James Worthy: ‘De mensen die niets te doen hebben, hebben altijd haast. En de mensen die voor hun leven en hun bestaan aan het vechten zijn, krijgen geen tijd’
'De man schudt zijn hoofd. Alsof zíj een probleem is. Alsof zijn tijd heilig is.'
Er staat een rij voor de flessenautomaat. Een emballagefile.
Oude mensen met drie flessen in hun armen mopperen op de vrouw die vooraan staat. Ze is omringd door vijf vuilniszakken vol plastic en blik. Ze staat letterlijk in het statiegeld. ‘Hoe kom je aan al die klote flessen?’ vraagt een man die eruitziet alsof hij zijn haar elke ochtend in frituurvet doopt. Zo’n man die altijd vindt dat iets ‘vroeger beter’ was, zonder ooit te zeggen wat dan precies.
‘Ik verzamel deze flessen op straat, meneer. En natuurlijk had ik ook liever op een andere manier mijn geld verdiend. Ik ben afgestudeerd en wel, maar het leven kan raar lopen,’ zegt de vrouw. Kalm. Te kalm. Alsof ze deze scène al honderden keren heeft meegemaakt, met alleen wisselende decors: Jumbo, Lidl, AH. Maar altijd dezelfde blikken.
De man schudt zijn hoofd. Alsof zíj een probleem is. Alsof zijn tijd heilig is. Alsof zij daar voor haar plezier staat. ‘Het leven kan raar lopen, maar nu staat het leven stil, meisje. We staan allemaal op jou te wachten. Begrijp je dat? Ik gun je al die lege flessen. Bouw er een kasteel van en ga er van mijn part wonen met de prins op het witte paard...’
‘Ik val op vrouwen, meneer.’
Stilte.
De machine weigert een ingedeukte fles in te slikken. Het gezucht van de andere wachtenden klinkt in canon.
‘Het moet niet gekker worden,’ mompelt de oude man. Alsof het universum persoonlijk tegen hem samenzweert.
Eerst inflatie, dan woke, nu dit.
Ik kijk het van een afstandje aan. In mijn karretje staan twee grote boodschappentassen vol lege flessen. Een paar blikjes Fanta dobberen bovenop de zee van plastic. Als er voetbal op televisie is of we met het gezin een filmavond organiseren, mag onze zoon sinas drinken. Er was de laatste tijd veel voetbal op tv.
De oude man blijft mopperen. De scheldwoorden klinken steeds harder.
De mensen die niets te doen hebben, hebben altijd haast. En de mensen die voor hun leven en hun bestaan aan het vechten zijn, krijgen geen tijd. Ze mogen niet te lang zichtbaar zijn. De vrouw moet haar plek weten. Ze is een figurant in het straatbeeld. Een schim die geen recht heeft op oogcontact, of een paar minuten bij de flessenautomaat.
Ik heb genoeg gezien en gehoord. Ik haal mijn twee tassen uit de kar en zet ze naast de vrouw neer.
‘Wat doe jij nou? Nu gaat het godverdomme nog langer duren. Ik ben woedend,’ zegt de man.
‘Natuurlijk ben je boos, want boos zijn is makkelijker dan nadenken. Dan je in iemand anders hoeven te verplaatsen,’ zeg ik.
‘Het enige wat ik wil verplaatsen, is mijn lege flessen. Dat is alles, achterlijke gladiool,’ schreeuwt de man.
Dan ziet hij dat drie andere mensen hun tassen aan de vrouw overhandigen. De oude man heeft met zijn lege flessen zijn eigen ruiten ingegooid.
En voor heel even is solidariteit flessenpost.
- NL Beeld