naar Loekasjivka. We filmden in de kerk die opgeblazen werd toen de Russen zich terugtrokken: ze bewaarden er hun munitie. Het dorp was inmiddels grotendeels ontmijnd, alleen hoorden we na afloop dat er één plek was waar je nog steeds niet moest komen: de kerk. Dat laat wel zien dat ook wij geluk hebben gehad, evengoed waren we op een mijn gestapt. Dus ja, ik ben blij dat we allemaal compleet met al onze armen en benen zijn teruggekomen.’

Hoe ervaarde je die reis met Jaap? In je boek leest het ook als een groot avontuur.
‘Ik heb daar wel over getwijfeld: je brengt immers spullen naar een van de strijdende partijen. Ik vond dat ingewikkeld, want je geeft op dat moment je journalistieke neutraliteit op. Tegelijkertijd zijn er omstandigheden waarbij dat gelegitimeerd is. Het was voor mij een manier om iets concreets te doen met mijn opgekropte woede. Elke helm die PU naar Oekraïne brengt, kan een mensenleven redden, Jaap krijgt daar geregeld briefjes over. “Jouw helm heeft mijn leven gered.” Dat is heel mooi, en die transporten gaan door, net als benefietavonden van PU waar ik ook aan meedoe. Dan zamelen we geld in en kan er weer een terreinwagen gekocht worden.’

Je schrijft en zegt nadrukkelijk dat je bezig bent afscheid te nemen van je grote liefde Rusland. Is daar Oekraïne voor in de plaats gekomen? 
‘Het is niet zo simpel. Het grote verschil tussen Oekraïners en Russen is dat Oekraïners meer zijn als Europeanen. Hun stemmingen maken kleine golfjes, waardoor het contact soms ook wel een beetje saai is. Bij Russen gaan de emoties veel meer op en neer. Die diepe dalen heb je niet in Oekraïne, er werd bijvoorbeeld nooit moeilijk gedaan over filmen hoewel er een oorlog aan de gang is. In Rusland bots je op veel meer vervelende zaken, maar die hoge pieken heb je ook. Memorabele avonden aan een keukentafel en een intense gastvrijheid. Een heel dubbel gevoel wat ik met dat land heb. Dus nee, Oekraïne heeft niet echt de plaats van Rusland kunnen innemen. Ik leef enorm mee met de Oekraïners, kijk elke dag wat er nu weer is verwoest, maar het zijn niet de gepassioneerde mensen die de Russen zijn. Dan zie je dus ook dat het echt een ander volk is. Die twee op één hoop gooien en zeggen dat er geen verschil is, is dus onzin. Ikzelf heb dat verschil ook nooit zo duidelijk gezien toen ik correspondent was. Voor mij was Oekraïne een achterland van Moskou en wist ik niets van de taal en van de geschiedenis. Dat probeer ik nu goed te maken met deze serie.’

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Mens & Maatschappij
  • ANP, NL Beeld