/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F03%2Fiafuap17SOz8LO1741164792.jpg)
Nieuwe Revu ontmoet Dilan Yesilgöz
Waar? In de dienstauto vanaf het huis van mevrouw Yesilgöz all the way richting Den Haag. Nog iets genuttigd? Nee, dat zat er even niet in. Verder nog iets? Op sociale media krijgt Dilan Yesilgöz het regelmatig aardig voor haar kiezen. Wat ze tot een tijdje terug nooit deed, was mensen blocken. Dat vond ze een zwaktebod. Totdat ze zich realiseerde: ‘Als iemand op straat me begint uit te schelden, dan blijf ik ook niet staan omdat ik denk: wat interessant, ga vooral door. Dan zeg ik er iets van of loop ik weg.’ Toen dat kwartje bij haar viel, is ze begonnen met blokkeren. ‘Veel van de lelijke reacties zie ik niet meer, waardoor ik me er redelijk goed voor kan afsluiten. Als er toch iets doorheen slipt, dan denk ik: hoe sneu ben je als je vanaf de zolder van je moeder als volwassen kerel random mensen aan het uitschelden bent op sociale media? Ik kan dat visualiseren en vervolgens naast me neerleggen.’
Voor de buitenwacht lijkt het alsof jullie vooral heel druk zijn met de ene na de andere politieke rel.
‘Dat hoort een beetje bij de politiek, het is niets nieuws. Ik kan me van voorgaande coalities herinneren dat er ook regelmatig gedoe was. Tegelijkertijd realiseer ik me dat het soms veel is. Ik vind het zelf ook vervelend om ’s ochtends de krant open te slaan en weer iets nieuws te zien waarover wordt gesteggeld. Als je in Den Haag werkt, dan moet je oppassen dat je daar niet door wordt meegezogen. Het gaat niet om ons, maar om de mensen voor wie wij het werk doen. Daarom hebben wij als VVD afgelopen zomer de keuze gemaakt om zo ver mogelijk weg te blijven van gedoetjes en ophef en onszelf te richten op leveren. Ik hoop dat politici zich meer gaan richten op de mensen thuis en minder op het bevechten van hun gelijk.’
Wat vindt u van de kritiek dat de VVD steeds verder naar rechts is opgeschoven?
‘Ik snap de vraag, maar moet daar hard om lachen. We zijn een partij die al 77 jaar bestaat en al sinds de tijd van Frits Bolkestein bepaalde dingen zegt, maar nu voor het eerst een meerderheid ziet die dat waar wil maken. Als mensen dat proberen te framen als iets dat ons van buiten wordt opgelegd, dan moeten ze dat doen, maar ik ben niet bezig met wat andere partijen van ons verwachten. De enige relevante factor waarmee ik rekening houd, is wat de kiezer van mij verwacht. Dat is waar ik naar luister.’
‘In mijn privéleven ben ik niet ook nog de hele dag aan het vechten voor iets. Ik hou van dansen en een drankje doen’
Is er nooit een discrepantie tussen wat de kiezer wil en uw eigen persoonlijke overtuiging?
‘Bij de VVD zijn we geen populisten die elke dag in de krant kijken en dan bepalen wat we ergens van vinden. We kijken niet hoe hoog we moeten springen en dan springen we. Wij kijken waar we mensen nu verlichting kunnen brengen en wat op de lange termijn het beste is voor dit land. Door onze jarenlange ervaring weten we dat we soms moeilijke besluiten moeten nemen waarvan mensen vandaag zeggen: “Dit vind ik heftig.” Het is aan ons om goed te communiceren waarom we iets dan toch doen, namelijk omdat het in het belang is voor nu en de toekomst.’
Wat doet u anders dan Mark Rutte?
‘Het is niet mijn ambitie om anders te zijn dan Mark, maar we zitten in een coalitie waarin we niet de grootste zijn. Ik zit in de Tweede Kamer, wat vanuit mij gezien betekent dat ik als VVD’er en als fractielid veel kleur kan pakken. Niet alleen omdat wij een heldere mening hebben, maar ook omdat we luid en duidelijk kunnen laten zien wat wij concreet inbrengen. Zoals we dat eind januari bijvoorbeeld hebben gedaan met De Agenda voor Werkend Nederland. Ik heb in politieke context een andere rol dan Mark en die vul ik vol in.’
Eet u ook minder appels dan de voormalige minister-president?
‘Ja. Het is een rare opmerking die ik nu ga maken, maar ik ben allergisch voor appels. Als ik een appel eet, dan krijg ik last van mijn buik. Alsof iemand er met een mes in steekt. Dat is heel jammer. Ik heb het grootste deel van m’n leven wel appels gegeten, totdat ik ging uitzoeken waardoor het kwam dat ik me vaak niet zo lekker voelde. Dat was omdat ik elke dag appels at. Ik heb dit nog nooit in het openbaar verteld, dus je hebt je kop, haha.’
Los van uw persoonlijke appelgate worstelt Nederland met grote problemen zoals stikstof, klimaat en migratie. Om welk thema maakt u zich het drukst?
‘Deze thema’s vallen voor mij allemaal onder de noemer vrijheid. Ik besef heel goed, ook door mijn familieverleden (Yesilgöz kwam in 1984 met haar familie naar Nederland, nadat eerst haar vader en daarna haar moeder Turkije als politiek vluchteling moesten verlaten, red.) dat de vrijheid die wij hier hebben niet vanzelfsprekend is. Het is een groot goed dat veel mensen in Nederland dat wél als vanzelfsprekend beschouwen. Dat komt omdat het ons al decennia is gelukt om een redelijk fijn land op te bouwen zonder oorlog en onderdrukking. Het is niet af, het kan beter, daar hoort u mij niet over, maar er groeien nu generaties op die niet weten wat het is om niet vrij te zijn. Dat maakt je soms gemakzuchtig over dat onderwerp.
Je denkt: het is er altijd geweest, dus het zal wel loslopen met onze vrijheid. Maar de vrijheid staat onder druk. Dat brengt mij bij een aantal van de thema’s waar ik de afgelopen jaren druk mee bezig ben geweest. Dan heb ik het over je veilig kunnen voelen in je eigen huis en land, maar ook over migratie. Ik wil dat wij een land zijn waarin we weten: wie hebben wij nodig? Maar ook: wie heeft ons nodig? De echte vluchtelingen, daarvoor wil ik er zijn. We moeten grip hebben op de stromen mensen die ons land binnenkomen. En als mensen voor korte of langere tijd in Nederland verblijven, dan wil ik dat zij echt onderdeel zijn van de samenleving. Dat is niet iets vrijblijvends, maar van essentieel belang. Als ik het nog een stap verder mag doortrekken, dan is vrijheid ook dat jij weet dat je met je salaris het einde van de maand gaat halen als je elke dag hard werkt. Wanneer hard werken niet loont, ben je niet zo vrij als ik zou willen dat je was. Daar heeft u ons de laatste tijd veel over gehoord – en dat zullen we blijven doen.’
Over hard werken gesproken: u staat bekend als iemand die toegewijd, standvastig en plichtsgetrouw is. Maar misschien soms ook een tikkeltje te serieus. Of niet?
Lachend: ‘Fair enough. Als ik mensen spreek bij borrels of in zaaltjes ergens in het land of op de markt, dan zeggen ze nadat we even met elkaar hebben gesproken vaak: “Wat ben je vriendelijk en aardig, dat had ik niet verwacht.” Dat is best confronterend, dus ik snap het wel, uw vraag. Het beeld dat van mij bestaat, komt denk ik voort uit het feit dat ik vaak in beeld ben als ik ergens voor of tegen vecht. Ik wil graag opkomen voor dat wat goed is en als het dat niet is, probeer ik het kapot te maken. In politieke zin zie je me dus vaak vechten. Ik vind het jammer dat mensen alleen die kant van mij zien, maar er is veel om voor te vechten. Tegelijk snap ik dat het grote publiek daardoor denkt: goh, wat is zij toch serieus, maar natuurlijk ben ik niet altijd zo. Ik ben ook maar een mens.’
Schuilt er stiekem een enorme grappenmaker in u?
‘In de fractievergaderingen liggen we elke week wel een paar keer in een deuk. Dat is ook vaak omdat ik me weer eens verspreek of een foute opmerking of grap maak die de rest ook leuk vindt of juist alleen ikzelf. Wij VVD’ers houden van zelfspot. Je moet je werk serieus nemen, maar niet jezelf. We lachen veel en thuis doe ik dat ook. Als je het aan mijn omgeving vraagt, dan denk ik dat zij zeggen dat ik veel grapjes maak. Ik ben in mijn privéleven niet ook nog de hele dag aan het vechten voor iets. Gelukkig hoeft dat ook niet. Met mijn familie en vrienden probeer ik eigenlijk zo min mogelijk over mijn werk te praten. Daar word ik zelf ook moe van. Ik hou van dansen en een drankje doen.’
Kunt u dat spontaan ergens doen?
‘Zonder daar al te veel over te vertellen, kan ik zeggen dat ik in een relatief zwaar bewakingsregime zit. Dat bepaalt elk aspect van mijn leven, maar ik wil me niet laten intimideren. Dat ik beveiliging heb, geeft mij een enorm gevoel van veiligheid. Maar als ik ergens naartoe wil, dan moet ik dat dus wel even organiseren. Zij gaan dan mee.’

Het voordeel is dat u altijd iemand heeft om mee te dansen.
Lachend: ‘Dat staat niet helemaal in de taakomschrijving, maar ik zal ze een keer uitdagen. Wat ik heel leuk vind, is dat het af en toe lukt om naar een festival te gaan. De eerste keer was ik minister en dacht ik wel even: wat gaan mensen hiervan denken? Misschien zou ik zelf ook wel denken: hoezo heeft een minister tijd om op een festival rond te lopen? Ga het land veilig houden! Ik heb overwogen om niet te gaan, maar dacht tegelijkertijd: ik moet ook gewoon normaal kunnen doen. Toen ben ik dus toch gegaan en de reacties van mensen hebben mijn ogen echt geopend. Ze verwachten mij daar niet, dus ik val natuurlijk op, maar het is ook weer niet zo dat ik daar als een soort bekende Nederlander rondloop. Ik kan gewoon lekker dansen, maak af en toe een praatje met iemand die me aanspreekt en ga verder m’n eigen gang. Dat vond ik heel fijn om te ervaren, want dat geeft ook zuurstof. Ik zou het verschrikkelijk vinden als ik een typetje zou worden dat opgesloten zit in een eigen bubbel. Dat ga ik niet doen.’
Heeft u ooit gedacht: ik heb hier geen zin meer in, ik kap ermee?
‘Ik hoor vaak dat jonge mensen die nu de politiek in willen of een ander beroep willen kiezen waar ze bekendheid mee krijgen daar terughoudend in zijn omdat ze zien wat je allemaal over je heen krijgt en denken: dat is wel heel heftig, ik trek dat niet. Die jongeren probeer ik mee te nemen in hoe ik ermee omga. Zolang jij weet wie er echt toe doen en dat de mensen die kwetsende dingen zeggen altijd in de minderheid zijn, kun je voor jezelf een filter aanzetten. Het is niet dat ik kil of ongevoelig ben, maar ik kan wel onderscheid maken tussen meningen die relevant zijn en wat ik naast me neer moet leggen.’
Leest u veel zelfhulpboeken om uzelf op de been te houden?
‘Ik heb dat een hele tijd gedaan toen ik ernstig ziek was. Twintig jaar geleden werd er een auto-immuunziekte bij mij gediagnosticeerd. Tegenwoordig is die ziekte alleen nog op de achtergrond aanwezig, maar in die periode was nog niet duidelijk of ik er beter van zou worden. Ik had hartstikke veel vertrouwen in mijn artsen, dus deed alles wat zij zeiden, maar ik voelde me toch machteloos omdat ik zelf niets kon doen. Dat is niet mijn ding, ik wil een gevoel van regie hebben. Toen ben ik me in van alles en nog wat gaan verdiepen: van Chinese geneeskunde en zelfhulpboeken tot alternatieve therapieën. Alles greep ik aan, wat ik uiteraard van tevoren checkte bij mijn arts. Als hij zei: “Baat het niet, dan schaadt het niet”, dan was dat mijn groen licht om het gewoon maar te doen. Inmiddels heb ik zoveel meegemaakt dat ik zelf maar eens een zelfhulpboek moet schrijven, haha. Ik snap heel goed dat mensen daar houvast aan hebben.’
Waar komt uw onophoudelijke drive vandaan om soms tegen de klippen op ons, als in: het volk, te helpen?
‘Ik herinner me nog goed dat toen ik in 2014 in de gemeenteraad van Amsterdam ging, mijn eerste periode als ambtenaar, een paar honderd voorkeursstemmen kreeg. Dat vond ik zo ongelofelijk indrukwekkend! Mensen die ik helemaal niet kende, hadden gedacht: jij bent mijn stem waard. Ik voelde dat enorm op mijn schouders, zo van: nu moet ik het ook waarmaken en ervoor zorgen dat ik doe waar ik echt in geloof. Als dat iets is waarvan een aantal mensen zich afvraagt: waarom doe je dat nou, dan moet ik beschikbaar zijn en toegankelijk, waardoor ze hopelijk wel blij zijn met wat ik uitvoer. Dat gevoel van accountability, dat ik verantwoordelijk ben, is heel sterk gebleven en alleen maar heftiger geworden door de positie die ik nu heb en het aantal mensen dat op ons heeft gestemd.’
Dat klinkt als een enorme last.
‘Misschien is dat ook de serieusheid die je ziet – ik voel die verantwoordelijkheid zo zwaar. Misschien moet ik daar eens met iemand over praten die dat beter kan kanaliseren, haha. Het is niet dat ik denk: gatsie, ik wil die verantwoordelijkheid niet, maar in de tijd dat ik politiek actief ben, wil ik wel alles doen om waar te maken wat ik zeg. Ik vind het heel bijzonder wat wij hier hebben, de vrije democratie. Daar heb ik veel voor over.’
‘Als ik het zo op een rijtje zet, dan kan het ook vermoeiend zijn om mij te zijn, haha’
Het klinkt alsof uw man René elke avond flink aan de bak moet om de stress en spanning uit uw schouders te masseren.
‘Mijn werk gaat voor veel dingen. Ik ben echt vasthoudend en wil mijn plannen realiseren. Dat gaat gepaard met stress, maar daar heb ik wel mee leren omgaan. Ik heb periodes meegemaakt die op het niveau van stress zo heftig waren dat ik van tevoren niet wist of ik het zou gaan trekken. Maar als je voor ogen houdt voor wie je het doet en wat echt belangrijk is in je leven, dan is dat enorm helpend. Ik heb ook de enorme luxe dat mijn thuisomgeving zich aanpast aan mijn tempo.
Al sinds ik in de politiek zit, gaat René mee naar ledenbijeenkomsten en van alles eigenlijk. Ik zou niets van wat ik doe kunnen doen als René er niet was. Daar waar er bij mij altijd iets is – een allergie voor appels of stress die hoog oploopt – is René superstabiel. Hij is ook wat ouder dan ik en heeft in z’n werk al bereikt wat hij wilde bereiken, dus hij is tevreden met wat hij doet en wat het is, terwijl ik elke keer bezig ben met: wat we vandaag deden was prima, maar het moet nog beter. Ik bof ontzettend met iemand die mij overal bij helpt. Dat heeft niet iedereen, zeker niet als je kleine kinderen hebt. Ik doe naast mijn werk ook echt wel gewoon leuke dingen erbij, ik probeer genoeg te slapen en sport veel, alles om toch een soort balans te hebben. Alsnog is het geen gezonde balans denk ik, want ik werk gewoon heel veel.’
U heeft heel lang gebokst. Was dat een goede uitlaatklep?
‘Vorig jaar heb ik boksen ingeruild voor krav maga, ook een vechtsport. Dat wil ik binnenkort weer wat fanatieker gaan oppakken. Daarnaast fitness ik veel. Ik moet zeggen dat ik tot een paar jaar terug nooit zo’n stevig ritme van sporten had. Ik was iemand die begon en dacht: dat komt later wel weer. Een sponsor van de sportschool, zeg maar. Nu is het een vast onderdeel geworden van mijn routine, omdat ik merk dat het een goede manier is om m’n lange dagen goed vol te houden. Ik wandel ook zoveel mogelijk, niet zoveel als ik zou willen, maar mijn hond Moos en ik zijn vaak samen op pad.
Bent u zo’n fitgirl die al om 5 uur ’s ochtends in de sportschool staat?
‘Vroeger werkte ik vaak tot diep in de nacht door, maar dat doe ik niet meer sinds ik honden heb. Een hond wacht niet tot je uitgeslapen bent, dus ik ben er altijd op tijd uit. Heb ik een belangrijk debat, dan sta ik vaak om 4 of 5 uur ’s ochtends op om daar rustig aan te werken. Als je in de politiek werkt, gaat de telefoon tot laat in de avond, maar om 5 uur ’s ochtends is de kans op een appje of telefoontje vrij klein. Dat geeft me veel rust, wat ik te danken heb aan mijn hond.’
Is uw hond een beetje uw kind?
‘Mensen met kinderen vinden deze vergelijking waarschijnlijk niet opgaan, maar voor mij is dat wel een beetje zo. Een hond werkt voor mij enorm relativerend. Als ik Moos uitlaat en ik kom andere mensen tegen, dan gaan de gesprekken altijd over de hond. Ik ken alle honden in de wijk bij naam, ik weet hoe oud ze zijn. Van de baasjes weet ik vrij weinig, want dat is helemaal geen onderwerp. Dat is heel fijn.’
Slaapt Moos op bed?
‘Nee, nee. Hij is een Franse herder en echt huge, 50 kilo. Maar hij denkt dat hij zo klein is als een terriër, dus hij zit graag bij mij op schoot. Eigenlijk mag dat niet, hij zal ook nooit op de bank gaan als wij er niet zijn. Maar als ik er zit, dan komt hij vaak wel bij me. Vaak gaat hij me dan tikjes geven met z’n poot, dat betekent dat hij pindakaas wil. Dat is zijn lievelingssnack.’
Wanneer is uw carrière voor u geslaagd?
‘Op dagelijkse basis wil ik dat wat we vandaag doen beter doen dan gisteren. Het is niet dat ik altijd ontevreden ben, maar ik wil elke dag meer. Dat meer zit ’m zeker in deze periode in: we moeten leveren. Als ik naar de sportschool ga, dan wil ik ook elke keer net een gewichtje zwaarder pakken dan de dag ervoor. Zo werkt dat voor mij in de politiek ook. Als ik het zo op een rijtje zet, dan kan het ook vermoeiend zijn om mij te zijn, haha.’
Hoe ziet u zichzelf in een leven ná de politiek? Is er leven na de politiek?
‘Ik kan altijd nog professioneel hondenuitlater worden. Dat ik ergens eindig met een paar honden op de hei sluit ik helemaal niet uit, maar vooralsnog heeft het leven genoeg andere mooie dingen te bieden. Ik heb altijd gezegd: ik wil ooit nog een boek schrijven, maar er zijn nog zoveel andere dingen die ik wil doen. Als mijn politieke werk stopt, dan overleef ik dat wel. Het komt wel goed.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Ivo van der Bent