Onder de rook van de Hoogovens groeide ik op. De Oranjebuurt in Beverwijk werd door bewoners in de jaren 80 en 90 liefkozend een ‘echte volkswijk’ genoemd, maar toch zit er weinig romantiek in bosjes vol heroïnenaalden en gebruikte condooms. Van de zandbak in de lokale speeltuin kregen we wormpjes: kale kerels in bomberjacks lieten er hun pitbulls – steevast Diesel of Terror genaamd – in schijten.
Op de ene hoek zat een motorclub, op de andere een Turks koffiehuis. De één rook naar schraal bier, de ander naar eau de cologne, maar beide herenclubs klaagden vol heilige verontwaardiging over ‘stigmatisering’ van hun nachtelijke activiteiten.
Het was ook gezellig: buurvrouwen zaten kletsend in de voortuin – inclusief zelfgemaakte kin-reflectors gemaakt van karton en aluminiumfolie – met grote bussen tabak van de Aldi en een sigarettenmaker. Ze hielden de boel (en elkaar) in het snotje. Een auto hadden we niet: te duur. Laat staan buitenlandse vakanties, dus zomers brachten we door op het strand. Soms was er een straatbarbecue.
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F07%2FNXAQHcTjOV92V51753037358.jpg)
Een steenworp verderop – letterlijk aan de overkant van het spoor – ligt Velsen-Noord, ook wel de ‘anus van Beverwijk’ genoemd. Het dorp hoort bij gemeente Velsen, maar is gescheiden van de andere dorpen (zoals het rijkere Velsen-Zuid en ‘Santpeurt-Neurt’) door het Noordzeekanaal. Volgens veel IJmonders ‘wil je er niet dood gevonden worden’.
De lokale wijsheid dat ‘wijkers zeikerds’ zijn klopt, want in de praktijk viel het best mee. Waar in de jaren 80 en 90 veel hoekjes van Beverwijk en Velsen-Noord bekendstonden als ‘gribusbuurt’, kwam daar rond de eeuwwisseling verandering in. Er kwamen – net als op zoveel plaatsen in Nederland – nieuwbouwwijken aan de randen om hoogopgeleiden en middenklassegezinnen te behouden, en in de oudere kern kwamen koopwoningen tussen de sociale huur-portiekflats.
Gifbel
Als ik nu door de wijken loop waar ik de eerste 25 jaar van mijn leven woonde, zie ik een revival. En dan vooral het minder gezellige deel: onkruid schiet omhoog uit de stoeptegels, er liggen weer motoronderdelen in voortuintjes en er zwerft veel afval op straat. Woonwijken kampten al met grafietregens van Tata Steel, maar een deel van Beverwijk bleek onlangs op een ondergrondse gifbel te zitten. In buurten waar je als 10-jarige tot na het donker buiten speelde, stop je nu na 10 uur ’s avonds je sleutels tussen de vingers. Bewoners kampen met armoede, werkloosheid, (geestelijke) gezondheidsproblemen, overgewicht en drugsgerelateerde overlast.
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F07%2FDjmFIPEeifs1oC1753037384.jpg)
De nooduitgang is dichtgemetseld. Ik kon vroeger gaan studeren, mijn neefjes en nichtjes wonen nog thuis en werken. Studeren is duur, maar een woning krijgen met een lager- of middeninkomen kan ook niet.
Enfin, als er érgens een sociaal-democratische oase van potentiële volksverheffing en electorale ruwe kansenparels liggen te smeken om een poetsbeurt dan is het wel in Beverwijk en Velsen-Noord. GroenLinks-PvdA sorteert in ieder geval al voor op een electorale tweestrijd tussen links en rechts door steevast te refereren aan het ‘kabinet-Wilders/Yesilgöz’.
Dat wordt een flinke campagnekluif rondom Tata Steel, waar de PVV vorig jaar de meeste stemmen ophaalde. In Beverwijk groeide de partij van ongeveer 13,5 naar ruim 30 procent en in Velsen-Noord lag het bij meerdere stembureaus zelfs boven de 40 procent. In 2019, tijdens de Provinciale Verkiezingen, spreidde de Uil van Minerva haar vleugels boven de IJmond: Forum voor Democratie haalde ruim 20 procent van de stemmen in Beverwijk en Velsen (6 procent hoger dan het landelijke gemiddelde).
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F07%2FzTDzBa5eiVjFWn1753037411.jpg)
Wonen hier, zoals Volkskrant-columnist en Correspondent-scribent Sander Schimmelpenninck beweert ‘mensen die geen of slecht betaald werk hebben en rancuneus zijn omdat ze moeilijk rondkomen’ of vanuit ‘verveling en decadentie’ radicaal-rechts stemmen? Of ligt de decadentie bij de academische kosmopolieten? De gegoede burgerij die het zich kan veroorloven om – bij verzekering van fressen – vol op het moraalorgel te gaan?
‘Asielboot’
Het gebeurt niet vaak dat een landelijke krant op bezoek komt in onze contreien. Toch kwam in 2022 Volkskrant-verslaggever Jarl van der Ploeg een kijkje nemen in Velsen-Noord. Bewoners kwamen bijeen om hun zorgen uit te spreken over de ‘asielboot’ die in de dorpshaven werd geparkeerd.
De ‘verslaggeverscolumn’ leest als een vermaning: ‘Keer op keer legt burgemeester Dales aan de inwoners uit dat er zwart-op-wit staat dat de boot over een half jaar weer weg is. Alleen helpt die uitleg weinig. Sterker nog: hoe langer de bijeenkomst duurt, hoe groter de woede wordt. ‘Is het toeval dat de boot in Velsen-Noord komt te liggen en de burgemeester zelf in Velsen-Zuid woont?’ ‘Het is net als met de boeren. Niemand luistert naar onze bezwaren.’
‘In Velsen-Noord kende je vijftien jaar geleden iedereen, nu ken je bijna niemand. Dat zorgt gewoon voor een hele andere sfeer op straat’
Degenen die dat wel deden, kregen er van langs. Annabel Nanninga – die destijds aanwezig was als Statenlid namens JA21 – werd verweten de bewoners naar de mond te praten: ‘Je kunt van een mestkever niet verwachten een schonere wereld na te streven, want hij heeft juist behoefte aan stront,’ aldus de Volkskrant-verslaggever. Bij de reportage stond een veelzeggende foto van een lege statafel waar bewoners zich konden aanmelden als vrijwilligers voor de asielzoekers.
Drie jaar later kan ik het artikel nog scherp voor de geest halen, omdat het een treffend en typerend voorbeeld is van hoe de hoofdstedelijke journalistieke beroepsgroep steevast haar dedain richting ‘mijn soort mensen’ niet kan verbergen. Want oprechte interesse in wat er in Velsen-Noord speelt, was er niet.
Want die ‘tijdelijke’ asielboot ligt er vandaag de dag – ruim drie jaar later, zij het in kleinere uitvoering – nog steeds. ‘Die boot gaat niet meer weg, ik geloof het niet meer,’ aldus geboren en getogen Velsen-Noorder, en tevens mijn oom, Bert (68). Direct last van de asielzoekers heeft zijn gezin niet. Wél van een gemeente die met twee maten lijkt te meten. ‘Er rijdt de hele dag een touringcar rondom Velsen-Noord, soms met één, soms met vijf asielzoekers. Hier hebben we al jaren geen ov meer,’ vult zijn vrouw Leony (50) aan. Dat steekt.
Mijn nichtje Romy (21) werkt net als haar moeder in de zorg en woont samen met haar broer nog thuis (‘Het is alsof ik vastzit in een vliegtuig waarvan ik niet weet wanneer en waar die gaat landen’). Leony: ‘Mijn kind loopt na werk in het donker over straat en maar hopen dat ze niemand tegenkomt, de asielzoekers worden afgezet met een paar man.’
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F07%2Fbusf6fKaOjllpg1753037575.jpg)
De gemeente beloofde dat de touringcar een stop zou maken op de hoofdweg, de Wijkerstraatweg, zodat bewoners ook gebruik konden maken van vervoer. Bert: ‘Nou, ze reden gewoon door, hè. En nu rijdt de bus om Velsen-Noord heen. We noemen het de spookbus.’ Jongeren bekogelden in de eerste weken de touringcar met vuurwerk en stenen. Volgens sommige bewoners omdat de bus niet stopte, volgens de gemeente stopt de bus niet meer vanwege de bekogeling.
Het niet eens zijn over oorzaak en gevolg, en het wederzijds wantrouwen is illustratief voor de moeizame relatie tussen de gemeente en de inwoners van Velsen-Noord. ‘Dit is zó herkenbaar,’ aldus de Velsen-Noordse politica (en tevens jeugdvriendin) Brigitte van den Berg. De D66’er zit momenteel in het Europarlement en was voorheen wethouder in Beverwijk: ‘Het gaat niet om die stomme boot, maar om de vraag waarom doe je als bestuur wel veel moeite voor hen, en niet voor mij.’
Zelf ziet ze grote verschillen tussen wijken waar mensen wél telefoonnummers van lokale wethouders of gemeenteraadsleden hebben, en buurten waar dat niet het geval is: ‘In het eerste geval bel je even, en heb je niet van dit soort miscommunicatie.’ Want juist in Beverwijk en Velsen-Noord, waar bewoners zowel een grote bek als totale schijt aan hiërarchie hebben, is die toegankelijkheid relatief snel te regelen. Van den Berg: ‘We zijn echt een werkgebied. Als de burgemeester flink wat bier weghapt aan de bar, dan denken we: dat is een goeie.’
Gebroken beloftes
In Velsen-Noord mocht het niet zo zijn. Marjan Tamis en Mary Duinmeijer, lid van het voormalig wijkplatform van Velsen-Noord, lepelen in NH Nieuws een lijst gebroken beloftes op. Er racet nog altijd sluipverkeer vanuit Tata Steel door het dorp. Sinds 2002 wordt geroepen dat de Gildenbuurt wordt opgeknapt: het staat nu op de rol voor 2026. Het zonder overleg – nota bene na eerdere beloftes dit wel te doen – doordrukken van de asielboot was de druppel. Het wijkplatform stopte.
Resultaat: er bestaat geen overlegorgaan meer tussen de gemeente Velsen en het armste dorp van de gemeente. Want waar het jaarinkomen in Santpoort-Noord (waar D66-burgemeester Frank Dales woont) gemiddeld ligt op 38.000 euro en de woningwaarde op 533.000 euro, is dat in Velsen Noord 25.200 euro per jaar met een gemiddelde woningwaarde van 278.000 euro. Deze cijfers zeggen niet alleen iets over de omvang van de portemonnee, maar ook over het wereldbeeld.
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F07%2FB40u7sL0uzbozD1753037608.jpg)
Onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau, getiteld Eigentijds Ongelijkheid, concludeerde dat de werkende bovenlaag en jongere kansrijken vinden dat het wel lekker gaat met Nederland. Terwijl in de lagere sociale klassen ruim een derde aangeeft dat het juist de verkeerde kant op gaat. In deze groep zitten relatief veel niet-stemmers, en áls ze stemmen gaan ze voor partijen op de linker- of rechterflank.
Ook zijn ze sterk ondervertegenwoordigd in politieke en bestuurlijke posities, een fenomeen wat bekendstaat als ‘diplomademocratie’. In media-analyses werd de PVV-winst in de IJmond platgeslagen tot de asielboot en migratie, maar voor bewoners staat die boot symbool voor bestuurlijke vervreemding. Bestuurders die zich niet langer kunnen (of willen) identificeren met de mensen over wiens leefomgeving ze besluiten nemen.
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F07%2FpoFEISwUfVhZIF1753037646.jpg)
Het gaat niet over migratie op zich. Want als er érgens een plek is waar mensen decennialang met en naast migranten wonen, is het wel rondom Tata Steel. In het verleden trokken met name Turkse en Spaanse gastarbeiders naar het havengebied. Mijn oma stichtte een gezin met een Italiaan, mijn tante met een Marokkaan. Er is de laatste vijftien jaar iets anders aan de hand: ‘In Velsen-Noord kende je vijftien jaar geleden iedereen, nu ken je bijna niemand. Dat zorgt gewoon voor een hele andere sfeer op straat,’ aldus Leony.
In Velsen-Noord is de verhouding autochtone versus allochtone bevolking veranderd van grofweg 70-30 in 2010 naar 50-50 in 2025. ‘Als ik ’s avonds uit mijn werk kom fietsen, zijn er alleen nog maar mannen op straat. Polen, Turken of Marokkanen die in groepjes rondhangen.’ Onderzoek in 2021 toonde aan dat bewoners die plotseling worden blootgesteld aan een toestroom van asielzoekers vaker overstappen naar de PVV. Niet het aandeel van migranten of asielzoekers is belangrijk, maar het tempo van een veranderende bevolkingssamenstelling.
Weinig zekerheid
Electoraal geograaf Josse de Voogd fietst en wandelt al jaren door Nederland om een goed beeld te krijgen bij verkiezingsuitslagen. Hoe wonen mensen, hoe ziet hun leefomgeving eruit en wat stemmen ze? ‘In Velsen-Noord, maar ook bijvoorbeeld Roosendaal zie je relatief veel lage middenklasse met weinig zekerheid. Dit zijn mensen die eerst opklommen, maar waarmee het nu minder gaat,’ aldus De Voogd. Er is minder baanzekerheid, minder woonzekerheid en minder sociale samenhang.
Op een van zijn trips ging hij logeren in een pension in IJmuiden. ‘Dat bleek een werkhotel voor arbeidsmigranten. De plaatsen worden hierdoor ook vluchtiger, de binnensteden zijn verlaten en je ziet veel rondhangende mannen in de avonduren.’ Lachend: ‘In de Amsterdamse binnenstad hebben ze ook vluchtige migratie met weinig sociale binding, maar ik denk dat je hoogopgeleide expats hier niet direct mee kunt vergelijken.’
De Voogd hekelt het wegmasseren van dit taboe door continu met cijfers te komen dat het allemaal wel meevalt. Als concreet voorbeeld met betrekking tot migratie noemt De Voogd een studie van het Sociaal Cultureel Planbureau waarin wordt geconcludeerd dat de sociale cohesie niet verandert als de bevolkingssamenstelling diverser is. ‘Dan staat in heel omslachtige taal beschreven dat deze conclusie aan voorwaarden is verbonden. Investeringen in begeleiding en sociale voorzieningen bijvoorbeeld. Ja, die zijn er niet, dus het vormt wel degelijk een probleem voor de sociale cohesie.’
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F07%2F4Czx8up1jvgFQL1753037703.jpg)
Een ander voorbeeld is de voorrang voor statushouders op sociale huur. ‘Er is een spin ontstaan dat het om maar een klein aandeel huizen zou gaan.’ Maar volgens De Voogd is dit gebaseerd op een onjuiste interpretatie van data. ‘De impact op wachtende starters met een laag inkomen of mensen die na een scheiding plots een woning nodig hebben is hierdoor veel groter dan gesteld.’
De neiging om de realiteit sluw in te kaderen en de gevoelige randjes met wollige beleidstaal positief weg te moffelen, is volgens De Voogd sterk: ‘Alsof mensen die nuances van migratie zelf ook niet zien. Ze zijn niet achterlijk en voelen dus ook feilloos aan dat er niet eerlijk wordt gecommuniceerd.’
Het nieuws dat de Nederlandse economie gemiddeld groeit, komt niet echt aan bij mensen die zien dat een pakkie shag van 12 naar 27,50 euro is gegaan in een paar jaar tijd. Die de energie- en waterrekening zien stijgen, maar ook meer betalen voor dezelfde gevulde klapkrat bij de Lidl. Vanaf de keukentafel noemen familieleden die PVV hebben gestemd vooral de stijgende lasten en doorgeslagen privatisering. Migratie komt alleen aan bod in combinatie met ‘voortrekkerij’. Bert: ‘In grote steden mogen geen dieselbusjes meer, maar die Poolse en Hongaarse werklui met hun kentekenplaten wel. Heb je je hele leven in de stad je vreten verdiend en mag je vertrekken. Dáárom stemmen mensen PVV, echt niet omdat ze zo graag willen.’
‘Het gaat niet om die stomme asielboot, maar om de vraag waarom doe je als bestuur wel veel moeite voor hen, en niet voor mij’
Leony stemde jarenlang op de SP, maar stapte over naar de PVV. ‘Niet op Wilders, dat gaat me te ver. Ik had goede hoop met Fleur Agema op zorg, maar die zat uiteindelijk net zo gevangen in de regeltjesbrij.’ Of ze de volgende keer weer PVV stemt, dat weet ze zo net nog niet.
Het irriteert onderzoeker Josse de Voogd dat veel duiders en onderzoekers op zoek zijn naar de heilige verklarende graal voor de groei van radicaal-rechts en de PVV-winst: ‘Mensen willen het in één enkel ding vatten. Zijn het verdwenen bushaltes en buurthuizen? Of toch migratie? Het is een perfecte storm van allemaal dingetjes bij elkaar wat mensen het idee geeft dat ze het leven minder in eigen hand hebben.’
Doorschuifsysteem
Een perfecte storm die niet van de een op de andere dag is ontstaan, zeker wanneer je kijkt naar de leefomstandigheden. Gemeente Velsen noemt het ‘fijn wonen’ en presenteert deze verantwoordelijkheid als het ‘oplossen van kleine ergernissen die ons woonplezier bederven, zoals overlast, zwerfvuil, hondenpoep en weinig groen’, maar in de praktijk schiet het onkruid van sociale verwaarlozing op minder fraaie manieren tussen de façade van beleidsmatige tegels omhoog.
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F07%2F4DFgh6d7HFocV51753037757.jpg)
Neem de Gildenbuurt. Vorig jaar werd in een portiek van de Gildenlaan de 41-jarige Paul doodgestoken door zijn 34-jarige buurman. Volgens Velsen-Noorders liet de vader van een jong zoontje nog even zijn hond uit. De dader lijdt aan psychoses en had eerder een gaskraan opengedraaid met de intentie de hele santenkraam op te blazen. Buren hadden meermaals aan de bel getrokken bij verschillende instanties: het was niet veilig wonen met deze man in de flat. De woningbouwvereniging kon na de steekpartij hooguit bevestigen dat de man ‘vaker onrust veroorzaakte’ en dat ze had geprobeerd de ‘problemen met een bemiddelaar’ op te lossen. ‘Dat uiteindelijk zoiets zou gebeuren, dat verwacht je natuurlijk niet,’ aldus de woordvoerder tegenover NH Nieuws.
Begin dit jaar was het weer raak. Een bewoner met psychische problemen en die verslaafd is aan alcohol en pillen, zette de kranen open waardoor woningen en garageboxen volliepen met water. De politie pikt soms een bewoner op, om die vervolgens enkele uren later weer te laten gaan. Tegen IJmuider Courant zei flatbewoonster Mandy: ‘’s Avonds ging hij gewoon weer verder met herrie maken, alsof er niets was gebeurd.’
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F07%2FUD7q5B7krW99pk1753037772.jpg)
Banden worden lek gestoken, ’s nachts klinkt getimmer, gevloek en geschreeuw en er vinden steeds vaker schietpartijen plaats. ‘Iedereen is doodsbang,’ vult buurvrouw Samantha aan. De gemeente wijst naar de woningcorporatie. ‘Het is in eerste instantie aan de woningcorporatie om deze overlastsituatie aan te pakken.’ De woningcorporatie wijst op haar beurt weer naar ‘de zorg- en ketenpartners’ en benadrukt ‘geen zorgverlener’ te zijn.
Leony ziet in de Gildenbuurt geen losse incidenten, maar een symptoom van een ‘doorschuifsysteem’. Of misschien beter gezegd een indek-systeem: ‘Lekker doorlullen, vergaderen, rapporteren, clustermanagers, ketenpartners, dossierhouders. Uiteindelijk neemt niemand verantwoordelijkheid voor de situatie, maar is iedereen wél allemaal verrast als het misgaat.’
Volgens onderzoeker De Voogd lopen mensen continu op tegen een ‘institutionele beschermingsmuur van mooipraterij’. ‘De ambtenaren of hogeropgeleiden met de zekere vaste contracten, maar ook burgemeesters en woningcorporaties, leven in een totale bubbel. Ik merk dat ze zich vaak bikkelhard opstellen naar mensen in kwetsbare posities die kritiek hebben op hun handelen, of hun gebrek aan optreden.’
‘Alle politieke partijen geven elke verkiezing een lekkende zak zand door, zonder al te veel aandacht te hebben voor wat ze elke keer kwijtraken’
Hij ziet niet per se een kloof tussen hoog- en laagopgeleid, maar tussen mensen die de luxe hebben de regie zelf in handen te nemen waar sociale voorzieningen falen. ‘Als je zelf kunt verkassen, kun je kiezen voor een woonmilieu dat bij je past. Maar dit gaat over mensen die het overkomt en niet de middelen hebben om te verhuizen.’
Volgens voormalig D66-wethouder Brigitte van den Berg is dit deels een gevolg van direct beleid: ‘Dat verbod op scheefhuren is funest voor wijken geweest. Mensen met net iets meer draagkracht zijn weggejaagd, maar dat zijn degenen die niet alleen maar in de overlevingsstand staan en nog wat tijd overhebben om iets voor de buurt te doen.’
Mag niks kosten
Vijf minuten fietsen verderop woont goede vriendin Renate (40) in Beverwijk. Ook in haar wijk wordt er ‘gemengd’ gewoond: ‘Junken, alcoholisten en allerlei GGZ-patiënten die totaal niet voor zichzelf kunnen zorgen. Dan liggen wij met zijn allen nachtenlang wakker omdat er weer eens politie voor de deur staat of continue scootertjes met drugs op en neer rijden.’
Haar wijk met sociale huurwoningen in het centrum van Beverwijk is ondertussen wél gerenoveerd. Op de website van woningbouwvereniging WoonOpMaat is te lezen hoe ‘het project een belangrijke bijdrage levert aan onze doelstellingen duurzaamheid, wooncomfort en klantbeleving’. Onder het genot van een bakkie laat Renate alle post-renovatiekieren zien bij kozijnen en deuren: ‘En dan staat die aannemer hier met geknepen billen uit te leggen van: “Het is niet best, mevrouwtje, maar het is wat het is.” Want ja, hij werkt ook met een budget.’
Tussentijds onderhoud aan de woning zit er ook niet in: ‘Dan moet ik op mijn kop staan voor er wat gefikst wordt. Komt een zzp’ertje met een bussie voorrijden die de boel met ducttape en tie-rippies aan elkaar MacGyvert, en daar moet je het mee doen.’ Na de renovatie werd uiteraard de huur verhoogd.
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F07%2FvxoAgw3IOXy72w1753037910.jpg)
Ook Renate ziet haar woonsituatie als onderdeel van een bredere maatschappelijke trend: ‘Het mag niks kosten, alles moet voor een appel en een ei, en als de werkvloer zegt: dit kan helemaal niet, wordt het tóch doorgedrukt.’ Echt kwaad worden op de aannemer die duurzaam gesubsidieerde kieren aflevert, kan ze daarom niet. Dit zit ook vast. Ze vergelijkt het met de bezuinigingen in de zorg: ‘Al mijn collega’s en ik zagen de bui al hangen, maar van bepaalde beslissingen merk je pas jaren later de gevolgen. Daarom kunnen politici en managers het veroorloven om die werkvloer te negeren. Alles moest geprivatiseerd worden en er moest geld verdiend worden.’
Voor haar juist een reden om niet langer op de VVD te stemmen, maar sinds de vorige verkiezingen over te stappen naar de SP. De PVV is ‘absolúút’ geen optie: ‘Die praten mensen alleen maar naar de mond, benoemen het gevoel dat Nederlanders het nakijken hebben.’ Een gevoel wat ze in Beverwijk en omstreken net zo vaak ziet omslaan naar onvervalste vreemdelingenhaat: ‘Niet iedereen die PVV stemt is racist, maar ik zie ze wel vaker bij de PVV zitten dan andere partijen.’
Onderzoeker De Voogd vat de vorige verkiezingsuitslag vooral samen in een ‘competitie om publieke middelen’. Een competitie die electoraal wordt uitgebuit door radiaal-rechts, maar alleen maar dankzij de volledige afwezigheid van progressieve partijen op sociaal gebied. ‘Het is een taboeonderwerp in progressieve kansrijke kringen. Die gaan ervan uit dat het in Nederland goed geregeld is, maar dat we alleen voor die statushouders nog wat puntjes op de i moeten zetten. Ze hebben helemaal niet door dat daar vaak nog groepen onder zitten.’
‘Dat happen naar Wilders en onderlinge gebekvecht versterkt het idee van mensen dat de politiek bezig is met elkaar, en niet met hun,’ constateert Van den Berg. Het doorbreken van de bubbel tussen theoretisch en praktisch opgeleiden ziet ze als haar politieke kerntaak. Er rijdt om de zoveel tijd een ‘Beverwijkbus’ naar Brussel voor rondleidingen: ‘Staan ze hier en zeggen ze: “O, wat leuk dat die vergaderingen openbaar zijn.” Ja hallo, dat zijn de raadsvergaderingen ook. Maar blijkbaar is die raadszaal net zo ver weg als het Europees parlement.’ Want als je niet weet dat je toegang hebt – of het idee hebt dat dat voor jou niet is weggelegd – lijkt bestuur al snel ver weg.
Van den Berg maakt zich vooral zorgen om mensen die het idee hebben dat het toch allemaal geen zin meer heeft: ‘Alle politieke partijen geven elke verkiezing een lekkende zak zand door, zonder al te veel aandacht te hebben voor wat ze elke keer kwijtraken.’ Een teleurgestelde gelatenheid overheerst in veel gesprekken. Het idee dat het niet zoveel uitmaakt. Bert: ‘Weet je wat het is? Dat mooie vaasje van Rutte, waar Nederland voor stond en we allemaal zo zuinig op moesten zijn. Dat vaasje heeft ie mooi uit zijn klauwen laten klappen.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Marcel van den Bergh