Premium

Stront aan de knikker

Hans Zandvliet ontketende in de jaren 90 een wereldwijde rage met de Flippo. Hij vergaarde tientallen miljoenen, maar toen ging het mis. Nu leeft de oude buurman van koning Willem-Alexander van de bijstand.

Hans Zandvliet

Een voorpublicatie van Flippo en het Spel om de Knikkers, dat deze maand verschijnt. ‘Ik heb vaak gedacht dat het dieptepunt bereikt was, maar je kunt als je op de bodem van de put beland bent blijkbaar ook nog door die bodem heen zakken.’

Het is vrijdag 26 oktober 2018, nog vroeg in de ochtend. Villa Eikenrode maakt een verlaten en wat droevige indruk. Een enkele vogel laat zich zo nu en dan al horen, maar het gezang wordt grotendeels overstemd door de regen die in vlagen naar beneden jaagt. Hemelsbreed nog geen driehonderd meter verder, aan de overkant van de weg, op landgoed De Horsten, draait koning Willem-Alexander zich waarschijnlijk nog een keertje om, het landsbelang kan nog wel even wachten. Hij ligt er warmer bij dan de man die hier tegen de wind in op zijn fietsje de kranten bezorgt en probeert vooruit te komen over het schorspad dat leidt naar de oprijlaan van Eikenrode. Even een stukje afsnijden, tussen wat dennenbomen door – die heb ik zelf nog geplant, denkt hij. Zijn North Face Summit, een overblijfsel uit betere tijden, heeft zijn lijf mooi droog gehouden, maar een spijkerbroek was geen verstandige beslissing deze ochtend. De broek is volledig doorweekt en hij voelt zijn benen nog nauwelijks. Hij stapt af en zet zijn fiets tegen het majestueuze hekwerk. Dat verdient onderhand wel een verfje, merkt hij op. Uit de geplastificeerde rode fietstas waarop de sierlijke letters DWK prijken, haalt hij De Wassenaarse Krant en stopt hem in de bus. Nog een paar krantjes en dan snel naar zijn nieuwe paleis, zonder zwembad, tennisbaan en koetshuis. Zijn schamele bovenwoning aan de Smidssteeg. Ook een paleis, maar met heel wat minder onderhoud denkt hij, en moet er vanbinnen om lachen.

Toen de handtekeningen waren gezet, besefte ik dat er enkele weken later ruim 400.000 dollar op mijn rekening gestort zou worden

Pogs

Eind jaren 80 zag Hans Zandvliet in Californië kinderen op straat spelen met ronde schijfjes die ze Pogs noemden. In een restaurant raakt hij aan de praat met de marketingdirecteur van Pepsico.

‘Stop die schijfjes in je chips en je zult versteld staan wat er met je verkoopcijfers gaat gebeuren.’

‘Onmogelijk om daar goedkeuring voor te krijgen,’ zegt Zandvliet.

‘Als dat je lukt, gaan we zaken doen.’

Zandvliet gaat aan de slag en arrangeert een ontmoeting met Alan Rapynski, de man die de schijfjes in de VS geïntroduceerd had. De deur staat open en in de vensterbank zit een man druk te bellen. Hij wenkt naar de Nederlander en wijst naar de bank in de hoek om plaats te nemen. Mag het kantoor dan muisgrijs zijn, de man in de vensterbank is dat zeker niet. Het meest opvallend zijn de gele schoenen die hij draagt, met oranje veters. Hij telefoneert met zijn hele lichaam en Hans heeft de indruk dat de persoon aan de andere kant van de lijn veroordeeld is tot het luisteren naar het betoog van Rapynski, want daar kan geen twijfel over bestaan. Rapynski staat op en loopt naar een grote kast die in de hoek van het kantoor staat en trekt zijn schoenen uit. ‘Met deze schoenen durf ik me niet te vertonen op de plek waar we gaan lunchen. Het is nogal een ingetogen en beschaafde boel daar, maar het eten is voortreffelijk.’ Hij opent de kast waar drie planken vol staan met schoenen in de meest exotische kleuren. Hij pakt een paar rode sportschoenen. ‘Nee, daar vallen ze van omver daar.’ Zijn keus valt op een paar degelijke instappers, gifgroen. Dit kan niet waar zijn, denkt Zandvliet, wat een kerel.

‘Prachtige kerel, die Rapynski,’ herinnert Zandvliet die dag.

‘Maar ik zat daar met een dubbele agenda. Nou ja, eigenlijk niet met een dubbele agenda, we hadden allebei een andere agenda. Hij was vooral op zoek naar de invulling voor zijn Europese plannen en dacht in mij de ideale persoon gevonden te hebben. Ik was in feite alleen geïnteresseerd in het productieproces en hoe hij het voor elkaar gekregen had zo’n enorme rage te laten ontstaan.’

Na twee jaar intensief onderzoek zit de ondernemer in Mexico aan tafel met de directie van Pepsico voor het eerste contract. ‘Harris stond erop dat de ondertekening van het contract gevierd werd met een goed glas wijn en een sigaar. Hij had een flinke doos meegenomen en deelde gul uit. Het bezwaar dat er in het kantoor niet mocht worden gerookt, schoof hij achteloos terzijde. Later hoorde ik dat er nog wekenlang geklaagd werd over de lucht die er in het kantoor hing. Toen de handtekeningen waren gezet, besefte ik dat er enkele weken later ruim 400.000 dollar op mijn rekening gestort zou worden.’

Puur goud

Maar een ondernemer als Zandvliet zit nooit stil. Hij stort zich na het succes van de Flippo – een kunststof doorontwikkeling van de kartonnen Pog, die in Nederland en België onder de naam Flippo in de chipszakken terechtkwam – op een nieuw zakelijk avontuur: een knikker met een driedimensionaal figuurtje erin. De weg naar een goede productie blijkt een barre tocht. De Philips Glasfabrieken verbranden in de testfase meer dan 20 miljoen gulden, zonder dat het lukt om een glazen knikker met het figuurtje in het midden te produceren. ‘Wat zeg je nou? Je gaat er weer een paar duizend knikkers doorheen jagen vandaag?’ Het is in één klap stil bij Philips. Zandvliet loopt naar een hoek van de testruimte waar een bureau staat met een grote grijze plastic bak met knikkers erop. Mislukte knikkers. Hij pakt de bak op en loopt naar het midden van de ruimte en blijft stilstaan bij een tafel. Het blijft stil. De ondernemer is netjes katholiek opgevoed en hoewel hij de kerk al jaren niet meer bezoekt, draagt hij een aantal kern- waarden van het geloof nog steeds met zich mee. Niet vloeken is er een van. Je kwetst er mensen mee en dat is niet nodig. Je gelijk halen of een discussie winnen, dat kan altijd zonder vloeken. Maar vandaag niet. Hij kijkt naar Pieter die nog steeds een beetje schaapachtig staat te lachen. ‘Prutsers zijn jullie! En jij,’ hij kijkt naar Pieter, ‘jij bent werkelijk de allergrootste prutser die ik ooit ben tegengekomen!’ Hij zet de bak neer op de tafel. Hij graait een aantal knikkers uit de bak. Niemand zegt een woord. Ineens smijt Hans de knikkers met enorme kracht tegen de muur achter Pieter. Hij heeft het helemaal gehad met deze club mensen. ‘Jullie zijn godverdomme een stelletje omgekeerde alchemisten. Ik geef jullie puur goud in handen en jullie weten er modder van te maken.’ Hij graait een tweede hand met knikkers en smijt ze tegen de andere muur. ‘En jij,’ hij kijkt Pieter weer aan, ‘een mislukte clown ben je. Wat die schele ogen van je zien, weten die kromme klauwen van je te verzieken! Het is een godswonder dat er hier ooit een fatsoenlijke gloeilamp de deur is uitgegaan. Daar hadden jullie waarschijnlijk niks mee te maken. Mislukkelingen, en dan heb ik het niet over die knikkers, ik heb het over jullie. Een stelletje mislukkelingen, dat zijn jullie.’ Hij keert de hele bak met knikkers om, loopt de zaal uit en smijt de deur met een enorme knal dicht.

Noodlot

Uiteindelijk bouwt Zandvliet een eigen glasfabriek in Vietnam. De eerste knikker wordt in ontvangst genomen door kroonprins Willem- Alexander. En dan slaat het noodlot toe. Zandvliet: ‘Als je denkt dat je het eindelijk allemaal voor elkaar hebt, schijnt er zoiets te zijn wat noodlot heet. Ik heb nooit geloofd in pech of geluk, maar dit kwam toch wel erg in de buurt. Begin 2006, nog geen vier maanden na de feestelijke overhandiging van de eerste knikker aan onze kroonprins, barstte er een nooit eerder vertoond noodweer los. Binnen een uur stond in de regio waar de fabriek gevestigd was het water een halve meter hoog. Met ovens die werken bij een temperatuur van boven de 1500 graden voltrok zich razendsnel een complete ramp. Niets bleef er heel. In een uur tijd was het werk van bijna negen jaar volledig naar de knoppen.’

Ik had ­altijd een hekel aan die vermogensbelasting, maar helemaal geen vermogens belasting hoeven te betalen is ook geen pretje

De wet van Murphy komt op gang. Hans moet een zware operatie ondergaan en ook de bank meldt zich. De dag voor de operatie komt zijn oudste zoon Nick op bezoek en brengt een aangetekende brief mee. ‘Aanzegging executieverkoop pand Rijksstraatweg 392 Wassenaar’ staat er bovenaan de brief. Zandvliet heeft geen zin om hem te lezen. ‘Ik zie nog wel de datum waarop ik 1 miljoen euro afgelost moet hebben om executieverkoop te voorkomen: 1 oktober. Ik heb nog twee maanden om het te regelen. Er ligt nog een aanslag van twee ton wegens vermeende vermogensvrijval en morgen word ik geopereerd. Ik ben blij dat niet de chirurg die me morgen moet opereren deze brief gekregen heeft.’

De vroegere buurman van Hans Zandvliet.

Thuis herstellende van de operatie dient zich de volgende ellende aan. Zandvliet wordt door een investeerder buitenspel gezet. Hij heeft geen onderneming meer en vanwege de operatie is hij niet meer in staat om te werken. Er wordt aangebeld. Erg snel kan hij zich niet verplaatsen, dus schreeuwt hij naar de voordeur dat hij eraan komt. Het is de postbode met alweer een aangetekende brief. Zijn ervaring met aangetekende brieven is niet erg positief, maar alle mogelijke ellende heeft hij al gehad, denkt hij. ‘Een mislukte operatie, een naderende executieverkoop van mijn huis en een belastingaanslag van twee ton. Ik zal toch ook niet nog een bekeuring krijgen? Er zijn situaties of momenten in je leven dat het je gewoon even niet meer uitmaakt. Niet een totale onverschilligheid vanuit een soort apathie. Je bent volkomen helder, maar de boodschap die gebracht wordt, raakt je domweg niet. Je krimpt niet ineen, je voelt geen knoop in je buik, je lacht het niet weg. Je leest het of hoort het aan, en dat is het. Misschien is dat wel wat ze oordeelloos noemen.’

Horrorfilm

Zandvliet heeft inmiddels een doktersverklaring waarin staat dat hij als gevolg van een verkeerd uitgevoerde hartoperatie niet meer beschikbaar is voor de arbeidsmarkt. ‘Een geluk bij een ongeluk heet zoiets. Ik heb een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Bijna vijftien jaar heb ik ruim 40.000 euro per jaar betaald. Maar na enige correspondentie over en weer blijkt dat er van de polis die ik ontvangen heb van de tussenpersoon een blad ontbreekt, waarop staat dat in gevallen waarin erfelijke factoren – een afwijking aan de hartklep vanaf de geboorte bijvoorbeeld – een rol spelen, er geen uitkering plaatsvindt. Vaak heb ik gedacht dat het niet erger kon, dat het absolute dieptepunt bereikt was. Maar je kunt als je op de bodem van de put beland bent blijkbaar ook nog door die bodem heen zakken. Als ik thuiskom, hangt er een plakkaat aan het hek. Er is door de Belastingdienst bodembeslag uitgevaardigd. Over tien dagen ben ik dakloos. Als de fiscus snel haar werk doet, hoef ik het pand niet leeg te halen. Had ik eerst nog slechts de hoofdrol in een slecht toneelstuk, nu schitter ik in een horrorfilm.’

In minder dan een half jaar tijd raakt Zandvliet zijn werk, inkomen en huis kwijt. Hij blijft achter met een schuld van meer dan een miljoen. ‘Het leven is verrassend, onvoorspelbaar, maar vooral mooi,’ blikt de ondernemer terug. ‘Misschien klinkt het voor degene die dit leest vreemd dat iemand die multimiljonair was en nu van een bijstandsuitkering moet zien rond te komen, zegt dat het leven vooral mooi is. En toch ervaar ik het zo, ook nu. Ik heb veel succes gekend en te maken gehad met veel tegenslagen. Als ik terugkijk, zie ik dat er vanuit die tegenslagen iedere keer weer iets moois, iets hoopvols ontstond, verrassend en onvoorspelbaar, maar vooral iets moois. Ik heb veel geleerd in al die jaren, zowel van de goede dingen die me zijn overkomen als van de tegenslagen. Ik ben in de lange periode die achter me ligt mensen tegengekomen die me schade berokkend hebben, maar ik ben veel meer mensen tegengekomen die het goede met me voor hadden. Ik weet waar ik nu sta. Als u me vraagt waar ik over vijf jaar sta of hoe ik er over vijf jaar voor sta; ik kan het niet zeggen. Het leven is niet te voorspellen. Mijn bijstandsuitkering is nog niet overgemaakt zag ik net, lastig, maar vanmiddag ga ik met mijn hond Zack wandelen. Vanavond komt er een vriend op bezoek, daar heb je geen miljoenen voor nodig. Als ik iets mee zou mogen geven, dan zou het dit zijn: vergeet nooit dat het gaat om het spel, niet om de knikkers. Ik ben er misschien uitgeknikkerd, maar ik ben nog niet uitgeknikkerd.’ 

Flippo en het Spel om de Knikkers, Leendert Jan van Doorn, Storyadventures, €21,99

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Mens & Maatschappij
  • David van Dam, BSR