Bart Nijman: 'De Oasis-reünie in Manchester is een roomblanke viering van Angelsaksische cultuur'
'Hier stond vrijwel louter het oude Europa hun muzikale helden te vieren, in vrede maar zonder vermenging'
Waar Oasis gloorde, daar glinsterde Manchester inderdaad. De hele stad viert de wederopstanding van de Gallaghers. Liam en Noel zijn niet alleen local heroes, hun reünie is laaghangende citymarketing die een paar miljard oplevert.
Overal is de beeltenis van de broers te zien, pubs lokken fans naar binnen en songteksten sieren winkelruiten. Het aantal Oasis-shirtjes in het straatbeeld is niet te tellen. Als Oasis een herinnering uit het verleden is, dan is de Live ’25 Tour een aflevering uit The Truman Show.
Het is vreselijk gezellig. In de Northern Quarter, een vale maar levendige muziekwijk, stromen pubs en terrassen vol met fans. De aanpalende Gay Village ligt er lieflijk bij. Het hart van de oude handelsstad heeft iets kwieks, met een prettige energie zonder geërgerde haast.
Winkelpersoneel en horecabedienden zijn behulpzaam en vriendelijk en hetzelfde geldt voor de concertmedewerkers. De sfeer in Heaton Park is ontspannen, er wordt bijna on-Brits gedronken (als in: met mate) en nergens hoor je Palestijnse verontwaardiging of naar Jodenhaat riekende kreten. Oasis trekt normale mensen aan, met ook opvallend veel jongeren die op of pas ver na Wonderwall verwekt zijn en met hun aanwezigheid bewijzen dat de Gallaghers veel meer vertegenwoordigen dan nostalgie alleen.
Het concert was precies de (her)beleving waar ik op hoopte: een optreden zonder opsmuk, strak gespeeld voor een luid meezingende massa en mijn telefoon bleef inderdaad grotendeels in mijn zak.
Alle vreugd en vrolijkheid konden nochtans niet alle kieren van de echte wereld dichten. De Oasis-reünie is een roomblanke viering van Angelsaksische cultuur. Op geen enkele manier weerspiegelde het publiek de multiculturele Britse samenleving. Hier stond vrijwel louter het oude Europa hun muzikale helden te vieren, in vrede maar zonder vermenging.
Zo’n viering wordt, en dat is de tegenstelling, mogelijk gemaakt door een cordon van beveiligers, logistieke medewerkers, wegwijzers en kaartjescontroleurs die in meerderheid ‘etnisch’ zijn. Indiërs en Pakistanen, Afrikanen en zwarten uit de Cariben: tienduizenden Don’t Look Back In Anger-meezingers worden omringd, begeleid, bediend en beveiligd door laagbetaalde inhuurkrachten uit de lagere dienstenkaste. Gelegenheidswerk voor minimaal geld en onzekerheid over de volgende klus.
Hun aanwezigheid is zonder participatie. Ze vertegenwoordigen een ander Engeland. Niet alleen met andere culturele waarden (en een afwijkende muzieksmaak), maar als onderkant die bij de dag leeft en zich geen maanden voorpret kan veroorloven voor een concert.
Migranten die hard nodig zijn om de schijn van een doorlopend normaal in stand te houden. Maar wie ook maar een paar minuten bij het levendige centrum vandaan Ubert, ziet een fysiek verval in stadsdelen vol straten, perkjes en woningen die zijn overwoekerd, afgebladderd, ingezakt en verwaarloosd.
Het stadscentrum is een festival voor wie het zich kan veroorloven, in de buitenring hoopt de onhoudbaarheid zich op.
- NL Beeld