Premium

Hoop en veel vrees in Syrië: na Assad zou alles beter worden, maar de incidenten stapelen zich alweer op

Syrië is onherkenbaar veranderd. De Assad-familie is na vijftig jaar dictatuur en veertien jaar oorlog verdreven, de nieuwe leiders bieden hoop.

Syrië

Het is nog vroeg in de middag, maar op het Umayyad-plein in het centrum van de Syrische hoofdstad Damascus zijn de festiviteiten al begonnen. Vanaf een klein podium schalmt de luide muziek, liederen over revolutie, verzet en de wens voor verandering. ‘Wij willen vrijheid, of je het nou wil of niet Bashar, wij krijgen onze vrijheid,’ zo klinkt een van de bekende liederen die door het publiek luidkeels wordt meegezongen. Het aantal mensen op het plein is nog niet erg groot, een paar honderd man hooguit, maar de verwachting is dat met het vallen van de avond meer mensen zich zullen aansluiten.

Opeens wordt de muziek onderbroken door het geluid van helikopterwieken. Een drietal militaire helikopters verschijnt vanachter het plein en cirkelt laag over de menigte. Een klein half jaar geleden zou het zicht van Syrische legerhelikopters voor totale paniek hebben gezorgd. Mensen zouden in totale doodsangst dekking hebben gezocht, wachtend op de beruchte vatenbommen die tijdens veertien jaar oorlog duizenden burgers aan stukken hebben gereten. Maar dit keer worden de helikopters met luid gejuich ontvangen. Want voor het eerst zijn het de rebellen die achter het stuur zitten, niet meer de troepen van president Assad.

Het enthousiasme van de menigte wordt nog groter wanneer er honderden rozen, confetti en liefdesbriefjes vanuit de helikopters op de menigte beneden vallen. Op de kleine briefjes staan boodschappen te lezen van de nieuwe machthebbers voor de mensen in de menigte. ‘Van vaten des doods naar bloemen van het leven’, ‘Van jou, met jou, voor jou’ en ‘Je opleiding is je sterkste wapen, hou het dicht bij je’.

Voordat ze vertrekken zweeft een van de helikopters nog kort vlak boven de grond, het geeft iedereen de gelegenheid om selfies te maken met het voertuig. Wat voorheen een teken was van dood en terreur wordt nu door de Syriërs met enthousiasme ontvangen. Voor hen is het een teken van het nieuwe Syrië, een Syrië bevrijd van de dictatuur van Assad.

Onherkenbaar

Syrië is in de afgelopen maanden onherkenbaar veranderd. Meer dan vijftig jaar ging het land gebukt onder wrede dictatuur van de Assad-familie. De eerste dertig jaar door vader Hafez, en vanaf het jaar 2000 door zoon Bashar. Het tijdperk van de Assads was er een van verschrikking. Vrijheid van meningsuiting, vrije pers en mensenrechten bestonden niet.

Iedereen die zich durfde uit te spreken tegen de onderdrukking van het regime werd meegenomen door de geheime dienst, en in veel gevallen nooit meer teruggezien. Maar in 2011 wisten andere Arabische landen de eigen dictators omver te werpen en was de Arabische Lente ontketend. Ook in Syrië ging het volk de straat op om het vertrek van Bashar al-Assad te eisen. Vredige protesten werden door de troepen van het regime en militante aanhangers van Assad bruut neergeslagen, duizenden demonstranten vonden de dood. Maar dit bleek niet genoeg om de vlam van verzet te doven.

Helikopters boven Damascus. Voorheen reden tot paniek omdat vaten bommen dan niet ver weg waren. Nu worden er rozen en confetti naar de mensen geworpen.

Binnen een jaar was de vredige revolutie uitgemond in een gewapende opstand. Door het hele land namen rebellen steden over terwijl het leger van Assad serieus wankelde. Even leek het erop dat Assad zou vallen tot bondgenoot Rusland ingreep en met een militaire interventie Assad in het zadel hield. Wat volgde waren jaren van brute gevechten en genadeloze bombardementen op de burgerbevolking.

Geen enkel doelwit werd gespaard door de Syrische en Russische luchtmacht. Ziekenhuizen, scholen, moskeeën, dorpsmarkten: allemaal geoorloofde doelwitten in de strijd van Assad om de controle over zijn land te herstellen. Honderdduizenden Syriërs vonden de dood. Miljoenen sloegen op de vlucht, velen vluchtten naar Europa. En tegen 2020 had Assad bijna het gehele land weer in handen. Bijna, want in een achterhoekprovincie van Syrië die bekendstaat als Idlib, bleven de rebellen de baas.

Vorig jaar november begonnen de rebellen een bliksemoffensief en wisten ze Aleppo in te nemen. Assads leger stortte als een kaartenhuis inelkaar

Assad zag Idlib niet als een bedreiging, de provincie was klein en ver weg van zijn paleis in Damascus. Daarnaast beschouwde hij de rebellen zo goed als verslagen. Over de jaren verlegde Assads bondgenoten de aandacht naar elders. Rusland viel Oekraïne binnen en twee andere bondgenoten – Iran en de militante groep Hezbollah – kwamen in een nieuw conflict met Israël terecht als gevolg van 7 oktober en de Gaza-oorlog. Voor het eerst sinds het begin van de opstand was het Syrische regime weer zelf volledig verantwoordelijk voor het bewaken van het front, maar hoogmoedig als hij was gebruikte Assad deze tijd niet om te investeren in het Syrische leger.

Een meisje draagt de Syrische vlag in Damascus en maakt het V-teken.

Dit was de kans waar de rebellen op hadden gewacht. Eind november vorig jaar begonnen de rebellen een bliksemoffensief. Binnen twee dagen waren ze Idlib uitgebroken en wisten ze de stad Aleppo in te nemen, en een paar dagen later de steden Hama, Daraa en Homs. Assads leger stortte als een kaartenhuis inelkaar en bood op sommige momenten nauwelijks weerstand. President Assad probeerde wanhopig contact te krijgen met Poetin, met Iran, zelfs met Amerika maar niemand schoot hem te hulp. In de nacht van 8 december pakte Assad het laatste vliegtuig en vloog hij naar Moskou met zijn gezin. Een paar uur later stroomden de rebellen Damascus binnen. Assads regime was gevallen, na veertien jaar van oorlog had de revolutie gewonnen.

Maar met de nieuwe machthebbers kwamen ook gelijk nieuwe zorgen. De rebellengroep die uiteindelijk Assad van de troon stootte, was Hayat Tahrir al-Sham (HTS), een islamitische groepering die er een fundamentalistisch gedachtegoed op nahield. De leider van deze groep, een man die bekend stond onder de strijdnaam Abu Muhammad al-Jolani, was de voormalige leider van al-Qaida in Syrië tot hij uiteindelijk met de terreurgroep brak en zich als gematigd leider begon op te stellen.

Ren HTS-strijder houdt de mensen in de gaten.

De nieuwe HTS-regering nam datzelfde karakter aan. De groep ontbond zichzelf om de nieuwe regering te vormen. Er werden geen strenge islamitische wetten opgelegd, religieuze minderheden konden in relatieve vrijheid hun geloof belijden en er kwam geen bijltjesdag voor militairen uit het leger van Assad. Jolani werd de interim-president van dit nieuwe bestuur. Hij nam afscheid van zijn strijdnaam en gaat nu door het leven onder zijn echte naam; Ahmed al-Sharaa. Maar onder grote delen van de Syrische bevolking heerst nog altijd de zorg dat de gematigde koers van de nieuwe regering van tijdelijke duur is, en het oude fundamentalistische gedachtegoed van HTS uiteindelijk toch weer de kop opsteekt.

Spanningen

In de hoofdstad Damascus moeten de inwoners wennen aan de nieuwe machthebbers en de aanwezigheid van hun troepen in de straten en bij checkpoints. De strijders van HTS gaan gekleed in zwarte religieus-ogende uniforms, vaak met gezichtsbedekking, of met een lange baard. Een groot verschil met de soldaten van Assad die in standaard legeruniform en kort getrimde gezichten over straat gingen. Toch merken de inwoners vooruitgang. Zo vragen de strijders van HTS, in tegenstelling tot de troepen van Assad, nooit om geld bij de checkpoints, zijn ze beleefd naar vrouwen, en zijn er tot vreugde van de mensen in de stad ook veel minder checkpoints dan onder het oude regime. Maar spanningen zijn er wel degelijk.

Ravage na weer een Israëlisch bombardement.

We zijn in Damascus tijdens de ramadan. Ondanks dat het vasten niet verplicht is gemaakt door de nieuwe overheid, wordt er nergens op straat gegeten. Ook de christenen kiezen het zekere voor het onzekere en eten of drinken alleen binnen. Rami Jabar is een cabaretier en probeert zijn weg te vinden in de nieuwe realiteit. ‘Onder het oude regime waren er veel onderwerpen waar ik geen grappen over mocht maken.

De familie Assad, de politiek, ongelijkheid. Het was erg lastig, maar de rode lijnen waren duidelijk. De nieuwe regering belooft ons vrijheid van meningsuiting. Ze vertellen me dat ik het over alles mag hebben. Maar toch, grappen maken over de islam, over het nieuwe bewind of over de leider al-Sharaa, dat voelt voor mijn als een risico.’ Want ondanks dat de nieuwe leider voor zover bekend niets heeft verboden zijn het met name de aanhangers van al-Sharaa die grappen of kritiek op de nieuwe overheid of op de islam niet op prijs stellen.

‘Net zoals onder Assad zijn er veel Syriërs die verlangen naar een sterke leider, en kritiek op die leider niet tolereren,’ zo vertelt Rami. Toch laat hij zich hierdoor niet tegenhouden. ‘Ik ben al bezig met het schrijven van een nieuwe show voor na de ramadan. Ook geef ik les aan aspirant-cabaretiers, en de laatste klas zat helemaal vol.’

Sinds de val van Assad zijn Syriërs gretig op zoek naar waar nu de grenzen van hun vrijheden liggen. Er wordt opener gesproken over politiek, door het hele land steken burgerorganisaties de kop op en er wordt zelfs voorzichtig al gedemonstreerd voor zaken als dierenrechten of een seculiere staat. Maar een van de meest duidelijke voorbeelden van hoe de tijden zijn veranderd is te vinden in de Koerdische wijk Rukn al-Deen.

Op straat in Syrië is het tegenwoordig vooral vredig en worden zelfs bloemen uitgedeeld aan de HTS-strijders.

Het is 21 maart, het begin van de lente, een dag die geldt als de belangrijkste dag in de Koerdische cultuur; Newroz wordt het door de Koerden genoemd. Elk jaar komen de Koerden traditioneel samen op Newroz. Er wordt een groot vuur aangestoken en daarna de hele dag gedanst. In buurlanden als Turkije en Irak trekken deze feesten soms honderdduizenden bezoekers. Maar onder het Syrië van Assad was het openlijk vieren van Newroz uit den boze. Het Arabisch-nationalistische regime van president Assad zag de uiting van de Koerdische cultuur als een teken van separatisme. Maar nu het regime is gevallen staat niets de Koerden in de weg om eindelijk feest te vieren.

Jarenlang onmogelijk

De avond begint al vroeg met een mars door de wijk. Al zwaaiend met fakkels en Koerdische vlaggen maakt het publiek zijn weg naar het centrale plein in Rukn al-Deen, steeds meer mensen sluiten zich onderweg aan. Wanneer de mars uiteindelijk het plein bereikt is de menigte gegroeid tot enkele duizenden mensen. De mensen worden onthaald door Koerdische muziek die vanaf het podium klinkt.

Binnen enkele minuten staat het plein helemaal vol. Eerst wordt traditioneel het grote vuur aangestoken, om de lente in te luiden. Daarna barst het feest los. Duizenden Koerden doen voor het eerst wat jarenlang onmogelijk was, dansen op hun eigen feestdag. Mofaz (75), woont op de hoek van het plein en heeft in al zijn lange jaren nog nooit een groots Newroz als dit meegemaakt: ‘Onder Assad hebben we er nooit van kunnen dromen dat dit mogelijk zou zijn geweest. Ik voel me vrij, echt vrij, en dat is een gevoel wat me eindelijk rust kan geven.’

De inwoners merken vooruitgang. Zo vragen de strijders van HTS nooit om geld en zijn ze beleefd naar vrouwen. Maar spanningen zijn er wel degelijk

Het was nog even spannend of de nieuwe regering Newroz wel zou staan, het is immers geen islamitisch feest. Maar op de avond van Newroz werd niemand een strobreed in de weg gelegd. Een aantal strijders van HTS danste zelfs mee met de menigte, of ze speelden luchtgitaar op hun geweren op de melodie van de Koerdische muziek. Op het hoogtepunt van de avond zong de hele menigte in koor mee met het Syrische protestlied Hef je hoofd omhoog, je bent een vrije Syriër.’

Er  is onder veel Syriërs sprake van voorzichtig optimisme over de toekomst, maar dit gaat gepaard met grote zorgen over de nieuwe regering, of deze wel te vertrouwen is over het gematigde karakter wat het sinds de val van Assad heeft aangenomen. Maar nog groter zijn de zorgen over of deze regering de eigen manschappen wel volledig in de hand heeft. Want sinds de machtsovername stapelt het aantal incidenten zich op waarbij strijders van het nieuwe bewind alsnog de mensen hun eigen wil opleggen.

Want ondanks dat de nieuwe regering van het fundamentalistische gedachtegoed is afgestapt zijn er vele strijders van HTS die dat niet hebben gedaan, en nu ze zijn overgegaan van rebellen naar regeringstroepen, hebben zij het ook daadwerkelijk voor het zeggen, en leggen ze de mensen meermaal hun interpretatie van de wet op. Degenen die hier het meest mee te maken hebben zijn de taxichauffeurs. Zij passeren het vaakst checkpoints van HTS en komen met de strijders in aanraking. Een taxichauffeur vertelt hoe hem in een nacht bij een checkpoint werd verteld zijn sigaret weg te doen, want roken zou zondig zijn in de islam. Een ander werd berispt omdat hij naar muziek luisterde op de radio. 

Maar de checkpoints vormen geen uitzondering. Een groep fundamentalistische strijders zorgde voor veel ophef toen ze met een pick-up truck met grote speakers erop door de christelijke wijk Bab Touma reden. Via de luidsprekers werden de christenen opgeroepen zich tot de islam te bekeren. Een paar weken later verscheen er een groep gewapende fundamentalisten bij een nachtclub in Damascus die vervolgens hardhandig werd leeggeruimd.

Op bewakingsbeelden is te zien hoe de strijders met grof geweld inslaan op de bezoekers van de club die zich in alle paniek uit de voeten proberen te maken. Sommigen krijgen zelfs een paar rake klappen met de kolf van het geweer. De regering was genoodzaakt in actie te komen en arresteerde de geweldplegers. Maar het meest beruchte voorbeeld van de regering die de situatie niet in de hand heeft, gebeurde zo’n 300 kilometer van Damascus verwijderd, in de alawitische kustregio.

De alawieten vormen een aparte stroming binnen de islam en bewonen de Syrische kustregio. De familie Assad was alawitisch en het regime stond erom bekend alawieten te bevoordelen boven de andere groepen in het land. Met de val van het regime kwam de alawitische gemeenschap in een kwetsbare positie terecht. Vergeldingsacties van de rebellen of van de soennitische meerderheid van de bevolking bleven de eerste maanden uit maar begin maart ging het goed mis.

De agressieve houding van Israël vormt een van de grootste uitdagingen van het Syrië na Assad

Aanhangers van het oude Assad regime vielen in de kustregio tientallen posities aan van de nieuwe overheid, meer dan tweehonderd soldaten werden gedood en het leek er even op dat een nieuwe opstand was ontketend. De interim-regering in Damascus erkende de situatie niet onder controle te hebben en riep iedereen op die bereid was te vechten om naar de kust te trekken en daar de opstand van Assad-aanhangers de kop in te drukken. Hiermee was het hek van de dam.

In een paar dagen tijd trokken duizenden strijders, een mix van islamitische fundamentalisten en gewone soennitische strijders de regio in, allemaal uit op wraak op een gemeenschap die zij verantwoordelijk achtten voor de wreedheden van het Assad-regime. Hele dorpen werden opgejaagd, honderden mensen vermoord. Beelden van strijders die massaal mannen en jongens executeerden verschenen op alle socialemediaplatforms. De regering had te laat door dat het met een oproep tot mobilisatie de doos van Pandora had geopend. Het kostte nog weken voordat Damascus de situatie weer in de hand had, tegen die tijd hadden naar schatting meer dan 800 alawitische burgers de dood gevonden.

Tijdens het bloedvergieten was de kustregio afgesloten van de buitenwereld. In Damascus werd er achter gesloten deuren op zachte toon gesproken over de massamoorden maar nieuws uit de regio kwam maar mondjesmaat naar buiten. Een groep Syrische activisten probeerde een protest te organiseren tegen het geweld, maar dat protest werd hardhandig opgebroken door de strijders van het nieuwe bewind. De nieuwe grenzen op de vrijheid van meningsuiting leken zich te openbaren. 

Tamara (26), een visueel kunstenaar uit de zuidelijke stad Suwayda, doet er alsnog alles aan om het lot van de alawieten onder de aandacht te brengen. Op haar Instagrampagina plaatst ze dagelijks updates van de kust en steunt ze crowdfundacties voor de mensen daar. Dit doet ze niet zonder risico. ‘Meerdere vrienden hebben me al gevraagd te stoppen met sociale media, ze vinden het te gewaagd wat ik allemaal plaats. Mijn ouders zijn daarnaast ook doodongerust. Ik verbleef de eerste dagen van het bloedbad bij hen in het zuiden, maar wilde uiteindelijk terug naar Damascus om vanuit hier meer verschil te kunnen maken. Bij het afscheid smeekten ze me haast om bij hen te blijven.’

Tamara is van druzische komaf, een andere geloofsgemeenschap binnen de islam die in het zuiden van Syrië woont. ‘Ze zijn nu begonnen met het vermoorden en onderdrukken van alawieten maar wie zegt dat het daarbij blijft? Veel mensen zijn bang dat na de alawieten de christenen, sjiieten of wij druzen aan de beurt zijn. Daarom moeten wij minderheden nu massaal achter de alawieten staan.”

Het is geregeld feest in Syrië nu het land verlost is van het regime van Assad. Maar de incidenten stapelen zich op waarbij strijders van het nieuwe bewind alsnog de mensen hun eigen wil opleggen.

In tegenstelling tot de alawieten lijken de druzen tenminste een beschermheer achter zich te hebben staan: Israël. In de weken na de val van Assad voerde Israël tientallen luchtaanvallen uit op Syrië om te voorkomen dat wapendepots, oorlogsschepen en vliegtuigen in handen van HTS zouden vallen. In de maanden daarop dreigde Israël de nieuwe regering meermaals om de druzische gemeenschap met rust te laten. Maar veel Syriërs zijn van mening dat Israël de druzen eerder gebruikt als voorwendsel om Syrië te kunnen blijven bestoken en instabiel te houden.

Glasscherven

We zijn in Daraa, een stad in het zuiden van Syrië, die de avond voor ons bezoek door meerdere Israëlische bommen werd geraakt. Bij de locatie van de inslag ligt een gebouw volledig in puin, boven op de berg beton heeft iemand een kleine Syrische vlag geplant, rond de plek staan nog altijd strijders, hulpverleners en omwonenden. Een van de soldaten loopt op krukken, hij raakte bij het bombardement gewond.

‘Rond vier uur ‘s nachts vielen er drie bommen op het gebouw. Ik werd door rondvliegend puin geraakt maar ben er goed vanaf gekomen, een vriend van mij lag onder het puin. Hij heeft het niet gered.’ Volgens de omwonende was het gebouw een rekuteringsbureau van de nieuwe overheid.

Rana (34) woont met haar gezin een straat verderop en maakte het bombardement mee. ‘We werden midden in de nacht wakker geschud door de schokgolf van de explosies, alle ramen in het huis sneuvelden. Een van mijn dochters moest met spoed naar het ziekenhuis omdat ze een volle laag glasscherven over zich heen kreeg. Sindsdien durven mijn kinderen hier niet meer te slapen. Deze wijk was vroeger vol met mensen, maar na de aanval van gister zijn de meesten vertrokken, bang voor nog meer bombardementen.’

De geregelde aanvallen van Israël zijn iets waar de nieuwe regering weinig tegen kan doen. Het bewind van HTS heeft nog maar net de macht in handen, staat nog aan het begin van de wederopbouw van het land en is militair simpelweg niet opgewassen tegen het Israëlische leger. Damascus kan bij deze aanvallen weinig anders doen dan de andere wang toekeren. Toch groeit onder de Syrische bevolking de frustratie, en de roep om terug te slaan. De agressieve houding van Israël vormt hiermee een van de grootste uitdagingen van het Syrië na Assad.

Op het Ummayad-plein in Damascus is het inmiddels avond en net zoals verwacht is het plein volgestroomd met tienduizenden mensen om de veertiende verjaardag van de revolutie te vieren. Want waar de afgelopen jaren de verjaardag van de revolutie eerder een soort herdenking was, is er nu eindelijk reden voor feest. ‘Ik ben zo trots, op mijn volk, op mijn land,’ vertelt Naqiya (60), de schoollerares is met haar man, zoon en dochter hier gekomen.

‘Ik hoop dat ons land vanaf nu vrede zal kennen, vrijheid, een grondwet die onze rechten waarborgt. Dat waren de beloftes van deze revolutie.’ Ondanks de vele tegenslagen en uitdagingen, de spanningen tussen bevolkingsgroepen, de Israëlische bombardementen, de ingestorte economie, en het diepe trauma van vijftig jaar Assad en veertien jaar oorlog, blijft een groot deel van de Syriërs optimistisch over de toekomst. Want zo zijn vele het er over eens. Dat het Assad-regime uiteindelijk alsnog is gevallen is een wonder te noemen waar maar weinigen nog van durfden te dromen. En zo zingt ook hier op de Ummayad-plein de menigte weer uit volle borst mee met de muziek: ‘Hef je hoofd omhoog, je bent een vrije Syriër’.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Mens & Maatschappij
  • Thomas van Linge