‘Een mijlpaal voor de ontwikkeling en globalisering van onze sport,’ zo verkocht UCI-voorzitter David Lappartient het besluit om de strijd om de regenboogtrui voor het eerst naar Afrika te halen. Ook op de website van de koersorganisator is aan superlatieven geen gebrek: het belooft ‘een historische koersweek’ te worden, gereden in ‘een land met een rijke wielercultuur die zich nu eindelijk aan de wereld zal tonen’, aldus de internationale wielerbond.
En ongelijk hebben zij niet. Want ‘het land van de duizend heuvels’, zoals de bijnaam van Rwanda luidt, biedt op papier alles waar wielerliefhebbers van dromen. Met name de wegwedstrijd voor mannen waarmee de elitestrijd op 28 september eindigt, belooft een waar spektakelstuk te worden: met maar liefst 5475 hoogtemeters in 270 kilometer aan koers omschrijft de UCI het parcours rond Kigali als ‘het zwaarste ooit’. Een beschrijving die gezien de ongekende thermische omstandigheden – hitte, hoogte en tropische luchtvochtigheid – geen understatement is, in de ogen van analisten.
Voor de Belgische wielerploeg Soudal Quick-Step was de val van Goma al reden genoeg om zich begin dit jaar terug te trekken uit de Tour de Rwanda
Sportblad l’Equipe voorziet dan ook een gouden kans voor een klimmer-puncher van wereldklasse. En de startlijst maakt die voorspelling geloofwaardig: zowel de Sloveense Tourwinnaar Tadej Pogacar als zijn rivaal, de Deen Jonas Vingegaard, heeft aangekondigd van de partij te zijn. En als kers op de taart mag ook de Vlaming Remco Evenepoel laten zien waarom hij als de beste tijdrijder ter wereld geldt. Alle ingrediënten lijken kortom aanwezig voor een waar wielerfeest.
Drieduizend doden
Buiten de sportbladen klinkt echter een radicaal ander geluid. Zo nam begin dit jaar de moordlustige rebellengroep M23 met veel geweld de macht over in de Oost-Congolese stad Goma. Deze stad met bijna twee miljoen inwoners ligt op slechts enkele kilometers van de Rwandese grens. Verslagen van de VN spreken van meer dan drieduizend doden in één week tijd en van tienduizenden burgers die voor het geweld op de vlucht zijn geslagen. Volgens Amnesty International ging het beleg gepaard met ‘massaverkrachtingen’ en ‘grootschalige mensenrechtenschendingen van burgers’. Een luguber rapport bespreekt onder andere hoe een gevangenis werd belaagd en in brand gestoken, waarbij meer dan 130 vrouwen levend verbrandden.
Voor de Belgische wielerploeg Soudal Quick-Step was de val van Goma al reden genoeg om zich begin dit jaar terug te trekken uit de Tour de Rwanda, die sinds 1988 elk voorjaar in het wielergekke land wordt gereden. ‘De start en finish in de risicogebieden, waar ook ons hotel staat, baarden ons zorgen,’ legde ploegleider Jurgen Foré uit aan Sporza, verwijzend naar het slot van de derde etappe in Rubavu. De Rwandese stad ligt hemelsbreed op nog geen vijftien kilometer van Goma.
In aanloop naar het WK deden de koersorganisatie en de Rwandese autoriteiten er dan ook alles aan om alle twijfels over veiligheid van renners en toeschouwers weg te nemen. ‘Er is geen plan B,’ reageerde UCI-directeur Lappartient systematisch op geruchten dat er gewerkt zou worden aan een alternatieve ronde in Zwitserland. ‘Het huidige conflict speelt zich af in de Democratische Republiek Congo. Rwanda blijft volledig veilig voor toerisme en bedrijfsleven,’ voegde het UCI er in een officiële persverklaring aan toe.
Toch bleef de kritiek binnenstromen. Zo wordt de Rwandese regering onder leiding van Paul Kagame ervan beschuldigd een sleutelrol te spelen in het oorlogsgeweld in Oost-Congo. Experts van de VN stellen dat het Rwandese leger ‘de facto controle’ heeft over de operaties van M23, en zo medeverantwoordelijk is voor de oorlogsmisdaden die deze groep in de regio begaat. Volgens de rapporteurs zouden drie- tot vierduizend Rwandese soldaten aan de kant van M23 vechten en moderne wapens, logistieke steun en trainingen aan de rebellengroep geven. Deze inmenging zou zelfs ‘doorslaggevend’ zijn geweest voor hun ‘spectaculaire territoriale expansie’ in de regio.
President Kagame ontkent in alle toonaarden. Maar de bewijzen stapelen zich steeds meer op: zowel de VS als een serie Europese landen voerden dit jaar al sancties in tegen het regime in Kigali. Bovendien nam het Europees Parlement in februari een motie aan waarin het expliciet oproept om het ‘WK wielrennen in Kigali te annuleren’. UCI-president Lappartient gaf echter aan dat er geen haar op zijn hoofd is die denkt over een alternatieve locatie. ‘We bevinden ons hier in een situatie die, zonder in detail te treden, erop gericht is om te voorkomen dat er aan de grenzen van Rwanda opnieuw een klimaat ontstaat dat tot genocide kan leiden,’ verklaarde hij na een telefoongesprek met president Kagame. Volgens critici reproduceerde hij hiermee het zeer omstreden Rwandese narratief van het geweld in Oost-Congo.
‘Sportswashing’
Mensenrechtenorganisaties stellen dat de UCI zich met dit soort uitspraken publiekelijk voor het karretje laat spannen van de autoritaire Kagame, die al sinds 1994 aan de touwtjes trekt in Rwanda. ‘Als het kampioenschap doorgaat, toont dat aan dat ze compleet onverschillig staan tegenover het lijden van de Congolese en Rwandese bevolking,’ verklaarde de Afrika-directeur van Human Rights Watch tegenover persbureau Reuters. In zijn optiek komt het wereldkampioenschap neer op niets minder dan ‘sportswashing’ – het inzetten van sport als dekmantel voor mensenrechtenschendingen en als propagandamiddel om de reputatie van het Rwandese regime op te poetsen.
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F10%2FufD14f54qDAGUG1759410290.jpg)
Zo is het verre van de eerste keer dat Rwanda sport inzet om haar imago op te poetsen. Europese topclubs als Arsenal en Bayern München spelen al jaren met ‘Visit Rwanda’ op hun shirts. En ook bij de spelers van Paris Saint-Germain was de sponsor prominent zichtbaar toen de Parijzenaren een historische 5-0-overwinning boekten op Internazionale in de Champions League-finale van dit jaar. Alleen al in Frankrijk keken meer dan 11 miljoen kijkers live naar deze grootste eindzege ooit in de geschiedenis van het toernooi. Om nog maar te zwijgen van het wereldwijde bereik.
In Parijs kwam de sponsordeal begin dit jaar onder vuur, toen uitlekte dat de omstreden samenwerking met de Rwanda Development Board mogelijk zou worden verlengd. De Congolese president Félix Tshisekedi riep direct op om deze ‘met bloed bevlekte samenwerking’ per direct op te zeggen en veertig Franse parlementariërs startten een petitie tegen wat zij een ‘partnerschap van schaamte’ noemden. Die onlinepetitie haalde in korte tijd tienduizenden handtekeningen op en kon rekenen op steun van mensenrechtenorganisaties en de grote Congolese diaspora in het land.
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F10%2FS4PQoOVlK4pqvu1759410508.jpg)
Het mocht echter niet baten: in juni maakte de club alsnog bekend de sponsordeal tot 2028 te verlengen. ‘Sinds het begin van het partnerschap hebben miljoenen supporters over de hele wereld Rwanda ontdekt, voornamelijk dankzij de zichtbaarheid op televisie,’ meldde een woordvoerder van het Rwandese promotiebureau trots op platform X.
Ook op andere terreinen dendert de Rwandese pr-machine vrolijk door. Zo dook Max Verstappen eind 2024 op aan de zijde van president Kagame om in Kigali zijn vierde Formule 1-wereldbeker in ontvangst te nemen. De president greep het F1-gala in zijn land bovendien aan om aan te kondigen dat Rwanda zich officieel kandidaat stelt voor de organisatie van een Grand Prix in het land. Daarnaast meldde Amerikaanse media in maart 2025 dat ook de NBA een ‘Visit Rwanda’-partnership aangaat. ‘How the NBA got into business with an African dictator’, kopte het Amerikaanse sportblad ESPN kritisch.
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F10%2Fy1S1gtxCq11QPd1759410548.jpg)
Desondanks lijkt de Rwandese pr-campagne haar doel ruimschoots te halen. In reismagazines wordt het Centraal-Afrikaanse land steeds vaker aangeprezen als dé opkomende sensatie van het Afrikaanse continent: een veilige, stabiele bestemming met unieke natuurbelevenissen. ‘Dit is Afrika ten top!’ meldt bijvoorbeeld de brochure van touroperator Matoke Tours. Waar het noordelijke Volcanoes National Park garant staat voor ‘avontuurlijke trektochten en ontmoetingen met berggorilla’s’, kun je in de Nyungwe Forest ‘op zoek naar chimpansees’ of ‘wandelingen maken tussen de felgroene theeplantages’. En: ‘In het oostelijk gelegen Akagera National Park spot u tijdens de jeepsafari misschien wel de Big Five’.
Ook in de statistieken is de opkomst duidelijk. Zo steeg het aantal internationale bezoekers van zo’n 500.000 in 2021 tot 1,4 miljoen in 2023, en in 2024 genereerde het toerisme 647 miljoen dollar aan opbrengsten met circa 1,36 miljoen bezoekers – bijna driemaal zo veel als in 2021. In 2024 verbrak de Rwandese reis- en toeristensector zelfs ‘alle records’, meldt het jaarlijks rapport van de World Travel & Tourism Organisation.
Met machetes afgeslacht
Het donkere verleden waar de regering van president Kagame zo angstvallig de stemmen over wil laten zwijgen, gaat terug naar 1994. Op 6 april van dat jaar wordt het vliegtuig met daarin de Rwandese president Juvénal Habyarimana en de president van buurland Burundi, Cyprien Ntaryamira, neergeschoten door SAM-16 luchtdoelraketten. Beide regeringsleiders zijn op slag dood.
Hoewel nooit volledig opgehelderd is wie er precies achter de lancering zat, vormt de aanslag hét startschot van een geweldsexplosie die later bekend zou komen te staan als de Rwandese genocide. In slechts honderd dagen worden naar schatting 800.000 etnische Tutsi’s – zo’n 70 procent van de totale bevolkingsgroep – en gematigde Hutu’s vermoord. Slachtoffers worden in veel gevallen op gruwelijke wijze met machetes afgeslacht.
De aanleiding voor dit bloedbad speelde zich veel eerder af. Zo wordt Habyarimana, die behoorde tot de Hutu’s en in 1973 via een staatsgreep aan de macht kwam, verweten het systeem van etnische identiteitskaarten intact te houden dat al in 1931 door de Belgische koloniale autoriteiten was ingevoerd. De Belgen bevoordeelden destijds de rivaliserende etnische minderheid Tutsi’s (zo’n 15 procent van de bevolking), wat leidde tot ressentiment bij de Hutu-meerderheid. Toen Rwanda in 1962 onafhankelijk werd, sloeg de situatie radicaal om: voortaan werden juist de Tutsi’s bruut onderdrukt, waarop velen vluchtten naar buurlanden als Oeganda en Burundi.
Onder het dictatoriale bewind van Habyarimana werd het weinig beter. In de zeventiger en tachtiger jaren voert hij etnische quota’s in voor de overheid, het bedrijfsleven en het onderwijs om de invloed van Tutsi’s zoveel mogelijk te beperken. De Franse historicus Jean-Pierre Chrétien spreekt zelfs van ‘tropisch nazisme’: net zoals bij de Joden in het Duitsland van de jaren dertig van de vorige eeuw, gebruikte het autoritaire regime in Rwanda de Tutsi’s graag als zondebok. Elke sociale of economische crisis werd toegeschreven aan het ‘Tutsi-virus’.
Als in 1990 de Tutsi-rebellengroep Rwandan Patriotic Front (RPF) vanuit Oeganda Rwanda binnenvalt, raken de vijandbeelden in de overdrive. Extremistische radiostations omschrijven Tutsi’s systematisch als ‘ongedierte’ dat ‘als kakkerlakken uitgeroeid moet worden’. Terwijl internationale bemiddelaars proberen te onderhandelen over een vredesakkoord, broeit onder Hutu-groepen de oorlogsstemming.
Het neerhalen van het presidentieel vliegtuig vormde in dat opzicht slechts de druppel die de emmer van decennialange opgebouwde haat deed overlopen. Enkel het vermoeden dat Tutsi-rebellen achter de aanslag op het presidentiële vliegtuig zat, gaf extremistische Hutu-milities de aanleiding om hun lang gepredikte ‘eindoplossing’ in gang te zetten. Binnen enkele uren na de aanslag worden wegversperringen opgeworpen en de jacht geopend op alles wat Tutsi ademt. Het geweld was vaak huiveringwekkend: buren die buren afslachtten, hele kerken die in massagraven veranderden en slachtoffers die in veel gevallen met kapmessen aan stukken werden gehakt.
Heineken
Opmerkelijk genoeg kent de genocide in Rwanda ook een Nederlands tintje. Zo beheerde Heineken destijds in Rwanda twee brouwerijen voor hun Afrikaanse dochtermerk Primus. En die brouwerijen speelden een wel erg centrale rol in het strijdgewoel, blijkt uit een uitgebreid onderzoek van de Nederlandse onderzoeksjournalist Olivier van Beemen, getiteld Bier voor Afrika.
De jaren negentig waren gouden tijden voor Heineken in Rwanda. Sinds de inval van het RPF verkeerde het land, waar de bierbrouwer monopolist was, in een oorlogsstemming. De Rwandezen ‘dronken alsof hun laatste uur geslagen had’, schrijft Van Beemen. Met name het Rwandese leger was grootafnemer: om het moreel op peil te houden, kregen soldaten elke dag een rantsoen bier. ‘Ze dronken meer dan ze aten. Bij mijn afscheid in 2000 waren we nog steeds niet terug op het peil van de hoogtijdagen in de oorlog’, aldus een voormalig manager die wordt geciteerd in het boek.
Opmerkelijk genoeg kent de genocide in Rwanda ook een Nederlands tintje. Zo beheerde Heineken destijds in Rwanda twee brouwerijen voor hun Afrikaanse dochtermerk Primus
Ook onderhield Heineken nauwe banden met de kliek rond dictator Habyarimana. Net zoals veel andere bedrijven had de Amsterdamse bierbrouwer destijds een ‘speciale propagandacel’ van de regeringspartij. ‘Elke week bezongen we onder werktijd de grootsheid van de chef en dansten we voor de partij. Drie of vier medewerkers organiseerden dat op kosten van Bralirwa (het Afrikaanse dochtermerk van Heineken, red.),’ verklaart een voormalig personeelsdirecteur. Het bedrijf betaalde in die jaren met afstand de meeste belasting aan het regime.
Als in april 1994 het moorden begint, bereikt het geweld ook al snel de door Heineken beheerde brouwerijen. Tientallen Tutsi-medewerkers worden door hun eigen Hutu-collega’s omgebracht. Toch bekommert het hoofdkantoor in Amsterdam zich in eerste instantie vooral om de veiligheid van het Europese personeel, dat direct wordt geëvacueerd. De Nederlander Kees Klute, werkend bij de technische dienst, probeert nog twee kinderen uit de buurt te verstoppen in zijn expat-villa. ‘Onhandig, het doorbrak de neutraliteit,’ aldus een bron binnen Heineken. Uiteindelijk worden de kinderen alsnog gevonden en vermoord.
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F10%2FWQ4naWmCvlzcJp1759410705.jpg)
Het grootste kritiekpunt richt zich echter op het besluit van de directie om de productie te midden van het genocidegeweld niet stil te leggen. Brouwerijdirecteur Luc Jolie vestigde zich in Goma, net over de Congolese grens en kreeg daar later gezelschap van algemeen directeur Edwin Botterman. ‘Elke dag staken technische managers de grens over,’ schrijft directielid Jean Louis Homé later over die periode in zijn memoires. Volgens Van Beemen was de productie door de dode werknemers weliswaar lager dan gebruikelijk, maar slaagde Heineken erin om grote delen van het land te voorzien van het lokale Primus-bier. ‘De brouwerij werd uitgerust met afweergeschut en beschermd door een dertigtal soldaten. Tutsi-chauffeurs maakten plaats voor Hutu’s.’
En al dat bier had geen positieve werking op de moordlustige Hutu-milities. Uit talloze ooggetuigenverklaringen blijkt dat veel slachtpartijen vooraf werden gegaan door massale zuipfeesten, met grote flessen Primus en bananenbier als favoriete vergif. ‘De moordenaars moordden de hele dag in Nyarubuye,’ schrijft schrijver Philip Gourevitch in het bekende boek Ze maken ons allemaal dood. ‘’s Nachts sneden ze de achillespezen door van overlevenden en vervolgens organiseerden ze een banket achter de kerk, waarbij ze het geplunderde vee roosterden en bier dronken. En ’s morgens, nog steeds dronken na het kleine beetje slaap dat ze misschien hadden gevonden te midden van het geschreeuw van hun prooien, gingen de moordenaars van Nyarubuye weer terug om te moorden.’
Heineken verweert zich door te stellen dat ze destijds geen partij wilde kiezen in het conflict. ‘Bralirwa (Heineken, red.) is niet het Rode Kruis. Als je grondstoffen, lege flessen, machines en voldoende personeel hebt en er is vraag, dan moet je produceren,’ reageert een oud-directeur. ‘Als Bralirwa niet produceerde, betekende dat volgens het leger dat we aan de kant van de Tutsi’s stonden. Besef je dat? “Er is een biertekort, omdat Bralirwa aan de kant van de Tutsi’s staat,” zouden ze zeggen. Wij zijn geen saboteurs, we verhogen liever de productie. Dat is logica. De vraag is er, daar voldoe je aan.’
Anderen vinden het onzin om te doen alsof de bierbrouwer geen keus had. ‘Natuurlijk had Heineken kunnen zeggen: jongens, we trekken de stekker eruit tot het weer rustig is. Het is erg wrang dat de bouwerij een topperiode draaide in oorlogstijd. Het is toch ongelooflijk: het hele land ligt in puin en die prachtige trucks van Primus rijden gewoon door,’ aldus een voormalige expat die vóór de genocide jarenlang in Rwanda was gestationeerd.
Vrije verkiezingen
Medeplichtig of niet, terwijl zich in Rwanda de efficiëntste massamoord afspeelt sinds de atoombommen van Hiroshima en Nagasaki, kijkt ook de internationale gemeenschap vooral weg. Enkel de Verenigde Naties heeft een kleine vredesmacht met blauwhelmen in Rwanda, maar deze heeft noch het mandaat noch de middelen om het geweld te stoppen. De Fransen maken het nog bonter en steunen nota bene de Hutu’s, aangezien de Franssprekende president Habyarimana als een trouwe bondgenoot van Parijs te boek staat. Bovendien zijn veel Afrika-correspondenten op dat moment in Zuid-Afrika om verslag te doen van de eerste vrije verkiezingen.
De machetes worden pas gestopt als de Tutsi-militie Rwandan Patriotic Front opnieuw vanuit Oeganda binnenvalt. Vanuit het noorden rukt de rebellengroep op richting de hoofdstad Kigali, die zij in juli 1994 inneemt. Hun leider? De welbekende zoon van een in 1957 gevluchte Tutsi, genaamd Paul Kagame. Vanaf dat moment trekt hij in Rwanda aan de touwtjes – eerst op de achtergrond, maar vanaf 2000 ook als president van het Centraal-Afrikaanse land.
Onder zijn bewind herrijst Rwanda op spectaculaire wijze uit de chaos van de jaren negentig. De veiligheid wordt hersteld, de economie groeit in razend tempo en Kigali verkrijgt een reputatie als een van de meest leefbare en ‘business-friendly’ hoofdsteden van Afrika. Voorstanders prijzen Rwanda als een modelstaat voor wederopbouw en ontwikkeling. Een Afrikaans wirtschaftswunder.
Ook in het buitenland maakt Kagame zich geliefd. Rwanda toont zich bereid om ‘vuile klusjes’ op te knappen, waar westerse landen wel baat bij hebben, maar hun handen niet aan vuil willen maken. Zo zorgt het goedgetrainde Rwandese leger ervoor dat jihadisten in Mozambique op afstand blijven van de oliereserves, en in 2025 sloot Kagame een spraakmakende migratiedeal met het Verenigd Koninkrijk. In ruil voor 433 miljoen euro mocht Londen illegale bootmigranten direct op het vliegtuig naar Kigali zetten, waar zij hun asielprocedure zouden afwachten. Na zijn verkiezing in 2025 zette Labour-premier Keir Starmer echter een streep door het plan.
In Rwanda zelf heeft Kagames leiderschap een belangrijke keerzijde. Zijn regime geldt als zeer autoritair en onafhankelijke media zijn vrijwel afwezig. Politieke tegenstanders lopen het risico gevangen te worden gezet, te verdwijnen of zelfs in ballingschap vermoord te worden. Zo moest zelfs Paul Rusesabagina, bekend als de heldhaftige redder van tweehonderd opgejaagde Tutsi’s uit de film Hotel Rwanda, naar het buitenland vluchten na kritiek op het Rwandese regime. In 2015 liet Kagame bovendien de grondwet aanpassen zodat hij ver boven de oorspronkelijke termijnlimiet tot 2034 kan blijven regeren. Zijn herverkiezingen verlopen met Sovjet-achtige uitslagen: in 2024 claimde hij 99,2 procent van de stemmen bij een officiële opkomst van 98,2 procent.
Uit alle kennis blijkt: het WK wielrennen in Rwanda is bovenal een etappezege voor de ploeg van president Paul Kagame
De hoogste prijs van Kagames bewind wordt echter betaald door de directe buurlanden van Rwanda. Veel Hutu’s vreesden na 1994 vergeldingsacties van de nieuwe Tutsi-machthebbers, waardoor meer dan een miljoen Rwandezen hun toevlucht zochten in de vluchtelingenkampen in Oost-Congo. Ook veel extremistische Hutu-milities die de genocide orkestreerden staken toen de grens over. Het is een episode die Paul Kagame nooit zal vergeten.
Zo vormt het voorkomen van een nieuwe genocide keer op keer de legitimering van de talloze Rwandese interventies in buurland Congo. En waar die militaire interventies voorheen in het openbaar plaatsvonden – al in 1996 vielen de eerste Rwandese troepen Oost-Congo binnen – verkiest de sluwe Kagame voortaan tactieken die onder de radar blijven. Bijvoorbeeld via het steunen van groepen als M23 – een militie die claimt de belangen van de Tutsi’s in Congo te vertegenwoordigen. Desnoods met bruut geweld.
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F10%2F6ZiZX1tzvatQ1l1759410797.jpg)
Dat hun bloeddorstige acties zorgen voor een complete destabilisatie van het mineraalrijke Oost-Congo is alleen maar winst: zulke mineralen kunnen zo moeiteloos de grens met Rwanda over gesmokkeld worden en daar verkocht worden aan het Westen. Het systeem werkt zelfs zo goed, dat de EU eind 2023 besloot een ‘strategische mineralendeal’ met Rwanda af te sluiten. Een gotspe, aldus de activiste en genocide-overlevende Claude Gatebuke in een interview met Follow the Money: ‘De EU weet dat Rwanda nauwelijks grondstoffen heeft. Ze hebben vooral koffie. Gaan ze een miljard investeren in koffie? Die grondstoffen komen uit Congo en ze hebben een overeenkomst gesloten met plunderaars. (...) Van jullie belastinggeld.’
Uit die kennis blijkt nog maar eens: het wereldkampioenschap in Rwanda is bovenal een etappezege voor de ploeg van Kagame.
- NL Beeld, ANP