Nieuwe Revu

65 jaar Nieuwe Revu: de mooiste scoops en grootste blunders

Hans Verstraaten, Jossine Modderman, Hein de Kort, Ton van Dijk, Frits Barend en andere Revu-coryfeeën blikken terug. 'Freddy Heineken lag naakt in zijn bed op me te wachten.'

Leon Verdonschot

Leon kwam in 1992 als stagiair binnen en bleef tien jaar in dienst. Voor zijn muziekrepo’s kreeg hij de Pop Pers Prijs. Daarna maakte Leon tv, deed theatertournees en schreef boeken. Zijn boeken over Rico Verhoeven en Luc de Vos zijn veelgeprezen. Leon trok met zijn docu Het Schoonmakersparlement de schoonmaker uit de anonimiteit. Nieuwe film en boek zijn in de maak.

Mooiste verhaal
‘Samen met fotograaf Clemens Rikken gingen we op pad met Jacques Herb. Na een optreden op een camping in Winterswijk kwam er een verstandelijk beperkte jongen naar hem toe. Die jongen vroeg of hij zijn nieuwe cd mocht hebben. Voor niks, bedoelde hij, maar dat begreep Jacques niet. Die wilde er geld voor. Toen zei die jongen: “Ja zeg, ik ben gehandicapt!” Waarop Jacques zei: “Gehandicapten krijgen ook zakgeld.” Een paar weken later waren we onderweg naar Jacques toen hij opbelde. De afspraak ging niet door want die ochtend was zijn vrouw Diny weggelopen. Ze had de Mercedes meegenomen, en ook zijn portemonnee. Clemens en ik keken elkaar aan: dit is hét moment, nu gaat hij alles vertellen. We moesten lullen als Brugman, maar uiteindelijk mochten we toch komen. “Neem dan wel twee pakjes Barclay menthol mee.”’

Vreemdste collega
‘Op mijn eerste stagedag kwam ik ’s ochtends aan op een lege redactie. De enige die er zat, was fotograaf Paul Blanca. Ik was een bleue jongen uit Geleen, maar ik wist wel dat Paul Blanca een mythisch figuur was. En toen ook een echte junk. Hij vroeg of ik hem een tientje kon lenen. Dat geld heb ik nooit meer teruggekregen. Maar ik kreeg wel een foto, als bedankje. Een polaroid van zijn vriendin, bij wie hij een met ducttape omwikkeld mes in haar vagina had gestoken. Paul ging ook op bedevaartstocht naar Santiago de Compostella. De prachtige literaire reportage die hij zou maken, kwam er nooit. Maar hij belde wel elke week naar de hoofdredacteur met een onwaarschijnlijk verhaal dat altijd hetzelfde eindigde: er moest meteen geld worden bijgestort. Op een ochtend was er paniek op de redactie: de kerstpakketten waren weg. Collega Gerrit Mollema kwam toen net binnen. Hij had Paul Blanca gezien op station Bijlmer. Hij stond onderaan de roltrappen zalm en flessen drank te verkopen.’

Grootste blunder
‘Ik ging undercover als sekstoerist naar Isla Margarita. Je kon daar toen een bijzondere all-in reis boeken: gratis eten, gratis drinken, gratis hoertje. Dus toen zat ik daar een week, met mijn eigen hoer. Terwijl vlak daarvoor mijn eerste lange relatie uit was gegaan. Ik ging volledig de fout in. Uiteraard werd ik verliefd op het hoertje. Het verhaal heb ik uiteindelijk wel geschreven, maar net te laf. Een beetje cynisch en lacherig doen over al die mannen, maar mezelf spaarde ik. Daar heb ik veel van geleerd. Als je zelf het onderwerp van het verhaal bent, moet je ook all the way durven gaan.’

Gerard Wessel

Vers van de fotoschool kwam Gerard in 1985 bij ons mooie blaadje aangewaaid. Twintig jaar lang reisde hij voor Revu de hele wereld over om reportages te schieten. Gerard is altijd blijven fotograferen, al heeft hij zijn aandacht verlegd van reportage- naar portretfotografie, onder andere voor Volkskrant Magazine

Beste herinnering
‘Ik zat op de fotoacademie in Den Haag en had in 1985 als eindexamenopdracht een fotoreportage gemaakt over Herman Brood. Herman stelde toen voor om die foto’s te verkopen aan Nieuwe Revu, waar hij destijds als een soort freelancer af en toe stukjes voor schreef. Dat was natuurlijk een gouden introductie, Nederlands grootste rock-’n-roll-ster die mij meenam naar de redactie en mij daar aankondigde als dé nieuwe fotograaf.’

Mooiste reportage
‘Nadat Herman mij had voorgesteld, zei fotoredacteur Floris Bergkamp: “Als je nog eens ideeën hebt, kom maar langs.” Ik heb toen in drie dagen tijd iets van veertig ideeën bedacht. Waaronder een reportage over zwervers in Amsterdam. Ik woonde toen in de binnenstad en het viel mij op dat er ontzettend veel zwervers waren. Mijn idee bleek een schot in de roos. Ik weet nog dat Floris tegen mij zei: “Geweldige fotografie, maar we hebben nog een spraakmakende spread nodig.” Ik had geen flauw idee wat een spread was. Dat bleek dus een foto over twee pagina’s te zijn. Uiteindelijk belandde ik op het Leidseplein. Midden op het plein lag een zwerver te slapen. Ik pakte mijn camera, ging op mijn buik liggen en tegen de schemer van de ondergaande zon heb ik hem toen op straathoogte gefotografeerd.’

Grootste blunder
‘Met journalist Paul van Gageldonk ben ik aan het begin van de Eerste Golfoorlog per abuis in Irak beland. Wij hadden ons laten vertellen dat in het niemandsland tussen Jordanië en Irak een post van Artsen Zonder Grenzen was. Dat leek ons een fantastisch item, dus wij gingen daarheen. Die post hebben wij niet gezien, maar er kwam wel een Arabier op ons af. Hij zei in het Engels dat wij weg moesten wezen, want er kwamen soldaten aan. Dus Paul en ik scheurden met een bloedgang terug naar die grenspost. In mijn achteruitkijkspiegeltje zag ik dat er een stuk of negen militairen met getrokken pistool uit hun jeeps sprongen. Ik gaf een extra dot gas, ben van de weg af gegaan en om de grenspost heen gescheurd. De grensbewaker heeft toen zijn magazijn op onze auto leeggeschoten. In Jordanië moesten wij ons de volgende ochtend melden bij een kazerne. Ik zei tegen Paul: “Wij gaan ons morgen helemaal niet melden, wij gaan vluchten.” In het holst van de nacht hebben wij toen de allereerste vlucht het land uit genomen.’

Jossine Modderman

Jossine kwam in 1984 binnen bij het blaadje en bleef tot 2002. ‘In die jaren ben ik trouwens wel drie keer opgestapt en twee keer teruggekomen.’ Daarna heeft Jossine een imposant cv opgebouwd: ze was onder meer chef-reportage bij Margriet en adjunct-hoofdredacteur bij Viva, een functie die ze ook bekleedde bij Veronica Magazine. Nu is Jossine al ruim vier jaar hoofdredacteur van alle online platforms van Linda. Verder verdoet ze veel tijd met het zoeken naar haar hond, als die weer eens is weggelopen.

Eerste keer
‘Ik zat in 1984 op de School voor Journalistiek in Utrecht en wilde heel graag stage lopen bij Nieuwe Revu. Die school was destijds een ongelooflijk links bolwerk. Stage lopen bij Revu, daar werd op neergekeken. Daar had ik uiteraard schijt aan. Ik was net twintig en heel erg punk. Ik droeg tutu’s en trouwjurken en had grote hanekammen en een leren jekkie met groot Social Suicide op de rug. Dus op mijn eerste stagedag ging ik naar de redactie op de Stadhouderskade, in mijn punkkostuum. De eerste die mij zag, was Pieter Storms. Die keek verschrikt op en zei: “Scheer je weg!” Hij dacht dat ik een of andere rellende kraker was. De rest vond mij gelukkig wel leuk.’

Mooiste verhaal
‘Ik ben in 1990 in Zuid-Afrika bij de vrijlating van Nelson Mandela geweest. Toen hij de gevangenispoort uitliep, stonden duizenden journalisten van over de hele wereld hem op te wachten. Hij ging daarna door naar Soweto, en ging daar bij zijn vroegere hut in de tuin zitten. Dus de voltallige wereldpers erachteraan. Iedereen stond over of door de heg te loeren naar Mandela die daar op zijn tuinstoeltje zat. Toen besloot ik door de heg te kruipen en ben ik naar hem toe gelopen. Gewoon, om te vragen hoe het met hem ging.’

Heerlijk helder
‘Ik moest een portret maken over Freddy Heineken. Dat was nadat hij door Willem Holleeder was ontvoerd en aan niemand meer interviews gaf. Het kantoor van Heineken zat tegenover onze redactie. Ik dacht: ik stuur mijn artikel gewoon naar hem op. Een paar dagen later werd ik gebeld. “Mevrouw Modderman, ik heb uw verhaal gelezen, maar er staan allemaal dingen in die niet kloppen. Dus kom maar even langs.” Ik was toen een jaar of 25 en natuurlijk superknap. Ik ging naar hem toe en hij werd verliefd op mij. Want hij werd verliefd op elke vrouw van onder de dertig. Zo hebben we een heel leuke vriendschap ontwikkeld. Soms belde hij me uit het niets op: “Ik verveel me, kun je langskomen?” In zijn appartement lag een briefje: “Ik ben even een dutje aan het doen, kom je me wakker maken?” En dan lag hij mij naakt in zijn bed op te wachten. Op de redactie werd het altijd in twijfel getrokken, maar ik kan nu gewoon echt zeggen: ik ben nooit naar bed geweest met Freddy Heineken.’

Hein de Kort

Hein begon begin jaren 80 bij de partijkrant van de Communistische Partij Nederland. Hij maakte stroken strips voor 15 gulden per dag. ‘Ja, dat waren socialistische tarieven.’ Gerrit de Jager (van de Familie Doorzon) en stripuitgever Ger van Wulften haalden Hein in 1984 naar Nieuwe Revu. Daar maakte hij eerst de strip Pardon Lul, en vanaf 1990 Dirk & Desiree. Hein tekent nog altijd voor Revu. Ook heeft hij een dagelijkse cartoon in Het Parool. In 1992 won Hein de Stripschapprijs voor zijn gehele oeuvre.

Beste cartoon
‘In twintig jaar heb ik ruim duizend pagina’s Dirk & Desiree getekend, dus ik hoop dat je begrijpt dat dit geen makkelijke vraag is voor mij. Maar een van de allerleukste vind ik dat Dirk in de kroeg tegen een man zegt: “Leuk jasje.” Als de man hem bedankt voor het compliment, zegt Dirk: “Ik geef jou geen compliment, ik geef het jasje een compliment. Dat jasje is een leuke vlag op een modderschuit. Van die hele vette vieze gore mongolenmodder.” Dat is Dirk ten voeten uit. Hij heeft helemaal geen humor, hij is gewoon een ontzettende eikel. Maar hij is ook een alter ego, dus ik ben ook een eikel. Ik laat Dirk dingen zeggen die ik zelf niet durf te zeggen. Dus bij dezen wil ik Revu bedanken voor het therapeutisch gebruik van hun blad.’

Grootste blunder
‘Ik heb een keer binnen een paar weken twee keer dezelfde strip getekend. Ik maak eerst altijd schetsen. Als de strip helemaal af is, gooi ik die schetsen weg. Op een gegeven moment zat ik in mijn studio en kwam ik zo’n schets tegen. Dat is een leuke om te maken, dacht ik. En redactie noch lezers hadden dus door dat ik een paar weken daarvoor bijna exact dezelfde strip had getekend. Zelf had ik ook niks in de gaten. Dat was in de tijd dat ik nog heel veel dronk, geloof ik.’

Mooiste herinnering
‘Ik ben één keer voor het blad op reportage geweest. Tattookunstenaar en Revu-fotograaf Henk Schiffmacher had een idee voor een serie verhalen: op safari naar plekken in Nederland die iedereen kende maar nooit iemand was geweest, zoals de boterberg. Voor onze eerste safari ging ik met Schiffmacher en Herman Brood, plus een kameel en een ezel en schapen, per boot vanaf de redactie op de Stadhouderskade naar de kop van de Zeedijk. Schiffmacher was de reisleider, Herman de gids en ik de tekenaar. Want als je op safari ging, vond Henk, dan moest er een tekenaar mee. Onze tent hadden we midden op de Zeedijk opgeslagen, met alle dieren er ook bij. De stadssafari eindigde met Herman Brood die ergens in een café met een zak coke voor z’n neus zat. Ineens liep hij naar buiten, zette het op een rennen, klom in een regenpijp en sprong over een muurtje. Toen was Herman weg en de safari klaar.’

Diane Beijer

Diane werkte in het bank- en verzekeringswezen, maar die cultuur vloog haar naar de strot. In januari 1993 kwam ze terecht op de Revu-redactie. Binnen de kortste keren was Diane de secretaresse van de hoofdredacteur. ‘Geweldig, ik regelde alles en kon me overal mee bemoeien. Echt een baan naar mijn aard.’ 25 jaar verder en Diane is nog altijd het stralend middelpunt van de redactie, waar haar zoetgevooisde stemgeluid, mild gekruid met een plat Amsterdams accent, nog immer door merg en been klieft.

Bloot voor de baas
‘Als verrassing voor de Revu-redactie had ik een pikante fotoshoot gedaan in Panorama. Iedereen vond het geweldig, behalve mijn hoofdredacteur Hans Verstraaten. Waarschijnlijk was hij er heel erg van geschrokken en bovendien was Panorama in die tijd een concurrent van ons. Achteraf hoorde ik dat hij zelfs op het punt had gestaan mij te ontslaan. Zover kwam het gelukkig niet, want Hans kon het heel goed met me vinden. Ik kwam bijna wekelijks voor in zijn columns, waarin hij me steevast zijn ‘duifje’ noemde. Toen hij jaren later afscheid nam als hoofdredacteur, besloten we die foto nog een keertje over te doen, maar dan helemaal naakt. Terwijl Hans op zijn afscheidsfeest zijn toespraak stond te houden, werd mijn foto levensgroot op de muur achter hem geprojecteerd. Hij verschoot helemaal van kleur, maar diep in zijn hart vond hij het geweldig.’

Bommen op Bagdad
‘Arnold Karskens versloeg voor ons de Tweede Golfoorlog, vanuit hartje Bagdad. Per satelliettelefoon moest hij zich verplicht eens in de 48 uur bij mij melden, zodat de redactie wist dat hij nog leefde. Alleen had hij in het hotel zelf geen bereik, daarvoor moest hij het dak op. Op een zondag belde hij mij op de redactie, en ik hoorde de scudraketten gewoon langs zijn hoofd vliegen en de bommen inslaan. Ik krijg gewoon weer een knoop in mijn maag nu ik het vertel. Die raketten vlogen over hem heen, maar voor hetzelfde geld waren ze niet goed afgesteld en vlogen ze gewoon zijn hotel in. Dat vond ik echt heftig.’

Beijer en de bikers
‘Bert Voskuil had een verhaal geschreven over hoe de Hells Angels kroegbazen op de Wallen afpersten. Op een gegeven moment kwam president Big Willem met twee handlangers naar de redactie om ‘een gesprek aan te gaan’ met Bert en de hoofdredactie. Hun kantoor had een glazen wand en ik zag hoe een van die Hells Angels een doodschop gaf aan Bert. Zonder na te denken, sprong ik op en stormde het kantoor binnen, met in mijn hand een lege filmposterkoker die naast mijn bureau stond. “Als jullie gaan meppen, mep ik mee.” Big Willem keek me verbouwereerd aan en begon keihard te lachen. Maar daarmee was wel de agressieve sfeer gebroken. Bij het weggaan zei Big Willem nog tegen mij: “Als het je hier niet meer zint, heb ik een baan voor je in mijn clubhuis.”’

Hans Verstraaten

Mister Revu is van 1989 tot en met 2000 hoofdredacteur. Gouden jaren, met bakken winst en talloze primeurs. Hans heeft ook verstand van winkels. Hij schrijft er al twaalf jaar columns over voor RetailTrends. Ook over zichzelf schrijft hij columns, in Libelle. Zijn grappigste zijn gebundeld in De Onhandigste Man van Nederland.

Beste beslissing
‘Nu we het toch over Ajax hebben... Die speelden in 1995 dus wél de Champions League-finale. Tegen AC Milan, op een woensdagavond. Toen had ik bedacht, ervan uitgaande dat Ajax zou winnen, dat we een speciale Ajax-editie moesten uitbrengen, zo spoedig mogelijk na de wedstrijd. Dat had ik allemaal geregeld met de drukkerij en de distributeur. Een zeer kostbare operatie, eentje ook die niet meer terug te draaien was, mocht Ajax toch verliezen. Ik had het dan ook niet aan de uitgever gemeld. Soms kun je beter vragen om vergiffenis dan om toestemming. Het doelpunt van Kluivert in de 85ste minuut zal ik dan ook nooit vergeten, alleen wel om andere redenen dan de meeste voetballiefhebbers. Als Ajax had verloren, dan had ik ontslag genomen. Of was ik ontslagen, dat had natuurlijk ook gekund.’

Grootste blunder
‘Begin jaren 90 dacht ik dat het leuk zou zijn om een nummer te maken met de honderd rijkste Nederlanders. Geheel gejat van Forbes, maar dat was niet zo erg. Dat nummer hebben wij toen gemaakt in samenwerking met miljonairsdeskundige Jos van Hezewijk. Daar kwamen een hoop negatieve reacties op van mensen die in die lijst stonden. En een hoop dreigementen met rechtszaken. Die mensen wilden helemaal niet in de publiciteit komen, dus ze waren echt woedend. Toen dacht ik: dit was eens, maar nooit meer. Wie schetst mijn verbazing toen enkele jaren later maandblad Quote met eenzelfde formule kwam. Die maakten in het begin ook veel fouten, maar die zetten wel door. Goed gedaan, zou ik zo zeggen. Dat hadden wij ook moeten doen.’

Die ene collega
‘Ik heb vele bijzondere collega’s gehad, maar er was er eentje die er voor mij met kop en schouders bovenuit stak: Frits Barend. Die was altijd aan het telefoneren met Jan en alleman, allemaal om zijn gigantische netwerk te onderhouden. Hij was van 07.00 uur tot middernacht met zijn beroep bezig. Elke receptie, elke wedstrijd, daar stak hij enorm veel energie in en het leverde hem ook enorm veel op. Als je elke dag dertig mensen belt om te vragen hoe het met hen gaat, zit er altijd wel eentje tussen die zegt: “Op het moment even niet zo goed.” En dan heb je dus nieuws. Een van zijn mooiste scoops was dat Ruud Gullit naar AC Milan ging. Dat had Revu als eerste. Gullit deed dat in een interview met Frits waarin hij ook zijn toenmalige werkgever PSV onderuit haalde.’

Frits Barend

Frits begint zijn journalistieke loopbaan bij Radio Veronica, en werkt samen met Henk van Dorp tussen 1972 en 1986 voor Vrij Nederland. Het duo maakt in 1987 de overstap naar Nieuwe Revu, waar ze tot 1996 sportjournalistiek van de bovenste plank bedrijven. Na Revu stappen Frits en Henk over naar tv: voor RTL 4 maken ze Barend & Van Dorp. Samen met dochter Barbara begint Frits in 2009 sportblad Helden.

Beste verhaal
‘Het allereerste verhaal dat Henk van Dorp en ik voor Revu schreven, was een opzienbarend interview met Ruud Gullit in 1987. Hij speelde toen bij PSV en was daar niet gelukkig met de trainer, Hans Kraay. We kenden Ruud al een beetje en voelden tijdens ons eerste gesprek aan dat er iets niet lekker bij hem zat. Maar hij liet nog niet het achterste van zijn tong zien. Dat zeiden we ook tegen Ruud: “Volgens ons verberg je iets.” Hij stemde in met een nieuwe afspraak. PSV speelde die dag tegen Veendam of een andere laagvlieger. Gullit moest laatste man spelen, omdat de spits van de tegenpartij er de week eerder toevallig twee in had gekopt tegen NAC. Na de wedstrijd spraken we hem aan: “Dit is toch niet te geloven...” zei hij. Toen barstte hij ineens los. Hij foeterde op Hans Kraay, hij noemde PSV een provincieclub. De kop boven het interview was: “Met deze trainer worden we nooit kampioen.” Toen wisten Henk en ik dat we een mooie binnenkomer hadden.’

Bijna blunder
‘Een toneelgroep wilde in 1987 een stuk van Rainer Werner Fassbinder opvoeren. Een stuk met antisemitische neigingen. Samen met Freek de Jonge, Arnold Heertje, de acteur Jules Croiset en nog een paar anderen hebben Henk en ik toen de toneelgroep gevraagd het stuk niet op te voeren. In die periode kreeg ik een telefoontje van de Belgische politie: Jules is ontvoerd, door mensen die gelieerd waren aan de Fassbinder-stuk, en Henk en ik stonden ook op de lijst. Toen kregen we weer nieuws: Jules is vrijgelaten, hij staat in Charleroi en ze heb- ben een hakenkruis op zijn borst getekend. Ik heb hem toen opgehaald een terug naar Amsterdam gereden. Onze hoofdredacteur Derk Sauer zei dat we een fantastisch verhaal in handen hadden. Maar ik twijfelde. Godzijdank heb ik het niet gedaan, want een paar weken later kwam uit dat Jules alles in scène had gezet.’

Die ene collega
‘Henk en ik waren altijd één, daarom pik ik er iemand anders uit: Derk Sauer. De beste hoofdredacteur die ik heb gehad. Wij hadden net ontslag genomen bij Vrij Nederland toen Revu ineens om de hoek kwam. Derk had zo’n goed verhaal over wat voor blad hij van Revu wilde maken. Derk stelde seks, drugs en rock-’n-roll voor, bij wijze van spreken. Scoops, onthullingen, bovenop het nieuws zitten, dát wilde hij in het blad hebben. Bij Vrij Nederland was die journalistieke honger totaal ingekakt. En bij Revu lonkte, dankzij Derk, het avontuur.’

Ger Post

Ger loopt eerst stage bij Revu en werkt daarna als verslaggever. Na een jaar gaat hij psychologie en cognitieve neurowetenschappen studeren. Tegenwoordig doceert Ger neurowetenschappen aan de Universiteit van Melbourne. Na zijn boek Stalen Zenuwen – hoe topsporters presteren onder druk, geeft Ger cursussen in kritisch denken aan sportcoaches (onder meer bij NOC*NSF).

Beste verhaal
‘Mijn logeerpartij bij de familie Tokkie heeft het meest losgemaakt. Nadat de familie een paar keer in het nieuws was gekomen met een uit de hand gelopen burenruzie, mocht ik een nachtje bij ze op de bank bivakkeren. De ruiten van de woonkamer waren vervangen door planken nadat een molotovcocktail naar binnen was gegooid. Ook de politiescanner die de hele nacht aanstond, beperkte mijn nachtrust. Na het verhaal kreeg de familie een eigen realityserie. Toch waren ze niet blij met de publicatie. Op de cover stond namelijk dat Revu logeerde bij ‘de echte familie Flodder’. De rectificatie, getiteld ‘Wij zijn de gezelligste familie van Nederland’, beviel ze beter, maar kon niet voorkomen dat ik met vader Gerrie in het tv-programma De Leugen Regeert terechtkwam voor een debat over normen en waarden in de journalistiek.’

Grootste blunder
‘Het houdt me ’s nachts nog weleens wakker dat ik op de begrafenis van twee kindjes die waren omgekomen in een brand, nabestaanden heb aangesproken voor een quote. Hoewel de burgemeester journalisten had opgeroepen niet naar de begraafplaats te komen. Voor Revu ging ik vaker op pad om sociale drama’s te verslaan, wat meestal betekende dat je bij mensen aanbelde die jou echt niet wilden zien. Na de aanslag op Theo van Gogh ben ik met een collega uit Amsterdam-West gevlucht omdat een groep jongeren niet wilde dat we mensen spraken bij wie de recherche zojuist een inval had gedaan. En ik belde soms mensen die een paar dagen eerder een zoon of dochter hadden verloren. Allemaal voor een goed verhaal, aangekleed als hoor en wederhoor. Die mensen op de begrafenis leken het niet eens vreemd of erg te vinden dat ik ze aansprak.’

Onvergetelijk moment
‘Ik ging undercover om het tweede seizoen van Idols te kunnen verslaan. Journalisten werden geweerd bij de audities en de enige manier om te kunnen laten zien wat er gebeurde, was meedoen. Ik wist dat ik het niet moest hebben van mijn zangkwaliteiten, dus zette ik vol in op mezelf zo belachelijk mogelijk maken. Mijn vertolking van Per Spoor (‘Kedeng Kedeng’) – inclusief ingestudeerd dansje – bracht de jury aan het twijfelen, maar uiteindelijk mocht ik niet door. De concurrentie in mijn categorie was dat jaar moordend. De acht slechtste kandidaten van dat seizoen – met onder anderen Herman en een jongen die zijn zonnebril altijd op hield – mochten later zelfs optreden in het Gelredome tijdens de rust van een voetbalwedstrijd.’

Berry Stokvis

Na zijn studie fotografie aan de Kunstnijverheidsschool begint Berry in 1969 als fotograaf bij Revu. Berry gaat in 1990 weg. Pieter Storms (ook ex-Revu) begint de Krant op Zondag en vraagt Berry in de hoofdredactie. Berry begint in 2003 met het digitaliseren van zijn archief. De monsterklus kost hem drie jaar.

Beste foto
‘In 1974 was er een vreselijke hongersnood in de Sahel. Ik was met een journalist afgereisd naar Niger om te kijken of er inmiddels iets werd gedaan aan de situatie daar. We vlogen mee met een Frans vrachtvliegtuig dat twintig ton rijst ging droppen. Dat was de enige manier om die dorpjes te bereiken, want wegen waren er niet. Bij elke groep hutjes ging een zak rijst naar beneden. Het was een volkomen zinloze operatie. In een vluchtelingenkamp heb ik een foto gemaakt van een moeder en haar kindjes. Ze lagen in het zand, onder een doek op een paar stokjes tegen de zon. Een gesluierde vrouw, met haar kindje, een lege houten kom naast hun, op de achtergrond ligt nog een baby’tje. Ik zag hun hopeloze blik en voelde de verschrikkelijke schaamte dat ik ’s avonds terug in het hotel zou zijn, waar je biefstuk kon eten. Ik heb enorme gewetenswroeging gehad om die foto te maken.’

Grootste blunder
‘We hadden een Tour de France-prijsvraag bedacht. Lezers konden een dure fiets winnen van Raleigh, de sponsor van de gelijknamige ploeg. Het idee was dat ik de fiets en de ploeg samen zou fotograferen, dus ik stapte in de auto en reed naar de Côte d’Azur waar ze hun trainingskamp hadden. De volgende ochtend staan de renners, mannen als Joop Zoetemelk, Jan Raas en Gerrie Knetemann, klaar op de afgesproken locatie. Ik haalde mijn fiets uit de auto en schrok me rot. Geen voorwiel. Die had ik thuis laten staan, in Amsterdam. Uiteindelijk werd de fietsenmaker op zondagochtend uit zijn bed gebeld, die had nog wel een voorwiel staan. Afijn, uiteindelijk was het allemaal gelukt. Het filmpje moest ik meteen naar de redactie sturen, want er was grote haast bij. Toen ik een paar dagen later de redactie opliep, keek iedereen me zo raar aan. Ze hadden mijn foto’s gezien. Wat bleek? Terwijl ik bij de fietsenmaker zat, hadden de renners mijn camera gepakt en elkaars lul gefotografeerd.’

Die ene collega
‘Van al mijn bijzondere collega’s maakte Arnold-Jan Scheer op mij de meeste indruk. We zijn nog altijd bevriend. Onze eerste grote reportage was een expeditie naar de Veluwe, waar volgens een mevrouw kabouters leefden. Haar man, een nuchtere professor, beaamde het allemaal. Samen trokken we door de Veluwe, op zoek naar die schuwe schepsels. Arnold-Jan heeft daar twee fantastische verhalen over gemaakt, ik vind hem een geweldige schrijver.’

Ton van Dijk

Ton begint in de jaren 60 als leerlingjournalist bij de katholieke krant De Tijd. Hij gaat daarna naar weekblad De Illustratie, dat wegens gebrek aan succes fuseert met het – eveneens slecht lopende – familieblad Revue. Onder de naam Nieuwe Revu maken Ton en zijn redactie in de jaren 70 een groot succes van het weekblad dankij hun sandwichformule.

Socialisme
‘Onder de noemer Socialisme, Seks en Sensatie hebben wij Nieuwe Revu omgevormd van suf familietijdschrift naar een spannend weekblad. Begin jaren 70 heb ik eventjes politicologie en massacommunicatie gestudeerd in Amsterdam. Dat waren de linkse jaren op de universiteiten, we waren zo rood als de kolere. De tendens op de redactie was: om de massa op te voeden, moesten ook arbeiders toegang krijgen tot nieuws en opinies. Politiek rechts had zijn zaakjes met Elsevier en De Telegraaf goed voor elkaar, maar links had alleen Vrij Nederland en verder eigenlijk niks. Dat stond ons voor ogen: Nieuwe Revu moest een links massamedium worden voor de “lagere klasse”. Zo maakten we ook – met een dikke knipoog – reclame voor onszelf, als het blad voor het klootjesvolk.’

Seks
‘Nieuwe Revu had in de jaren 70 de naam een tietenblaadje te zijn, terwijl het bloot in wezen helemaal niet zo’n groot aandeel had in ons tijdschrift. Geïnspireerd door de Engelse linkse boulevardpers met hun page three girls, besloten wij ook één of twee pagina’s met min of meer blote meiden af te drukken. Het was spraakmakend, want bladen als Playboy en Penthouse verschenen in Nederland pas tien jaar later (in 1982 respectievelijk 1986, red.). Panorama deed in die tijd ook wel fotoshoots met meisjes, maar die waren altijd heel keurig en kostten soms wel tien ruggen. Wij kochten onze foto’s gewoon in van bureaus. Je drukte op een knop en kreeg duizend bikinifoto’s waar je uit kon kiezen, met of zonder bovenstukje. En het kostte allemaal niks, 50 gulden per plaat geloof ik. Her en der werden we wel eens beticht van het uitbuiten van het vrouwelijk schoon, maar het waren vooral de jaren van de seksuele vrijheid, zeg maar het tegenovergestelde van de huidige MeToo-tijdsgeest: alles moest mogen en kunnen.’

Sensatie
‘Wij waren een van de eerste media die berichtten over het omkoopschandaal rond prins Bernhard. Hij had begin jaren 60 enkele miljoenen dollars aan steekpenningen ontvangen van de Amerikaanse vliegtuigbouwer Lockheed om de Nederlandse regering over te halen om Starfighter-toestellen aan te schaffen. Daar heeft Nieuwe Revu uitgebreid onderzoek naar gedaan. De hoofdredacteuren van Vrij Nederland en de Haagse Post belden mij om te vragen wat wij de komende week zouden melden over de Lockheed-affaire, zodat zij hun eigen politiek commentatoren konden voeden. Nieuwe Revu liep in in die tijd twee, drie straten voorop als het ging om onderzoeksjournalistiek.’