/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F04%2FkpxjnBIo4zyv501746004120.jpg)
1.
Wanneer The Green Berets (1968) in de bioscopen draait, is de Vietnamoorlog nog in volle gang. Anno 2025 oogt de John Wayne-film als schaamteloze oorlogspropaganda, een spaghettiwestern met M16’s. In 1968 hebben de recensenten dat ook al door. ‘Als ik een soldaat in Vietnam was,’ schrijft filmcriticus Roger Ebert destijds, ‘zou ik niet willen dat mijn medeburgers dachten dat ik net zo dom en simpel van geest was als de Amerikanen in deze film.’
2.
Een van die frontsoldaten is infanterist Oliver Stone die zich vrijwillig naar Vietnam heeft laten uitzenden. De New Yorker belandt meteen midden in het oorlogsgeweld. Zo overleeft hij op nieuwjaarsdag 1968 een nachtelijke verrassingsaanval van het Noord-Vietnamese leger. Stone is diep onder de indruk van het ‘vuurwerk’ met inslaande bommen, ratelend mitrailleurvuur en overvliegende F4’s. ‘Adembenemend mooi,’ noemt Stone het in zijn memoires Chasing the Light. Bij daglicht is er de aanblik van honderden verkoolde lichamen in het oerwoud. Voor velen is Vietnam de hel op aarde. ‘Maar ik zag het als iets goddelijks,’ schrijft Stone. ‘Dichter bij de Heilige Geest kan een mens niet geraken.’
Stone keert terug met een Bronze Star, Purple Heart én het nodige trauma. Een studiebeurs voor veteranen stelt hem in staat om film te studeren aan NYU, met lessen van een jonge Martin Scorsese. De basis is gelegd voor Platoon (1986), zijn Oscarwinnende meesterwerk. Maar na de première staan de hulplijnen voor oorlogsveteranen roodgloeiend, meldt The New York Times destijds. Een hulpverlener: ‘De jongens bellen op dat ze zelfmoord willen plegen, niet kunnen slapen of te veel drugs gebruiken.’

3.
Toch klaagt luitenant-generaal Hal Moore in zijn autobiografie dat ‘elke verdomde Hollywoodfilm ernaast zit’ over Vietnam. Gelukkig is Brian de Palma bereid zijn boek te verfilmen als We Were Soldiers (2002), met Mel Gibson in de hoofdrol. Door de oorlog vanuit verschillende perspectieven te bekijken, van de Amerikaanse soldaten en hun families aan het thuisfront tot de Vietnamese tegenstanders, weet de film een trouwe fanbase op te bouwen.
4.
In Heaven & Earth (1993) staat niet de soldaat (Tommy Lee Jones), maar de Vietnamese vrouw Le Ly centraal. Met lauwe recensies en teleurstellende opbrengsten sneuvelt de laatste film in Stones trilogie in goede bedoelingen.

5.
Casualties of War (1989) slaagt beter in de opzet. Aan de hand van een waargebeurde verkrachtingszaak laat het zien hoe oorlog en groepsdruk het ergste in een mens naar boven kunnen halen.
6.
Boys in Company C (1979) volgt een groep rekruten van bootcamp tot slagveld. Een van de drilinstructeurs die ze moet klaarstomen is sergeant Loyce, gespeeld door beroepsmilitair R. Lee Ermey, die eigenlijk is ingehuurd als technisch adviseur.

7.
Na flink aandringen bij regisseur Stanley Kubrick mag Ermey in Full Metal Jacket (1987) opnieuw de rol van drilsergeant op zich nemen. Met zijn geïmproviseerde scheldkanonnades maakt hij van sergeant Hartman een drijvende kracht in de film vol zwarte humor en memorabele oneliners als ‘love you long time’. De innerlijke strijd tussen ‘goed’ en ‘kwaad’ zit verpakt in details, zoals rekruut ‘Joker’ (Matthew Modine) die ‘Born to Kill’ op zijn helm heeft gekalkt en een peace-button draagt.
8.
Hoewel de rekruten in Joel Schumachers Tigerland (2000) nooit van het trainingskamp afkomen, bevat de film genoeg spannende actiescènes, gefilmd in 16mm als een quasi-documentaire. Tigerland is geen kaskraker, maar betekent wel de doorbraak voor Colin Farrell, die opvallend vaak shirtloos in beeld verschijnt.

9.
Francis Ford Coppola weet met Gardens of Stone (1987) zelfs een boeiende Vietnamfilm te maken over een oudgediende (James Caan) die, duizenden kilometers van het strijdtoneel, de wacht houdt bij een militaire begraafplaats (de tuin van stenen).
10.
We kunnen het natuurlijk niet over Vietnamfilms of Ford Coppola hebben zonder Apocalypse Now (1979) te noemen. Achter de spectaculaire actiefilm over de helikopteroorlog met iconische quotes over de geur van napalm, schuilt een diep filosofisch verhaal gebaseerd op Joseph Conrads Heart of Darkness. Coppola transformeert ivoorhandelaar Kurtz in kolonel Kurtz (Marlon Brando) en vertaalt kritiek op kolonisatie in Congo in een krachtig statement tegen moderne oorlogsvoering.

11.
Hamburger Hill (1987) toont de zinloosheid van oorlog via het waargebeurde verhaal van een uitputtingsslag op een vrij onbeduidende heuvel. De filmmakers kiezen bewust voor een onbekende cast. Zo blijft de focus op de verhaallijn. Het levert positieve recensies op en een doorbraak voor Don Cheadle en Dylan McDermott.
12.
Danger Close (2019) brengt de bloedige veldslag van Long Tan in beeld door de ogen van een Australische eenheid. Want er hebben ook ruim 60.000 Ozzies in Vietnam gestreden (er is ook een Australische miniserie over Vietnam, met een jeugdige Nicole Kidman in de rol van vredesactiviste).
13.
Bullet in the Head (1990) van John Woo volgt drie bevriende criminelen uit Hongkong die per toeval midden in de Vietnamoorlog verzeild raken. Het is geen historisch werk, maar biedt genoeg diepgang om de aandacht vast te houden.

14.
In Rescue Dawn (2006) vertolkt Christian Bale de Duits-Amerikaanse piloot Dieter Dengler die in handen valt van de vijand. Het gevolg is een klassieke krijgsgevangenefilm met vreselijke ontberingen en, we verklappen het maar, een gewaagde ontsnapping.
15.
In het eveneens waargebeurde Bat*21 (1988) speelt wijlen Gene Hackman een boordwerktuigkundige die na een crash moet overleven in de jungle. De reddingsactie kost, behalve een handjevol soldatenlevens, een godsvermogen. Hierover zegt de echte Iceal Hambleton destijds: ‘Als de belastingbetalers en buren zouden weten wat het gekost heeft, zouden ze me doodschieten.’
16.
Een van de beste Vietnambiopics is ongetwijfeld Good Morning Vietnam (1987), waarin Robin Williams de energieke diskjockey Adrian Cronauer speelt. Wat begint als komedie verandert gaandeweg in een meeslepend drama, terwijl het de rol van entertainment in het moraal van de troepen belicht.

17.
Muziek en Vietnam zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het is de eerste grote oorlog waarin soldaten, met cassettebandjes, aan het front naar hun favoriete muziek kunnen luisteren – van Otis Redding tot The Doors. Vaak gaan de Vietnamhits helemaal niet over de oorlog zelf. Zo resoneert We Gotta Get Out of This Place (1965) van The Animals sterk bij de Amerikaanse GI’s, al gaat het over het ontsnappen uit de sleur van Britse fabriekswijken.
18.
Stephen Stills heeft, onder anderen met Neil Young, politieke nummers gemaakt, maar zijn voor Buffalo Springfield geschreven hit For What It’s Worth (1967) draait om een protest tegen een avondklok in Hollywood.
19.
Van de aftiteling van Full Metal Jacket tot de opening van Tour of Duty; Paint it Black is zo’n beetje de soundtrack van de Vietnamoorlog. Toch gaat deze opzwepende Rolling Stones-klassieker eigenlijk over rouwverwerking, met het besef: ‘With flowers and my love, both never to come back.’

20.
Met krachtige back-upvocals over ‘murder’ en ‘rape’ lijkt ook het Stones-nummer Gimme Shelter (1969) een aanklacht tegen de oorlog. Maar volgens Keith Richards is het in beginsel ‘een stemmig nummer over de wereld die op je af komt’, dat is ontstaan wanneer hij vanuit zijn raam mensen letterlijk ziet schuilen voor de Londense regen.
21.
Zelfs Run Through the Jungle (1970) van Creedence Clearwater Revival gaat niet over Vietnam. De ‘Two hundred million guns are loaded’ is een verwijzing naar vuurwapengeweld in Amerika’s stedelijke jungles.
22.
Het CCR-nummer Fortunate Son (1969) gaat wél over Vietnam, met name de klassenongelijkheid waardoor gewone stervelingen hun zonen moeten opofferen voor oorlogen die door de elite zijn begonnen.
23.
Black Sabbath giet een metal-sausje over dezelfde boodschap in War Pigs (1970). Al beweert zanger Ozzy Osbourne dat de bandleden ‘niks over Vietnam wisten’ en het ‘gewoon’ als antioorlogsnummer bedoeld is.

24.
Het werk van The Beatles is doordrenkt van pacifistische boodschappen, maar Revolution (1968) is expliciet bedoeld als protest tegen de Vietnamoorlog. John Lennon schrijft het tijdens een yogasessie in India omdat ‘we niet konden blijven zwijgen over de Vietnamoorlog’.
25.
Barry McGuires Eve of Destruction (1965) behandelt alle actuele onderwerpen, van rassenrellen, aanslagen, dreigende kernoorlog tot een wantrouwen tegen politici die vinden dat jongeren ‘old enough to kill but not for voting’ zijn.
26.
Marvin Gaye doet iets soortgelijks met What’s Going On (1971). Het soulnummer gaat net zo goed over de ervaringen van zijn broer in Vietnam als de bittere realiteit van politiegeweld en de moeizame, uiteindelijk fatale relatie met zijn vader.

27.
Met een ‘heart full of napalm’ blaast Iggy Pop zijn tijdloze punkprotest Search & Destroy (1973) de wereld in, de titel plukt hij uit een Time-artikel over de Vietnamoorlog.
28.
Na de Temptations vraagt het Motown-talent Edwin Starr zich ook af waar War (1969) nou eigenlijk ‘good for’ is. Zijn krachtige ‘absolutely nothing’ maakt het een wereldhit en een luid protest.
29.
Met nummers als Blowin’ in the Wind is Bob Dylan al een boegbeeld van de protestgeneratie wanneer hij, herstellend van een motorongeluk, All Along the Watchtower (1967) pent. Maar de cryptische, bijbelse teksten slaan pas echt aan wanneer Jimi Hendrix het nummer transformeert tot een explosief rocknummer dat, zo moet Dylan erkennen, ‘beter is dan het origineel’. Of ze nu vechten in de Mekongdelta of met een bloem in het haar demonstreren in San Francisco, voor jongeren is Hendrix het nieuwe icoon van de counterculture.

30.
Na de oorlog schildert Billy Joel in Goodnight Saigon (1982) indringend de rauwe realiteit van een Vietnamsoldaat. De Pianoman lijkt, in wijvorm, uit persoonlijke ervaringen te putten. Hij is echter nooit, als soldaat althans, in Vietnam geweest.
31.
Born in the USA (1984) lijkt een patriottisch lied, maar eigenlijk zingt Bruce Springsteen over een gedesillusioneerde Vietnamganger die stank voor dank krijgt nadat hij in een ‘foreign land’ gedwongen is om de ‘yellow man’ te doden.
32.
Dat ook Australische soldaten bij terugkeer een kil ontvangst krijgen, blijkt uit het nummer Khe Sanh (1978) van rockband Cold Chisel, met voor die tijd omstreden teksten als ‘Their legs were often open but their minds were always closed’. Hoewel het nummer buiten Australië grotendeels onbekend is, kan heel Down Under het uit volle borst meezingen – en wij inmiddels ook.

33.
Ten tijde van Taxi Driver (1976) is ‘posttraumatische stress’ nog een onbekend begrip. Maar wanneer Robert De Niro’s rusteloze karakter Travis Bickle in de spiegel kijkt voor de iconische ‘You talking to me’-scène, spat de oorlogsmoeheid van het scherm.
34.
Rolling Thunder (1977) volgt de populaire Charles Bronson-formule van de wraakzuchtige burger, maar het idee van een doorgedraaide Vietnamveteraan is dan nog zo controversieel dat het Amerikaanse leger elke medewerking weigert. Terugkijkend noemt Tommy Lee Jones het de geboorte van het ‘terugkeer uit Vietnam’-genre. Er zullen er nog vele volgen...
35.
Birdy (1984) gaat over twee jeugdvrienden die vliegend gek terugkomen uit de Vietnamese rimboe en betekent de doorbraak van Matthew Modine (Full Metal Jacket) en Francis Ford Coppola’s acterende neefje Nicolas Cage.
36.
In The Deer Hunter (1978) kruipt De Niro opnieuw in de huid van een gebroken Vietnamveteraan. Mede dankzij het briljante acteerwerk van De Niro, Meryl Streep, Christopher Walken en de terminaal zieke John Cazale, is het meteen een prijswinnende klassieker. Maar er is ook kritiek, vooral op de stereotypering van Vietnamezen als Russisch Roulette spelende sadisten. Jane Fonda noemt het ‘racistische Pentagon-propaganda’.

37.
Niet geheel toevallig speelt Fonda op dat moment in de Vietnamfilm Coming Home (1978), over een officiersvrouw die vreemdgaat met een getraumatiseerde veteraan in een rolstoel. Zowel Fonda als tegenspeler Jon Voigt wint er een Oscar mee. Het ‘terug uit Vietnam’-fenomeen lijkt niet te stuiten.
38.
Bruce Willis waagt zich aan de rol van gehandicapte veteraan met In Country (1989). Hoewel de film geen Die Hard-kaskraker is, levert het hem een Golden Globe-nominatie op.
39.
Natuurlijk kan Mr. Vietnam Oliver Stone niet achterblijven. Born on the Fourth of July (1989) vertelt het waargebeurde verhaal van Ron Kovic (Tom Cruise) die, na een dramatische ‘tour’ in Vietnam, transformeert van een trotse marinier naar een rolstoelgebonden vredesactivist. Het levert Stone een Oscar en een Golden Globe op.

40.
In The War (1994) speelt Kevin Costner, naast een piepjonge Elijah Wood, een Vietnamveteraan met grote aanpassingsproblemen.
41.
Niet te verwarren met The War at Home (1996), waarin Emilio Estevez een Vietnamveteraan met grote aanpassingsproblemen speelt.
42.
De Vietnamoorlog is ook een onuitputtelijke bron voor documentairemakers, van Joris Ivens’ ooggetuigenverslag 17th Parallel (1968) tot Ken Burns’ epos The Vietnam War. Kijktip: The Giant Killer (2017), over commando Richard Flaherty, de kleinste man die ooit in het Amerikaanse leger heeft gediend.

43.
Minder waarheidsgetrouw, maar minstens zo impactvol is First Blood (1982) waarin John Rambo zijn opgedane oorlogstrauma en guerrillavaardigheden inzet in de strijd tegen corrupte politieagenten.
44.
Missing in Action (1984) is Chuck Norris’ antwoord op First Blood waarin kolonel Braddock terugkeert naar Vietnam om, met veel wapengekletter en ontploffingen, krijgsgevangenen te bevrijden. Een jaar later doet Rambo trouwens hetzelfde in First Blood: Part II.
45.
Vietnam leent zich ook prima voor horrorfilms. Zonder het plot te verklappen, kunnen we zeggen dat Tim Robbins’ personage in Jacob’s Ladder (1990) niet meer hetzelfde is nadat hij in de Mekongdelta zijn hele compagnie heeft zien sneuvelen.
46.
Ook soldaat Andy uit de vermakelijke cultklassieker Deathdream (1974) is veranderd in Vietnam. Hij keert namelijk terug als zombie!

47.
In Forrest Gump (1994) zijn de Vietnamoorlog en PTSD moeiteloos verweven in een feelgoodverhaal. Tom Hanks weet van het titelpersonage een publiekslieveling te maken, met als gevolg rinkelende kassa’s en een prijzenkast vol Oscars.
48.
Vervolgens overspeelt Disney zijn hand met de kinderfilm Operation Dumbo Drop (1995), losjes gebaseerd op een waargebeurd verhaal over commando’s die een olifant per helikopter naar een afgelegen dorp vliegen om de lokale bevolking te plezieren.

49.
Tropic Thunder (2008) is de ultieme parodie op Vietnamfilms, of beter gezegd, op het maken ervan. Vol clichés als laagvliegende Huey’s, vloekende drilsergeanten en over-the-top sterfscènes neemt het klassiekers als Platoon op de hak. Maar ook de filmindustrie krijgt ervan langs, met een bijzondere rol voor Tom Cruise als grofgebekte studiobaas. Niet iedereen kan de satire waarderen. Zo is er ophef over Robert Downey Jr’s ‘blackface’. De goede verstaander snapt dat hij, met een knap staaltje method-acting, een overdreven method-actor persifleert. Het levert Downey zelfs een heuse Oscarnominatie op, al gaat die eer, postuum, naar method-actor Heath Ledger...
50.
Niet absurd genoeg? Dit jaar verschijnt Primitive War (2025), waarin een elite-eenheid het tijdens de Vietnamoorlog opneemt tegen een bloeddorstige dinosaurus! De ideale film dus voor wie vroeger met soldaatjes én dino’s heeft gespeeld.
Jimi Hendrix & de Vietnamoorlog
Na een arrestatie voor joyriding krijgt de 19-jarige Jimi Hendrix in 1961 de keuze: gevangenis of het leger. Hij kiest voor het laatste en belandt zo bij de fameuze 101st Airborne Division, weliswaar als magazijnbediende op een basis in Kentucky. Omdat Hendrix meer belangstelling toont voor zijn gitaar dan zijn werk krijgt hij diverse waarschuwingen voor gebrekkige discipline.
Op 24 mei 1962 rapporteert sergeant James Spears dat ‘private Hendrix niet geschikt is voor het leger’. Dit volgt na een pijnlijk incident waarbij twee dienstmakkers Hendrix betrappen ‘terwijl hij zichzelf bij de latrine bevredigde’. Wanneer Hendrix vervolgens aan de psychiater opbiecht dat hij ‘homoseksuele neigingen’ krijgt van zijn barakgenoten, zit zijn militaire loopbaan er definitief op.

Deze details komen lang na zijn tragische dood in 1970 naar buiten. Zelf houdt Hendrix vol dat hij het leger heeft verlaten wegens een gebroken enkel, opgelopen bij een parachutesprong. Hij spreekt zich nooit expliciet uit tegen de Vietnamoorlog, dat laat hij aan zijn gitaar over... Iconisch zijn de rauwe uitvoering van The Star-Spangled Banner op Woodstock en het nummer Machine Gun waarin hij met wah-wah-pedalen en de feedback op zijn gitaar het geluid van explosies en mitrailleurvuur nabootst. Vlak voor zijn dood noemt hij het een eerbetoon aan alle ‘soldaten’, waaronder demonstrerende jongeren en ‘iedereen die oorlog voert met zichzelf, omdat ze de realiteit niet meer aankunnen’.
Vietnam, hoe zit het ook alweer?
In zekere zin begint de oorlog wanneer de communistische leider Ho Chi Minh op 2 september 1945, de dag van de Japanse capitulatie, de ‘Volksrepubliek Vietnam’ uitroept. De feestvreugde is van korte duur. Drie weken later valt Frankrijk Zuid-Vietnam binnen, in een poging hun oude kolonie te heroveren. Bijna tien jaar en honderdduizenden doden verder, leidt dit tot een opsplitsing: het noorden blijft communistisch, het zuiden krijgt een ‘pro-westerse’ regering.
De proxy-oorlog escaleert wanneer de Amerikanen zich in 1964, na een uitgelokt incident met communistische marineschepen, actief in de strijd mengen. Washington verklaart nooit formeel de oorlog, maar zal in de komende jaren wel ruim drie miljoen manschappen naar ‘Nam’ sturen. Hiervan keren er ruim 58.000 niet levend terug. Ter vergelijking: Vietnam verliest, aan beide kanten, naar schatting een miljoen soldaten en twee miljoen burgers.

Na een vredesakkoord trekken de Amerikanen zich in 1973 terug, maar de burgeroorlog tussen Noord en Zuid eindigt pas met de val van Saigon op 30 april 1975, met iconische beelden van ambassadepersoneel dat via het dak in een helikopter vlucht. Saigon heet sindsdien Ho Chi Minhstad.
De ‘Amerikaanse oorlog’
Uiteraard kijken Vietnamezen heel anders aan tegen wat zij de ‘verzetsoorlog tegen Amerika’ noemen. Neem het imago van de Vietcong, het burgerleger dat in het zuiden tegen de Amerikanen vecht. Voor Hollywood is de ‘VC’ de schrik van de ‘good guys’, die de jungle bezaaien met boobytraps. In Vietnamese films is de Vietcong een dappere verzetsgroep, van mannen en vrouwen, die met beperkte middelen het moederland beschermen tegen een militaire overmacht.
Dit komt goed naar voren in de indrukwekkende openingsscène van Whirlwind Season (1978), een van de betere Vietnamese oorlogsfilms die, met ondertitels, te bekijken is op het YouTubekanaal V-Sense – Top Vietnamese Movies. In de film spelen Amerikanen nauwelijks een rol. De ‘good guys’ zijn de onschuldige dorpelingen die het, gesteund door de Vietcong, opnemen tegen corrupte officieren van het geüniformeerde Zuid-Vietnamese leger.

Hanoi 12 Days and Nights (2002) toont de US Air Force vanuit een Vietnamees perspectief: als de aanstichter van het dagenlange B52-bombardement op Hanoi, waarbij ruim 2300 burgers zijn omgekomen.
The Scent of Burning Grass (2012) is het Vietnamese Full Metal Jacket waarbij vier onbevangen studenten na hun militaire opleiding, met een knorrige instructeur, in de brute realiteit van het slagveld belanden.
Ook in Vietnamese muziek klinkt de oorlog door. Waar Amerikanen de Ho Chi Minh-route als vijandige aanvoerlijn zien, is het voor Vietnamezen de levensader van het verzet. In het populaire lied Truong Son Dong, Truong Son Tay (1969) is die route het decor van een liefdesverhaal, met een vrolijk deuntje en gevoelige regels als: ‘De weg naar het slagveld is prachtig dit seizoen.’
- ANP E.A.