Want zelfmoord, dat was het toch? Of toch niet? Van Kleef en Smits blikken terug en spreken met de hoofdrolspelers van toen.
De zon schijnt en toch regent het op dinsdagmorgen 8 juni 2010. Kermis in de hel. Wel een mooie hel. De taxichauffeur heeft ons afgezet bij een glanzend hekwerk voor een lommerrijke tuin en dito vijver in villadorp Ubbergen. Deze villa aan de Rijksstraatweg 33 is vanaf de openbare weg niet te zien. Toch moet hier Sjoerd Kooistra wonen, de horecatycoon uit Groningen die opklom van schoolverlater tot de rijkste – en meest eigenwijze – kroegbaas van Nederland.
Gedonder in de glazen
Die rijke kroegbaas staat deze warme zomer zelf ook voor het hek. Namelijk voor het hekje van diverse rechtbanken in Nederland waar onder meer Heineken hem woedend voor hebben gesleept. Kooistra heeft hoogoplopende ruzie met drie bierbrouwers: Inbev, Heineken en Grolsch. Kooistra zou zijn financiële afspraken al maandenlang niet meer nakomen. De brouwers claimen miljoenen euro’s. Daarom staan wij voor het hek van Kooistra. Want als Kooistra zijn vaste lasten niet meer betaalt, is hij dan zijn imposante spaarpot kwijt? En zo ja, hoe kan dat? In 2009 meldt de kroegbaas telefonisch nog trots aan ons dat hij een nieuwe deal met Heineken heeft gesloten. ‘Een keiharde deal, waar niemand omheen kan. Die deal is gegarandeerd 50 miljoen euro waard. Het is mijn beste deal ooit.’ Maar als we hem in juni 2010 bellen om te vragen hoe het zit met al die rechtszaken, zegt hij nurks: ‘Een interview? Hou op. Bel me over drie weken maar terug, dan heb ik misschien wat te vertellen.’ Maar we zitten met een deadline. Drie weken is te laat. Letterlijk, zou al snel blijken.Er is een mazzeltje. Journalist Smits volgt en spreekt Kooistra al sinds 2004 voor Het Parool, Quote en Nieuwe Revu. En Smits is ook een Groninger, dus net zo vasthoudend en eigenwijs. En zo komt er toch een interviewafspraak.‘Mits het geen kutverhaal wordt.’
Als we bij Kooistra aanbellen, zwaait een deel van het hoge tuinhek voor ons open. En dan volgt de eerste verrassing. Kooistra heeft geen waakhonden, maar schapen. Dat blijkt prima te werken. Als je via de oprit naar Kooistra’s voordeur loopt, wat een minuut of drie duurt, hoor je al die tijd een hels gemekker. De heer des huizes staat in de deuropening van landhuis Rozendal. Hij draagt een overhemd, een beige broek met precies in het midden van de pijpen een scherpe vouw. Aan zijn voeten pantoffels. Hij ziet er vermoeid uit. De horecatycoon gaat ons voor naar de woonkamer. Veel schilderijen. Overal boeken, van het type dik, lederen band en nooit gelezen. Tapijt waar je tot je enkels in wegzakt. Grote banken rond een haard, waar we gaan zitten. Kooistra loopt moeizaam. Hij oogt vermagerd. Op Ibiza, waar zijn jacht ligt, is hij onlangs beroofd en daarbij met een mes in zijn ribben gestoken. Of heeft hij een acute blindedarmontsteking gehad waaraan hij geopereerd is? Kooistra heeft beide versies de wereld in geslingerd. Of wordt hij misschien afgeperst? Wat ook opvalt is dat Kooistra veel zweet. Om de paar minuten wrijft hij een doek langs zijn wangen. We zijn nog geen kwartier aan het praten of het doekje is net zo doorweekt als zijn gezicht.
‘Gelul!’
We praten lang. Kooistra blijft geruime tijd vaag. Het antwoord op de meeste vragen luidt: ‘Jongens, het is allemaal gelul!’ Ondertussen pakt hij multomap na multomap om te bewijzen dat er ‘niets aan de hand is’ met zijn belangrijkste bv Plassania. Via Plassania verpacht Kooistra zijn kroegen aan pachters. Dat gaat op een bijzondere manier. De pachters betalen Kooistra een percentage van de bruto-omzet dat op kan lopen tot 38 procent. De pachtsommen zijn dermate hoog, dat er geregeld pachters omvallen. Kooistra rekent per week af met zijn pachters. De Belastingdienst en de toeleveranciers niet. Daarom zijn zij wel schuldeisers in een faillissement van een omgevallen pachter en Sjoerd Kooistra niet. Kooistra ‘zet’ gewoon een nieuwe pachter in de zaak en de kroeg kan weer open. Deze manier van zakendoen is door de jaren heen de Methode Kooistra gaan heten. De fiscus is niet gelukkig met die methode en probeert elkjaardeteugelsrondomKooistrastrakkeraan te trekken. Ook de media zijn er weinig enthousiast over.
We praten lang. Kooistra blijft geruime tijd vaag. Het antwoord op de meeste vragen luidt: ‘Jongens, het is allemaal gelul!’
Wij: ‘Je methode heeft inmiddels nogal een slechte naam gekregen.’ Kooistra: ‘Maar daar heb ik sinds vorig jaar dus wat op bedacht.’ Wat heeft Kooistra bedacht? Hij geeft ons aanvankelijk alleen indirecte antwoorden op die vraag, terwijl hij steeds harder zweet. Verder valt op dat het doodstil is rondom zijn landhuis. Je hoort alleen het fluiten van de vogels en soms het mekkeren van een schaap. Kooistra is ook helemaal alleen. Zijn man Dick Loorbach is in Marbella, privéchauffeur Bert Lammerts van Bueren is met vakantie, tuinman Erik Rutten heeft vrij. De privé-accountant van Kooistra, Henk Wustenveld, woont ver weg van Ubbergen, in het Groningse Norg.
Na uren praten komt er een A4’tje op de grote salontafel. Het betreft de nieuwe deal met Heineken. Via het nieuwe contract, lezen we, verhuurt Kooistra het merendeel van zijn kroegen direct aan Heineken. De brouwer wil dat graag, want op deze manier kan het de ingehuurde kroegen via een kettingbeding verplichten om Heineken te tappen. ‘Maar Heineken is een te corporate concern om pachters te zoeken,’ zegt Kooistra. ‘Dat moet ik doen.’ Klopt, dat staat in het contract. De pachter moet de huur van de kroeg aan Heineken aftikken en dat eventuele hoofdpijndossier loopt via Kooistra. Geen omkijken naar en je zet toch al je hectoliters bier weg. Dat is de art van de deal voor Heineken. Kooistra wil er wel iets extra’s voor terug: Heineken betaalt de huur van alle kroegen grotendeels aan Plassania vooruit, 7,5 miljoen euro per jaar.
Ketting
Maar voor Kooistra is de deal daarmee nog niet klaar. Er is in eerste instantie een contract getekend waarin Kooistra belooft borg te staan voor de huursommen die pachters aan Heineken moeten betalen. Dat contract dateert van 2008 en loopt tot 2016. Kooistra breekt dat contract open omdat hij bij nader inzien een langere looptijd wil, tot 2021. Heineken vindt dat prima. Hoe langer een kroeg aan de ketting ligt, hoe beter. Het herziene contract wordt op 17 maart 2009 getekend door Kooistra en de huisadvocaat van Heineken, Luis Tejero del Rio. Hun handtekeningen prijken op het contract dat voor ons ligt. Wat de huisadvocaat en corporate boys van Heineken niet zien is dat in het nieuwe contract de persoonlijke borgstelling van Kooistra niet meer is opgenomen.
Wij: ‘Maar dit is toch een heel voordelig contract voor jou en heel nadelig voor Heineken?’ Kooistra: ‘Moet je Heineken vragen. Zij hebben getekend.’
Wij: ‘Huurt Heineken ook niet een beetje aan de dure kant in: 7,5 miljoen euro per jaar? Kooistra: ‘Neem alleen de Exit al in Amsterdam. Die heb ik aan Heineken verhuurd voor 220.000 euro per jaar. Aan wie kan ik voor dat bedrag dat pand verhuren?’
Wij: ‘Nou?’
Kooistra: ‘Aan niemand! Nergens!’
Wij: ‘Heineken huurt te duur in.’
Kooistra: ‘Ja, dat ga ik toch niet zeggen!’
En daarom is het deze zomer oorlog tussen Kooistra en Heineken, waarbij de eerste met voordeel de strijd in gaat. De corpsballen van Heineken zijn opgelicht door een boer uit Groningen. Heineken heeft huur aan Kooistra vooruitbetaald, ziet geen cent pacht en ziet ook geen aflossingen meer binnenkomen op uitstaande schulden bij Plassania.
Waarom betaalt Kooistra niet meer? Omdat het slecht gaat met bijna alle kroegen van Plassania. Crisis, rookverbod, recessie, te dure verbouwingen. Kooistra houdt vast aan zijn succesconcepten van vroeger en gaat niet met zijn tijd mee. Daarnaast haalt Kooistra de laatste jaren privé veel geld uit de bv om zijn steeds meer luxueuze levensstijl te bekostigen. Een mooi, maar steeds duurder leven dat hij leidt met zijn man Dick Loorbach. En daarom zien schuldeisers geen geld. Want het is er niet meer. Heineken is woedend. Kort na ons interview stuurt het bierconcern hem een brief. Of Kooistra gaat Heineken betalen of Heineken gaat al zijn kroegen sluiten. De brouwer eist in de brief onder andere:
- 2 miljoen euro, te betalen voor 29 juni 2010.
- Kooistra moet weer persoonlijk borg gaan staan voor de pachtstromen.
- Kooistra moet een lijst overhandigen met al zijn bezittingen, zowel zakelijk als privé.
- Kooistra moet bereid zijn om deze bezittingen te verkopen om zijn schulden aan Heineken te voldoen.
Kooistra raakt in paniek en wil om de tafel met Heineken. Hij rijdt in de dagen die volgen langs het huis van Philip de Ridder, directeur Heineken Nederland, in Soest. Maar De Ridder doet niet open en neemt zijn telefoon niet op. Op maandag 28 juni wordt Kooistra dood gevonden in landhuis Rozendal. Drie maanden later verruilt Plassania het tijdelijke voor het eeuwige als het op maandag 13 september failliet wordt verklaard.
Moord of zelfmoord?
Veel mensen vragen ons anno 2020 nog steeds of wij er, tijdens en na dat laatste interview met Kooistra, aan hebben gedacht dat hij weleens zelfmoord zou kunnen gaan plegen. Het antwoord is: nee. Kooistra toonde zich tijdens het interview strijdlustig. Alle rechtszaken die liepen waren ‘onzin’ en van Heineken zou hij het zeker gaan winnen. Hij had dat contract toch? Wel waren we verbaasd dat we in eerste instantie niet welkom waren voor een interview, want dat waren we anders altijd. Wat verder opviel was dat Kooistra er slecht uitzag. Hij was afgevallen, liep moeilijk en ademde soms zwaar. Maar goed, hij was net geopereerd, of gewond geraakt bij een overval, en hij had een zware tijd gezien alle lopende rechtszaken. Kooistra zweette ook erg, maar het was warm. Wij vernamen het nieuws van Kooistra’s dood via Teletekst, in 2010 nog een belangrijk en snel nieuwsmedium. We waren net zo verbaasd als ieder ander. Het interview was nog niet helemaal uitgewerkt, we waren nog aan het rondbellen.
Weduwnaar Dick Loorbach: ‘Ik heb destijds in ons appartement op de Zuidas rare briefjes gevonden in code. Echt dat je denkt: daar klopt iets niet’
Er zijn ook nog steeds bronnen die claimen dat de zelfmoord van Kooistra geen zelfmoord is geweest. Er zijn destijds door de recherche sigarettenpeuken gevonden rondom het huis van Kooistra, die fel tegen roken was. In zijn buurt mocht niemand een sigaret opsteken. Het bed in de logeerkamer zou in het weekend na zijn dood beslapen zijn geweest. En Kooistra verbrandde de laatste jaren wel heel veel geld privé. Volgens curator Seerp Gratama haalde Kooistra de laatste twee jaar van zijn leven liefst 25 miljoen euro cash uit Plassania. Werd de kroegtycoon soms afgeperst? Weduwnaar Dick Loorbach: ‘Ik heb destijds in ons appartement op de Zuidas rare briefjes gevonden in code. Echt dat je denkt: daar klopt iets niet. Die heb ik keurig gescand en bij de politie afgeleverd. Ik heb er nooit meer iets van gehoord.’
De chauffeur van Kooistra, Bert Lammerts van Bueren, is er nog steeds ‘100 procent zeker’ van dat het wel zelfmoord is geweest, zegt hij stellig aan de telefoon. ‘Er zijn destijds peuken gevonden, oké. Maar het lichaam van Kooistra is gevonden door de tuinman, Erik Rutten. En die rookte toen shag als een ketter. Shaggies tellen toch ook als peuken?’
‘Ik ben zelf ook door de politie verhoord. Schoenen uit, horloge af, heel serieus. Ik had immers de sleutels van het huis en het hek en ik wist de codes van de alarminstallaties. Rutten is eveneens verhoord. Twee keer zelfs, op één dag. Maar Rutten doet geen vlieg kwaad en ik had ook geen motief. Ik heb minder leuke, maar vooral ook hele leuke dingen meegemaakt met Sjoerd. Als hij in een goed humeur was, was het een hele fijne baas.’
Ook boekhouder Henk Wustenveld zegt tegen Revu dat hij er nooit aan heeft getwijfeld dat Kooistra zelfmoord heeft gepleegd. ‘Moord lijkt mij volstrekt onmogelijk, Sjoerd heeft voor mij en voor meer mensen een afscheidsbrief achtergelaten. Sjoerd had zichzelf op een voetstuk gezet en zou daar vanaf gaan tuimelen. Dat wilde hij niet. “Ik leg mijn kop niet op het hakblok,” zei hij tegen mij.’
‘In 2007 had ik, toen het met Plassania minder goed begon te gaan, een uitgebreid financieel reddingsplan gemaakt. Een van de punten daarin was dat Sjoerd voortaan maximaal 1 miljoen euro per jaar uit de zaak mocht halen om privé te gebruiken. Daar was hij het pertinent niet mee eens. “Dat doe ik niet,” zei hij. Nou goed, dan ben je uitgepraat. Want Sjoerd was de baas. Of hij achteraf beter naar mij had moeten luisteren? Misschien. Maar het was zijn bedrijf en niet dat van mij.’
Onzin
Oscar Hammerstein, destijds de advocaat van Kooistra in de rechtszaken die de brouwers voerden tegen Plassania, wist in 2010 wie Kooistra had vermoord. ‘Heineken heeft het gedaan.’ De brouwer had nooit zoveel geld moeten steken in de kroegen van Kooistra.
Vertrouwenspersoon Martin Nijdam: ‘Het was zelfmoord van Sjoerd. Natuurlijk. Zelfmoord was voor hem de enige uitweg’
Hoe ziet Heineken dat nu, tien jaar later? We ontvangen een schriftelijke reactie van de bierbrouwer. ‘De heer Kooistra is niet vergeten, de zaak heeft ook direct betrokken collega’s destijds geraakt. We hebben ruim twintig jaar samengewerkt met de heer Kooistra. De schuld liep op tot een aanzienlijk bedrag en natuurlijk zijn we daar destijds van geschrokken. In die tijd zijn we misschien te goed van vertrouwen geweest, dat is nu niet meer terug te draaien. De horeca heeft in de afgelopen jaren een enorme professionaliseringslag gemaakt. Een groei die wij als bedrijf ook doorgemaakt hebben. Ruim tien jaar geleden lag de focus 100 procent op onze pilsmerken en de verkoop daarvan. Tegenwoordig voeren we een veel rijker portfolio en heeft het aanbod aan type horecagelegenheden een enorme vlucht genomen. Onze horeca-organisatie ziet er dan ook anders uit dan ruim tien jaar geleden.’ Hammerstein denkt er het zijne van. Dat het faillissement van Plassania na tien jaar nog niet is afgewikkeld, ligt in elk geval niet aan de bierbrouwer. ‘Dat komt door curator Seerp Gratama. Die verkoopt al tien jaar grote onzin. Waarom hij dat doet? Om de doodeenvoudige reden dat er nog een hele hoop geld in kas zit in dit faillissement. En zolang de zaak loopt, rookt de schoorsteen van Gratama. Ik zal u vertellen hoeveel hij inmiddels aan dit faillissement heeft verdiend. Het laatste curatorenverslag is verslag nummer 26 en dateert van 18 maart 2020. Dat is treffend, want dat is de verjaardag van Kooistra. In bijlage 5 van dat verslag staat het salaris van de curator tot nu toe. Dat is, en ik citeer, 1.626.646 euro en 26 cent.’
Een belangrijke vertrouwenspersoon rondom Plassania was voor Kooistra pachter annex zelfbenoemd ‘puinruimer’ Martin Nijdam. Nijdam kwam vaak in beeld als een andere pachter van Plassania weer eens failliet was gegaan. Nijdam is een van de weinige horecaondernemers die via Kooistra succes wist te krijgen, onder andere met een van de Amsterdamse filialen van Kooistra’s kroegenconcept Drie Gezusters. Nijdam, nu: ‘Het was zelfmoord van Sjoerd. Natuurlijk. Henk wist het en ik ook. Zelfmoord was voor hem de enige uitweg. Zolang ik Sjoerd heb gekend, had ik altijd het gevoel dat hij nooit gelukkig was. De boog moest altijd gespannen staan. De man heeft denk ik meer wereldreizen op zijn naam dan Columbus. Die had alles al meegemaakt en of gezien. In de gayscene was een afgang zoals het er voor hem uitzag een no-go. Dat bestond in zijn wereld niet. Het aanzien vanuit de wereld was voor hem belangrijk. Dat dreigde te verdwijnen. Ik heb heel veel ruzie met Sjoerd gehad, maar ik heb ook met hem gelachen. Ik open deze maand in Scheveningen een splinternieuwe vestiging van Drie Gezusters. Kosten noch moeite zijn gespaard, het is heel erg mooi geworden. Kom kijken! Als je goed kijkt, zie je her en der een paar kleine schilderijtjes hangen. Moet je raden wie daar opstaat.’
VAN TIGER KING TOT MULTIMILJONAIR
Sjoerd Kooistra (18 maart 1951) wordt zodra hij 16 jaar is door zijn vader Hans van de mulo gehaald. Hij moet mee gaan helpen in het succesvolle familiebedrijf De Vluchtheuvel in Norg. Een restaurant met een speel- en een dierentuin. Kooistra jr. krijgt de zorg voor twee poema’s en twee leeuwen op zijn bord. Sjoerd Kooistra als Tiger King avant la lettre. ‘Hij was als de dood voor die beesten,’ herinnert broer Klaas zich in het boek De Zaak Kooistra. Toch bevalt het Sjoerd hier beter dan in het vorige horeca-etablissement van zijn vader: café Kooistra in Emmen. Een drankhol zo dicht bij het plaatselijke woonwagenkamp, dat veel mensen er niets mee te maken willen hebben. Kooistra:
‘Voor andere kinderen was ik dat ventje van het woonwagenkamp. Daar krijg je toch een tik van mee.’ Daar komt volgens intimi zijn latere gedrevenheid vandaan. Hij wil succesvol worden en zijn succes etaleren. Dat lukt aardig. In de zomer van 2010 kan de voormalige leeuwentemmer showen met:
– Landgoed Rozendal in Ubbergen, in 2003 getaxeerd op 5 miljoen euro.
– een loft op de Amsterdamse Zuidas, aankoopkosten 1,25 miljoen euro.
– een herenhuis aan de Verlengde Herenweg in Groningen, in 1991 gekocht voor 825.000 gulden (372.000 euro).
– een nieuwe villa in Marbella, kavel- en bouwkosten 7 miljoen euro.
– een bouwkavel op Gran Canaria van 600.000 euro.
– een jacht Three Sisters, in 2003 aangeschaft voor 4.650.000 euro.
– een Audi Q7, een BMW 730, een Mini Cooper, een witte Bentley, twee Smarts, een auto uit de Mercedes S-klasse en een gele Ferrari.
FAILLISSEMENT KOOISTRA NOG STEEDS NIET AFGEROND
Na tien jaar en 5360,5 curatoren-uren is het faillissement van Plassania nog steeds niet afgewikkeld. Pas afgelopen oktober heeft de zogenaamde verificatievergadering plaatsgevonden, het moment waarop crediteuren bewijzen moeten tonen voor hun vorderingen. Er valt 5,8 miljoen euro te verdelen. Dat is al het geld dat curator Seerp Gratama bij elkaar wist te schrapen uit de gefailleerde boedel. Het laatste faillissementsverslag meldt dat 123 crediteuren nog een bedrag van 117.334.313,62 euro tegoed hebben. Proost.
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- ANP, HH