Premium

Cabaretier Freek de Jonge (80): ‘We zijn van de tragische mens de meelijwekkende mens geworden’

Dit jaar publiceerde De Jonge het derde deel van zijn memoires: De Zeeuwse Jaren. Ook werkte hij mee aan een animatiefilm van zijn kerstvertelling Het Kistje en toen hij een bescheiden tour wilde maken met zijn kerstconference Vrede op Aarde, liep dat toch weer uit de hand. Eerste kerstdag wordt de show op televisie uitgezonden. 

Freek de Jonge

Nieuwe Revu ontmoet Freek de Jonge

Waar? Huize De Jonge in Gooise Meren, op loopafstand van het IJmeer. Iets genuttigd? Freek en Hella doen zelf rustig aan met suiker, maar voor het bezoek staat appelgebak klaar. Koffie is beschikbaar met alle melkvarianten. Verder nog iets? Een rondleiding langs alle kunst is bij het bezoek inbegrepen, een week later komen we terug om nog wat verder te praten. Eén quote viel af. ‘Iedereen heeft zo zijn eigen Johnny Rep, de mijne heet Youp van ’t Hek,’ aldus Freek ooit tegen Sjaak Swart.

Een ontmoeting met Freek en Hella de Jonge lijkt in niets op een bezoek aan een echtpaar van pensioengerechtigde leeftijd. Aan het ontbijt thuis in Muiderberg nemen ze nog even het optreden van de vorige avond door: de sterke momenten, de nieuwe ingevingen. Tien jaar geleden waren volle zalen niet meer vanzelfsprekend, nu is Vrede op Aarde avond na avond uitverkocht.  

Nadat een blessure Hella het vioolspelen belemmerde, heeft ze de piano ontdekt en volgt met overgave lessen. ‘Ik speel al Beethoven!’ Enthousiast vertelt ze over haar andere nieuwe passie, het schilderen. Haar atelier heeft zich in korte tijd gevuld met olieverven over de kwesties die haar bezighouden. Dan gaat Freek zijn bezoek voor naar zijn werkruimte, een tuinhuis vol kunst en boeken. Het is de plek waar hij onder meer voor zijn website discussies voert met ChatGPT.   

Eh, ChatGPT? 

‘Ja, die stel ik vragen over ethische zaken. Zeg ik dingen als: “Je zit me te belazeren, je bent uit op mijn algoritme. Waarom komt er geen disclaimer waarvoor ik moet oppassen als ik met jou in gesprek ga?” En dan antwoordt hij heel diplomatiek: “Je hebt een sterk punt.” Ik ga er gemakshalve maar even van uit dat het een man is. Maar volgens mij zou ChatGPT als mediator reuze goed werken. Je weet dat je AI nooit op de kast krijgt. Bij ruzie met je partner richt je beiden het woord tot de AI. Die heeft namelijk geen oordeel, omdat het gevoel eruit is waar we ons altijd zo over opwinden. Ik denk dat het daarom voor autisten ook een fantastisch medium is. En voor PVV-ministers. Iemand als minister Faber legt vast veel van haar vragen even aan AI voor. Om zich er op die manier uit te redden.’ 

Vrede op Aarde is een kerstprogramma geworden, geen oudejaarsshow. 

‘De kerst is mij toegewezen. Omdat ik dit jaar tachtig ben geworden, en ook wel het einde zie naderen, had ik graag nog een keer een oudejaarsshow gedaan. Heb ik ook een beetje op aangedrongen bij de omroep. Maar de Vara vindt dat de oudejaarsconference van hun is, en hebben dus een eigen programmering. Nou ja, het zij zo. En toen kwam de VPRO aan met eerste kerstdag, eigenlijk wel zo mooi. De concentratie van het publiek voor zo’n oudejaarsvoorstelling is er ook nauwelijks meer, dus het idee van een kerstprogramma bevalt mij ook wel. Ik hou ervan om die verhalen die ik in mijn jeugd ingegoten heb gekregen weer eens van een paar kanten te bekijken.’ 

Hoe ontstaat zo’n show? 

‘In mijn werkkamer liggen allemaal notitieblaadjes en -boekjes waar ik af en toe een opmerking in schrijf. De meeste van die opmerkingen snap ik later niet meer. Zo’n boekje komt ook nooit vol. Maar dit verhaal kwam voort uit een aantal gebeurtenissen die ik wel onthouden heb. Het verhaal over hoe de glasvezelkabel ons dorp Muiderberg in kwam. Hoe ik mijn slager moest vertellen dat ik vegetariër ben geworden. En het voorval waarbij ik op zoek naar een kerkgebouw in Utrecht hopeloos verdwaalde.

Vanuit die paar anekdotes begin ik dan te werken, in eerste instantie in try-outs in kleine zaaltjes. Daar probeer ik zo vrij mogelijk in te zijn. Er zit geen enkele rem op wat ik vertel, behalve dan dat het iets te maken moet hebben met kerst. Je zoekt naar de diepgang, maar ook naar iets waarmee je continuïteit in je verhaal kunt brengen. Wat ik ontdekt heb, is dat er meer grappen ontstaan als je een clou hebt waar je naartoe kunt werken. Dan kan het publiek soms wel even denken dat het te lang duurt, maar dan komt er iets waardoor die hele voorgaande periode beloond wordt.’

Onderweg blijft de show zichzelf herschrijven? 

‘Ja, de eerste en laatste voorstelling zijn onvergelijkbaar. Het is vreemd dat van de pers er nooit eens iemand op het idee is gekomen om zo’n hele reeks voorstellingen te gaan volgen. Ik heb ze nu allemaal vastgelegd op audio zodat ik precies kan zien wat er per avond gebeurt en hoe ik denk. Hoe dingen die op een zeker moment nog heel belangrijk zijn, opeens verdwijnen. In Haarlem kwam plotseling de grap boven waarin ik zei dat ik de voorstelling maar één keer in de week speel, omdat mijn kortetermijngeheugen niet goed genoeg meer functioneert om elke dag te spelen. Zo’n grap paste naadloos in dit programma. Dus de associaties en het denken gaat gewoon door, ook terwijl ik speel. Dat is natuurlijk ook mijn grote lol, want je komt met dingen aan waarmee je jezelf ook verrast. Wat er vóór mij gebeurt, blijft ongelooflijk. Zoals je die zaal draagt naar een moment waarop ze zich volledig overgegeven hebben. Magisch. En waar zit hem dat nou in? Het blijft nog altijd een raadsel.’ 

‘Mijn generatie is nog heel talig en vindt taal nog altijd een terrein waarin je kunt dolen en zwerven. Dat terrein is weg. Taal is voor een groot deel vervangen door beeld’

En na afloop ga je boeken verkopen.

‘Je kunt daaraan heel goed zien hoe men de voorstelling heeft gewaardeerd. Want dan willen ze toch even dicht bij je staan. Voor mij is de periode na een voorstelling een soort lange uitloop. Die kun je best aan signeren besteden. En het is natuurlijk hartstikke leuk om mensen enthousiast te horen. Dan komt iemand met een vraag: kent u die en die? En weet u nog dat u mij 25 jaar geleden een keer een opdracht heeft gegeven tijdens de voorstelling? Dus ook dingen waar je eigenlijk helemaal niks mee kan. Sommige mensen moet je ook op een gegeven moment weg laten halen, want die houden niet op. Maar ja, ik heb er geen hekel aan.’ 

Jij en Hella hebben zware jaren achter de rug, met serieuze gezondheidsklachten. Daarvan is niets in de voorstelling beland.

‘In De Zeeuwse Jaren heb ik daar een apart hoofdstuk aan gewijd, dus dat vond ik wel genoeg. In een conference vind ik dat ik leuk moet zijn. Dat is mijn rol en ik heb die gave. Er zijn er niet zoveel die dat hebben en ik doe het met ongelooflijk veel plezier. En het is ook zo’n cliché geworden, eindeloos over ziektes praten. Veel van die documentaires over grote sterren zijn verslavingsverhalen. Hoe kun je nu nog als rock-’n-rollzanger weer in die drugsval stappen? Na alles wat we nu weten? Ik ben toch wel van de levenservaring en de kleine zonde. Dat één taartje per dag genoeg is. We hebben als mensheid geen enkele discipline. Als je even de teugels kunt laten vieren omdat geld geen rol speelt, wordt men meteen een beest.’ 

Je had daar een mooi podcastgesprek over met Theo Maassen, dat succes een optelsom is van vertrouwen, discipline en concentratie.  

‘Het begint met vertrouwen. De eerste vraag van een mens is: mag ik er zijn? En op het moment dat je hoort: ja, je mag er zijn, treedt vanzelf de discipline in. Want wat ga ik vervolgens zeggen? Wat beteken ik met mijn antwoord voor mezelf? Je hebt dus vertrouwen, discipline en dan volgt concentratie. Kijk naar Ajax, de huidige trainer geeft de spelers vertrouwen. Hij schijnt heel goed te zijn in de discipline. En dan zie je in het veld een groepsconcentratie ontstaan. Volgens mij is het een gouden formule binnen de topsport.

Ik raad ieder mens aan, als hij het zwaar heeft, gewoon simpelweg te mediteren op die drie onderwerpen. Want het bestrijkt alles. Voor mij is concentratie altijd toch the name of the game geweest. Johan Cruijff was altijd optimaal geconcentreerd zodra hij binnen de lijnen van een voetbalveld kwam. Daardoor zag hij meer dan de anderen en hij kon ook op het juiste moment de juiste beslissing nemen.’ 

Zo’n tijdens een voorstelling invallende grap komt ook voort uit concentratie?  

‘Ja, en de discipline is hoe ik daar na al die jaren nog sta. Dat vind ik het mooie van theater. Als het goed gaat, en bij deze voorstelling ging het heel goed, komt het publiek ook in die concentratie. Dan werk je met elkaar ergens naartoe. Dat de gedachten van het publiek bijna door mij gelezen kunnen worden, en dat het publiek bijna mijn gedachten leest. Dat is het wonder van zo’n voorstelling. Dat heb ik al de allereerste keer dat ik optrad sterk ervaren, in 1958, op een schoolavond. Dat was bijna een roeping-achtig moment. Mijn God meldde zich toen. Dat is concentratie.’

Vind je het dan jammer dat het een zaal is van mensen van bijna geheel 50-plus? Dat een jongere groep niet aanhaakt? Of kan dat gewoon niet? 

‘Voor een deel kan het niet. Ik sprak iemand na afloop die nog jonge kinderen heeft en me zei dat die er helemaal niks meer van begrijpen. Die hebben totaal andere interesses en vooral een totaal andere houding ten aanzien van taal. Mijn generatie is nog heel talig en vindt taal nog altijd een terrein waarin je kunt dolen en zwerven. Dat terrein is weg. Heel jammer, maar taal is voor een groot deel vervangen door beeld. Zoals jongeren via videogames beeldassociaties maken, maken wij woordspelingen. Af en toe staat er weleens een jong iemand met een stralend gezicht tegenover me. Zoals laatst na een voorstelling een jong stel. Die jongen zei: “Ik heb helemaal geen contact met mijn generatiegenoten. Ik kan wat ik nu bij jou ervaar helemaal niet met ze delen.” En dat is aan de ene kant tragisch, maar het is wat evolutie doet.’

‘Dan zag ik collega’s opkomen met zo’n triomfantelijk gezicht van: daar ben ik weer! Weet je nog hoe leuk het de vorige keer was? Ik begin liever vanaf nul’

Wie ook verdwenen lijkt is de fysieke komiek. Het heet niet voor niets stand-up: ze staan er vaak als zoutzakken bij. Jij bent leuk zonder je mond open te doen.

‘Het is al een hele stap als ze de microfoon in hun hand nemen. Ik ben nog grootgebracht met het variété, jongleren op het podium. Dat zegt deze generatie helemaal niets meer. Ik zie het hooguit terug bij iemand als René van ’t Hof en Waardenberg & De Jong. Ken je Eric Koller? Dat is een echt fysieke clown. Hij heeft een fantastisch nummer gedaan met Michael Jackson als marionet. Hij werkt nu bij Cirque du Soleil als clown tussen de acts in. Reist de hele wereld rond en ik hoop dat hij er goed aan verdient, maar of je daar nu echt artistieke voldoening uit haalt? Net als je denkt dat het lekker gaat, zegt de directie dat je een minuut te lang hebt gespeeld.’ 

Ook absurdisme wordt volgens mij niet zo snel meer herkend. 

‘Het grote publiek stond daar vroeger veel dichterbij dankzij programma’s als Monty Python’s Flying Circus. Maar ook bij Van Kooten en De Bie zag je altijd de strijd tussen Kees die graag die absurde kant op wilde en Wim die vond dat het relevant moest blijven. Absurdisme hou je ook geen vijftig jaar vol. Bram zei aan het begin van onze carrière al dat ik niet een leven lang de underdog kon spelen. Dat wordt op den duur ongeloofwaardig. Dat geldt ook voor absurdisme. Zelfs bij Gummbah treedt de verzadiging op. Hoewel, die grap over Hitler laatst. Die staat voor duizend man soldaten en zegt: zijn er nog vragen? Geweldig.’  

Ik heb wel het gevoel dat iemand als Micha Wertheim jouw ambitieniveau heeft. 

‘Zeker, hij onderzoekt zijn territorium en kijkt waar de grenzen liggen, en dat is altijd interessant. Micha probeert op zijn eigen manier weer iets anders te doen. Wel is hij iets minder theatraal dan ik, eigenlijk is hij nog een beetje schuw. Bang om dat grote gebaar te laten zien. Als je wat langer werkt, dan beginnen die dingen zich te onderscheiden en dan zie je hoe het één bijdraagt aan het andere. Soms kunnen vorm en inhoud echt heel goed samenvallen. Ik ben zelf langzamerhand wel klaar met het grote effect. Dus wat er nu bij mij op het podium staat, is eigenlijk allemaal recycling. Die kruk met het handje heb ik al een keer gebruikt voor De Mars. En die stoel gaat ook al heel wat programma’s mee.’ 

Wat denk je dat jouw meest ambitieuze programma was, ook qua setting en toeters en bellen?
‘Voor mezelf altijd heb ik altijd De Mars als hoogtepunt gezien. Dat was mijn derde solovoorstelling en daar zat eigenlijk alles in. Dat fysieke element, en heel veel grappen. En het droeg ook wel mijn filosofie uit. Het was volkomen vanuit de improvisatie ontstaan. Ging ik optreden met een uur aan ideetjes, werd het een voorstelling van tweeëneenhalf uur, zonder pauze. Ik vond dat ik daarna al vrij snel in een stramien zat waarmee ik moest ophouden.

Het wordt dan weer een cliché, een kunstje. Dat is wel altijd een van mijn drijfveren geweest: weggaan bij het vorige. Dan zag ik collega’s opkomen met zo’n triomfantelijk gezicht van: daar ben ik weer! Weet je nog hoe leuk het de vorige keer was? Ik begin liever vanaf nul. Dat gezegd: wat ik heb gedaan, heeft geen wortel geschoten. Dat idee dat je dramatiseert, van een paar grappen drama maakt. Zo’n verhaal dat ik naar mijn slager toega om te zeggen dat ik vegetariër bent geworden. Dat is geen anekdote. Dat is een maatschappelijk, sociaal en zelfs filosofisch probleem dat spanning oproept. Zoiets moet je wel zien.’ 

Iets kleins uitbouwen tot iets groots?

‘Ik zeg op een gegeven moment in de voorstelling dat we van de tragische mens de meelijwekkende mens zijn geworden. De Grieken zagen de mens als een tragisch figuur, ergens tussen goden en helden in. Die rol zijn we helemaal kwijt. We zijn verworden tot mensen die tevreden zijn met hun dagelijks amusement en verder alle ambitie hebben losgelaten. Het idee dat je echt iets van je leven gaat maken. Als er voldoende vakantie in één jaar zit, is het al een hele prestatie. Dat vind ik meelijwekkend. Dat is niet meer theatraal.’ 

Voor het eerst lag er een briefje met speerpunten op het podium. 

‘Dat was de juiste volgorde van onderwerpen. Dat heeft ook weer met concentratie te maken. Je verliest op den duur het vermogen om dat hele pakket aan feiten en informatie altijd paraat te hebben. In deze voorstellingen ging het ongelooflijk goed. Slechts af en toe bleef ik steken bij een woord waar ik niet opkwam. En soms riep Hella van achteruit de zaal dat ik een stukje had overgeslagen. Dat is natuurlijk het fantastische van onze jarenlange samenwerking. Er is ook niemand in de zaal die denkt: wat gebeurt hier? Nee, dat wordt allemaal meegenomen alsof het erbij hoort. En dat is dan ook zo. Je hebt een positie bereikt waarin alles kan, ook je zo kwetsbaar opstellen. En dat is natuurlijk geweldig.’ 

Ik las in Zeeuwse Jaren dat het vorig jaar een keer wel serieus misging. 

‘In DeLaMar was ik even helemaal de kluts kwijt. Een tia, bleek. Toen stond ik voor mijn eigen gevoel als een oude goedzak de zaal in te kijken. Zo iemand die als een bejaarde een beetje half tevreden bij een kolossaal ongeluk wat hij veroorzaakt heeft naar de commotie staat te kijken. En Hella vond dat het een punt kon zijn om te stoppen. Zij was daar nerveuzer over dan ik. Ik voelde dat niet zo. Maar goed, als zoiets vaker onder voorstellingen gebeurt, dan is het klaar. Maar dit was voor mij de allereerste keer dat ik zoiets ervoer. Het is daarna ook niet teruggekeerd. Ophouden is heel simpel. Dat weet je volgens mij precies. Dat is echt een impuls. Dus van de ene op de andere dag zeg ik: klaar. Als het op werk begint te lijken, of als je van die bejaardenapplausjes begint te krijgen. Maar dat is op dit moment totaal niet aan de orde.’   

‘We zijn verworden tot mensen die tevreden zijn met hun dagelijks amusement en verder alle ambitie hebben losgelaten’

Je hebt zoveel gedaan: romans geschreven, in films gespeeld, Zomergasten gepresenteerd. Hebben ze je nog gevraagd om deze zomer voor Theo in te vallen? 

‘Nee, ik kreeg een keurig bericht dat ze al voorzien waren. Ik had het wel leuk gevonden, omdat ik nu een stuk opener ben dan in die tijd. Ik was toen ook best streng, vond dat het niet te gezellig mocht worden. Het ging gelijk al mis bij Connie Palmen. Ze had een fragment uitgekozen van een anorexiameisje dat zich doodhongerde met een camera erbij. Ik vond dat verschrikkelijk, en zei dat ook.

En Anton Corbijn hield de hele uitzending zijn zonnebril op omdat hij iets in zijn oog had. Ik begon erover in de uitzending. Vroeg hij me in de pauze dat niet te doen, want zijn ouders zaten ook te kijken. Ik lag niet goed bij de kijker en zeker niet de VPRO, maar vond het ongelooflijk leerzaam. Om eens buiten jezelf te focussen en te zien hoe ingewikkeld het is. Grappig, ze wilden mij in 1988 als allereerste Zomergast, maar ik heb dat toen geweigerd. Was bang voor overexposure. Toen viel een keertje Ivo Niehe uit en kwamen ze alsnog bij mij.’   

Heb je ooit succes gehad met iets wat je eigenlijk niet leuk vond om te doen? 

‘Er is leven na de dood. Niet dat ik niet blij was dat het op nummer één belandde, dat was natuurlijk heel erg leuk. Alleen zag je binnen een jaar daar de gevaren van opdoemen. Het ontstaan van een soort populariteit waar je niet naar streeft. Een circuit betreden van snel verdienen zonder echte bevrediging. Ik vond het wel leuk om een keer op het Piratenfestival op te treden, ook te midden van die collega’s. Maar niet meer dan één keer. Want dat nummer ging echt wel een eigen leven leiden. Ik hoorde dat zelfs op lagere scholen kinderen ermee aankwamen bij hun juf of meester. En nog steeds roepen mensen het me na. Kun je nagaan hoe erg het is als dat je enige claim to fame is? Wat voor ellende het voor een artiest is om een onehitwonder te zijn?’

Wat zie je als jouw core-talent? 

‘Wat je zo-even beschreef, die fysieke comedy. Het feit dat je dus kennelijk al leuk bent als je komt aanlopen. Dat is niet iets wat ik bewust heb ontwikkeld of aangezet, dat is er. Dat is de basis en die is nooit beschadigd. Dat is het mooie ervan. Na afloop van de voorstelling in Haarlem zei Cherry Duyns tegen mij: “Je bent gewoon een geluksvogel.” En dat ben ik ook. Dat ik dit mijn hele leven heb kunnen doen. En dat is dankzij dat ene ding: discipline. En die discipline heb ik nog niet eens zo van mezelf. Die heb ik van Bram en Hella. Maar ik heb er wel een heilig geloof in gesteld. Het belang ervan ingezien. Dus zie je mij nooit in de cafés, of dat ik in mijn vak een gevierde collega ben geweest. Eigenlijk was het vrij saai allemaal. Ja, dienstbaar aan mijn talent.’

Vrede op Aarde van Freek de Jonge wordt woensdag 25 december om 21.45 uur op VPRO, NPO 2 uitgezonden. De Zeeuwse Jaren: Memoires 3 wordt uitgegeven door Atlas Contact. 

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct