Tributebands: kneusjes van weleer nu populairder dan ooit

Niet alleen worden tributebands steeds populairder, ze worden ook steeds beter. De moderne tribute-artist is veelzijdig, creatief en heel professioneel. En soms overstijgen ze hun grote voorbeelden. Wat is de Nederlandse top en hoe zien ze de toekomst? ‘Ik vertik het om kutmuziek te spelen.’

Tributebands

Onlangs konden Amsterdammers posters zien hangen voor een bijzondere reeks concerten in het Concertgebouw. Een week lang traden daar Michael Jackson, de Bee Gees, Simon &Garfunkel en ABBA op. Het waren niet zozeer de artiesten die verbaasden: niemand zal echt gedacht hebben dat deze supersterren de hoofdstad aandeden. Nee, de plek was bijzonder: tribute-acts in de meest prestigieuze concertzaal van Nederland? Dan moet het taboe dat lang rustte op deze vorm van entertainment er inmiddels wel af zijn.

‘Klopt helemaal,’ zegt Arie Verstegen, programmeur van poppodium de Boerderij in Zoetermeer. Al jaren boekt hij de betere tributebands en hij heeft het fenomeen een enorme vlucht zien nemen. ‘Ik denk dat we alleen al in Nederland vijf Pink Floyd-tributebands hebben en die zitten altijd vol, bizar. Het taboe is er echt wel af, er is veel meer waardering dan tien jaar geleden.’

Verstegen ziet dat met de toenemende vraag ook het niveau flink is gestegen. ‘Je moet ook wel goed zijn, anders moet je je echt niet wagen aan het materiaal van grote bands als Queen en Genesis.’

Lang was nostalgie de drijvende factor achter de meeste tribute-acts. Een publiek van vijftigers en zestigers die zich niet meer herkenden in de hedendaagse muziek en via tributeshows hun jeugd een avond lang konden herbeleven. Maar dat is slechts één kant van het verhaal. Ook steeds meer jongeren vinden hun weg naar tributebands. Het is een goede manier om een meer ambachtelijke vorm van musiceren te ondergaan. Voor wie gewend is aan concerten vol autotune en muziekpartijen op band kan het een behoorlijke kick zijn om loepzuiver gezongen vierstemmige vocalen of een vlammende gitaarsolo live uitgevoerd te horen.

Verstegen vindt steeds professionelere en betere tributebands een logische ontwikkeling. Je zou er zelfs soms de voorkeur aan kunnen geven boven een originele act. ‘Met name bij vocalen speelt dat. Muzikaal blijven veel oude bands wel overeind, maar de zangers boeten door de jaren heen wel wat in. Als er dan een jonge gast staat te zingen in plaats van iemand van zeventig, dan kan dat een groot verschil maken. Al zie ik zelf toch het liefst de originele muzikanten.’

Twee tientjes voor Musest

Er is ook een financiële verklaring voor het succes. Een ticket voor Muse in de Ziggo Dome kost al snel 75 euro. Dan ben met je twee tientjes voor Musest in de Boerderij een stuk goedkoper uit. En kun je om een toegift vragen. ‘Op Musest komen vooral jonge mensen af, maar ze zijn een uitzondering. Ik boek toch liever tributebands van acts die niet meer te zien zijn. Dan voorzie je echt in een behoefte. Vroeger had je clipavonden waar muziek bij gedraaid werd, tegenwoordig krijg je het bandje er gewoon bij.’

Er bestaat inmiddels een enorme verscheidenheid aan tributebands. Je hebt de mash-upbands als The Dirty Daddies en The Memphis Maniacs die fragmenten uit rockhits verwerken in hun dance-medleys. Het is de ultieme partymuziek, een Stars on 45 voor de 21ste eeuw. Daar tegenover staan de tributebands die zich concentreren op het zo perfect mogelijk tot leven brengen van een niet langer actieve band. In Nederland zijn The Analogues daar het succesvolste voorbeeld van, denkt Verstegen. ‘Die willen de muziek van de Beatles zo puur mogelijk naspelen en hechten veel waarde aan de originele instrumenten. Daar zoeken ze soms jaren naar. Ikzelf vind dat element minder belangrijk, want wie hoort dat nou echt? Maar de puristen zweren erbij.’

Ook Jelle Paulusma spreekt met respect over The Analogues. Zijn band Her Majesty voert het repertoire van Crosby, Stills, Nash & Young op, en deelt gitarist Diederik Nomden met The Analogues. ‘Ik vraag me soms echt af hoe Diederik het volhoudt. Toen wij Déjà Vu uitvoerden en zij The White Album heb ik zijn agenda weleens gezien. Daar was geen vrije dag bij. Dat heeft hij ook wel gemerkt, hij trok het op een gegeven moment niet meer. De situatie is nu heel duidelijk: The Analogues is zijn vaste werkgever, en aan de hand daarvan bepaalt hij of hij mee kan doen aan een volgend project met ons.’

Paulusma is zelf ook niet de eerste de beste. Als voorman van Daryll-Ann gold hij jarenlang als een van de beste songschrijvers van Nederland. Her Majesty kwam op zijn pad als gewoon een aardig project tijdens zijn solocarrière. ‘Het begon als een leuk idee. Het album Déjà Vu integraal uitvoeren in dertig kleine theatertjes, daarna was het weer afgelopen. Maar dat ontplofte, begin 2016. De chemie tussen de jongens was te gek en muzikaal klikte het zo goed dat het maar door bleef gaan. Ook in steeds grotere zalen. Nu zijn we acht jaar verder en het werkt nog steeds.’

Her Majesty treedt op in het Paard in Den Haag.

Die chemie is deels het resultaat van puur geluk, vindt Paulusma. Elk bandlid heeft een stem die overeenkomt met de vier uit CSNY. ‘Diederik doet veel Stephen Stills, Bertolf Lentink is goed in David Crosby en Bauke Bakker heeft de hoogste stem, dus die is perfect voor Graham Nash. Het past als een puzzel, en soms rouleren we.’

Zelf weet Paulusma goed een geloofwaardige Neil Young neer te zetten. ‘Het leuke is: ik ben zelf zo begonnen vroeger, door op de middelbare school CSN&Y te spelen. Mijn stem doet in de verte aan Neil Young denken. Ik kan het een beetje aanzetten als het moet, maar ik doe dat liever niet. Je moet hem niet na willen doen.’

Het is wat Her Majesty onderscheidt van veel concurrenten. Ze willen geen perfecte kopie zijn van het origineel. ‘Ik heb het daar met Diederik weleens over. The Analogues spelen The Beatles perfect na, maar live klonken die natuurlijk heel anders. Dat was een veel ruiger bandje dan zij op het podium doen voorkomen. Denk je niet dat George Harrison weleens dacht: fuck die plaatsolo, ik doe wat anders. Ach, als je avond aan avond het CSN&Y-repertoire doet, gaat dat letterlijk naspelen er vanzelf af, heb ik ervaren. Na verloop van tijd voelde het bijna alsof het onze eigen nummers waren.’

Benieuwd naar de rest van het verhaal? Je leest het via Blendle of in de nieuwste Revu. Jelle Paulusma vertelt hiern meer over het succes van de tributebands, en ook goed beseft dat het vooral de muziek is die de volle zalen trekt, niet de muzikanten. Toen wij in 2015 begonnen, werd me na verloop van tijd duidelijk dat de concertgangers helemaal niet zo geïnteresseerd zijn in de mannen op het podium. Het is toch vooral de reis naar het verleden. Heel veel mensen worden door die muziek getriggerd om terug te gaan naar hun jeugd. Toen ik in het begin huilende mensen bij een optreden zag, schrok ik daar wel van. We hadden er nooit over nagedacht dat het zo zou binnenkomen.'

Showbizz
  • Robert Zand, Gonzales Photo, BrunoPress, Nienke de Groot, Marcel Boshuizen, Bullet-Ray