/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F05%2F2LEVCEYIkzIirw1747588579.jpg)
Mijn eigen wereld, het gefreakte leven van ‘Phreako’ Rico staat op de cover van de biografie. Om de aanhalingstekens bij Phreako te krijgen, heeft Rico nog een kleine strijd moeten leveren, vertelt hij. ‘De uitgever vond het mooier zonder aanhalingstekens, maar ik wilde ze er per se bij hebben. Er zijn mensen die geloven dat wat je over jezelf schrijft, je over jezelf afroept. Denk bijvoorbeeld aan Biggie Smalls, die kort voordat hij werd neergeschoten het album Ready to Die uitbracht. ‘Freaken’ betekent uit je dak gaan, feesten en drugs gebruiken. Ik denk weleens: misschien was de naam Phreako Rico een selffulfilling prophecy.’
Kan je iets vertellen over je tijd als Phreako Rico?
‘Ze zeggen dat je rapnaam je gegeven moet worden. De bijnaam ‘Phreako Rico’ kreeg ik van de eigenaar van een restaurant waar ik werkte als tiener. Toen ik de naam ging gebruiken op het podium was ik me niet zo bewust van waar het voor stond. Ik vond het vooral vet klinken. Maar achteraf gezien paste het iets te goed bij me. Ik heb inderdaad veel gefeest, veel drugs gebruikt en me ook wel als een freak gedragen.
In die tijd deden we met Opgezwolle van donderdag tot en met zondag shows door het hele land. Als we vrij waren, zaten we in de studio. Alles draaide om muziek. We waren altijd onderweg en hadden een chauffeur, zodat we konden doen wat we wilden. Een goeie show neerzetten was absoluut onze eerste prioriteit, maar daaromheen was het lang leve de lol. Ik stond toen niet zo stil bij hoe hectisch dit leven was. We waren nog zo jong. Een wereld van ‘constante beneveling’, noemde Delic het later in een podcast over deze Opgezwolle-tijd. De meesten hielden het bij drank en jointjes. Ik was de enige die amfetamines begon te gebruiken.’

Muziekrecensenten noemden jou als rapper in die tijd ‘onnavolgbaar’. Wat bedoelden ze daarmee?
‘Ik was in die tijd professioneel geworden in het geheimhouden van mijn drugsgebruik. In het dagelijks leven deed ik me anders voor dan dat ik was, maar in de muziek kon ik niet anders dan eerlijk zijn. Ik rap alleen over wat ik meemaak, en gebruik van middelen was daar een groot deel van. Dus begon ik mijn teksten te verpakken. Ik wist zelf precies waar ik het over had, maar ik snap dat muziekrecensenten dachten: waar heeft deze gast het over?’
Geef eens een voorbeeld.
‘In Ogen open van het album Eigen wereld rap ik: “Nooit verwacht dat er zoveel zeehondjes zo genadeloos hard worden geklapt voor hun vacht.” Misschien dat mensen denken: ah ja, zielig voor die zeehondjes, maar een zeehond is een sealtje, en een sealtje is een pakketje gevuld met drugs. Met ‘klappen’ bedoel ik gebruiken. Ik denk dat veel mensen daar overheen luisterden. Sticks wist wel wat ik ermee bedoelde, maar hij had niet de ernst van mijn probleem door. Logisch, ik was meester geworden in het verbergen.’
Hoe zag dat verbergen er voor jou uit?
‘Ik zou met jou een gesprek kunnen voeren, net zoals we nu doen, maar dan zwaar onder invloed. En je zou het niet doorhebben. Als ik gedronken had, dan ging ik verder van je af zitten en zou ik Smintjes eten zodat je de drank niet ruikt. En als ik gebruikt had, dan zou ik je minder aankijken. Dat vind ik altijd moeilijk als ik gebruik. Maar ik zou er absoluut voor zorgen dat je het niet merkt. En dat is precies het gevaarlijke.
De volgende dag zou ik denken: gisteren ging het goed. Niemand heeft iets gemerkt en ik voelde me lekker. Dus waarom zou ik het vandaag niet weer doen? Ik heb geen rem. En dat betekent niet dat ik op één dag helemaal tot het gaatje ga, maar wel dat ik het de volgende dag weer doe. Studeren, muziek maken, op bezoek gaan bij mijn ouders: eigenlijk deed ik twintig jaar lang alles in gebruik. Het was voor mij als koffiedrinken.’
‘In het dagelijks leven deed ik me anders voor dan dat ik was, maar in de muziek kon ik niet anders dan eerlijk zijn’
Denk je dat je dit probleem ook zou hebben als je niet in de muziek zat, maar een kantoorbaan had?
‘Ik heb daar vaak over nagedacht, maar weet het antwoord niet. Feit is wel dat veel artiesten problemen hebben met drugs. Ik heb in mijn gebruik vaak genoeg gedacht: David Bowie snoof toch ook? Maar veel van mijn helden, zoals Michael Jackson, Prince en Amy Winehouse, zijn er ook aan overleden. Ik denk wel dat het in de muziekwereld veel normaler is om middelen te gebruiken. Misschien is de echte vraag: had ik op een kantoor willen zitten? Ik denk het niet.’
Wanneer begon je drugsgebruik een probleem te worden?
‘Mijn gebruik was pas een probleem, toen het problematisch werd, zeg ik altijd op z’n Cruijffiaans. In het begin werd ik er gefocust van en hielp het me bij het schrijven van teksten. Bovendien deed ik er niemand kwaad mee. Maar dat fijne gevoel van het begin neemt na een tijdje af.
Ik werd er helemaal niet meer creatief van; het middel nam mijn gedachten volledig over. En dan word je op een dag wakker en merk je: shit, ik kan niet meer zonder. In aanloop naar het album Vloeistof begon ik steeds schichtiger en wantrouwender te worden. Zo had ik steeds het idee dat teksten van andere rappers over mij gingen. Ik weet nog dat ik een vriend van mij benaderde en zei: “Die ene tekst gaat over mij, hè.” Hij schrok daar echt van en zei: “Nee joh, hoe kom je daarbij?” Maar ik geloofde hem niet. Het enige wat ik dacht was: jaja, dat zou ik ook zeggen als ik betrapt was.’

In 2004 liet Rico zich voor het eerst opnemen in een afkickkliniek. Vloeistof was net uit en zijn wantrouwen nam steeds grotere vormen aan. Midden in de nacht fietste Rico door de lege straten van Zwolle. Het was een manier om te ontspannen, dat deed hij wel vaker. Maar deze bewuste nacht was de rust ver te zoeken. Boven hem dook een helikopter met zoeklichten op die hem volgde overal waar hij ging. Toen hij twee bekenden tegenkwam, wees hij naar boven, maar zij zagen niks. ‘Laat maar, ze zoeken mij. Niet jullie,’ riep hij gefrustreerd uit.
De volgende ochtend drong het tot Rico door: ik heb hulp nodig. Op 27-jarige leeftijd liet hij zich voor het eerst opnemen in een afkickkliniek. Na zijn opname voelde hij zich beter dan ooit. Terug de studio in, een nieuw album maken en weer het podium op met Sticks en Delic. Dat dit het begin zou worden van zes opnames kon hij toen nog niet voorspellen.
In 2017 beleefde je een coming-out als verslaafde met een groot interview in de Volkskrant. Waarom koos je er toen voor om openbaar te gaan?
‘Twee jaar daarvoor rapte ik op het nummer Zandloper van Typhoon al: “Ik verheerlijk niet meer waar ik eerder voor stond, zandlopertje keer ik weer om.” Ik was klaar met het drugsgebruik en de cirkels waar ik in vastzat. Beetje bij beetje begon ik meer te delen over mijn probleem. Dat was geen bewuste keuze.
Ik kon mijn verslaving simpelweg niet langer voor mezelf houden, omdat het me sloopte. Pas achteraf zie ik dat het openbaar maken in de Volkskrant echt het beginpunt markeert van een kanteling. Het was het moment dat ik het beestje bij de naam ging noemen. Ook in mijn muziek. Waar ik eerst alles verpakte, begon ik tijdens IZM de zaken explicieter te benoemen. “Ik dronk een liter wodka per dag,” rapte ik bijvoorbeeld. Nu zou ik dat niet meer zo doen, puur omdat ik het niet zo creatief vind. Ik laat liever iets aan de fantasie van de luisteraar over. Maar blijkbaar had ik het toen nodig om begrepen te worden.’

Wat veranderde na die coming-out?
‘Het was alsof er 100 kilo van mijn rug viel. Ik begon in die tijd ook naar bijeenkomsten voor verslaafden te gaan. Van die meetings die je ziet in Amerikaanse films, waarbij je begint met: “Hallo, ik ben Rico en ik ben verslaafd,” weet je wel. Pas toen werd het me duidelijk dat ik niet de enige ben die zo’n groot probleem heeft met drugs.
De mensen in die bijeenkomsten deelden verhalen die heel erg overeenkwamen met die van mij. De één nog heftiger dan de ander. Wat me nog meer opviel, was dat veel van hen gelukkig leken te zijn. Ik dacht: hoe kun je zulke heftige problemen ervaren en toch blij zijn? Dat komt omdat ze in herstel waren. Je bent in herstel wanneer je niet alleen clean bent, maar ook echt actief bezig bent om aan jezelf te werken.’
Hoe ziet jouw herstel eruit?
‘Zelf was ik tussen de albums Rated R en Frenk de Slak anderhalf jaar in herstel. Die albums zijn volledig gemaakt op koffie en sjekkies. Ik durf wel te zeggen dat die tijd de gelukkigste periode van mijn leven was. Ik hoefde niet te liegen tegen de mensen van wie ik houd, ik hoefde niet stiekem naar de wc te gaan om bij te nemen, ik kon mensen recht in de ogen aankijken en, het belangrijkste: ik kon er op emotioneel vlak helemaal zijn voor anderen. In de slechte tijden van mijn verslaving kon het donker zijn, echt heel donker. Maar in deze periode voelde ik de zon schijnen. Dan kon ik in de spiegel kijken en echt denken: I love you.’
‘Ik heb een verslaving, maar ik bén niet mijn verslaving. Ik heb een probleem, en daar werk ik aan’
Hoewel dit verdacht veel begint te klinken als een happy end, is dat nog niet het geval. De biografie begint met een bezoek van auteur Job Hulsman in een afkickkliniek in Zutphen, in 2023. Tijdens een vakantie op Aruba, de woonplaats van Rico’s vader, neemt hij één slok whisky. Met die ene slok was het kwaad al geschied. De sleutelhanger met de tekst ‘clean and serene for one year’ moest hij inleveren. Wat volgde waren stiekeme bezoekjes aan de slijterij, en uiteindelijk ook aan donkere parkeerplaatsen waar zijn dealer in een auto zat te wachten.
Daarna: opname nummer zes. Deze keer stond er meer op het spel dan toen hij voor het eerst werd opgenomen als 27-jarige. Zijn vriendin en twee jonge zoontjes wachten thuis op hem. Om niet weer in oude patronen te vervallen, gaat Rico na de detox ook naar een afkickkliniek in Zuid-Afrika, waar hij in zes weken genadeloos uit elkaar geplukt wordt. Zijn arts noemt hem daar ‘een van de meest complexe gevallen die ik behandeld heb’.
Op het moment dat Job jou begon te volgen voor deze biografie ging het erg slecht met je. Waarom koos je er toch voor om hem uit te nodigen?
‘Ik had verwacht dat het een verhaal met happy end zou worden. Dat is niet gelukt, en dat is heel jammer – vooral voor mezelf. Ik heb een paar keer gedacht: moet ik dit wel naar buiten brengen? Maar uiteindelijk sta ik er helemaal achter. Ik heb dit zo lang verborgen gehouden en me daardoor zo eenzaam gevoeld. Het heeft daardoor ook veel te lang geduurd voordat ik hulp ging zoeken. Ik hoop dat mensen die zich herkennen in mijn verhaal na het lezen van dit boek denken: misschien moet ik hulp gaan zoeken. Hulp zoeken is echt het beste wat je kan doen.

Daarnaast vind ik het belangrijk om het stigma op verslaving te doorbreken. Mensen denken bij een verslaafde vaak aan iemand in gescheurde kleding die met een spuit in zijn arm onder een brug ligt. Ik heb het zelf ook gedacht, hoor. Ik ben niet verslaafd, want ik functioneer en ik zie er toch niet uit als een junkie? Maar als er iets is wat ik heb geleerd in de kliniek, is het dat verslaving niet discrimineert. Ik heb daar daklozen binnen zien komen die schoenen moesten krijgen van de kliniek, en ik heb mannen in pak in een Ferrari aan zien komen. Verslaving komt voor in alle rangen en standen. Ook in de vorm van een docent, rechter, politieman of zakenman.’
Ben je bang dat mensen een oordeel hebben over jou en je verslaving?
‘Ik weet dat er een grote groep mensen is die zegt: verslaving is je eigen schuld. En ja, dat maakt het uitgeven van dit boek spannend. Maar mijn huid is inmiddels zo dik dat ik ook de minder leuke reacties kan omarmen. Niemand maakt ooit de keuze om verslaafd te raken. Er is geen 15-jarige die zijn eerste biertje drinkt en zegt: nu ga ik zoveel zuipen tot ik iedereen kwijtraak en op straat moet leven. En niemand rookt zijn eerste jointje met het idee: en dan ga ik hierna harddrugs doen tot ik echt verslaafd ben en geen geld meer heb. Er spelen veel factoren mee die bepalen of iemand verslaafd raakt, maar het is nooit een keuze. Gelukkig heeft wel iedereen de keuze om in herstel te komen.’
Wat voor reacties krijg je op je biografie?
‘Ik krijg heel veel reacties van mensen die hetzelfde ervaren als ik. Sommigen vragen om advies, anderen willen gewoon hun verhaal delen. Ik probeer ze allemaal te beantwoorden. Het liefst zou ik ze willen vertellen: ik ben zelf al vijf jaar in herstel, dus ik weet precies hoe je hieruit moet komen. Maar dat is helaas niet zo. Dat maakt dit boek ook zo rauw en eerlijk, denk ik. Desondanks betekent het niet dat ik niet weet hoe het is om in herstel te zijn. En ik weet al helemaal hoe het is om verslaafd te zijn.’

Is deze biografie ook onderdeel van jouw herstelproces?
‘Dat is het zeker. Het is heel confronterend om te lezen. Soms lees ik het en denk ik: heb ík dit gedaan? En dan heb ik het niet alleen over die Opgezwolle-tijd, maar ook over het feit dat ik twee jaar geleden nog uit huis getrapt ben. Dat is pijnlijk, maar ik blijf niet hangen in het negatieve. Dan denk ik juist: ik wil dit echt niet nog eens meemaken. Ik heb van een aantal bekenden teruggekregen dat ze deze biografie heel heftig vinden om te lezen. Zij kennen mij op een heel andere manier.
Ik ben namelijk ook gewoon Rico de jeugdcoach, Rico de liefhebbende vader en Rico de betrokken vriend. Ik heb een verslaving, maar ik bén niet mijn verslaving. Ik heb een probleem, en daar werk ik aan. Ik sport veel, doe yoga, houd dagboeken bij en spreek elke avond mijn dankbaarheid uit voor de kleine dingen. Wat dat betreft ben ik mentaal en geestelijk op een betere plek dan toen ik 25 was. De verslaving zal nooit helemaal weggaan, maar zal naarmate de tijd verstrijkt wel verder naar de achtergrond verdwijnen. Net zolang tot ik geen ‘Phreako’ meer ben, maar gewoon Rico.’
- Constance Captures