Leon Verdonschot
Leon kwam in 1992 als stagiair binnen en bleef tien jaar in dienst. Voor zijn muziekrepo’s kreeg hij de Pop Pers Prijs. Daarna maakte Leon tv, deed theatertournees en schreef boeken. Zijn boeken over Rico Verhoeven en Luc de Vos zijn veelgeprezen. Leon trok met zijn docu Het Schoonmakersparlement de schoonmaker uit de anonimiteit. Nieuwe film en boek zijn in de maak.
Mooiste verhaal
‘Samen met fotograaf Clemens Rikken gingen we
op pad met Jacques Herb. Na een optreden op een
camping in Winterswijk kwam er een verstandelijk beperkte jongen naar hem toe. Die jongen
vroeg of hij zijn nieuwe cd mocht hebben. Voor
niks, bedoelde hij, maar dat begreep Jacques niet.
Die wilde er geld voor. Toen zei die jongen: “Ja zeg,
ik ben gehandicapt!” Waarop Jacques zei: “Gehandicapten krijgen ook zakgeld.” Een paar weken
later waren we onderweg naar Jacques toen hij
opbelde. De afspraak ging niet door want die ochtend was zijn vrouw Diny weggelopen. Ze had de
Mercedes meegenomen, en ook zijn portemonnee.
Clemens en ik keken elkaar aan: dit is hét moment,
nu gaat hij alles vertellen. We moesten lullen als
Brugman, maar uiteindelijk mochten we toch
komen. “Neem dan wel twee pakjes Barclay menthol mee.”’
Vreemdste collega
‘Op mijn eerste stagedag kwam ik ’s ochtends aan
op een lege redactie. De enige die er zat, was fotograaf Paul Blanca. Ik was een bleue jongen uit
Geleen, maar ik wist wel dat Paul Blanca een
mythisch figuur was. En toen ook een echte junk.
Hij vroeg of ik hem een tientje kon lenen. Dat geld
heb ik nooit meer teruggekregen. Maar ik kreeg wel
een foto, als bedankje. Een polaroid van zijn vriendin, bij wie hij een met ducttape omwikkeld mes in
haar vagina had gestoken. Paul ging ook op bedevaartstocht naar Santiago de Compostella. De prachtige literaire reportage die hij zou maken, kwam er
nooit. Maar hij belde wel elke week naar de hoofdredacteur met een onwaarschijnlijk verhaal dat altijd
hetzelfde eindigde: er moest meteen geld worden
bijgestort. Op een ochtend was er paniek op de
redactie: de kerstpakketten waren weg. Collega Gerrit Mollema kwam toen net binnen. Hij had Paul
Blanca gezien op station Bijlmer. Hij stond onderaan
de roltrappen zalm en flessen drank te verkopen.’
Grootste blunder
‘Ik ging undercover als sekstoerist naar Isla Margarita. Je kon daar toen een bijzondere all-in reis boeken: gratis eten, gratis drinken, gratis hoertje. Dus
toen zat ik daar een week, met mijn eigen hoer. Terwijl vlak daarvoor mijn eerste lange relatie uit was
gegaan. Ik ging volledig de fout in. Uiteraard werd
ik verliefd op het hoertje. Het verhaal heb ik uiteindelijk wel geschreven, maar net te laf. Een beetje
cynisch en lacherig doen over al die mannen, maar
mezelf spaarde ik. Daar heb ik veel van geleerd. Als
je zelf het onderwerp van het verhaal bent, moet je
ook all the way durven gaan.’
Gerard Wessel
Vers van de fotoschool kwam Gerard in 1985 bij ons mooie blaadje aangewaaid. Twintig jaar lang reisde hij voor Revu de hele wereld over om reportages te schieten. Gerard is altijd blijven fotograferen, al heeft hij zijn aandacht verlegd van reportage- naar portretfotografie, onder andere voor Volkskrant Magazine.
Beste herinnering
‘Ik zat op de fotoacademie in Den Haag en had in
1985 als eindexamenopdracht een fotoreportage
gemaakt over Herman Brood. Herman stelde toen
voor om die foto’s te verkopen aan Nieuwe Revu,
waar hij destijds als een soort freelancer af en toe
stukjes voor schreef. Dat was natuurlijk een
gouden introductie, Nederlands grootste rock-’n-roll-ster die mij meenam naar de redactie en mij
daar aankondigde als dé nieuwe fotograaf.’
Mooiste reportage
‘Nadat Herman mij had voorgesteld, zei fotoredacteur Floris Bergkamp: “Als je nog eens ideeën hebt,
kom maar langs.” Ik heb toen in drie dagen tijd
iets van veertig ideeën bedacht. Waaronder een
reportage over zwervers in Amsterdam. Ik woonde
toen in de binnenstad en het viel mij op dat er ontzettend veel zwervers waren. Mijn idee bleek een
schot in de roos. Ik weet nog dat Floris tegen mij
zei: “Geweldige fotografie, maar we hebben nog
een spraakmakende spread nodig.” Ik had geen
flauw idee wat een spread was. Dat bleek dus een
foto over twee pagina’s te zijn. Uiteindelijk belandde ik op het Leidseplein. Midden op het plein lag
een zwerver te slapen. Ik pakte mijn camera, ging
op mijn buik liggen en tegen de schemer van de
ondergaande zon heb ik hem toen op straathoogte
gefotografeerd.’
Grootste blunder
‘Met journalist Paul van Gageldonk ben ik aan het
begin van de Eerste Golfoorlog per abuis in Irak
beland. Wij hadden ons laten vertellen dat in het
niemandsland tussen Jordanië en Irak een post
van Artsen Zonder Grenzen was. Dat leek ons een
fantastisch item, dus wij gingen daarheen. Die
post hebben wij niet gezien, maar er kwam wel
een Arabier op ons af. Hij zei in het Engels dat wij
weg moesten wezen, want er kwamen soldaten
aan. Dus Paul en ik scheurden met een bloedgang
terug naar die grenspost. In mijn achteruitkijkspiegeltje zag ik dat er een stuk of negen militairen met getrokken pistool uit hun jeeps sprongen.
Ik gaf een extra dot gas, ben van de weg af gegaan
en om de grenspost heen gescheurd. De grensbewaker heeft toen zijn magazijn op onze auto leeggeschoten. In Jordanië moesten wij ons de volgende ochtend melden bij een kazerne. Ik zei tegen
Paul: “Wij gaan ons morgen helemaal niet melden,
wij gaan vluchten.” In het holst van de nacht hebben wij toen de allereerste vlucht het land uit
genomen.’
Jossine Modderman
Jossine kwam in 1984 binnen bij het blaadje en bleef tot 2002. ‘In die jaren ben ik trouwens wel drie keer opgestapt en twee keer teruggekomen.’ Daarna heeft Jossine een imposant cv opgebouwd: ze was onder meer chef-reportage bij Margriet en adjunct-hoofdredacteur bij Viva, een functie die ze ook bekleedde bij Veronica Magazine. Nu is Jossine al ruim vier jaar hoofdredacteur van alle online platforms van Linda. Verder verdoet ze veel tijd met het zoeken naar haar hond, als die weer eens is weggelopen.
Eerste keer
‘Ik zat in 1984 op de School voor Journalistiek in
Utrecht en wilde heel graag stage lopen bij Nieuwe Revu. Die school was destijds een ongelooflijk
links bolwerk. Stage lopen bij Revu, daar werd op
neergekeken. Daar had ik uiteraard schijt aan. Ik
was net twintig en heel erg punk. Ik droeg tutu’s
en trouwjurken en had grote hanekammen en
een leren jekkie met groot Social Suicide op de
rug. Dus op mijn eerste stagedag ging ik naar de
redactie op de Stadhouderskade, in mijn punkkostuum. De eerste die mij zag, was Pieter
Storms. Die keek verschrikt op en zei: “Scheer je
weg!” Hij dacht dat ik een of andere rellende kraker was. De rest vond mij gelukkig wel leuk.’
Mooiste verhaal
‘Ik ben in 1990 in Zuid-Afrika bij de vrijlating
van Nelson Mandela geweest. Toen hij de gevangenispoort uitliep, stonden duizenden journalisten van over de hele wereld hem op te wachten.
Hij ging daarna door naar Soweto, en ging daar
bij zijn vroegere hut in de tuin zitten. Dus de
voltallige wereldpers erachteraan. Iedereen
stond over of door de heg te loeren naar Mandela
die daar op zijn tuinstoeltje zat. Toen besloot ik
door de heg te kruipen en ben ik naar hem toe
gelopen. Gewoon, om te vragen hoe het met hem
ging.’
Heerlijk helder
‘Ik moest een portret maken over Freddy Heineken. Dat was nadat hij door Willem Holleeder
was ontvoerd en aan niemand meer interviews
gaf. Het kantoor van Heineken zat tegenover
onze redactie. Ik dacht: ik stuur mijn artikel
gewoon naar hem op.
Een paar dagen later werd ik gebeld. “Mevrouw
Modderman, ik heb uw verhaal gelezen, maar er
staan allemaal dingen in die niet kloppen. Dus
kom maar even langs.” Ik was toen een jaar of 25 en natuurlijk superknap. Ik ging naar hem toe en hij werd verliefd
op mij. Want hij werd verliefd op elke vrouw van
onder de dertig. Zo hebben we een heel leuke
vriendschap ontwikkeld. Soms belde hij me uit
het niets op: “Ik verveel me, kun je langskomen?”
In zijn appartement lag een briefje: “Ik ben even
een dutje aan het doen, kom je me wakker
maken?” En dan lag hij mij naakt in zijn bed op
te wachten. Op de redactie werd het altijd in twijfel getrokken, maar ik kan nu gewoon echt zeggen: ik ben nooit naar bed geweest met Freddy
Heineken.’
Hein de Kort
Hein begon begin jaren 80 bij de partijkrant van de Communistische Partij Nederland. Hij maakte stroken strips voor 15 gulden per dag. ‘Ja, dat waren socialistische tarieven.’ Gerrit de Jager (van de Familie Doorzon) en stripuitgever Ger van Wulften haalden Hein in 1984 naar Nieuwe Revu. Daar maakte hij eerst de strip Pardon Lul, en vanaf 1990 Dirk & Desiree. Hein tekent nog altijd voor Revu. Ook heeft hij een dagelijkse cartoon in Het Parool. In 1992 won Hein de Stripschapprijs voor zijn gehele oeuvre.
Beste cartoon
‘In twintig jaar heb ik ruim duizend pagina’s Dirk
& Desiree getekend, dus ik hoop dat je begrijpt dat
dit geen makkelijke vraag is voor mij. Maar een
van de allerleukste vind ik dat Dirk in de kroeg
tegen een man zegt: “Leuk jasje.” Als de man
hem bedankt voor het compliment, zegt Dirk:
“Ik geef jou geen compliment, ik geef het jasje
een compliment. Dat jasje is een leuke vlag op
een modderschuit. Van die hele vette vieze gore
mongolenmodder.”
Dat is Dirk ten voeten uit. Hij heeft helemaal
geen humor, hij is gewoon een ontzettende eikel.
Maar hij is ook een alter ego, dus ik ben ook een
eikel. Ik laat Dirk dingen zeggen die ik zelf niet
durf te zeggen. Dus bij dezen wil ik Revu bedanken voor het therapeutisch gebruik van hun
blad.’
Grootste blunder
‘Ik heb een keer binnen een paar weken twee
keer dezelfde strip getekend. Ik maak eerst
altijd schetsen. Als de strip helemaal af is, gooi
ik die schetsen weg. Op een gegeven moment
zat ik in mijn studio en kwam ik zo’n schets
tegen. Dat is een leuke om te maken, dacht ik.
En redactie noch lezers hadden dus door dat ik
een paar weken daarvoor bijna exact dezelfde
strip had getekend. Zelf had ik ook niks in de
gaten. Dat was in de tijd dat ik nog heel veel
dronk, geloof ik.’
Mooiste herinnering
‘Ik ben één keer voor het blad op reportage
geweest. Tattookunstenaar en Revu-fotograaf
Henk Schiffmacher had een idee voor een serie
verhalen: op safari naar plekken in Nederland
die iedereen kende maar nooit iemand was
geweest, zoals de boterberg. Voor onze eerste
safari ging ik met Schiffmacher en Herman
Brood, plus een kameel en een ezel en schapen,
per boot vanaf de redactie op de Stadhouderskade naar de kop van de Zeedijk. Schiffmacher
was de reisleider, Herman de gids en ik de tekenaar. Want als je op safari ging, vond Henk, dan
moest er een tekenaar mee.
Onze tent hadden we midden op de Zeedijk
opgeslagen, met alle dieren er ook bij. De stadssafari eindigde met Herman Brood die ergens in
een café met een zak coke voor z’n neus zat.
Ineens liep hij naar buiten, zette het op een rennen, klom in een regenpijp en sprong over een
muurtje. Toen was Herman weg en de safari
klaar.’
Diane Beijer
Diane werkte in het bank- en verzekeringswezen, maar die cultuur vloog haar naar de strot. In januari 1993 kwam ze terecht op de Revu-redactie. Binnen de kortste keren was Diane de secretaresse van de hoofdredacteur. ‘Geweldig, ik regelde alles en kon me overal mee bemoeien. Echt een baan naar mijn aard.’ 25 jaar verder en Diane is nog altijd het stralend middelpunt van de redactie, waar haar zoetgevooisde stemgeluid, mild gekruid met een plat Amsterdams accent, nog immer door merg en been klieft.
Bloot voor de baas
‘Als verrassing voor de Revu-redactie had ik een
pikante fotoshoot gedaan in Panorama. Iedereen
vond het geweldig, behalve mijn hoofdredacteur
Hans Verstraaten. Waarschijnlijk was hij er heel
erg van geschrokken en bovendien was Panorama
in die tijd een concurrent van ons. Achteraf hoorde ik dat hij zelfs op het punt had gestaan mij te
ontslaan. Zover kwam het gelukkig niet, want
Hans kon het heel goed met me vinden. Ik kwam
bijna wekelijks voor in zijn columns, waarin hij
me steevast zijn ‘duifje’ noemde. Toen hij jaren
later afscheid nam als hoofdredacteur, besloten
we die foto nog een keertje over te doen, maar dan
helemaal naakt. Terwijl Hans op zijn afscheidsfeest zijn toespraak stond te houden, werd mijn
foto levensgroot op de muur achter hem geprojecteerd. Hij verschoot helemaal van kleur, maar diep
in zijn hart vond hij het geweldig.’
Bommen op Bagdad
‘Arnold Karskens versloeg voor ons de Tweede
Golfoorlog, vanuit hartje Bagdad. Per satelliettelefoon moest hij zich verplicht eens in de 48 uur
bij mij melden, zodat de redactie wist dat hij nog
leefde. Alleen had hij in het hotel zelf geen
bereik, daarvoor moest hij het dak op. Op een
zondag belde hij mij op de redactie, en ik hoorde
de scudraketten gewoon langs zijn hoofd vliegen
en de bommen inslaan.
Ik krijg gewoon weer een knoop in mijn maag nu
ik het vertel. Die raketten vlogen over hem heen,
maar voor hetzelfde geld waren ze niet goed afgesteld en vlogen ze gewoon zijn hotel in. Dat vond
ik echt heftig.’
Beijer en de bikers
‘Bert Voskuil had een verhaal geschreven over
hoe de Hells Angels kroegbazen op de Wallen
afpersten. Op een gegeven moment kwam president Big Willem met twee handlangers naar de
redactie om ‘een gesprek aan te gaan’ met Bert
en de hoofdredactie.
Hun kantoor had een glazen wand en ik zag hoe
een van die Hells Angels een doodschop gaf aan
Bert. Zonder na te denken, sprong ik op en
stormde het kantoor binnen, met in mijn hand
een lege filmposterkoker die naast mijn bureau
stond. “Als jullie gaan meppen, mep ik mee.”
Big Willem keek me verbouwereerd aan en
begon keihard te lachen. Maar daarmee was wel
de agressieve sfeer gebroken. Bij het weggaan zei
Big Willem nog tegen mij: “Als het je hier niet
meer zint, heb ik een baan voor je in mijn clubhuis.”’
Hans Verstraaten
Mister Revu is van 1989 tot en met 2000 hoofdredacteur. Gouden jaren, met bakken winst en talloze primeurs. Hans heeft ook verstand van winkels. Hij schrijft er al twaalf jaar columns over voor RetailTrends. Ook over zichzelf schrijft hij columns, in Libelle. Zijn grappigste zijn gebundeld in De Onhandigste Man van Nederland.
Beste beslissing
‘Nu we het toch over Ajax hebben... Die speelden in
1995 dus wél de Champions League-finale. Tegen
AC Milan, op een woensdagavond. Toen had ik
bedacht, ervan uitgaande dat Ajax zou winnen, dat
we een speciale Ajax-editie moesten uitbrengen, zo
spoedig mogelijk na de wedstrijd. Dat had ik allemaal geregeld met de drukkerij en de distributeur.
Een zeer kostbare operatie, eentje ook die niet meer
terug te draaien was, mocht Ajax toch verliezen. Ik
had het dan ook niet aan de uitgever gemeld. Soms
kun je beter vragen om vergiffenis dan om toestemming. Het doelpunt van Kluivert in de 85ste minuut
zal ik dan ook nooit vergeten, alleen wel om andere
redenen dan de meeste voetballiefhebbers. Als Ajax
had verloren, dan had ik ontslag genomen. Of was
ik ontslagen, dat had natuurlijk ook gekund.’
Grootste blunder
‘Begin jaren 90 dacht ik dat het leuk zou zijn om
een nummer te maken met de honderd rijkste
Nederlanders. Geheel gejat van Forbes, maar dat was
niet zo erg. Dat nummer hebben wij toen gemaakt
in samenwerking met miljonairsdeskundige Jos
van Hezewijk. Daar kwamen een hoop negatieve
reacties op van mensen die in die lijst stonden. En
een hoop dreigementen met rechtszaken. Die mensen wilden helemaal niet in de publiciteit komen,
dus ze waren echt woedend. Toen dacht ik: dit was
eens, maar nooit meer. Wie schetst mijn verbazing
toen enkele jaren later maandblad Quote met eenzelfde formule kwam. Die maakten in het begin
ook veel fouten, maar die zetten wel door. Goed
gedaan, zou ik zo zeggen. Dat hadden wij ook moeten doen.’
Die ene collega
‘Ik heb vele bijzondere collega’s gehad, maar er was
er eentje die er voor mij met kop en schouders
bovenuit stak: Frits Barend. Die was altijd aan het
telefoneren met Jan en alleman, allemaal om zijn
gigantische netwerk te onderhouden. Hij was van
07.00 uur tot middernacht met zijn beroep bezig.
Elke receptie, elke wedstrijd, daar stak hij enorm
veel energie in en het leverde hem ook enorm veel
op. Als je elke dag dertig mensen belt om te vragen
hoe het met hen gaat, zit er altijd wel eentje tussen
die zegt: “Op het moment even niet zo goed.” En
dan heb je dus nieuws. Een van zijn mooiste scoops
was dat Ruud Gullit naar AC Milan ging. Dat had
Revu als eerste. Gullit deed dat in een interview met
Frits waarin hij ook zijn toenmalige werkgever PSV
onderuit haalde.’
Frits Barend
Frits begint zijn journalistieke loopbaan bij Radio Veronica, en werkt samen met Henk van Dorp tussen 1972 en 1986 voor Vrij Nederland. Het duo maakt in 1987 de overstap naar Nieuwe Revu, waar ze tot 1996 sportjournalistiek van de bovenste plank bedrijven. Na Revu stappen Frits en Henk over naar tv: voor RTL 4 maken ze Barend & Van Dorp. Samen met dochter Barbara begint Frits in 2009 sportblad Helden.
Beste verhaal
‘Het allereerste verhaal dat Henk van Dorp en ik
voor Revu schreven, was een opzienbarend interview met Ruud Gullit in 1987. Hij speelde toen bij
PSV en was daar niet gelukkig met de trainer, Hans
Kraay. We kenden Ruud al een beetje en voelden
tijdens ons eerste gesprek aan dat er iets niet lekker bij hem zat. Maar hij liet nog niet het achterste
van zijn tong zien. Dat zeiden we ook tegen Ruud:
“Volgens ons verberg je iets.” Hij stemde in met
een nieuwe afspraak. PSV speelde die dag tegen
Veendam of een andere laagvlieger. Gullit moest
laatste man spelen, omdat de spits van de tegenpartij er de week eerder toevallig twee in had
gekopt tegen NAC. Na de wedstrijd spraken we
hem aan: “Dit is toch niet te geloven...” zei hij.
Toen barstte hij ineens los. Hij foeterde op Hans
Kraay, hij noemde PSV een provincieclub. De kop
boven het interview was: “Met deze trainer worden we nooit kampioen.” Toen wisten Henk en ik
dat we een mooie binnenkomer hadden.’
Bijna blunder
‘Een toneelgroep wilde in 1987 een stuk van Rainer
Werner Fassbinder opvoeren. Een stuk met antisemitische neigingen. Samen met Freek de Jonge,
Arnold Heertje, de acteur Jules Croiset en nog een
paar anderen hebben Henk en ik toen de toneelgroep gevraagd het stuk niet op te voeren. In die
periode kreeg ik een telefoontje van de Belgische
politie: Jules is ontvoerd, door mensen die gelieerd
waren aan de Fassbinder-stuk, en Henk en ik stonden ook op de lijst. Toen kregen we weer nieuws:
Jules is vrijgelaten, hij staat in Charleroi en ze heb-
ben een hakenkruis op zijn borst getekend. Ik heb
hem toen opgehaald een terug naar Amsterdam
gereden. Onze hoofdredacteur Derk Sauer zei dat
we een fantastisch verhaal in handen hadden.
Maar ik twijfelde. Godzijdank heb ik het niet
gedaan, want een paar weken later kwam uit dat
Jules alles in scène had gezet.’
Die ene collega
‘Henk en ik waren altijd één, daarom pik ik er
iemand anders uit: Derk Sauer. De beste hoofdredacteur die ik heb gehad. Wij hadden net ontslag
genomen bij Vrij Nederland toen Revu ineens om de
hoek kwam. Derk had zo’n goed verhaal over wat
voor blad hij van Revu wilde maken. Derk stelde
seks, drugs en rock-’n-roll voor, bij wijze van spreken. Scoops, onthullingen, bovenop het nieuws zitten, dát wilde hij in het blad hebben. Bij Vrij Nederland was die journalistieke honger totaal ingekakt.
En bij Revu lonkte, dankzij Derk, het avontuur.’
Ger Post
Ger loopt eerst stage bij Revu en werkt daarna als verslaggever. Na een jaar gaat hij psychologie en cognitieve neurowetenschappen studeren. Tegenwoordig doceert Ger neurowetenschappen aan de Universiteit van Melbourne. Na zijn boek Stalen Zenuwen – hoe topsporters presteren onder druk, geeft Ger cursussen in kritisch denken aan sportcoaches (onder meer bij NOC*NSF).
Beste verhaal
‘Mijn logeerpartij bij de familie Tokkie heeft het
meest losgemaakt. Nadat de familie een paar keer in
het nieuws was gekomen met een uit de hand gelopen burenruzie, mocht ik een nachtje bij ze op de
bank bivakkeren. De ruiten van de woonkamer
waren vervangen door planken nadat een molotovcocktail naar binnen was gegooid. Ook de politiescanner die de hele nacht aanstond, beperkte mijn
nachtrust. Na het verhaal kreeg de familie een eigen
realityserie. Toch waren ze niet blij met de publicatie. Op de cover stond namelijk dat Revu logeerde bij
‘de echte familie Flodder’. De rectificatie, getiteld
‘Wij zijn de gezelligste familie van Nederland’, beviel
ze beter, maar kon niet voorkomen dat ik met vader
Gerrie in het tv-programma De Leugen Regeert terechtkwam voor een debat over normen en waarden in de
journalistiek.’
Grootste blunder
‘Het houdt me ’s nachts nog weleens wakker dat ik
op de begrafenis van twee kindjes die waren omgekomen in een brand, nabestaanden heb aangesproken voor een quote. Hoewel de burgemeester journalisten had opgeroepen niet naar de begraafplaats
te komen. Voor Revu ging ik vaker op pad om sociale drama’s te verslaan, wat meestal betekende dat je
bij mensen aanbelde die jou echt niet wilden zien.
Na de aanslag op Theo van Gogh ben ik met een collega uit Amsterdam-West gevlucht omdat een groep
jongeren niet wilde dat we mensen spraken bij wie
de recherche zojuist een inval had gedaan. En ik
belde soms mensen die een paar dagen eerder een
zoon of dochter hadden verloren. Allemaal voor
een goed verhaal, aangekleed als hoor en wederhoor. Die mensen op de begrafenis leken het niet
eens vreemd of erg te vinden dat ik ze aansprak.’
Onvergetelijk moment
‘Ik ging undercover om het tweede seizoen van Idols
te kunnen verslaan. Journalisten werden geweerd
bij de audities en de enige manier om te kunnen
laten zien wat er gebeurde, was meedoen. Ik wist
dat ik het niet moest hebben van mijn zangkwaliteiten, dus zette ik vol in op mezelf zo belachelijk
mogelijk maken. Mijn vertolking van Per Spoor
(‘Kedeng Kedeng’) – inclusief ingestudeerd dansje –
bracht de jury aan het twijfelen, maar uiteindelijk
mocht ik niet door. De concurrentie in mijn categorie was dat jaar moordend. De acht slechtste kandidaten van dat seizoen – met onder anderen Herman
en een jongen die zijn zonnebril altijd op hield –
mochten later zelfs optreden in het Gelredome tijdens de rust van een voetbalwedstrijd.’
Berry Stokvis
Na zijn studie fotografie aan de Kunstnijverheidsschool begint Berry in 1969 als fotograaf bij Revu. Berry gaat in 1990 weg. Pieter Storms (ook ex-Revu) begint de Krant op Zondag en vraagt Berry in de hoofdredactie. Berry begint in 2003 met het digitaliseren van zijn archief. De monsterklus kost hem drie jaar.
Beste foto
‘In 1974 was er een vreselijke hongersnood in de
Sahel. Ik was met een journalist afgereisd naar
Niger om te kijken of er inmiddels iets werd gedaan
aan de situatie daar. We vlogen mee met een Frans
vrachtvliegtuig dat twintig ton rijst ging droppen.
Dat was de enige manier om die dorpjes te bereiken, want wegen waren er niet. Bij elke groep hutjes
ging een zak rijst naar beneden. Het was een volkomen zinloze operatie. In een vluchtelingenkamp
heb ik een foto gemaakt van een moeder en haar
kindjes. Ze lagen in het zand, onder een doek op
een paar stokjes tegen de zon. Een gesluierde
vrouw, met haar kindje, een lege houten kom naast
hun, op de achtergrond ligt nog een baby’tje. Ik zag
hun hopeloze blik en voelde de verschrikkelijke
schaamte dat ik ’s avonds terug in het hotel zou
zijn, waar je biefstuk kon eten. Ik heb enorme
gewetenswroeging gehad om die foto te maken.’
Grootste blunder
‘We hadden een Tour de France-prijsvraag
bedacht. Lezers konden een dure fiets winnen
van Raleigh, de sponsor van de gelijknamige
ploeg. Het idee was dat ik de fiets en de ploeg
samen zou fotograferen, dus ik stapte in de auto
en reed naar de Côte d’Azur waar ze hun trainingskamp hadden. De volgende ochtend staan
de renners, mannen als Joop Zoetemelk, Jan
Raas en Gerrie Knetemann, klaar op de afgesproken locatie. Ik haalde mijn fiets uit de auto en
schrok me rot. Geen voorwiel. Die had ik thuis
laten staan, in Amsterdam. Uiteindelijk werd de
fietsenmaker op zondagochtend uit zijn bed
gebeld, die had nog wel een voorwiel staan.
Afijn, uiteindelijk was het allemaal gelukt. Het
filmpje moest ik meteen naar de redactie sturen, want er was grote haast bij. Toen ik een
paar dagen later de redactie opliep, keek iedereen me zo raar aan. Ze hadden mijn foto’s
gezien. Wat bleek? Terwijl ik bij de fietsenmaker zat, hadden de renners mijn camera gepakt
en elkaars lul gefotografeerd.’
Die ene collega
‘Van al mijn bijzondere collega’s maakte Arnold-Jan Scheer op mij de meeste indruk. We zijn nog
altijd bevriend. Onze eerste grote reportage was
een expeditie naar de Veluwe, waar volgens een
mevrouw kabouters leefden. Haar man, een
nuchtere professor, beaamde het allemaal. Samen
trokken we door de Veluwe, op zoek naar die
schuwe schepsels. Arnold-Jan heeft daar twee
fantastische verhalen over gemaakt, ik vind hem
een geweldige schrijver.’
Ton van Dijk
Ton begint in de jaren 60 als leerlingjournalist bij de katholieke krant De Tijd. Hij gaat daarna naar weekblad De Illustratie, dat wegens gebrek aan succes fuseert met het – eveneens slecht lopende – familieblad Revue. Onder de naam Nieuwe Revu maken Ton en zijn redactie in de jaren 70 een groot succes van het weekblad dankij hun sandwichformule.
Socialisme
‘Onder de noemer Socialisme, Seks en Sensatie hebben wij Nieuwe Revu omgevormd van suf familietijdschrift naar een spannend weekblad. Begin jaren 70
heb ik eventjes politicologie en massacommunicatie
gestudeerd in Amsterdam. Dat waren de linkse jaren
op de universiteiten, we waren zo rood als de kolere.
De tendens op de redactie was: om de massa op te
voeden, moesten ook arbeiders toegang krijgen tot
nieuws en opinies. Politiek rechts had zijn zaakjes
met Elsevier en De Telegraaf goed voor elkaar, maar
links had alleen Vrij Nederland en verder eigenlijk niks.
Dat stond ons voor ogen: Nieuwe Revu moest een
links massamedium worden voor de “lagere klasse”.
Zo maakten we ook – met een dikke knipoog – reclame voor onszelf, als het blad voor het klootjesvolk.’
Seks
‘Nieuwe Revu had in de jaren 70 de naam een tietenblaadje te zijn, terwijl het bloot in wezen helemaal niet zo’n groot aandeel had in ons tijdschrift.
Geïnspireerd door de Engelse linkse boulevardpers
met hun page three girls, besloten wij ook één of
twee pagina’s met min of meer blote meiden af te
drukken. Het was spraakmakend, want bladen als
Playboy en Penthouse verschenen in Nederland pas
tien jaar later (in 1982 respectievelijk 1986, red.).
Panorama deed in die tijd ook wel fotoshoots met
meisjes, maar die waren altijd heel keurig en kostten soms wel tien ruggen. Wij kochten onze foto’s
gewoon in van bureaus. Je drukte op een knop en
kreeg duizend bikinifoto’s waar je uit kon kiezen,
met of zonder bovenstukje. En het kostte allemaal
niks, 50 gulden per plaat geloof ik. Her en der werden we wel eens beticht van het uitbuiten van het
vrouwelijk schoon, maar het waren vooral de jaren
van de seksuele vrijheid, zeg maar het tegenovergestelde van de huidige MeToo-tijdsgeest: alles moest
mogen en kunnen.’
Sensatie
‘Wij waren een van de eerste media die berichtten
over het omkoopschandaal rond prins Bernhard.
Hij had begin jaren 60 enkele miljoenen dollars aan
steekpenningen ontvangen van de Amerikaanse
vliegtuigbouwer Lockheed om de Nederlandse regering over te halen om Starfighter-toestellen aan te
schaffen. Daar heeft Nieuwe Revu uitgebreid onderzoek naar gedaan. De hoofdredacteuren van Vrij
Nederland en de Haagse Post belden mij om te vragen wat wij de komende week zouden melden over
de Lockheed-affaire, zodat zij hun eigen politiek
commentatoren konden voeden. Nieuwe Revu liep
in in die tijd twee, drie straten voorop als het ging
om onderzoeksjournalistiek.’
- Hein de Kort