Overweeghuis als reddingsboei: van waardeloos naar waardevol in opvanghuis

Carissa Huizinga en Jade Sahin ontsnapten aan mensenhandel, geweld en een leven in de schaduw. In het Overweeghuis in Groningen, een geheime opvangplek voor vrouwen die uit de prostitutie willen stappen, vonden ze veiligheid én een nieuwe missie. Ze zetten nu zelf de toon voor andermans herstel. In een openhartig interview doen zij hun fascinerende verhaal. 

Overweeghuis als reddingsboei: van waardeloos naar waardevol in opvanghuis

'Zullen we het interview doen in de Stadskerk? Bij het Overweeghuis zelf kunnen we momenteel niet terecht. Er is een spoedopname tussengekomen.’ Zojuist zijn fotograaf Joris en ik in de auto gestapt bij Carissa Huizinga, voormalig vrijwilligerscoördinator bij het Groningse Overweeghuis, een tijdelijk opvanghuis voor vrouwen die slachtoffer werden van mensenhandel en uit de prostitutie willen stappen. ‘Onze geplande rondleiding is helaas geen optie meer, sorry,’ verontschuldigt Huizinga zich. 

Even later rijden we, onderweg naar onze geïmproviseerde interviewlocatie, langs het Overweeghuis. ‘Schrijf maar niet op waar dit precies is. We houden de locatie bewust geheim,’ zegt Huizinga. Ze wijst naar een hoekhuis met gesloten gordijnen. ‘Alleen een handvol vrijwilligers weet wie daar binnenkomt en wie er weer vertrekt.’ 

Vandaag is dat gevoel van anonimiteit nog voelbaarder dan normaal. Jarenlang hielp Huizinga, samen met haar collega’s, tientallen vrouwen hun eigen pad naar vrijheid te vinden. Aanvankelijk als vrijwilliger en ervaringsdeskundige, maar gaandeweg steeds meer als mentor, rolmodel en steunpilaar. ‘Ik wilde mijn ervaringen delen met de bewoonsters, maar ook mijn lotgenoten helpen. Een inspiratie zijn. Omdat ik wist hoe donker de nachten waren na een verkrachting. Of nadat een klant je weer de grond in had getrapt, of een pooier weer zijn mes op je keel had gezet.’ 

Het idee van het Overweeghuis ontstond in 2017. ‘Vrouwen uit de prostitutie konden vaak nergens terecht,’ legt Huizinga uit. ‘Veel reguliere opvanglocaties zijn niet ingericht op hun specifieke situatie. Ze hebben vaak een combinatie van trauma’s, verslaving en wantrouwen naar instanties. Dan stap je niet zomaar ergens binnen. Van daaruit is dit concept geboren.’ 

Simpel en doeltreffend

De opzet is simpel en doeltreffend. In het huis is altijd een vrijwilliger aanwezig. Niet als hulpverlener, maar als maatje. ‘We koken samen, wandelen, of zitten gewoon op de bank. Vrijwilligers gaan soms mee naar de huisarts of doen iets gezelligs in het weekend. Met kerst schuiven we soms met onze eigen gezinnen aan tafel. Gewone dingen, maar voor deze vrouwen zijn die vaak zeldzaam geworden.’ 

De vrouwen die in het Overweeghuis verblijven, dragen vaak rauwe verhalen met zich mee. ‘Sommigen zijn echt slachtoffer van mensenhandel,’ zegt Huizinga, wachtend voor een rood stoplicht. ‘Ze werken zeven dagen per week, hun paspoort is afgepakt en hun familie thuis weet vaak van niks. Of ze zijn juist, op jonge leeftijd al, door hun eigen familie weggegeven of ‘verkocht’ om het hele gezin te onderhouden. Anderen zijn uit armoede, onwetendheid of door een verslaving in de prostitutie beland.’ 

Jade Sahin (l) en Carissa Huizinga doen hun verhaal.

Het Overweeghuis, dat volledig draait op vrijwilligers en financiering van de gemeente en donateurs, is geen zorginstelling met vaste schema’s, beleidsmappen of machtsverhoudingen, maar ‘een laagdrempelige opvangplek, een veilige haven waar vrouwen die letterlijk op de vlucht zijn voor pooiers, uitbuiters of gewoon voor hun verleden, op adem kunnen komen’. Zonder verplichtingen, realistische verwachtingen en vooral zonder mannen. De belangrijkste regel: niet werken. Huizinga: ‘Ze moeten echt even uit die wereld stappen.’ 

Hoelang de vrouwen blijven, hangt af van hun situatie. ‘Sommigen blijven twee nachtjes, anderen blijven drie maanden. Soms duurt het langer, bijvoorbeeld als iemand nog wacht op een verblijfsvergunning of een plek in de verslavingszorg.’ Volgens Huizinga zijn er voor al deze vrouwen maar twee dingen die écht werken: veiligheid en toekomstperspectief. ‘Ze hebben niet direct behandeldoelen nodig, ze hebben rust nodig. En aandacht. Pas dan komt de ruimte om na te denken: wil ik dit nog wel?’ 

Soms worden vrouwen aangemeld via instanties als het Leger des Heils, soms worden ze letterlijk gebracht door de politie. ‘Maar ook dan blijft het vrijwillig,’ benadrukt Huizinga. ‘Niemand móét hier iets. En als iemand klaar is voor professionele hulp kunnen we met een bewonerscoördinator helpen om dat op te starten.’ 

Met 10-0 achter 

We zijn inmiddels aangekomen bij de Stadskerk. In de rustruimte vertelt Huizinga dat zij naast vrijwilligerscoördinator ook ervaringsdeskundige is; de Groningse werkte ruim drie jaar in de prostitutie. ‘Vanaf mijn geboorte stond ik al met 10-0 achter,’ blikt ze terug. ‘Ik ben geboren als gevolg van een verkrachting. Mijn moeder werd door haar toenmalige partner – verslaafd, gewelddadig – misbruikt. Die man verdween uit beeld, maar keerde zeven jaar later terug. Hij was zogenaamd tot inkeer gekomen.’ 

Haar moeder, verlangend naar verzoening, hertrouwt met de man. ‘De grootste fout van haar leven.’ Kort daarna begint het misbruik. Huizinga: ‘Ik denk dat ik zeven of acht was. Hij zei: “Je mag niks zeggen.” En voor ik het wist, lag ik onder mijn eigen vader.’ 

De warmte en liefde die ik voel in het Overweeghuis hebben mij doen beseffen dat er nog wel goede mensen bestaan

Wat volgt zijn jaren van seksueel geweld, isolatie en angst. ‘Hij zei altijd tegen mij: “Je bent vuil. Niemand wil jou.” Daar ga je als klein meisje vanzelf in geloven.’ Huizinga barricadeert haar slaapkamerdeur om hem buiten te houden. ‘In de hoop dat iemand anders wakker werd. Die man heeft mijn hele jeugd verwoest.’

Carissa Huizinga: ‘Ik voelde me zielloos.’

Als Huizinga eindelijk durft te vertellen wat haar vader haar aandoet, krijgt ze weinig steun. Integendeel. ‘De kerk zei dat ik hem moest vergeven. “Want,” zo zei men, “voor God zijn alle zonden gelijk.” De kerk spreekt liever niet over gerechtigheid of woede, alleen over liefde en vergeving. Ik werd liefdevol opgenomen door gezinnen in de kerk, maar kreeg nooit ruimte om boos te zijn. Niemand kwam voor mij op. Sommigen geloofden mij niet eens.’ 

Pas veel later doet ze aangifte, en pas nog veel later durft ze écht te breken met het verleden. De dader bekent, maar de zaak wordt geseponeerd. Een unicum. ‘Omdat hij terminaal was en nog maar vijf maanden te leven had,’ zegt Huizinga. ‘Hij schreef een brief vol vage woorden, zonder ooit het woord ‘sorry’ te gebruiken. Ik keek hem aan en zei: “Hoe kan je dit je eigen dochter aandoen? Waarom heb je nooit gezegd dat je van me hield?” Zijn reactie: “Tja, als dat niet het geval is...”’ 

Huizinga’s puberteit verloopt zoals je zou verwachten na zo’n jeugd: onstuimig, onveilig en gevaarlijk. Ze valt voor foute mannen. ‘Het is alsof ik het op mijn voorhoofd had staan: ik voel me waardeloos.’ Na veel bedreigingen uit het criminele circuit slaat zij op de vlucht, met haar twee kinderen. ‘We verhuisden jarenlang van opvangcentra naar opvangcentra. Uiteindelijk kwamen we in Engeland terecht, waar ik mijn leven wou opbouwen.’ 

Toen het pistool tegen m’n hoofd werd gezet, dacht ik: dit was het. Klaar’

Dat loopt anders. ‘In Engeland werd ik in mijn eigen huis gegijzeld door vier mannen met een pistool en een hakbijl. Toen het pistool tegen m’n hoofd werd gezet, dacht ik: dit was het. Klaar.’ Ze overleeft ternauwernood en keert berooid en gebroken terug naar Nederland. ‘Het eerste wat ze daar verneemt: dertien boetes op haar naam, van overtredingen die zij zelf niet had gemaakt. ‘Leuk welkomstkadootje. Ik kreeg de keuze: lappen of 13 weken cel. In dat laatste geval zou ik mijn kinderen kwijt raken.’ 

In wanhoop kiest ze voor prostitutie. ‘Ik wou mijn kinderen niet kwijt. Ik moest geld verdienen.’ De jaren in de prostitutie zijn een zwart gat. Huizinga wordt uitgebuit, soms gedrogeerd en is altijd alert. ‘Ik voelde me zielloos. Ik werd er zelf ook een kil persoon van, iemand die ik niet wilde zijn. Alsof ik bevestigde wat mijn vader altijd zei: jij bent niks waard.’ 

Traumatherapie

Alles verandert tijdens een sessie traumatherapie. Ze wordt teruggebracht naar dat ene moment in Engeland: vastgebonden aan een stoel, een pistool op haar hoofd. In haar hoofd klinkt dan slechts één ding: Joy Comes in the Morning, een psalm over hoop, over licht na de duisternis. ‘Dat lied gaf mij de drive om te ontsnappen.’ 

Ze besluit definitief te stoppen met prostitutie. Met steun van hulpverleners en haar geloof zet ze de stap naar herstel. ‘Soms betrap ik mezelf op iets heel gewoons – ik zit op een zomerfestival, hoor een reggae-beat en ineens denk ik: hé, ik lééf weer. Vroeger voelde genieten als een luxe die niet voor mij bestemd was; alles draaide om overleven. Maar op zo’n moment, omringd door muziek en zon, besef ik: het kan dus wél.’ 

Ook haar jaren bij het Overweeghuis, waar zij anderen hielp, werkten helend voor Huizinga zelf. ‘De warmte en liefde die ik voel in het Overweeghuis hebben mij doen beseffen dat er nog wel goede mensen bestaan. Door alle mooie dingen die ik hier zie, de vrijwilligers die zulk mooi werk verrichten, lukt het mij langzaamaan weer om mensen te vertrouwen.’

Een van de vrouwen die Huizinga aan een nieuw leven heeft geholpen, is Jade Sahin. ‘Ik begin langzaamaan weer in mijzelf te geloven,’ vertelt Sahin (27), inmiddels zelf vrijwilliger bij het Overweeghuis. ‘Dat komt echt door Carissa, zij heeft mij daartoe geïnspireerd.’ 

Jade Sahin: ‘Ik begin langzaamaan weer in mezelf te geloven.’

De exacte leeftijd deelt ze liever niet, maar Sahin belandt al op ‘zeer jonge’ leeftijd in de prostitutie. ‘Ik had een heftige jeugd. Ik was altijd al een beetje anders dan de rest. Ik hoorde nergens bij, dus werd vaak gepest en buitengesloten. Ging met verkeerde mensen om en maakte foute keuzes. Op het internet bezocht ik pro-ana-websites en zo kreeg ik een zware eetstoornis. In mijn zoektocht naar lotgenoten kwam ik, met hele simpele zoektermen, onbedoeld op foute sekssites, waar mannen, jongens en zelfs kinderen zichzelf aanbieden voor geld.

Op het internet voelde ik mij veilig, want daar kon niemand mij iets aandoen. Ik had geen ouders die mij leerden wat veilig was of hoe je online grenzen stelt. Vanuit het internaat regelde ik op een gegeven moment een ontmoeting met een man die ik via internet kende. Die valstrik werd een glijbaan zonder rem. Ik dacht dat ik eindelijk een identiteit had gevonden, dat iemand míj wilde. In werkelijkheid verloor ik mijn complete zelfwaarde en ruilde ik mijn lichaam in voor geld.’ 

Wat volgt is een opsomming van nachtmerries. ‘Ik werd vermist verklaard. Niemand wist waar ik sliep of met wie. Ik belandde in huizen en hotelkamers waar geen mens ooit terecht zou mogen komen. Er is op allerlei manieren misbruik van me gemaakt: fysiek, seksueel, mentaal. Het ergste was dat ik begon te denken dat dit normaal was, dat het zo hóórde als je eenmaal ‘dat meisje’ was.’

Uiteindelijk belandt Sahin in de gesloten jeugdzorg. ‘Ze noemden het bescherming, maar het voelde als een straf. Metalen deuren, camera’s in de gang, strikte regels. Alles schreeuwde: jij bent gevaarlijk. Ik was nog steeds een kind, alleen nu een kind achter slot en grendel. 2 jaar gevangenisstraf voor mijn dader, 4 jaar jeugddetentie voor mij. Die jaren hebben mij niet beter gemaakt. Integendeel. Ik kwam binnen als slachtoffer, maar ik ging weg met nóg meer trauma’s en nog minder vertrouwen in mensen.’ 

Sahin blikt terug hoe haar ellende niet stopte toen ze eenmaal volwassen werd. ‘Na mijn achttiende deed ik zo nu en dan paydates. Ik kende dat leven inmiddels; mijn zelfwaarde was nul en familie had ik niet. Dus moest ik alles alleen fiksen: huur, eten, kleding. Geen geld? Dan maar weer een afspraak. Het begon met af en toe, maar al snel was ‘af en toe’ vaker dan me lief was.’ 

Route richting bordeel

De vriendenkring die ze in die periode opbouwt, blijkt een versnelde route richting bordeel. ‘Daar zou ik drie keer zoveel kunnen verdienen en gratis slapen. Althans, dat werd mij verteld door vrienden die het leven in een bordeel zelf ook onderschatten. Ik verkeerde op dit punt in een ongezonde relatie; het was vechten, vluchten of bij hem blijven. Het idee dat ik in een bordeel ‘veilig’ zou zijn, zonder mijn partner in de buurt, klonk toen als redding. Ze zeiden: “We hebben over twee weken wel een kamer vrij, kom maar vast. Je kan alvast beginnen.” Die twee weken werden veertien maanden.’ 

Via het Overweeghuis konden Carissa Huizinga en Jade Sahin hun verleden achter zich laten.

Als transgender valt Sahin in de smaak; ze verdiende er tot wel 1000 euro per dag. Maar wat ‘veilig’ heet te zijn, blijkt uiteindelijk een web van leugens en manipulatie. ‘Pas toen ik eruit stapte, snapte ik hoe de vork in de steel zat. Elke dag draaide om geld. En het erge is: je ziet het niet als je er midden in zit. Je denkt dat het jouw keuze is, tot je op een dag beseft dat zelfs je gedachten door iemand anders zijn ingepland. Het enige wat ik in al die jaren als ‘fijn’ heb ervaren, waren mijn lotgenoten. Ieder meisje waar ik mee gewerkt heb, had een rugzak en verkeerde in dezelfde benarde situatie. Die verbinding was het enige lichtpuntje in mijn leven.’ 

Sahin gelooft, na haar eigen ervaring, amper in het idee van vrijwillige prostitutie. ‘Zelf dacht ik ook lange tijd dat ik tot die groep behoorde. Maar dat is gewoon nooit zo. Je word opgeslokt door een web van leugens en zware traumatische ervaringen. En je komt daar echt heel moeilijk van los.’

Een bezoekje van een ggd-zorgverlener redt haar leven. Na een emotioneel gesprek krijgt Sahin een doorverwijzing naar het Overweeghuis. De eerste week was ‘één grote schakelpoging’, zoals ze het zelf noemt. ‘Ik voelde me eerlijk gezegd vooral bezwaard toen ik binnenkwam,’ vertelt ze. ‘Ik dacht continu: er is vast iemand die deze plek harder nodig heeft dan ik.

In mijn hoofd bestond mensenhandel uit een vrachtwagen vol Bulgaarse vrouwen die over de grens wordt gejakkerd. Dat beeld van opgejaagde vrouwen was zó heftig dat ik mezelf er niet in terugzag. Pas later leerde ik dat het ook mensenhandel heet zodra iemand móét werken terwijl zij dat niet wil. In dat plaatje bleek ik dus wél te passen, maar dat drong pas door toen ik al in het Overweeghuis zat.’

De rust van het Overweeghuis levert Sahin vrijwel direct iets op. ‘In de allereerste dagen kreeg ik een soort openbaring: ik wíst opeens dat God bestond. Dat gevoel overviel me totaal; ik ben trans, en tot dan toe dacht ik dat ik in geen enkele kerk welkom was. Maar een woonstudent – we zijn nu nog steeds bevriend – nam me mee naar deze kerk. Ik ontdekte dat geloof ook warm en inclusief kan zijn. Dat was letterlijk levensreddend. Vanaf dat moment wist ik: ik ga nooit meer terug de prostitutie in.’ 

Die vastberadenheid werd haar kompas in het huis. ‘Er wonen hier vrouwen die nog twijfelen of ze willen stoppen, maar ik kwam binnen met één doel: nooit meer verkopen wat eigenlijk niet te koop hoort te zijn. Het Overweeghuis gaf me de rust om dat besluit vast te houden. Ik voelde me niet altijd thuis – daar ben ik eerlijk in – maar ik voelde me wél gered. Dat was genoeg om verder te lopen, de goede kant op. Zonder dat huis – en zonder het geloof dat ik daar vond – zat ik nu waarschijnlijk nog steeds in de prostitutie. Daar ben ik sterk van overtuigd.’

Eigen plekje

Na exact drie maanden kon Sahin – verslaafd, maar niet zó zwaar dat ze eerst naar een detox moest – doorstromen naar haar eigen plekje. ‘Dat scheelde een hoop,’ legt ze uit. ‘Als je wel naar een detox moet, sta je soms een half jaar op een wachtlijst. Ik gebruikte om het werk vol te houden; afkicken kon ambulant. Daardoor gingen er ineens deuren open die voor andere vrouwen gesloten blijven.’ 

Zonder dat huis en zonder het geloof dat ik daar vond zat ik nu waarschijnlijk nog steeds in de prostitutie

Ook haar verblijfsstatus speelt mee. ‘Ik ben in Nederland geboren, sta keurig ingeschreven bij de gemeente. Voor vrouwen zonder papieren ligt dat heel anders. Die kun je niet zomaar in een begeleidwonentraject plaatsen, hoe graag je ook wilt. Dan zie je pas hoe bevoorrecht je eigenlijk bent, terwijl je allemaal in dezelfde ellende hebt gezeten.’ 

Sahin heeft bovendien mazzel: er komt precies op tijd een veilige opvolglocatie vrij. ‘Er was net een huis leeggehaald dat al vaker als doorstroomwoning werd gebruikt. Beveiligd, geheime locatie, maar je woont er wel zelfstandig. Voor mij voelde dat als de goede stap – niet meer het ‘nest’ van het Overweeghuis, wél een plek waar niemand me kon vinden.’ 

Dat Sahin nu, jaren later, als vrijwilliger terug is op dat oude nest, beschouwt Huizinga als een overwinning. ‘Jade is zó belangrijk voor ons. Haar kracht ligt echt in haar ervaringsdeskundigheid. Ze vormt een brug tussen de bewoonsters en de vrijwilligers. Kijk, als er een jong meisje binnenkomt, helemaal in de war, dan is het soms moeilijk voor een vrijwilliger om contact te maken.

Veel van ons komen toch uit een heel andere wereld, een andere bubbel. Jade komt daar wél vandaan. Been there, done that. Ze weet hoe het is. Dat is belangrijk, want die meiden zitten soms nog midden in hun trauma. Je kunt niet zomaar overal naar vragen, dat kan triggeren. Jade weet wanneer je wél wat kunt zeggen, en wanneer je beter je mond houdt.’ 

Maar misschien nog wel belangrijker is de rol die Jade speelt als voorbeeld. Huizinga: ‘Ze heeft zelf in het Overweeghuis gewoond. En nu werkt ze er als vrijwilliger. Dat is zó krachtig. Als ik nieuwe vrouwen zie binnenkomen, dan kan ik zeggen: “Kijk naar Jade. Kijk hoe ze begon en kijk waar ze nu staat.” Natuurlijk heeft ze nog haar struggles, maar zoiets geeft hoop. Dat is precies wat we willen bereiken: dat stukje inspiratie. Jade is daarvan het levende bewijs.’

Toch pleit zowel Huizinga als Sahin voor begeleiding na een eerste opvanglocatie als het Overweeghuis. Zelfs voor vrouwen als Sahin, die hun periode in het Overweeghuis ‘succesvol’ afsluiten, is er nog altijd een lange weg te gaan. ‘Mensen denken weleens dat je na zo’n opvang meteen bergopwaarts gaat,’ zegt Sahin. ‘Voor mij ging het eerst juist achteruit. Ik ging van 6000, 7000, soms 8000 euro per maand – cash uit het werk – naar een uitkering van nog geen duizend.

Huur betalen, 50 euro per week overhouden voor boodschappen. Dat hakt erin. En dan komen je trauma’s boven. Ik had als kind al issues met eten, maar in mijn prostitutiejaren had ik letterlijk geen tijd om erin door te schieten. Thuis, alleen met mijn gedachten, klapte het uit elkaar. Ik at dagen niets, viel flauw, belandde in het ziekenhuis. Een jaar geleden lag de dood écht op de loer. Nu gaat het weer beter met mij. Daar moet ik keihard aan werken. Het blijft een gevecht in mijn hoofd.’

Sociale onderneming

Na vijf jaar bij het Overweeghuis acht Huizinga daarom de tijd rijp voor haar volgende stap: een sociale onderneming onder de noemer ‘Jij bent het waard’. Huizinga: ‘In het huis zie ik dagelijks hoeveel talent er rondloopt, maar na hun vertrek verdwijnt dat talent in de schoonmaak of de nachtploeg van een fabriek. Niet omdat ze dát willen, maar omdat niemand verder kijkt dan hun verslaving of hun taalachterstand. Met ‘Jij bent het waard’ wil ik dat deksel eraf halen. Alle vrouwen die uit het Overweeghuis stromen, beschikken over talent en nuttige vaardigheden. Als ik hen dagbesteding kan bieden, hou ik ze in het zicht én uit de klauwen van dealers en pooiers, die vaak nog op de loer liggen. Ik leer ze iets bruikbaars én voorkom die extra verslaving.’ 

Carissa Huizinga en haar project ‘Jij bent het waard’ steunen? Dat kan via bijgaande qr-code.

Om dat van de grond te krijgen, zoekt Huizinga naar een locatie, machines en opdrachtgevers. Keihard werken, maar iedere seconde waard. Huizinga: ‘We geven talent een kans, we geven zelfwaarde terug en we leveren bedrijven echte producten en diensten met een verhaal. Wie denkt dat vrouwen uit de prostitutie geen doorzettingsvermogen hebben, vergist zich. Geef ze één reden om op te staan en ze rennen de marathon.’

Mens & Maatschappij
  • Joris van gennip