James Worthy: 'Basketballende kunstenaar Worthy de Jong heeft maling aan wat een boek ‘hoort te zijn’'
'De Jong wil een soort koffietafelboek over zichzelf, maar dat is niet iets waar uitgeverijen warm van worden. Ik besluit Worthy's visie te steunen, want een verhaal mag best lingerie dragen'
Na het winnende punt in de olympische finale in Parijs afgelopen zomer stonden de uitgeverijen ineens in de rij voor basketballer Worthy de Jong. Op een koude dinsdag in november bezoeken Worthy en ik drie uitgeverijen: één in een glimmende, hoge toren aan de Amstel, één op de Weteringschans en mijn eigen uitgeverij. Onze beide managers zijn ook mee. Dus we zijn met z’n vieren. Als een volledig 3x3-team dompelen we onszelf onder in de literaire wereld.
‘Ik wil gewoon een piece of art maken. Een soort coffeetableboek. Ik wil beeld en tekst. Zijn woorden en mijn beelden,’ zegt De Jong tijdens een van de gesprekken. Je ziet de boekenmensen schrikken. Met open mond luisteren ze naar de basketballer. Als je in hun monden kijkt, kun je de zuinigheid naar boven zien borrelen.
Een coffeetableboek is niet iets waar uitgeverijen warm van worden. Het boek zelf mag geen kunstwerk zijn; het verhaal moet het kunstwerk zijn. Informatief gaat steevast boven decoratief. En zo’n boek maken kost veel geld: het formaat is groter, de foto’s moeten glanzen en de afwerking vraagt een vorm van luxe die ‘gewone’ boeken kennelijk niet verdienen. Het is een merkwaardige dans tussen snobisme en gierigheid.
‘Het moet echt een experience worden, begrijpen jullie? Dit boek moet in boekenkasten liggen, op salontafels, in museumwinkels. En in sportzaken,’ zegt hij, met een vanzelfsprekendheid die me raakt.
Ik vind het prachtig om te zien. Dapper ook. De basketballende kunstenaar heeft maling aan wat een boek ‘hoort te zijn’. En terecht. Ik stoor me al jaren aan de angst voor vernieuwing in de wereld die me zo lief is.
Alsof schoonheid afleidt van diepgang. Alsof een foto die raakt minder waard is dan een alinea die blijft hangen. Alsof schoonheid pas mag als het boek zich eerst inhoudelijk bewezen heeft.
Het fysieke boek moet altijd bescheiden blijven. Niet naast zijn schoenen gaan lopen. Zijn plek kennen.
Ik besluit Worthy’s visie te steunen.
‘Kom op,’ zeg ik. ‘We leven in een tijd waarin boeken beter hun best moeten doen om op te vallen tussen posts, pushmeldingen en pixels. Dit boek is geen sneer naar het normale boek, maar een uitbreiding ervan. Boeken mogen opvallen en verleiden. Niet alleen door inhoud, maar ook door vorm. Een verhaal mag best lingerie dragen. Begrepen? Dus ons boek moet een soort coffeetableboek worden.’
De managers staan op en pakken alvast hun jassen.
- NL Beeld