(Op de foto zit Hans Wilbrink, met T-shirt, in het midden aan de verre kant van de tafel)
Het was natuurlijk een rel die Hans Wilbrink in 1976 in de hoofdredactie van Nieuwe Revu deed belanden. Hoofdredacteur Ton van Dijk (seks, sensatie en socialisme) had zich in Vrij Nederland beklaagd over de kleinzieligheid van uitgever Ted Huberts, ontslag dreigde en als compromis werd de hoofdredactie uitgebreid met Hans. Hij moest de impulsieve Van Dijk in bedwang houden.
Zo goed lukte dat niet, want met de Kerst was een nieuwe rel geboren. Een ‘alternatieve Kerstboodschap’ van de Koningin begeleid met flink wat blootfoto’s joeg de directie opnieuw in de gordijnen. Directeur Huberts – waarschijnlijk gewaarschuwd door de drukker – besloot de gehele oplage (toen nog ruim 200.000 exemplaren) in de papierversnipperaar te doen. De redactie ging in staking en het voltallige personeel van de Geïllustreerde Pers – met Ton van Dijk en Hans Wilbrink voorop – marcheerde met spandoeken ‘Baas in eigen Blad’ van de Stadhouderskade naar het Van Gogh Museum. Alle opwinding leidde tot een redactiestatuut waarin stond dat ‘ongeveer de helft van de covers aan seks (met een knipoog) mocht worden besteed’. Those were the days.
Toen ik het een paar jaar later zelf tot hoofdredacteur schopte, was Hans de spil waarom alles draaide bij Nieuwe Revu. Hij was altijd het vroegst op de redactie (nu was dat op zich niet zo’n prestatie) en vertrok als laatste. Als adjunct was Hans verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het blad – het halen van de deadlines, de contacten met de drukkers, de fotopersbureau’s, de freelancers en niet te vergeten Het Budget! Dat was nogal een ding, want in die dagen werd er nog met geld gesmeten. Zeker toen Pieter Storms de redactie kwam versterken. ‘Champagne voor de hele zaak!’ was zo’n beetje zijn lijfspreuk.
Temidden van de chaos was Hans immer goedgehumeurd en zelden van zijn stuk te brengen door de stoet aan ego’s die langs kwamen, van Ischa Meijer tot Theo van Gogh, van Barend en Van Dorp tot Boudewijn Büch en vele, vele anderen.
Hans had een voorliefde voor strips, waardoor onder meer de Familie Doorzon en Joop Klepzeiker nationale faam bereikten. Maar hij hielp ook volop mee aan onze onderzoeksverhalen, zoals de corruptie van prins Bernard (en zijn onbekende dochter), het Stern-dagboek van Hitler (dat fake bleek te zijn) en de Foster Parents-affaire. Hans was het cement van Nieuwe Revu. Zonder hem had de bloeiperiode in de jaren 80 nooit plaats kunnen vinden.
Na Nieuwe Revu liet Hans als directeur-uitgever van de VARA zien dat hij ook in rustiger vaarwater prima kon functioneren. En na zijn pensioen was hij de drijvende kracht achter de Mercurs, de Nederlandse Oscars voor de tijdschriftenbranche, en bestuurslid van het Lucas Ooms Fonds. Hans was een van de peilers van de Nederlandse tijdschriftenjournalistiek. We zullen hem node missen.
- Berry Stokvis