De ergste scenario's verdwijnen uit beeld
Volgens een nieuw VN-rapport lijken de meest rampzalige voorspellingen over klimaatverandering niet langer realistisch. Waar wetenschappers eerder vreesden voor een temperatuurstijging van meer dan 4 graden tegen het einde van deze eeuw, wijzen recente cijfers nu op een stijging van rond de 2,5 tot 3 graden.
Dat is grotendeels te danken aan de wereldwijde omslag naar duurzamere energie. Steeds meer landen investeren in zonne- en windenergie, sluiten kolencentrales en voeren beleid in om CO2-uitstoot te beperken. Elektrische auto’s, strengere milieuwetten en internationale samenwerking zorgen ervoor dat de opwarming van de aarde iets lijkt af te remmen.
Groene technologieën winnen terrein
De snelle doorbraak van groene technologie heeft veel bijgedragen aan dit positievere beeld. Zonnepanelen en windmolens zijn goedkoper en krachtiger dan ooit. Daarnaast investeren bedrijven fors in innovaties als waterstof en batterijopslag. Daardoor groeit de kans dat de wereldeconomie sneller kan overschakelen op schone energiebronnen.
Zelfs grote vervuilers als China en India maken stappen richting verduurzaming. Het tempo van de energietransitie overtreft de verwachtingen, al blijft het een enorme uitdaging om dit wereldwijd vol te houden.
Trump remt de vooruitgang
Toch is er één groot obstakel: de Verenigde Staten. Onder het beleid van Donald Trump doen de Amerikanen bijna niets om de uitstoot te beperken. Trump schrapte klimaatmaatregelen, heropende kolenmijnen en stapte eerder zelfs uit het Klimaatakkoord van Parijs. Dat maakt het moeilijker om de wereldwijde temperatuurstijging tot maximaal 2 graden te beperken.
Ondanks alle vooruitgang blijft de temperatuurstijging op koers voor ongeveer 2,5 graden, met ernstige gevolgen voor natuur en mens. De aarde lijkt dus iets veiliger dan gevreesd werd. Maar zolang grote spelers als de Verenigde Staten achterblijven, blijft de toekomst van het klimaat wankel.
- NOS
- NL Beeld / PA Images