Leon Verdonschot

Leon Verdonschot: 'Handig dat we Vindicat-corpsballen voortaan kunnen herkennen aan hun gebrandmerkte hoofden'

'Ironisch ook dat het brandmerken zo doet denken aan de tattoo, bij uitstek hét uiterlijke kenmerk van de sociale klassen waar jullie zo graag op spugen'

Wat een goed idee: elkaar brandmerken in het gelaat! 

Al jaren worstel ik met het feit dat het zo lastig is corpsballen te herkennen. Natuurlijk, er zijn indicaties. Er is het te grote, ongestreken overhemd. Het afgeragde brasjasje, hard van het ingetrokken bier. Het vettige halflange haar, glimmend van de gel of pommade. Maar goed. Eer je dat allemaal hebt gespot, staat zo’n corpsbal toch al redelijk dicht in je buurt, en heb je hem het woord ‘fatuhr’ al horen uitspreken. 

Daarom: brandmerken die smoel! Zo zijn jullie al van vele tientallen meters herkenbaar en kunnen wij alvast omlopen. Een uitstekend idee van de leden van jullie dispuut TYR, van wie er tien met ‘eerstegraads brandwonden’ terugkwamen van een weekendje weg. Dat blijken gewoon brandmerken te zijn geweest. Raar om dat brandwonden te noemen. Je noemt tattoos toch ook geen ‘eerstegraads inktwonden’?

Jullie voorzitter Wibe Kaak (goeie naam, hopelijk trouwt hij ooit met meneer of vrouw Blaas) begon tegen journalisten uiteraard over ‘gedragsnormen’. Van de bangalijsten tot de partybus in quarantainetijd,  van het afreizen met 900 bralapen naar een virusgebied tot het hersentrauma van een aspirant-lid op wiens hoofd jullie waren gaan staan tijdens een ontgroening: de geschiedenis van Vindicat is een geschiedenis van onbeschaving, en vergeefse beloften van een cultuuromslag. Jullie zijn in dat opzicht een beetje als de Taliban die plechtig beloven vanaf nu vrouwenrechten te respecteren: de vraag is vooral wie het langst zijn lachen kan inhouden – degene die de boodschap brengt, of degene die ‘m aanhoort. 

In de Volkskrant stond 25 jaar geleden een artikel over een oud-lid van het Amsterdamse corps, dat hij had aangeklaagd na het meemaken en aanschouwen van geweld. Hij won. Deze Luc Jurgens somde toen de kenmerken van corpscultuur op. ‘De loze pretentie moreel leiderschap te bedrijven, de identificatie met ''sociaal attractieve personen'' die het gros der leden tot academisch vee degradeert, de algehele karakterloosheid die daaruit spreekt, het hedonisme dat tot de maat der dingen is verheven, de bacchanalen die doorgaan voor de ultieme lol, het neerzien op de knorren – degenen die niet tot het walhalla van het studentencorps hebben kunnen doordringen –, op het schorriemorrie van de straat en op de buitenwereld in het algemeen. Het is allemaal zo vals. Zo voos.’

Niks veranderd sindsdien, en dat gaat ook nooit gebeuren. 

Daarom alleen maar handig voor ons als we jullie voortaan herkennen aan jullie gebrandmerkte corpshoofden. Ironisch ook dat het zo doet denken aan de tattoo, bij uitstek het uiterlijke kenmerk van de sociale klassen waar jullie zo graag op spugen. Eveneens ironisch dat jullie met deze gelaats-colors eindelijk zelf ook toegeven in cultureel opzicht het meest van alles te lijken op de criminele 1%-motorbendes. Die overigens verboden zijn. Als een lid bij zo’n motorbende in bad standing de club verliet, moest hij ook zijn club-tattoos verwijderen. Dát wordt pas een brandwond, die van de eerste bad standing-bralbal. 

Mens & Maatschappij
  • NL Beeld / Pro Shots