/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F03%2FVevstpUmFVhsQ81741336675.jpg)
Nieuwe Revu ontmoet Guido Weijers
Waar? Schouwburg Ogterop te Meppel. Nog iets genuttigd? Cortado en water. Verder nog iets? De dag plukken, momentum creëren. Dat is wat we allemaal willen in het leven, maar hoe pak je dat aan? Guido Weijers reikt het je in zijn nieuwe show Momentum aan op een presenteerblaadje, verpakt in een stortvloed aan verhalen, anekdotes en grappen. Zin in een avond pure, rauwe stand-upcomedy? Je vindt de complete speellijst op guidoweijers.nl.
Ben je alweer druk aan het trainen voor de Alpe d’HuZes?
‘Nee. Vorig jaar heb ik de Alpe d’HuZes gefietst met een goede hernia. Daar ben ik zes keer mee omhoog geklapt. De periode daarna moest ik even herstellen. Ik heb een half jaartje niet gefietst en ook niet hardgelopen. Het zit niet in mij om iets half te doen, dus ik doe niet mee als ik niet zes keer die berg op kan.’
Heb je daarom ook een hernia gekregen, omdat je niets half doet?
‘Dat zou kunnen. Ik denk dat sommige mensen zouden zeggen: ‘Ik heb een hernia, dus ik ga niet zes keer op één dag de Alpe d’Huez op fietsen. Mijn aanpak was: aan de dokter vragen of het kwaad kan, mezelf met pijnstillers overeind houden en gewoon gaan. Ik sta niet graag op de rem.’

Vind je het stiekem ook lekker om naar de klote te gaan?
‘Daar ben ik best goed in. Vijf of zes maanden afzien om jezelf klaar te maken voor je doel, investeren om iets te bereiken. Dat spelletje vind ik heel leuk. Met mijn theatershows doe ik hetzelfde. Ik schrijf eerst thuis iets, daarna ga ik in het land kijken of het werkt. Ik hou ervan om mezelf onder de radar voor te bereiden en daarna andere mensen te verbazen.’
Vorig jaar liep je ook nog een marathon uit, ondanks je hernia en een kuitblessure. Ben jij licht masochistisch aangelegd?
Lachend: ‘Nee, dat is puur het ontkennen van mijn leeftijd. Mijn koppigheid dat ik denk dat het wel lukt. Die blessures ontstonden ook tijdens het trainen, toen mijn doel al was gesteld. Ik stel mijn hele leven al doelen en daar ga ik dan helemaal voor. Opgeven is voor mij geen optie.’
Welk doel heb je nu staan?
‘In juni sta ik met Jandino Asporaat, Philippe Geubels en Roué Verveer meerdere malen in Ziggo Dome met de show Gabbers. En ik ben bezig met mijn eigen theatertour, daar heb ik erg naar uitgekeken. In het afgelopen jaar heb ik alleen maar kleine zalen gedaan, om te try-outen. Nu sta ik weer in de grote zalen, met een mooi decor.’
Je zou eigenlijk ook de oudejaarsconference op RTL 4 doen, maar daar heb je zelf een streep door gezet. Waarom?
‘M’n collega’s maken eens in de drie jaar een nieuwe voorstelling. Ik maak er gemiddeld bijna elk jaar één. Dat werd nu even te veel gedoe. Het voelde rommelig. Ik heb mezelf de vraag gesteld: voor wie doe ik dit eigenlijk? Dat andere mensen iets van mij verwachten, betekent niet dat ik het moet doen. Het is heel fijn dat RTL meteen reageerde met: prima, zeg maar of je ’m wilt doen of niet. Als je het wilt, dan vinden wij dat fijn en anders is het ook goed. Zij zullen mij nooit pushen.’
'Naarmate ik ouder word, ben ik het steeds belangrijker gaan vinden dat wat ik wil zeggen ook echt overkomt'
Je hebt je nieuwe voorstelling Momentum gedoopt. Heb jij voldoende momentum in je leven?
‘Ja, wel weer. Veel dingen rollen mijn kant op, merk ik. Ik heb veel energie en merk dat het kwetsbare van deze voorstelling, waarin ik voor het eerst allemaal waargebeurde verhalen uit mijn eigen leven vertel, heel erg wordt gewaardeerd. Het raakt het publiek, wat ervoor zorgt dat ik deze show heel graag speel. Kwetsbaarheid is blijkbaar ook een kracht. Ik ga echt met plezier naar het theater.’
Is dat weleens anders geweest?
‘Nee, maar het voelt wel alsof ik een diepere laag aanboor. Mensen kennen mij vooral van lach-of-ik-schiet, dus ik dacht aanvankelijk: zitten mensen wel te wachten op mijn persoonlijke tegenslagen? Dat is iets wat je moet uitproberen, dus dat is eng. Maar het blijkt een schot in de roos te zijn. Dat is fijn. Twintig jaar geleden was ik een jonge hond. Ik maakte gewoon iets en ging ervan uit dat iedereen het leuk zou vinden. Naarmate ik ouder word, ben ik het steeds belangrijker gaan vinden dat wat ik wil zeggen ook echt overkomt. Ik vind het spannend om naar mijn gevoel te gaan en daardoor ook bij de zaal hun gevoel aan te spreken.’
Hoe voorkom je dat het een zwaarmoedige toestand wordt?
‘Door er heel goede grappen in te stoppen. Zo simpel is het natuurlijk ook wel. Iedereen krijgt op een bepaald moment in z’n leven te maken met liefdesverdriet, dood, ziektes en afscheid. Dat is voor het publiek heel herkenbaar – en juist door die herkenbaarheid kun je er schurende, schrijnende grappen over maken.’
Naast je reguliere publieksvoorstellingen reis je al jaren het land door om theatercolleges te geven bij bedrijven. Sinds wanneer ben jij een geluksexpert?
‘Een jaar of zeven geleden ontplofte mijn Instagram met lifecoaches, businesscoaches en ga zo maar door. Als je klankschaaltherapie doet, word je gelukkiger! Als je deze yogavorm beoefent, word je gelukkiger! Als je deze pillen slikt, word je gelukkiger! Iedereen noemde zichzelf een goeroe, maar niemand beantwoordde de vraag: wat is geluk eigenlijk? Die vraag ging ik – heel flauw, ik weet het – aan die coaches stellen: “Stel dat ik dit ga doen, word ik dan gelukkig? En zo ja, wat is dan geluk?” Niemand had het antwoord, waarop ik dacht: als er zo weinig over bekend is, waarom is er dan geen theatercollege over? Iedereen wil dat z’n medewerkers gelukkiger worden, maar dat begint met het beantwoorden van de vraag: wat is geluk? Als ik die vraag in een zaal stel, denkt iedereen: makkelijke vraag. Maar vervolgens krijg ik vanuit het publiek twintig verschillende antwoorden, dus blijkbaar is het heel subjectief. Ik zag het als een opdracht om toch op zoek te gaan naar een definitie die voor iedereen geldt.’

Heb je die gevonden?
‘Ja, die is er wel. Als je zowel de wetenschap als de filosofie erop naslaat, dan kom je uiteindelijk tot verschillende conclusies die in een uurtje leuk samen te vatten zijn. Mijn taak is om dat met een vleugje humor te brengen.’
Je bent al heel lang bovenmatig geïnteresseerd in alles wat met persoonlijke ontwikkeling te maken heeft. Waar komt dat vandaan?
‘Op mijn twaalfde was ik al fan van Youp van ’t Hek. Hij had een liedje dat bij me binnenkwam: Niemand weet hoe laat het is. Hij zingt daarin: “Vannacht in mijn slaap word ik plots overvallen, straks komt een auto en die rijdt me kapot, wanneer zal de dood zijn fiets bij mij stallen, wat zal mijn clou zijn, hoe is mijn plot?” De essentie van het lied is dat we allemaal doodgaan, dus zorg ervoor dat je je leven leuk maakt, geniet en doe fijne dingen met prettige mensen om je heen. Harrie Jekkers heeft ook een liedje dat heel raak is: Nu ik nog leef. Dat gaat erover dat hij liever geen bezoek aan huis wil op de dag van zijn begrafenis: “Kom maar langs nu ik nog leef.” Toen ik dat hoorde, dacht ik: o ja, ik moet niet wachten met leven tot later, want later is allang begonnen.’
Hoe heb je dat concreet aangepakt?
‘Door die inzichten uit het cabaret voelde ik al heel jong dat ik wilde groeien, dingen leren, mijn tijd niet verspillen, alles uit het leven halen. Dat brengt je op een bepaald pad, want: hoe doe je dat dan? Toen ik een jaar of negentien was, ben ik aan de slag gegaan met neurolinguïstisch programmeren, Leef je mooiste leven van Tony Robbins, Niet morgen maar NU van Wayne Dyer en dat soort dingen. Allemaal superinteressant, maar dat gaat meer over hoe je in het leven kunt staan, als levenshouding, zeg maar. Ik vond het zelf leuk om daar iets wetenschappelijks tegenover te stellen, wat heeft geresulteerd in mijn theatercolleges over geluk. Mijn belangrijkste boodschap is dat het leven kort is. Ik geloof niet in het hiernamaals, maar in het hiernúmaals. Als je iets wilt, dan moet je het niet uitstellen, maar nu doen. Dat klinkt simpel als ik het zo zeg, maar voor veel mensen is dat heel moeilijk om in de praktijk te brengen.’
'Ik ben altijd aan het toewerken naar een punt in de toekomst, waardoor ik soms vergeet om in het nu te zijn'
Wat helpt jou daarbij?
‘Af en toe de deksel op de neus krijgen. Ik ben standaard bezig met wat er hierna komt. Als ik thuiszit, dan ben ik bezig met het bedenken van een voorstelling. Als ik de Alpe d’HuZes fiets, dan ben ik vijf maanden van tevoren al aan het trainen. Als een voorstelling over vier maanden af moet zijn, dan zit dat in mijn hoofd. Ik ben altijd aan het toewerken naar een punt in de toekomst, waardoor ik soms vergeet om in het nu te zijn. Met de mensen om me heen, genieten van wat er op dit moment is. Dat zie ik vaak niet, omdat ik met mijn hoofd alweer ergens anders ben. Totdat die mensen zeggen: als wij nooit samen in het hier en nu zijn, dan vind ik het minder gezellig. Dat kost je soms een relatie, waardoor je gaat nadenken: ik moet er toch vaker voor kiezen om ergens voor de volle honderd procent met hart en ziel te zijn. Maar voordat dat besef echt was ingedaald, heb ik echt wel dingen moeten meemaken.
Mijn liefdesrelatie ging kapot, wat er natuurlijk inhakte. Twee maanden later zei een vriend die terminaal was: “Ik zou zo graag nog een keer langskomen in Limburg, bij jou op je vakantieboerderij, zou dat eind november kunnen?” Ik dacht: tuurlijk kan dat, we gaan daar een goed weekend hebben. Maar ik dacht ook: ai, eind november, dat is precies een maand voordat de oudejaarsconference van RTL af moet zijn, dus dan mis ik een schrijfweekend en moet ik het weekend ervoor of het weekend erna gaan haasten. Op dat moment realiseerde ik me dat ik blijkbaar zelfs als ik zo’n waardevol weekend in het verschiet heb nog met mijn hoofd ergens anders zit. Dat was drie of vier jaar geleden. Toen heb ik ook tegen RTL gezegd: “Het gaat ’m dit jaar helaas niet worden met de oudejaarsconference.” Maar die beslissing heb ik dus pas genomen nadat ik van het kapotgaan van m’n relatie had geleerd: je was niet in het hier en nu en daarom ga ik bij je weg. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik sindsdien andere keuzes probeer te maken.’
Was het weekend met die vriend nog wel een succes?
‘Ja, we hadden een soort wietolie bij ons, dus we zijn aan het spacen geweest. Samen met drie andere vrienden waren we honderd procent in het nu. We hebben enorm de slappe lach gehad, wat ik mezelf nooit had toegestaan als ik ook nog met iets anders bezig was geweest in mijn hoofd. In mijn voorstelling Momentum vertel ik een verhaal over de verbouwing van mijn vakantieboerderij, wat ik samen met mijn toenmalige vriendin deed. Op een gegeven moment zegt zij: “Kijk, de zon gaat prachtig onder, zullen we kersen plukken in de tuin, met die mooie oranje bal op de achtergrond?”
Mijn antwoord was: “Nee joh, de badkamer moet nog af, dus laten we even doorpakken.” Zij probeert me nog over te halen, door te zeggen dat we zo’n zonsondergang misschien niet zo vaak meer gaan zien en dat we ook nu al kunnen genieten van wat er al wel is, maar ik ben alleen maar bezig met wat er nog gaat komen – er moeten nog mailtjes naar de aannemer, dit of dat moet nog worden gedaan – en besef niet wat ik op dat moment laat liggen. Als je dat te vaak doet, wat heeft een relatie dan voor zin? Want als de badkamer af is en de mailtjes zijn gedaan, dan moet de trap worden vernieuwd en zijn er nog 1001 andere klusjes. Er is altijd iets wat niet af is, dus ik moet echt leren om het soms rustiger aan te doen. Als je een hardloopschema volgt, dan moet je tijdens 80 procent van je trainingen vogeltjes kijken. Dat betekent dat je zo langzaam rent dat je lekker om je heen kunt kijken. Dat vind ik moeilijk, genieten van het nu.’

Heeft dat ook te maken met je ADHD?
‘Ik geloof wel dat ik iets in het spectrum van ADHD heb, maar eigenlijk valt het best mee. Mensen denken dat ik een enorme stuiterbal ben, wat komt door de voorstellingen die ik vijftien jaar geleden deed. Maar zo druk als ik toen op het podium was, ben ik allang niet meer. In de afgelopen zeven of acht jaar ben ik een stuk rustiger geworden, ook omdat ik dit werk nog langer wil doen. Ik wil niet tot mijn zestigste of zeventigste staan springen en hoef niet elke voorstelling housemuziek. De onderwerpen veranderen, net als ikzelf. Er wordt vaak gedacht dat ik maar wat doe, maar in mijn werk ben ik enorm gestructureerd. In mijn privéleven dan weer totaal niet, daar heerst chaos. Als je vier dagen per week in het theater staat en wilt dat alles en iedereen jou daarin volgt – als in: je beslist alles, alles staat zoals jij het wilt hebben, niks gebeurt zonder jou om – dan heb je daar in je thuissituatie even genoeg van. Ik heb geen zin om privé ook nog de leiding te nemen. Als ik met vrienden uit eten ga, dan hoef ik nooit te weten waar we naartoe gaan. Kiezen jullie maar, ik ben de hele week al beslissingen aan het nemen. Op zulke momenten wil ik de controle even loslaten.’
'Ik wil met leuke, inspirerende mensen samen zijn. Dat vind ik veel belangrijker dan de buitenkant'
Het is op de kop af 25 jaar geleden dat je de publieksprijs won op het Camerettenfestival, je lancering als cabaretier. Ben je nog net zo gedreven als toen?
‘Laatst zei iemand: “Mensen beklimmen in hun leven twee bergen. De eerste berg is succes, geld, roem, een fantastische baan en weet ik veel. Daarna ga je de tweede berg op, met vrienden, gelukkig zijn en genieten. Zeg maar wat er echt toe doet in het leven. De eerste berg heb ik wel gezien. Ik heb alles wat ik wil hebben, ik speel in de grootste zalen, dus er staat niks meer op mijn wensenlijstje. Er is op het gebied van geld of succes niets dat ik niet heb gedaan of beleefd. Ik ben op dat vlak extreem tevreden.’
Heeft het bereiken van de status van superster in Nederland rare dingen met je gedaan?
‘Nee, nee. Ik ben niet iemand die in Ibiza op de dansvloer een fles champagne van 1000 euro gaat leegspuiten om maar te laten zien dat ik geld heb. De spijkerbroeken die ik draag zijn niet duurder geworden, ik loop nog gewoon op sneakers en niet op Italiaanse designersloffen. Mijn geld stop ik in vastgoed, omdat succes voor mij vrijheid betekent. De vrijheid om te doen en laten wat ik wil, met de mensen die ik leuk vind. Dat kan als je gewoon fijn kunt leven. Ik ben niet van de luxe, wel van het comfort.’
Ben je een soort huisjesmelker?
‘Ik woon in Breda, heb een vakantieboerderij in Zuid-Limburg en een appartement in Amsterdam. Daar zou ik goed mee kunnen verdienen, maar ik ben zo’n sukkel die dat niet per se verhuurt. Daar ben ik dan weer te laks voor. In mijn geboortedorp heb ik wel een pand gekocht dat ik heb laten ombouwen tot restaurant. Dat is niet het beste verdienmodel, tenzij ik er gipsen wandjes in had geknald en er tien appartementen van had gemaakt. Maar ik dacht: hoe gaaf is het als in mijn geboortedorp op een plek waar nu niks is straks een terras staat, dat het leeft als ik er voorbijfiets? Dat was een droom – en dat is gelukt.
Ik kan met m’n geld naar het casino of ergens in beleggen, maar dat vind ik niet interessant. Met m’n geld wil ik dingen doen waar ook andere mensen blij van worden. Ik moet zeggen dat ik nooit opkijk tegen mensen met heel veel geld. Andersom hoop ik dat mensen dat ook niet hebben bij mij. Geld is een lastig onderwerp, want het ligt heel gevoelig. Vooral als je het niet hebt. Maar laat ik het zo zeggen: als een vrouw in de kroeg na een paar zinnen aan mij vraagt in wat voor auto ik rij, dan ben je met mij meteen klaar. Het maakt mij niet uit of ik in een sterrenrestaurant in Ibiza zit te eten of op Texel in een pannenkoekenhuis, het gaat erom met wie ik er zit. Ik wil met leuke, inspirerende mensen samenzijn. Dat vind ik veel belangrijker dan de buitenkant. Als dat soort dingen wel belangrijk voor je zijn, dan zijn wij geen match.’

Heb je überhaupt een vriendin?
‘Nee.’
Je tikt dit jaar de 48 aan. Hoe ervaar je het proces van ouder worden?
‘Lichamelijk vind ik het niet leuk. Maar als je aan mij vraagt naar welke leeftijd ik terug zou willen, dan vind ik het ook wel fijn dat ik weet wat ik nu weet. Ik ben eigenlijk wel heel blij en dat mijn lichaam soms tegensputtert is misschien ook niet zozeer mijn leeftijd, maar heeft meer te maken met het belachelijke wat ik van mijn lichaam vraag. Zes keer op één dag de Alpe d’Huez op fietsen, van wie moet dat? Er doen elk jaar zo’n vijfduizend mensen mee die getraind hebben en nog geen 5 procent haalt die zes keer. Sterker nog: de meeste mensen doen het maar één keer. Ik vraag gewoon veel van mezelf, maar daar haal ik ook plezier uit.’
Weet je inmiddels ook wat geluk voor jou is?
‘Het makkelijke antwoord is: op een podium staan en mensen laten lachen. Maar écht geluk is voor mij dat andere mensen mij inspireren. Tijd doorbrengen met lieve, creatieve, open-minded mensen die mij energie geven, daar geniet ik van. Dat hoeft niet heel ingewikkeld, een koffietje in de zon is al genoeg. In het nu zijn in goed gezelschap. Dat is voor mij geluk.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Loens Media