James Worthy

James Worthy: 'Mijn neef is het Liverpool-shirt van Trent Alexander-Arnold al aan het verbranden'

'Eerst waren het enkel geruchten. Trent zou naar Real Madrid verkassen. Maar sinds gisteren zijn het meer dan geruchten'

James Worthy

Op het scherm van mijn telefoon zie ik dat mijn neef een voetbalshirt aan het verbranden is. Hij staat in zijn net iets te krappe achtertuin. Op zijn roestige wasrek staat een volle asbak.

‘Wat ben je aan het doen, neef? Dit is zo overdreven,’ lach ik.

‘Nee, Trent Alexander-Arnold is een judas. Dit is zo kwaadaardig. Ik heb dit nog nooit meegemaakt,’ zegt mijn neef. Ik kan de emotie in zijn stem horen. 

Eerst waren het enkel geruchten. Trent zou naar Real Madrid verkassen. Maar sinds gisteren zijn het meer dan geruchten. Zelfs de volwassen kranten schrijven erover. 

Mijn neef giet nog meer wasbenzine over het al verbrande shirt. Aan de ene kant begrijp ik hem wel, maar aan de andere kant begrijp ik Trent ook. Mijn neef is boos, omdat Trent een jongen van de stad is. Hij ademt en bloedt Liverpool. Hij praat zoals mijn neef praat. Onverstaanbaar, maar zo charmant. 

‘Hij gaat ook gewoon voor gratis weg. Dat is misschien wel mijn grootste probleem. Trent is minimaal 80 miljoen waard, maar de club krijgt helemaal niets. Prima dat hij naar Real gaat, maar dan had hij vorig jaar moeten bijtekenen. Wij leveren nu een diamant in en krijgen er niet eens statiegeld voor terug,’ zegt mijn neef snotterend. Hij vecht tegen de tranen, maar de tranen zijn met meer. 

‘Vergeet niet dat hij al sinds zijn zesde voor de club speelt, hè? En dat hij alles heeft gewonnen wat er te winnen valt. De keuze die hij nu maakt, is misschien niet de meest romantische keuze, maar ik kan niet heel boos op hem zijn. Ben je weleens in Madrid geweest?’ vraag ik.

‘Maar wat heeft Madrid dat Liverpool niet heeft, James?’

‘In Madrid voelt elke dag als een vakantie, neef. De zon schijnt er meer dan driehonderd dagen per jaar. Het is ook een statige stad. Koninklijk. Liverpool is een liefdevolle stad met zelfspot, maar als ik zou moeten kiezen...’

‘Dat geloof ik niet. Als jij voor Liverpool zou spelen, James, zou je de club nooit verlaten. Ik ook niet trouwens. Wij zouden er voor niets spelen.’

‘Dat is ook zo, neef, maar wij zijn fans. Trent is een speler. De brandstoffen van fans zijn melancholie en romantiek. Hij kan met een beetje geluk nog tien jaar voetballen. Daarna is het klaar. En ik hoor je. Waarom zou je een prins in Madrid willen worden als je een god in Liverpool kunt worden? Ik hoor je, maar dit is zijn keuze. Ik snap zijn keuze niet, maar ik begrijp hem wel.’

‘Hij had een legende kunnen worden. Er zouden standbeelden voor hem gebouwd worden. Er zouden straten naar hem worden vernoemd. Nu is hij gewoon die ene speler die het goed deed en toen naar Madrid ging,’ zucht mijn neef.

‘In mijn hart is hij nog steeds een held.’

‘Een held met snorharen en een lange staart,’ lacht mijn neef.

‘Een held die helaas aan zijn eigen stoelpoten ging knagen,’ zeg ik.