/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F02%2FH9KsxVYi5zAFZU1740756944.png)
Op de foto: Jurriën ten Cate zit al elf jaar vast in Tunesië.
‘Voordat Jurriën online op zoek ging naar een moslimmeisje had hij twee jaar verkering gehad met Susanne, een meisje uit de buurt. Was hij maar gewoon bij haar gebleven, met de kennis van nu. Dan was deze nachtmerrie nooit gebeurd.’
Aan het woord is Trees van der Hoek, de moeder van Jurriën ten Cate. Die laatste naam verschijnt sinds 2015 regelmatig in de krant. Het is alweer tien jaar geleden dat de logistiek werker uit Almelo, destijds 24 jaar, in een Tunesische rechtbank werd veroordeeld tot twintig jaar celstraf. ‘Soms hoor ik wekenlang helemaal niks van hem,’ verzucht zijn moeder aan haar eettafel in Overijssel. ‘Het is om wanhopig van te worden. Ik weet nooit hoe hij eraan toe is. Hoe het met hem gaat. We sturen elkaar brieven, maar die komen niet altijd aan. Bellen mag niet. Het contact is minimaal. Ik maak me constant zorgen om hem, maar steek ook vaak mijn kop in het zand. Als ik aan hem blijf denken, aan zijn slechte gezondheid, aan die verschrikkelijke omstandigheden in zijn cel, aan het feit dat hij misschien pas over negen jaar vrijkomt, dan word ik stapelgek. Dat red ik gewoon niet. Als hij schuldig was geweest, had ik er vrede mee gehad, maar dat is hij niet. Mijn zoon is onschuldig. Hij heeft dat meisje niet vermoord. Dat weet ik honderd procent zeker.’
Marwa
Terug naar 2012. Jurriën ten Cate leidt een simpel leven in Almelo, zijn geboorteplaats. Baantjes in de logistiek, leuke dingen doen met vrienden en een eigen huisje. ‘Hij was altijd pro-Geert Wilders,’ blikt moeder Trees terug op haar zoons puberjaren. ‘Maar op een gegeven moment kwam daar een soort omslag in. Hij raakte geïnteresseerd in de moslimcultuur, aangestoken door een paar Turkse collega’s. “Die mensen gaan zo liefdevol en vriendelijk met elkaar om,” zei hij altijd tegen mij. Ik vond dat wel mooi. Hij was oprecht enthousiast.’
De licht-autistische Jurriën is 21 jaar als die interesse aanzwelt tot gerichte zoekacties naar moslima’s op datingwebsites. Zo leert hij Marwa kennen, een Tunesische schone van zijn leeftijd. De Tukker is op slag verliefd. Trees: ‘Ik dacht: laat maar lekker gaan. Dat zal wel loslopen.’
Jurriën denkt daar anders over en boekt al snel vliegtickets naar Tunesië om zijn nieuwe vlam te ontmoeten. ‘Dat vond ik wel heel snel gaan,’ zegt Trees. ‘En spannend ook. Je weet natuurlijk nooit wat je daar aantreft. Maar hij was vastberaden. Ik kon het idee niet meer uit zijn hoofd praten.’
Een klein weekje spendeert de Almeloër in Noord-Afrika. Lang genoeg om te besluiten dat hij met Marwa wil trouwen. Trees: ‘Nu dacht ik al helemaal: dit gaat veel te snel allemaal. Er spookte van alles door mijn hoofd. Wie is dit meisje? Ziet zij Jurriën soms als melkkoe? Of als ticket naar Nederland? Maar nogmaals: die jongen was al volwassen. Ik kon hem moeilijk vastbinden.’
Die gedachtes komen niet uit de lucht vallen. In de maanden die volgen, vliegt Jurriën nog drie keer naar Tunesië en steeds moet hij twee hotelkamers boeken; één voor hem en één voor haar. Marwa wil namelijk geen intimiteit. Wat zij wel wil van Jurriën? Dat hij haar studiekosten lapt. En een nieuwe laptop.
Op de bruiloft, in de zomer van 2013, is Jurriën welgeteld de enige Nederlander. ‘Ik wilde er echt niet heen,’ vertelt Trees. ‘Tussen Jurriën en Marwa waren toen al vreemde dingen gebeurd. Er zou een andere jongen in beeld zijn, dat vond ik erg verontrustend. Ik zei tegen hem: denk hier goed over na. Neem meer tijd om uit te zoeken wat zij echt voor je voelt. Ik hoopte dat hij er nog van terug zou komen. Maar hij ging toch.’

De in 2022 verschenen documentaire Het laatste woord, die het bizarre verhaal van Jurriën vertelt, begint met telefoonbeelden van de bruiloft. Wat daar direct opvalt: de bedrukte blik van Marwa, die absoluut geen zin lijkt te hebben in de mooiste dag van haar leven. ‘Het droop er niet echt vanaf, nee,’ zegt Trees met het nodige gevoel voor understatement. ‘Ik zag daar geen gelukkig meisje. Eerder een ellendeling. Dat gaf mij natuurlijk nog minder vertrouwen in dit hele circus. Jurriën probeerde dat later uit te leggen als: “Haar jurk zat heel strak, daar had zij veel last van.” Daar geloofde ik geen drol van. En hij zelf ook niet, hoor. Toen ik hem na de bruiloft weer oppikte, op het station van Almelo, zag hij er net zo miserabel uit als Marwa.’
Van balkon gesprongen
Toch gaat Jurriën terug naar Tunesië. Het is dan december 2013, vlak voor de feestdagen. Het zal voorlopig de laatste keer zijn dat hij zijn familie ziet en spreekt. ‘Het was 28 december, rond half ’s vijf nachts toen de telefoon ging,’ zegt Trees over het moment dat haar leven voorgoed zou veranderen. ‘Jurriën aan de lijn. Hij zat achterin een politieauto, onderweg naar het bureau. “Marwa is van het balkon gesprongen,” zei hij. “Van drie hoog. Ik weet niet hoe zij eraan toe is.” Ik schrok me rot natuurlijk. Maar tegelijkertijd dacht ik: nu komt hij tenminste wel naar huis. Ik waarschuwde hem ook meteen: “Pas op dat ze jou niet iets in de schoenen schuiven. Want dan ben je knap de klos.” Ik was in paniek, maar ik dacht: ze moeten wel ontdekken dat hij niets gedaan heeft. Met nieuwjaar is hij weer terug in Nederland.’
Het loopt anders. Niet veel later verneemt Jurriën, die nog steeds vastgehouden wordt, dat Marwa de val niet heeft overleefd. En over haar laatste woorden, in de ambulance: ‘Mijn man heeft mij geduwd.’ Ineens is de Tukker hoofdverdachte in een vermoedelijke moordzaak. Trees verneemt dat via een belletje van het ministerie van Buitenlandse Zaken. ‘Een verschrikkelijk moment. Echt verschrikkelijk. Met oud & nieuw stonden we hier voor de deur, met mijn andere kinderen, te huilen. Jurriën zou hier bij ons staan. Ik besefte dat ik mijn kind misschien wel heel lang kwijt zou zijn. Mijn wereld stortte in.’
'Alle scenario's spookten door mijn hoofd. Waar is hij? Wat doen ze met hem? Maar ook: zou hij het misschien toch gedaan hebben?'
In de weken die volgen, krijgt Trees maar geen contact met haar kind. ‘De meest stressvolle dagen van mijn leven. Alle scenario’s spookten door mijn hoofd. Waar is hij? Wat doen ze met hem? Maar ook: zou hij het misschien toch gedaan hebben? Die laatste vraag bleef nooit lang hangen. Onmogelijk. Jurriën is niet agressief, nooit geweest. Ik ben natuurlijk bevooroordeeld, maar ik ken mijn eigen kind.’
Eindelijk, na drie weken radiostilte, krijgt Trees een berichtje van de dochter van een medegevangene van Jurriën. ‘Daarin stond zoiets als: “Mama, maak je geen zorgen, het gaat goed met mij.” Ik was zo opgelucht, maar had nog steeds geen idee waar we aan toe waren.’
De rechtszaak wordt almaar uitgesteld. Bijna twee jaar zit Jurriën, die altijd schuld heeft ontkend, in voorarrest. Vanuit Almelo steekt zijn moeder in die periode elke vrije minuut in privéonderzoek en telefoontjes met advocaten, ambassades en politici. Alles om de in haar ogen onschuldige zoon terug te krijgen naar Overijssel, waar hij thuishoort. ‘Ik sta ermee op en ga ermee naar bed. Je leven is ineens een soort slechte film geworden. Ik voel mij machteloos. Mijn werk, mijn collega’s en mijn andere kinderen hielden mij overeind. Anders was ik echt gek geworden.’
Eerste bezoek
In april 2015, anderhalf jaar nadat Jurriën voor de laatste keer uit Almelo vertrok, mag Trees haar zoon voor de eerste keer opzoeken in zijn Tunesische gevangenis. ‘Een uurtje maar. Veel te kort. Maar een heel bijzonder uur, natuurlijk. Ik dacht vooraf: ik tref daar een hoopje ellende aan. Maar Jurriën was heel sterk. En strijdbaar. Ik wilde hem natuurlijk het liefst mee terugnemen. Het afscheid viel mij erg zwaar.’
Weer een half jaar later, in november 2015, krijgt Trees een mailtje van de voormalige consul van de Nederlandse ambassade in Tunesië. ‘Die had zojuist de zitting bijgewoond en schreef dat deze gunstig was verlopen: Jurriëns advocaat had een heel goed pleidooi gehouden. Daar was geen speld tussen te krijgen. De verwachting: vrijspraak. Het wachten was nu op de uitspraak. Twintig minuten later kreeg ik weer een mailtje van de consul. Daarin stond dat Jurriën twintig jaar naar de gevangenis moest.’ Trees neemt een slok water en tuurt door het raam naar buiten. Het blijft even stil. Dan vervolgt ze: ‘Ik voelde mij compleet verslagen. Ik heb de hond aangelijnd, ben naar buiten gelopen en kon alleen maar janken.’
Moord met voorbedachten rade, zo luidt het ijskoude oordeel van de Tunesische rechter. Zonder reconstructie, zonder getuigen, zonder andere scenario’s überhaupt te hebben onderzocht. Het enige ‘bewijs’: vage verklaringen en de laatste woorden van de stervende Marwa zelf. ‘In onze cultuur gelooft men dat iemand nooit zal liegen tijdens de laatste momenten van zijn leven,’ verklaart een Tunesische advocaat achteraf. ‘Om niet voor de Schepper te verschijnen met een leugen in de mond.’

Er komt nog een hoger beroep en een cassatieverzoek, tevergeefs. De Tunesische rechters blijven in 2017 ook in hoogste instantie bij hun eerdere vonnis. Trees, de wanhoop nabij, stuurt dan een e-mail naar documentairemaakster Jessica Villerius. ‘Ik kende haar van haar films en wist dat zij altijd grondig te werk gaat om de waarheid te achterhalen. Ik wist niet meer wat ik anders moest doen,’ aldus de moeder.
Villerius grijpt de zaak met beide handen aan. Ruim vijf jaar later concludeert zij: ‘Er zijn ernstige fouten gemaakt.’ Die conclusie deelt zij in haar documentaire Het laatste woord, in 2022 via de NPO uitgezonden. Voor die film wisselt Villerius met Jurriën vijf jaar lang brieven uit. Ze reist ook naar Tunesië en spreekt er met nabestaanden, advocaten en experts. Hoe meer de filmmaakster zich in de zaak vastbijt, hoe duidelijker het voor haar wordt: Jurriën kan Marwa niet hebben vermoord. ‘Bij een onnatuurlijke dood moeten er altijd drie scenario’s worden onderzocht: moord, zelfmoord of een ongeluk. In het geval van Marwa’s dood blijkt alleen het scenario van moord te zijn onderzocht, waardoor Jurriën al geen schijn van kans had nog vóórdat de rechtszaak überhaupt begon,’ verklaart zij destijds in het AD. ‘Hij is vervolgens veroordeeld op basis van hele vage verklaringen, waarvan sommige gewoon niet kunnen kloppen. Zo heeft een aantal mensen exact dezelfde verklaring afgelegd. Ook is het autopsierapport incompleet. Dat stinkt voor mij wel. Als ik merk dat in strafzaken bepaalde documenten ineens ontbreken, vind ik dat wel echt een red flag.’
Valtest met pop
Minstens zo ongeloofwaardig, volgens forensisch patholoog Frank van de Goot: dat Marwa, zwaargewond met een longbloeding en twee klaplongen, in de ambulance nog een gedetailleerde verklaring zou hebben afgelegd. Diezelfde patholoog bewijst in Het laatste woord ook, middels een valtest met een pop, dat Jurriën onmogelijk zijn vrouw 5 meter ver van een balkon kan hebben gesmeten. Over een 1,20 meter hoge, betonnen balustrade nog wel. De uitleg van de Tunesische rechter: ‘Dit kan alleen met behulp van externe krachten.’
Wat er precies is gebeurd in de vroege ochtend van 28 december 2013 in het Solaria & Thalasso-hotel in Tunis, weet alleen Jurriën zelf. Aan de hand van diens brieven maakt Villerius in haar film een reconstructie. Op die bewuste avond ziet Jurriën dat Marwa constant op Facebook zit, maar telkens als hij in de buurt komt, klapt zij snel haar laptop dicht. Hij mag duidelijk iets niet zien. Ze krijgen ruzie. Jurriën wordt ‘overvallen door een plotselinge boosheid’. De Nederlander schrijft in zijn brieven: ‘Ik ben naar haar voeteneind gelopen en zei dat ik van haar zou scheiden, haar geen geld meer zou sturen en dat ik de volgende dag naar huis zou gaan. Zij werd ook boos, pakte haar telefoon en dreigde dat ze vrienden zou bellen, die met mij zouden afrekenen. Ze zei letterlijk: “I will fuck your life.”’

Vervolgens loopt Marwa naar het balkon en gaat over de balustrade hangen. Jurriën trekt haar terug, de hotelkamer in. Daar gaat de worsteling verder. Zij grijpt hem in zijn kruis. Hij bijt haar in de schouder en duwt haar gezicht in het matras. Dat noemt de Nederlander later een schrikreactie en ‘absoluut fout’. Hij schrijft: ‘Ik weet niet hoelang ik haar zo vastheb. Als ik bloed zie, kom ik bij mijn positieven, en laat direct los. Ze zei dat ze dacht dat ze doodging. Haar neus bloedde en haar lippen zagen blauw. Van onze eerdere woede was niets meer over. Ik wist dat we te ver waren gegaan.’
Even later staat het stel op het balkon, bij te komen van de schrik. Jurriën wil eigenlijk de politie bellen, Marwa absoluut niet. Want: als haar familie hier achter komt, zijn ze beiden de pineut. Jurriën gaat weer naar binnen. Daar hoort hij een korte gil. Hij rent terug naar het balkon. Geen Marwa. Hij kijkt naar beneden. Daar ligt Marwa, 15 meter lager, bloedend op straat. Een paar uur later is ze dood.
Inhumaan
‘Als hij het heeft gedaan, dan zit hij daar op zijn plek,’ zegt Karsten ten Cate in 2022 over de veroordeling van zijn broer. ‘Daar kan ik eerlijk over zijn. Maar ik ga ervan uit dat hij onschuldig is. De manier waarop hij daar behandeld is, dat is inhumaan.’
Jurriën zit op dat moment al negen jaar vast in zijn Tunesische cel. In die periode heeft Trees haar zoon een handjevol keren gezien. ‘Ze doen heel moeilijk met bezoek. De eerste keer was in een bezoekershal, maar de tweede keer zat er al een glazen wand tussen en mocht ik hem maar tien minuutjes spreken. De laatste keer, in oktober, moest ik uren wachten om hem een uurtje te zien.’
Zo’n drie keer per jaar vliegt Trees naar Tunesië. Als ze gaat, neemt ze steevast boeken, spelletjes en eten mee voor Jurriën, maar ook dit verloopt steeds problematischer. ‘Ze worden steeds strenger. Het slaat helemaal nergens op. Ik mag niks meer meenemen. Niet eens vitaminepillen.’
'Alleen het scenario van moord blijkt te zijn onderzocht, waardoor Jurriën al geen schijn van kans had voordat de rechtszaak überhaupt begon'
Zeker die laatste zijn geen overbodige luxe. Trees maakt zich namelijk grote zorgen om de gezondheid van haar zoon. ‘De gevangenissen daar zijn armoedig. Tot een paar jaar terug zat hij nog in een redelijke, Europese cel, maar na covid werd hij overgeplaatst.’
Trees laat een telefoonfoto zien van haar laatste bezoek: een gevangenis midden in de woestijn. ‘Moet je kijken. Overal zwerfhonden en afvalwater. Jurriën zit hier met 35 andere mannen in een gedeelde ruimte van 50 vierkante meter. Moordenaars en verkrachters. Het is er nooit echt veilig. De hygiëne is verschrikkelijk. Er is vaak geen water. In de zomer wordt het daar bloedheet, soms plus 50 graden, zonder airco. In de winter weer steenkoud, zonder verwarming. Hij zit 22,5 uur per dag binnen, zonder werk, activiteiten of internet. Wat hij doet? Zichzelf zoveel mogelijk afzonderen. En lezen. Hij is erg eenzaam.’
Trees pakt een brief van Jurriën erbij. ‘Deze is van eind 2023. Hij schrijft: ‘Ik voel me eenzaam. Elke keer dat je weer geen gratie hebt gekregen stort je in. Je kan geen knuffel krijgen van je familie, wanneer je die het hardst nodig hebt. Nooit gedacht dat ik Almelo zo zou kunnen missen.’
‘Tijdens mijn laatste bezoek, eind vorig jaar, vond ik Jurriën er erg mager uitzien. Toen ik hem knuffelde, voelde ik de botten door zijn kleding priemen. Hij weegt nog maar 59 kilo. Een jongen van 1,86 meter. Griezelig gewoon. Hij leeft soms op één pistolet per dag. Hij heeft eczeem, rugklachten, ontstekingen in zijn gewrichten, uitslag en ernstige maag- en buikklachten. Er zijn dagen dat hij zijn vingers niet meer kan strekken. Hij gaat steeds verder achteruit en krijgt amper medische zorg. Vorig jaar is een celgenoot overleden nadat de klachten van die man niet serieus waren genomen. Jurriën en andere celgenoten hebben de bewakers toen om hulp geroepen, maar die reageerden te laat. Ik ben bang dat hem straks hetzelfde overkomt. Dit wordt op den duur zijn dood. Zijn lichaam en geest geven het een keer op.’
Hoe ga je daar als moeder mee om, ruim tweeduizend kilometer verderop? ‘Therapie heb ik nooit gehad,’ antwoordt Trees. ‘Wel praat ik veel met mijn andere kinderen en vrienden over Jurriën. En ik heb leuk werk en fijne collega’s, dat helpt. Maar ik probeer er eigenlijk niet te veel over na te denken. Dat is mijn overlevingsmechanisme. Ik leef al elf jaar in angst en onzekerheid. Dat de communicatie zo beroerd is, helpt niet mee. Soms verneem ik weken achter elkaar niks van hem. Ook daarin is die gevangenis absurd streng. En dan ontvang ik weer een brief, waarin staat: “Maak je geen zorgen, mam.” Maar dat doe ik wel.’ Korte stilte. ‘Ik moet me blijven vastklampen aan positieve gedachten, anders word ik gewoon knettergek.’
Allerzwartst scenario
Officieel komt Jurriën pas vrij in december 2033. Hij zal dan een 42-jarige man zijn. Voor Trees is dit het allerzwartste scenario. ‘Met die gedachte kan ik amper leven. Maar na elf jaar en ontelbaar veel teleurstellingen hou ik er wel rekening mee. Jurriën zelf ook, trouwens. Talloze brieven vanuit Nederland, hulp van Buitenlandse Zaken en de Nederlandse ambassade in Tunesië leveren steeds niets op. Ettelijke verzoeken tot presidentiële gratie gedaan, ook met hulp van Mark Rutte, maar ook die lopen steeds weer nergens op uit. Dat is telkens zo’n enorme klap voor Jurriën. Hij kan en wil niet meer hopen.’
In een ultieme poging om haar zoon toch eerder terug te halen naar Almelo schakelt Trees in 2024 de hulp in van Geert-Jan en Carry Knoops. Het bekende advocatenechtpaar gaat proberen hun landgenoot vrij te krijgen. Een procedure met een stevig prijskaartje. Trees: ’85.000 euro is er nodig. Dat heb ik natuurlijk niet liggen. Jessica Villerius opperde daarom een crowdfunding. Gaat nooit lukken, dacht ik. Maar we hebben al ruim 73.500 euro ingezameld. Fantastisch, hè? De publiciteit rondom Jurriëns verhaal heeft daarbij geholpen. Ik denk echt dat Jurriën op deze manier terugkomt. Hopelijk dit jaar nog.’
En dan? Een opleiding, waarschijnlijk. Een woning. En, op den duur, een nieuwe vriendin en misschien zelfs kinderen. ‘Hij wil zijn leven weer oppikken,’ zegt Trees. Ze leest voor uit een van zijn brieven: ‘Mijn leven staat al te lang stil. Ik bouw geen pensioen op en ik kan geen opleiding doen. Alleen een groot gat in mijn cv.’ Uit een andere brief blijkt er ook een drang om verloren tijd met familie in te halen. ‘Mijn broers en zussen zijn nu allemaal volwassen. Ik miste diploma-uitreikingen. Mijn acht jaar jongere zusje heeft een huis gekocht met haar partner. Ik heb hem nog nooit gezien. Vrienden zijn getrouwd, kregen kinderen en ik was er niet.’

En uit een andere brief, uit 2023: ‘Hoe ik het volhoud? Ik stel mezelf die vraag ook. Maar weten dat je onschuldig bent, geeft kracht. En ook hoop dat ze hier tot bezinning komen. De niet-aflatende steun van mijn familie en de Nederlandse ambassade houdt me overeind. In een gevangenis als dit geldt: tel je zegeningen. Negativiteit is overal om je heen. Je moet leren om je niet te richten op de slechte dingen, maar juist op positieve. Almelo is niet bijzonder. Ik kon me niet voorstellen dat je een stad als Almelo ooit zou kunnen missen. Maar ik realiseer me nu: Almelo is thuis. Ooit zal ik terugkeren. Misschien niet voorgoed, maar wel de eerste jaren van mijn vrijheid. Mijn eerste dag is voor mijn familie en luisteren naar de muziek waar ik van houd. Dan een hamburger eten van 1 euro bij McDonald’s (vermoedelijk is die nu veel duurder) – en een aardbeienmilkshake halen.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Familie Ten Cate