/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F05%2FpZKDLqC6UVC1pq1747900877.jpg)
Gregory John (37) zit onderuitgezakt op een witte plastic stoel aan de Langatabikistraat in de volksbuurt Tammenga in Paramaribo. Zijn oom zit op een paarsgeverfd houten bankje tegenover hem. Zijn neef staat achter een mangokraam een paar meter verderop, ook paarsgeverfd. Voor John staat een kraampje met lege rumflessen Borgoe gevuld met houtsnippers uit het binnenland die goed zouden zijn voor de potentie van de man. De berm waarin zij zitten, is omgeven met paarse vlaggen met NDP erop, de Nationaal Democratische Partij, de politieke partij van Desi Bouterse.
John noemt zichzelf een hosselaar. De mangokraam is van zijn oom, ook een hosselaar. Deze woensdagochtend begin mei helpt hij hem met de verkoop, al zijn er nog geen klanten geweest. De rest van zijn verdiensten verkrijgt hij als bouwvakker, als er werk is tenminste. Hij moet rondkomen van zo’n 5000 Surinaamse dollar in de maand, vertelt hij, niet meer dan 125 euro.
Het leven is moeilijk in Suriname, zegt John. Ten eerste is alles duur, zelfs met twee banen kan hij nauwelijks rondkomen. Ten tweede is alles corrupt. Daarom gaat hij bij de komende verkiezingen van 25 mei gewoon weer NDP stemmen, zoals hij altijd gedaan heeft. ‘Zij zijn er voor het volk. Toen de NDP aan de macht was, was alles beter in Suriname. Het leven was toen betaalbaar. We hadden te eten, we konden sopi (sterke drank, red.) drinken en er was werk. Onder die andere man is alles minder geworden. Hij is een leugenaar.’

Die andere man is Chan Santokhi, de huidige president van Suriname die in 2020 Desi Bouterse als president van de Republiek Suriname opvolgde. Hij trof bij zijn aantreden in augustus 2020 een land aan dat na tien jaar Bouterse bankroet was. Dat zich zo diep in de schulden had gestoken dat ambtenarensalarissen niet meer betaald konden worden en de kasreserves van de Centrale Bank, het spaargeld van de Surinamers, had aangeboord om ui, aardappelen en knoflook te kopen.
Vuilniszakken
Toekomstige royalty’s uit goud en olie bleken als onderpand gebruikt te zijn om tegen enorme rentes bijna 700 miljoen Amerikaanse dollar te lenen bij Oppenheimer in New York. Het merendeel van de administratie werd op het ministerie van Financiën aangetroffen in vuilniszakken. Computers waren ontvreemd. In zijn laatste weken als president bleek Bouterse nog duizenden ambtenaren te hebben aangenomen.
Uiteindelijk bleek de totale schuld bij de machtsoverdracht 4 miljard Amerikaanse dollar te zijn, en dat op een bevolking van een kleine 600.000 inwoners. De minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, een naaste vertrouweling van Bouterse, vluchtte na de verkiezingen van 2020 halsoverkop het land uit, uit angst voor strafrechtelijke vervolging wegens verstrekkend wanbeleid. Hij is tot op de dag van vandaag spoorloos, hoewel hij op de lijst van Interpol staat. Aangenomen wordt dat hij in Venezuela of op Cuba zit, al tientallen jaren bevriende naties van de Bouterse-clan.

John haalt zijn schouders op als het financiële wanbeleid van Bouterse in de jaren 2010-2020 ter sprake komt. In de jaren dat Bouterse regeerde, was het beter dan nu, zo zegt hij. Hij had toen te eten, nu niet. Dat is wat telt. Dat Bouterse allerlei populistische projecten financierde met geleend geld, zoals een naar hemzelf vernoemde snelweg die nauwelijks gebruikt wordt, en dat van vele miljoenen geleend geld onduidelijk is waar het is gebleven, deert hem niet. Het zijn volgens hem politieke praatjes van Bouterses tegenstanders, verzinsels om hem zwart te maken. ‘Bouterse was een strijder. Hij dacht tenminste aan ons. Santokhi zie ik nooit.’ Hij neemt een hijs van zijn sigaret. ‘Ik mis Bouterse. Hij was een man van het volk.’ Zijn dood afgelopen december was een shock voor hem. ‘Ik zou willen dat hij terugkomt, maar dat kan niet. We moeten verder zonder hem.’
Uiteindelijk bleek de totale schuld bij de machtsoverdracht 4 miljard Amerikaanse dollar te zijn, en dat op een bevolking van een kleine 600.000 inwoners
Afgelopen kerstavond overleed de voormalig legerleider. De man die in februari 1980 door een gewelddadige coup aan de macht kwam. De man die in december 1982 vijftien tegenstanders van zijn militaire regime standrechtelijk liet executeren. De man die daarna een burgeroorlog uitvocht in het binnenland van Suriname en onder wiens gezag een heel Marrondorp met vooral ouderen, vrouwen en kinderen werd uitgemoord. Omdat de internationale gemeenschap in de jaren tachtig de handen van Bouterse aftrok, maar de militairen wel deviezen nodig hadden om het land draaiende te houden, bracht Bouterse de drugshandel naar Suriname.
Pablo Escobar
Hoogstpersoonlijk ontving hij Pablo Escobar op het presidentieel paleis in Paramaribo om zaken met hem te doen. Nog altijd ziet de Amerikaanse Drug Enforcement Administration (DEA) Suriname als een van de belangrijkste doorvoerlanden voor Zuid-Amerikaanse drugskartels naar Europa en Afrika. Vreemd is dat niet: bekend is dat Bouterse, eind jaren negentig in Nederland bij verstek veroordeeld voor drugshandel, vrijwel direct na zijn aantreden als president in 2010 een vertrouweling als leider positioneerde bij de Surinaamse drugsbestrijdingsdienst, de Narcotics Intelligence Unit (NIU). Het was reden voor de Amerikanen om direct alle banden met de Surinaamse regering te verbreken.
Het narcoticabureau INCSR van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken publiceerde in de jaren daarna meerdere malen vernietigende rapporten over de drugsbestrijding in Suriname. Het noemde bij herhaling de instituties van het land zwak, doorspekt van corruptie en het zag vanuit de regering-Bouterse weinig politieke wil om op te treden tegen de ieder jaar toenemende drugsdoorvoer vanuit voornamelijk Colombia, Venezuela en Mexico. Het Amerikaanse onderzoeksbureau Centre for a Secure Free Society deed er nog een schepje bovenop en noemde Suriname in de publicatie Global Dispatch een corrupte staat waar criminelen tot de hoogste regionen van het landsbestuur waren doorgedrongen. Ook zou er volop worden samengewerkt met buiten- en binnenlandse criminele organisaties.

Een goed ingevoerde bron vanuit de inlichtingendienst die rechtstreeks werkt onder de procureur-generaal van Suriname bevestigt in meerdere gesprekken deze berichten. Van dichtbij zag hij dat onder president Bouterse figuren uit zijn inner circle vrijelijk hun zakken konden vullen, niet alleen door de doorvoer van coke, maar ook door het structureel faciliteren van Zuid-Amerikaanse drugskartels. Deze werden actief ondersteund in het verkrijgen van verblijfsvergunningen, rijbewijzen, percelen, woningen, bouwmaterialen en voor drugstransporten zelfs airstrips in het bosrijke binnenland van Suriname.
Bekend is dat ten westen van Paramaribo in 2018 een kartel dat bezig was met het aanleggen van een geheime haven om drugsduikboten te bouwen, de beschikking kreeg over een riante villa met zwembad, een huis dat eerder toebehoorde aan de man die namens de regering-Bouterse verantwoordelijk was voor de ordening van de goudsector.
NDP-hotshots
Dit zijn echter niet de verhalen die half mei te horen zijn op een massameeting van de NDP, op een zaterdagavond aan de Vijfde Rijweg, even buiten Paramaribo. De hotshots van de partij zijn komen opdraven. Zoals de nieuwe voorzitter van de partij, de opvolger van Bouterse, Jennifer Simons. Of de nummer twee van de partij, Ashwin Adhin. En ook de nummer 51 van de partij, Ingrid Bouterse. De weduwe. De vrouw die met man en macht de nalatenschap van haar echtgenoot in leven probeert te houden en die met luid applaus wordt onthaald.
Wie door Paramaribo rijdt, ziet dan ook om de haverklap enorme billboards met daarop foto’s van haar en haar overleden man. Officieel is zij lijstduwer, maar insiders weten dat zij meer ambieert. Met voldoende voorkeurstemmen zou zij een vooraanstaande rol binnen de partij willen opeisen.
Het schijnt dan ook onrustig te zijn binnen de NDP. Na de definitieve veroordeling tot 20 jaar cel voor Bouterse voor zijn rol bij de Decembermoorden, na zijn vlucht naar de binnenlanden van Suriname en na zijn overlijden, is het onduidelijk wie nu écht de leiding heeft binnen de partij. Bronnen melden dat de NDP kampt met een interne machtsstrijd.
Simons is weliswaar door de leden, en moet goedkeuring van Bouterse, gekozen tot voorzitter en is tijdens deze verkiezingen de lijsttrekker, maar dat was volgens bronnen tegen het zere been van partijprominent Ramon Abrahams, een oud-strijdmakker van Bouterse, een mede-couppleger en lange tijd onder Bouterse vicevoorzitter van de NDP. Volgens roddels in de Surinaamse samenleving was hun band zo hecht dat Abrahams zelfs een nier aan de voormalig legerleider zou hebben afgestaan. Gezegd wordt dat hij tot op het bot gegriefd is dat zijn rol binnen de partij is uitgespeeld, nu Bouterse, zijn beschermheer, dood is.
Het voornaamste verwijt: Santokhi heeft zijn toezegging niet waargemaakt om Suriname binnen tweehonderd dagen uit de economische crisis te trekken
Toch is het ondanks de economische crisis in het land en ondanks de dood van Bouterse ‘gewoon’ feest bij de NDP. Er zijn honderden sympathisanten op de partijbijeenkomst afgekomen, het overgrote deel gekleed in het paars, sommigen met shirts met het hoofd van Bouterse erop. Er wordt kip en worst gegeten, er is luide muziek, er wordt volop met vlaggen gezwaaid en er is drank.
De NDP gaat de verkiezingen winnen, aldus landarbeider Aimantkoemah Akloe (58). ‘Santokhi heeft van alles beloofd, maar niets waargemaakt. De landbouw heeft niets aan hem gehad.’ Shimon Seeman (35) voegt daaraan toe: ‘Dit land heeft een sterke leider nodig, Santokhi is dat niet.’ Ze zeggen Bouterse te missen. ‘Hij was onze leider,’ aldus Akloe. ‘Hij hield het land bijeen en bracht vooruitgang. Bij Bouterse was iedereen gelijk.’ Hij hoopt dat Ingrid Bouterse veel stemmen krijgt. ‘De NDP moet van Bouterse blijven.’ Over de Decembermoorden wil Seeman het niet hebben. ‘Het was een politiek ding. Het is geweest.’
Onnozele belofte
De kritiek die de huidige president Santokhi deze avond krijgt is groot. Verrassend is dat niet. Vanuit de gehele samenleving klinkt gemor over de leider van de VHP, van oudsher een partij voor de Hindoestanen. In 2020 presenteerde hij zich als hét alternatief voor Bouterse, maar ook hij is in de val getrapt, zo zeggen zijn criticasters, van vriendjespolitiek, corruptie en loze beloftes.
Zo werd zijn vrouw commissaris bij Staatsolie, het belangrijkste overheidsbedrijf, de kurk waar de Surinaamse economie op drijft en verwierf zijn dochter een vooraanstaande positie op het kabinet van de president. Vicepremier Ronnie Brunswijk kreeg daarnaast alle ruimte om zijn broer Leo allerlei topfuncties in het Surinaamse bedrijfsleven toe te spelen. Maar het voornaamste verwijt: Santokhi heeft zijn toezegging niet waargemaakt om Suriname binnen tweehonderd dagen uit de economische crisis te trekken, iets dat na tien jaar financieel wanbeleid van Bouterse ook een tamelijk onnozele belofte was.
Zijn kabinet deelt daarom nu dan ook via sociale media grif allerlei cijfers, tabellen en persberichten die de Surinamer moet overtuigen dat het nu stukken beter gaat met het land dan vijf jaar geleden. De inflatie is gedaald van 61 procent in 2020 naar 5,8 procent in maart 2025. De staatsschuld is herschikt en de afbetaling is onder controle. De economie groeit weer met 3,5 procent per jaar na een jarenlange krimp die opliep tot zo’n 16 procent per jaar. Er kan door particulieren weer gunstig worden geleend voor woningbouw.

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) noemt het herstelprogramma van Suriname geslaagd. Hoopgevende berichten, maar het verwijt op straat is dat de gewone man ondertussen bar weinig merkt van deze economische werkelijkheid. De realiteit is dat Santokhi onder druk van het IMF, waar hij in 2020 direct na zijn aantreden als president mee in zee ging omdat het land niets meer kon betalen, allerlei impopulaire maatregelen heeft moeten doorvoeren.
Door het afschaffen van overheidssubsidies is een middenklassehuishouden tegenwoordig zo’n 5000 Surinaamse dollar kwijt aan gas, water, elektra en internet, in 2020 was dat nog pakweg 500. Omdat lonen ondertussen niet of nauwelijks zijn meegegroeid met de hyperinflatie, zijn boodschappen vooral voor de mensen in de volkswijken onbetaalbaar geworden. De situatie is dusdanig nijpend dat in 2024 liefst 17,5 procent van de inwoners van Suriname onder de armoedegrens leefde, zo berekende de Wereldbank in januari dit jaar.
‘Deze mensen hebben er niet zoveel aan dat dankzij leningen en opgelegde hervormingen van het IMF de val van de economie tot stilstand is gekomen,’ aldus Angelic del Castilho van oppositiepartij DA’91. ‘Mensen voelen zich gepiepeld door Santokhi want na vijf jaar regeren is het leven voor hen alleen maar moeilijker geworden. Santokhi heeft gouden bergen beloofd, het leven zou na tien jaar Bouterse makkelijker worden en mensen verwachtten daarom verbetering. Wat dat betreft is hij geen haar beter dan Bouta. Met mooie beloftes gaat een moeder haar kinderen niet kunnen voeden.’
‘Stop corruptie’
Het partijkantoor van DA’91 hangt vol met stickers waarop staat: ‘Stop corruptie nu!’ Del Castilho had wat dat betreft hoge verwachtingen van de voormalig politiechef Santokhi, die in een vorig leven bekendstond als een no-nonsense crimefighter met duidelijke opvattingen over goed en fout. Als president heeft hij volgens Castilho echter niets gedaan om het geld dat tijdens de periode-Bouterse verdween in allerlei corrupte zakken terug te halen, iets wat hij wel beloofd had. ‘Hij heeft de NDP gespaard. De NDP en de VHP worden gesponsord door dezelfde partijen. In Suriname is het totaal onduidelijk hoe politieke partijen aan hun geld komen. Voor mij zijn de NDP en de VHP daarom hetzelfde.’

Ook Curtis Hofwijks lacht schamper als de billboards ter sprake komen die de regering overal in het land heeft geplaatst, met daarop allerlei slogans over het economisch herstel. Hofwijks is de man die in november 2015 in zijn eentje, als eerste, de straat opging om te protesteren tegen de regering-Bouterse, destijds een unicum in het land waar openlijke kritiek op baas Bouta decennialang werd beschouwd als spelen met je leven.
De slogan die hij op een kartonnen bord pende en waarmee hij plaats nam voor het parlement was: ‘WEG MET BOUTA’. Later kwam daarbij: ‘PE’A MONI DE?’ wat ‘waar is ons geld?’ betekent. Het werd toen, een paar maanden na de verkiezingen van 2015, duidelijk dat alle beloftes die Bouterse had gedaan, waren gebaseerd op financieel drijfzand. Hofwijks moest wat doen, vond hij zelf. Het land stond aan de rand van de afgrond, zo realiseerde hij zich.
En dat terwijl toen Bouterse zich in augustus 2010 tot democratisch gekozen president van de republiek liet kronen, hij een land erfde dat onder zijn voorganger Ronald Venetiaan sinds 2000 een gestage positieve ontwikkeling doormaakte. De economie groeide elk jaar met een paar procent, de monetaire reserves waren met een miljard Amerikaanse dollars in kas ruim op orde, de Surinaamse dollar was stabiel, de goud- en olieprijs hoog. Maar toch was de massa ontevreden. Van stabiliteit kan je niet eten, hield de NDP de arme buurten van Paramaribo voor, het voornaamste werkterrein van Bouterse, die veel beter dan Venetiaan begreep dat daar de sleutel naar de macht lag.
Bouterse beloofde ze van alles: de AOW zou verhoogd worden, er zou naschoolse opvang komen, de kinderbijslag zou flink stijgen, de pensioenen zouden worden verdubbeld. Daarnaast zegde hij een minimumloon toe en beloofde volop te investeren in sociale woningbouw, sportvelden, infrastructuur, zorg en landbouw. Suriname moest de parel van de Caraïben worden, de rijstschuur van de regio. Suriname zou bloeien, aldus Bouterse. The sky was the limit.
Totdat de prijs voor goud en olie in elkaar donderde en Bouterse een ongekende graai in de internationale reserves van het land deed om zijn royale uitgavenbeleid te continueren. Toen zelfs dat na 2015 niet meer voldoende was, liet de minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, het parlement, waarin de NDP een absolute meerderheid had, het schuldenplafond oprekken om meer te kunnen lenen dan wettelijk ooit mogelijk was geweest.
Het was het begin van alle ellende voor Suriname. Het land raakte uiteindelijk aan de bedelstaf bij de investeringsbank Oppenheimer dat woekerrentes rekende, de financiële ratings van Moody’s en Standard & Poor’s voor Suriname daalde naar die van junkstatus met zeer negatieve vooruitzichten en de Surinaamse dollar verloor in rap tempo nagenoeg al haar waarde. Het was niet voor het eerst dat de NDP het land in financiële rampspoed stortte. Ook tussen 1996 en 2000 had de partij van Bouterse Suriname al in een diepe schuldencrisis gebracht, toen om bruggen te bouwen over de Suriname- en de Coppename-rivier.
Droevig
De huidige staat van Suriname stemt Hofwijks droevig, verzucht hij, en heeft volgens hem nog altijd alles te maken met Bouterse. Zijn partij heeft het land kapotgemaakt, zo zegt hij op zijn erf, een half uur rijden vanaf Paramaribo in het landbouwdistrict Saramacca waar hij een middelgrote boerderij runt, gespecialiseerd in het maken van houtskool. Van de economische verbetering die de VHP claimt te hebben geboekt, ziet hij weinig.
Veel Surinamers verlaten het land, aldus Hofwijks. ‘Sommige mensen heb je een tijdje niet gezien en dan hoor je dat ze naar het buitenland zijn vertrokken. Of je probeert iemand te bellen en dan vertellen ze dat ze in Nederland zitten. Mensen zijn moe na zoveel jaren van armoede. Braindrain is van alle tijden, maar zo erg als het nu is, is het niet eerder geweest. Leraren, verplegers, studenten, al ons kader vertrekt. Het is ernstig.’ Hofwijks neemt even pauze. ‘Het laatste beetje geloof is weg.’
‘Leraren, verplegers, studenten, al ons kader vertrekt. Het is ernstig. Het laatste beetje geloof is weg’
En toch valt er op 25 mei een hoop te kiezen voor de Surinamers. Hoewel het in vrijwel geen enkele verkiezingscampagne prominent ter sprake komt – de campagnes bestaan vooral uit ongefundeerde beschuldigingen over welke partij en welke politicus het meest corrupt is – staat het land aan de vooravond van wat een enorme economische bloeiperiode kán worden. Er is 150 kilometer voor de kust van Suriname namelijk een gigantisch olieveld gevonden waarvan de geschatte opbrengsten oplopen tot zo’n 26 miljard Amerikaanse dollar. Het kán Suriname, met zijn kleine bevolkingsomvang en een bbp van nog geen 3,5 miljard Amerikaanse dollar, schathemeltjerijk maken.
Vorig jaar oktober ondertekende president Santokhi al een overeenkomst met de Franse oliereus TotalEnergies en de Amerikaanse oliegigant Apache Corporation voor de exploitatie van Block 58. Zij gaan 10 miljard Amerikaanse dollar in Suriname investeren om vanaf 2028 twintig jaar lang 220.000 vaten olie per dag uit het Gran Morgu-veld te halen. De directeur van Staatsolie, Annand Jagesar, voorspelde dat het land nooit meer hetzelfde zal zijn en hij zei zelfs dat ‘niemand in Suriname meer arm hoeft te zijn’. Nu produceert Suriname zo’n 17.000 vaten olie per dag.
Hofwijks, die zich heeft aangesloten bij de partijcombinatie A’20, moet het allemaal nog maar zien. A’20 zet zich in voor een transparante overheid. Het is de enige politieke beweging in Suriname waarvan de leden hun inkomsten en vermogens notarieel hebben laten vastleggen. De vraag is: wat kan Suriname verwachten van de toekomstige olie-opbrengsten als het op de veertigste plaats staat op de Transparancy Corruption Index, in de donkeroranje zone tussen landen als Vietnam, Kazachstan en net boven landen als Colombia en Zambia? Hofwijks: ‘Ik houd mijn hart vast als de NDP weer aan de macht komt. Zij zeggen vanaf nu corruptie aan te willen pakken, maar ik kijk liever naar hun daden in tien jaar tijd regeren. De NDP was zó corrupt. Ik wil er niet aan denken wat er gebeurt als zij aan de olie-dollars komen. Dat gaat veel ellende brengen.’
Verscheurde familie
De avond voor de NDP-massameeting laat Sunil Oemrawsingh, in zijn royale tuin met palmbomen, onder het genot van een Parbo-bier, een soortgelijk geluid horen. Hij is voorzitter van Stichting 8 December 1982 en juwelier in de binnenstad, aan de Waterkant, recht tegenover het Plein van de Revolutie, de plaats waar de staatsgreep van 1980 begon en waar Bouterse elk jaar op 25 februari zijn ‘coup’ herdacht.
Bij de Decembermoorden verloor Oemrawsingh zijn oom. Veel familieleden vluchten daarna naar Nederland, zelf bleef hij Suriname trouw, maar dat uit angst voor Bouterse een groot deel van zijn familie nu in Nederland woont, stemt hem nog altijd verdrietig. ‘Door Bouterse ken ik mijn neefjes en nichtjes nauwelijks. Het zijn Nederlanders geworden, met Nederlandse gebruiken. De familie Oemrawsingh was altijd groot en hecht, maar die man heeft mijn familie verscheurd. Dat zal ik hem nooit vergeven.’

Hij noemt Bouterse een lintworm, iemand die in veertig jaar tijd de Surinaamse samenleving heeft kaalgevreten. Iemand zonder ethisch kompas, die er als president alles aan heeft gedaan om een veroordeling voor de Decembermoorden te voorkomen. ‘We zitten door hem met een verloederde samenleving. Een jonge, ongeschoolde generatie is opgevoed met geweldenaars als voorbeelden, als presidenten, als leiders. De morele bagage die wij hebben geërfd van Bouterse is leeg. Die moet gevuld worden, maar dat kost generaties.’
Hij beseft dat de kans bestaat dat, uit onvrede over Santokhi, mensen weer op de NDP gaan stemmen. ‘Het zal dan weer mislopen met Suriname. Miljarden dollars uit olie of niet. Het maakt deze verkiezingen cruciaal.’
- Robert Alting