Premium

DJ Joris Voorn: 'Elk jaar wordt het een stukje harder'

Joris Voorn (48) staat al decennia aan de top van de internationale dancescene. Tussen zijn shows op Ultra Miami en Awakenings door spreken we de geboren Brabander in zijn Amsterdamse studio over de veranderende technoscene, het verlies van zijn ouders, de bizarre wereld van de sociale media en het leven na zijn scheiding. ‘Dat fans het interessant vinden om met een bekende dj te daten? Ja, dat gebeurt weleens.’

DJ Joris Voorn: 'Elk jaar wordt het een stukje harder'

Nieuwe Revu ontmoet Joris Voorn

Waar? In zijn studio in Amsterdam. Iets genuttigd? Eigenlijk niet. Verder nog iets? Draaien blijft de voornaamste business voor de dj, ondanks de miljoenen streams op de platforms. ‘Alles wat je met Spotify verdient, is relatief nog steeds weinig,’ zegt Joris Voorn eerlijk. ‘Mijn dj-fee is gelukkig heel prima, maar alles wat ik met muziek verdien, is gewoon leuk voor erbij.’

Je hebt je nieuwe album Serotonin genoemd naar het geluksstofje. Had je behoefte aan wat geluk?

‘Nou ja, eigenlijk ja en nee. Ik zal zeggen waar dat vandaan komt, die naam. Begin dit jaar brak ik een paar ribben tijdens het squashen. Een zeer onplezierige ervaring was dat. In het begin kreeg ik een pijnstiller waar ik me best wel goed door ging voelen. Dus ik dacht: ik ga toch eens even kijken wat er nou precies in zit. Toen bleek daar een serotonine heropnameremmer in te zitten. Dat betekent dat je eigenlijk de hele tijd een hoog gehalte serotonine in je brein hebt. En daar word je dus vrolijk van. Althans, op dat moment.

De reden dat ik dat ging onderzoeken, had te maken met mijn gedachten op dat moment: ik heb net mijn ribben gebroken, ik zou eigenlijk op twee skivakanties gaan en dat kan nu niet meer. Hoe kan het dat ik me niet ontzettend klote voel? Dat viel namelijk best wel mee. Ik wist wel iets van serotonine, maar niet zoveel. En ik had nog geen albumtitel en dit vond ik wel een heel mooie, toepasselijke titel. Met muziek probeer ik toch altijd emoties op te wekken.’

Je ribben breken met squashen, hoe krijg je dat voor elkaar?

‘Ik vermoed dat het zeer waarschijnlijk door mijn nieuwe schoenen kwam, die ik letterlijk vijf minuten daarvoor had aangeschaft en die net iets meer grip hadden dan mijn vorige. Ik was aan het rennen voor een heel gemeen balletje in de hoek en ineens stonden mijn voeten stil, maar mijn lichaam ging door. Ik knalde schuin met mijn achterste ribben tegen de muur. Degene met wie ik toen op de baan stond, daar ben ik ook niet meer mee gaan squashen, haha.’

Je stond dit jaar weer op de grote festivals: Miami Ultra, Sziget, Awakenings en je was de afsluiter op Lief Festival. Is de druk altijd hoog?

‘Die druk is altijd hoog, ja. Echt. Elk groot optreden dat eraan komt, daar ben ik altijd wel mee bezig. In de studio, on the road. Er moet altijd nieuwe muziek zijn. Je kan niet de hele tijd dezelfde set draaien. Ik gebruik ook best veel van mijn sets voor mijn wekelijkse radioshow Spectrum Radio, dus ik kan gewoon niet altijd hetzelfde draaien. En ik moet ook mee met de tijd, nieuwe tracks draaien.’

Werk je ook met voorgeproduceerde sets?

‘Nee, echt helemaal nooit. Never. Niet uit principe, maar omdat het me helemaal niet leuk lijkt. De enige uitzondering die ik soms maak, is als ik bijvoorbeeld een liveset doe. Op Ultra stond ik met een liveset en dat is echt een ander verhaal. Dat is alleen maar mijn eigen muziek, met ‘stems’, dus allemaal losse sporen. Dat is wel redelijk geprogrammeerd tot op zekere hoogte, maar dat doe ik niet zo heel vaak. En zelfs dan is het voor elk optreden toch weer anders.

Maar er wordt wel veel voorgeprogrammeerd, hoor. Zelfs als je grote elektronische acts als The Chemical Brothers of Underworld ziet: hoe groter, hoe meer voorgeprogrammeerd. Ik weet nog wel dat ik eens na The Chemical Brothers moest spelen, alweer lang geleden. Op een groot podium op Sónar in Barcelona. Ik ging bij de soundcheck even naar hun set-up kijken. Ze hadden echt zo’n muur met allemaal synthesizers, maar geen enkele was ingeplugd. Het was honderd procent decoratie.’

Als je met een tijdmachine van 1995 naar 2025 zou gaan en je gaat naar een technofeest, dan denk je: wat is híér gebeurd?

Echt waar?

‘Ja, het kwam toen nog van een DAT-tape, of zo. Het leek wel heel imposant. Er zal er vast wel eentje aangesloten zijn geweest om iets mee te doen, maar het was vooral voor de show.’

Nog net niet zoals Charly Lownoise en Mental Theo, die één keyboard zonder snoer meenamen en daarop gingen rammen.

‘Dat was het nog net niet, nee. Het had wel prestige. Ik heb er weleens over nagedacht om mijn hardware ook mee te nemen naar een optreden, niet per se voor een liveshow, maar om dat eens op locatie te doen. Ik heb dat in het huis van mijn ouders gedaan, een paar apparaten meegenomen, maar het is heel veel gedoe om dat allemaal mee te sjouwen. Dat moet je eigenlijk niet willen.’

Het overlijden van je ouders was een inspiratie voor bepaalde tracks?

‘Nou, mijn vader is vier jaar geleden overleden. Toen moest mijn moeder verhuizen naar een verzorgingstehuis en moest het ouderlijk huis in de verkoop. In Moergestel, Brabant, echt in the middle of nowhere. Toen heb ik daar een paar synthesizers mee naartoe genomen. Mijn vader, componist Joop Voorn, schreef al zijn muziek op één plek in zijn huis en ik dacht: ik ga daar mijn spullen installeren. Daar heb ik een paar dagen muziek gemaakt. Een paar van die opnames zijn op het album terechtgekomen.’

Zijn geest waarde daar nog rond?

‘Ja, op de een of andere manier wel. Kijk, ik heb daar natuurlijk mijn hele jeugd doorgebracht, dus dat was al een heel emotioneel moment. Ook wel heel gek hoor, want je bent dan in zo’n leeg huis. Veel herinneringen die dan naar boven komen. Maar aan de andere kant ook het bewustzijn dat het het einde van een tijdperk was. Mijn moeder zat al in het verzorgingshuis, maar zij kwam nog een beetje aanrommelen. Het was eigenlijk heel mooi om daar muziek te maken, ook met haar aanwezigheid.

Mijn ouders hadden nooit iets met elektronische muziek en mijn moeder, die muzieklerares was, snapte al helemaal niet wat ik doe. Die zat dan een beetje te luisteren. Ik had er heel bewust voor gekozen om daar geen muziek met beats te gaan maken. Ik dacht: ik ga echt alleen maar melodieuze, meer ambient-achtige muziek maken, omdat me dat passender leek. En mijn moeder kon daar volgens mij wel een bepaald soort sympathie voor opbrengen. Ik denk dat als ik daar met een flinke technobeat bezig was geweest, ze gillend het huis uit was gerend.’

Je moeder is een jaar geleden overleden, je bent nu officieel wees. Hoe voelt dat?

‘Heel gek eigenlijk. Het is een besef dat... Ja, het is gewoon best wel apart. Je weet dat het een keer gaat komen. Mijn vader was op zich best oud, hij is overleden op 89-jarige leeftijd. Hij was een relatief oude vader dus ook. Mijn moeder is 82 geworden. Een respectabele leeftijd, maar niet meer in goeden doen. Nee, op een gegeven moment was ze gewoon op. Ze is uiteindelijk gevallen, heup gebroken, en werd niet meer geopereerd. Dat soort dingen. Dan zegt de dokter al van: “Geef het nog een paar maanden.” Want ja, als je in bed ligt, word je daar niet veel beter van.’

Zou je jouw muziek onder de noemer techno scharen?

‘Soms wel, vaak niet. Het is wel handig vanwege de populariteit van techno, daar kan ik een beetje op meeliften.’

Dan moet je het ook daadwerkelijk draaien.

‘Zeker. Ik heb net toevallig mijn Awakenings-set van het festival dit jaar gemasterd. Vanochtend opgestuurd. Dat is wel wat meer techno, ja. Het begint wel iets melodieuzer, maar er zit zeker techno in.’

Als je luistert naar wat men nu techno noemt en je vergelijkt dat met de techno van zo’n dertig jaar terug, dan is dat totaal andere muziek. Toen was het heel eentonig en niet melodieus. Waarom wordt de stroming van nu ook techno genoemd?

‘Ja, dat is een heel langzaam proces, dat een sound verandert. Dat is niet van de ene op de andere dag. Als je inderdaad met een tijdmachine van 1995 naar 2025 zou gaan en je gaat naar een technofeest, dan weet je niet wat je hoort. Dan denk je: wat is híér gebeurd? Maar ja, er zit wel dertig jaar tussen.’

Meestal krijgt een genre dan een andere naam.

‘Ja, maar het verloop is subtiel geweest. Elk jaar wordt het een stukje harder, dan komt er weer een nieuwe invloed bij. Nu zijn er veel rave-invloeden. Je hebt heel veel artiesten die iets tussen house en techno draaien, of een mix tussen house, techno en clubtrance. Je kunt eigenlijk niet zeggen dat het trance-dj’s zijn of techno-dj’s. Je weet het eigenlijk niet, het is van alles wat. Dat is wel een beetje van deze tijd, die mengelmoes.’

Tegenwoordig lijkt techno soms nog het meest op de muziek van G-Spott uit de jaren negentig. 

‘Wat ik soms gek vind, is dat muziek die je vroeger, in de jaren negentig, echt verafschuwde, waar je met je vingers niet aan wilde komen omdat het gewoon foute muziek was, dat dat nu een soort credible muziek is. Dat is echt een mindfuck waar ik nog niet helemaal uitkom. Zoals de Klubbheads en zo, al dat soort muziek. Dat was vroeger gewoon Top 40-house en dat wordt nu door heel grote dj’s gedraaid. Dat is wel best wel apart, ja.’

Jij hebt je eigenlijk nooit echt begeven in die commerciële Top 40-house. Alhoewel, je hebt wel in de Top 40 gestaan met je remix van Transmission van Eelke Kleijn, waarmee je je set op Lief Festival afsloot.

‘Ja, klopt. Tegen wil en dank, waarschijnlijk door toeval. Kijk, als muziek goed is en het komt ergens in de hitlijsten terecht, dan is daar niks mis mee. Hartstikke leuk natuurlijk. Maar ik zal niet de muziek zo gaan maken dat het meteen een hit wordt. Dat kun je ook niet echt voorspellen. Ook met deze Transmission-hit was het gewoon niet te voorspellen. Het was echt puur... Ik weet niet of het toeval is, maar all stars were aligned en dan lukt het op de een of andere manier. Maar ik zal niet per se mijn best gaan doen om in de Top 40 terecht te komen. Ik weet niet eens hoe dat moet.’

Nou ja, toen is het gelukt.

‘Ja, maar zo’n kunstje kun je niet heel snel herhalen. De plaat kwam uit bij Armada, maar zelfs dan... Mijn album is toen ook bij Armada uitgebracht en daarvan heeft geen enkele track in de Top 40 gestaan. Dus je weet het gewoon niet. Het origineel was natuurlijk al een heel catchy melodietje.’

Er zijn schrijnende verhalen van remixers die voor een wereldhit een schijntje kregen. Zoals Cheerleader van de Jamaicaanse zanger Omi, die in de remix van Felix Jaehn de radio bestormde. Als fee kreeg hij een bedrag van tussen de 500 en 1500 euro, zo vertelde hij. Omi werd er waarschijnlijk miljonair door. Kreeg jij ook maar een paar honderd euro?

‘Nou, ik denk dat ik er wel iets beter uit ben gekomen. En op een gegeven moment hebben ze ook gezegd: “Die remix gaat zo goed, je krijgt wat extra’s.” Ik heb een remix gemaakt die veel op het origineel lijkt, maar wat makkelijker in het gehoor ligt en wat easier klinkt. Het is wel echt dezelfde plaat. Dat is een ander verhaal dan bij Omi. Dus in die zin denk ik: zonder hem had ik die remix niet gemaakt. Daar zijn helemaal geen scheve ogen bij of zo.’

Jij bent nog een echte ambachtsman hier in de studio. Wat denk je als je soms links en rechts wordt ingehaald door commerciële jongens met een leuk gezicht en een heel team achter zich dat er allerlei hits uitpompt?

‘Ja, dat is wel hoe het werkt tegenwoordig. Kijk, als je ergens niks aan kan doen, heeft het ook niet zoveel zin om je daar heel druk over te maken. Ik ben heel blij met de positie die ik nog steeds heb. Ik heb altijd gezegd dat ik het al veel langer op dit niveau doe dan ik ooit had gedacht. Dus in die zin ben ik gewoon heel blij met wat ik bereikt heb.

Ik heb natuurlijk ook weleens een periode gehad, vooral toen sociale media heel erg opkwamen, dat ik om me heen zag wat collega’s deden en dacht: hoe kan het dat die artiest daar staat of ineens heel groot is? Maar ik kwam er vrij snel achter dat dat niet heel productief is. Het heeft niet zoveel zin. Je kan beter gewoon je eigen ding zo goed mogelijk doen. Tenzij je ineens echt heel erg naar beneden zakt, maar dat is vooralsnog niet gebeurd.’

Maar dat je bijvoorbeeld denkt: ik moet ook ghostproducers inhuren, of ik moet een socialemediamanager hebben?

‘Die socialemediamanager heb ik wel, maar dat blijkt toch altijd ingewikkeld. Het is moeilijk om een goeie te vinden. Dat is echt een probleem, qua content. Ik heb met heel wat mensen samengewerkt en ben eigenlijk nooit tevreden geweest, omdat ik zelf toch een andere toon heb. Of ik heb niet het idee dat die mensen honderd procent aansluiten bij wat ik doe. Sowieso is het een beetje een bubbel, vind ik.

Socialemediamanagement is eigenlijk een soort dotcom-bubbel. Die mensen hebben altijd grote verhalen. Ze komen met allerlei statistieken, een heel mooi verhaal en een pdf’je van tien pagina’s, dat er mooi uitziet, om je daarmee in te pakken. Maar als er dan vervolgens gewerkt moet worden, word je doorgeschoven naar een stagiaire. Dat soort dingen zijn niet altijd even leuk.’

En dan stop je er weer mee?

‘Zeker. Wat ik al zeg, ik heb met verschillende samengewerkt. Nu doe ik het voor de helft zelf. De meest praktische dingen doet zo’n manager voor me. Je wilt ook niet de hele tijd Instagram-stories moeten posten van shows en wat er allemaal aankomt. En je hebt iemand nodig die het filmt. Dat doet mijn tourmanager. Hij heeft twee functies tegenwoordig. Vroeger zat zo iemand op een stoel en kon hij even gaan slapen tijdens de set. Maar nu moet er gefilmd worden. Dat is ook de reden dat hij in eerste instantie meegegaan is. En dan moet er geëdit worden, daar ben je ook uren aan kwijt. Dat doet hij ook allemaal.’

Ik ben helaas van mijn vrouw af. Wij zijn niet meer samen, maar ik weet niet of dat met mijn dj-bestaan te maken heeft. Dat denk ik niet

Is je persoonlijke leven een beetje te combineren met het gekke dj-leven?

‘Ja, vooralsnog heb ik daar wel een goede balans in gevonden.’

The hard way?

‘Valt eigenlijk wel mee. Kijk, ik ben helaas wel van mijn vrouw af. Wij zijn niet meer samen, maar ik weet niet of dat met mijn dj-bestaan te maken heeft. Dat denk ik niet. We hebben twee kinderen, die zijn ondertussen tien en dertien. Ik neem al een heel lange tijd, ik denk wel vijftien jaar, één weekend per maand vrij. Daardoor kan ik ook een deel van mijn weekends een gewoon sociaal leven hebben, zoals andere mensen. Dat vrije weekend is voor mij al die tijd echt een houvast geweest. Dat is dan nu ook het weekend dat ik met de kinderen ben. Doordeweeks zijn ze er ook, maar dan wisselend verdeeld.

Dat gaat eigenlijk wel prima. Af en toe, als ik bijvoorbeeld een show doordeweeks in Ibiza heb en we zijn allebei niet thuis – mijn ex-vrouw heeft ook een druk leven – dan moeten we even iets bedenken, maar meestal gaat het wel goed. Ik denk dat je elkaar gewoon moet respecteren in wie je bent en wat je doet. En als je met een dj samen bent, ja, dat heeft consequenties. Namelijk dat je in het weekend vaak dingen alleen moet doen. Dat is niet leuk natuurlijk, maar daarom heb ik dus ook altijd dat ene vrije weekend gehouden. Ik denk dat als ik dat niet had gedaan, het misschien wel eerder voorbij was geweest. Dan sta je echt voor een flinke uitdaging.’

Want je bent in principe altijd weg in de weekends?

‘Ja, in principe wel. Ik doe natuurlijk ook wel shows in Nederland, dan ben ik maar een paar uur in de avond of overdag weg. Maar als ik naar het buitenland moet, dan ben ik een paar dagen weg. Van vrijdagmiddag tot zondagmiddag. Ik denk dat mijn ex-vrouw eigenlijk altijd wel heel erg begripvol was. Die credits moet ik haar echt wel geven. Ik zal niet zeggen dat het makkelijk was, dat is een ander verhaal. Maar ik denk dat heel veel relaties niet zo makkelijk zijn.

Soms kan het ook helpen om niet altijd samen te zijn. Ik denk dat zij dat eigenlijk altijd wel begrepen heeft. Het is alleen wel moeilijk om goed te blijven communiceren als je on the road bent, en dat is wel belangrijk. En dat is wel iets... Ik heb ook niet altijd zin om de hele dag door berichtjes te sturen. Dat kan ook niet altijd. Het was vooral de communicatie, denk ik. Ik denk dat dat op een gegeven moment ingewikkeld werd. Maar het heeft ook met andere dingen te maken.’

En hoe is het dateleven als dj? Heb je fans die het interessant vinden om met jou als bekende dj te daten?

‘Ja, dat is wel gebeurd.’

Dat is een mooie periode om daar gebruik van te maken, als je net gescheiden bent?

‘Ja, kijk... Dat zijn niet echt dingen die je in de Nieuwe Revu wil hebben, haha.’

Maar nu ben je dus weer helemaal opgetogen?

‘Ja hoor. Ik zie nu weer iemand. Het gaat eigenlijk best wel prima. Kijk, het is vooral als je net gescheiden bent, dat het een beetje gek is om het daar dan heel erg over te hebben, over vrouwen en zo. Het is best een precaire situatie, dus dat is niet iets waar ik heel veel over kwijt wil.’

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Showbizz
  • Jackson Loria