Leon Verdonschot

'Niet iedere culturele onhandigheid van een witte man is een racistische kwaadaardigheid'

Open brief van columnist Leon Verdonschot aan voetbaltrainer Ron Jans.

Leon Verdonschot

Beste Ron Jans,

In alle discussies over je ontslag vanwege het meezingen met een rapnummer kwamen vele interessante inkijkjes in culturele verschillen langs, maar dat wel in combinatie met de hardvochtigheid van de types voor wie ‘woke’ geen ironische parodieterm is, maar werkelijk een serieus na te streven stempeltje van de meester voor de klas. Die hardvochtigheid laat zich samenvatten tot het idee dat iedere culturele onhandigheid, mits begaan door een ‘witte’ man, geen aanleiding voor een open debat is, maar juist het einde daarvan, want een daad van evident racistische kwaadaardigheid is, die dus moet worden bestraft met de hoogste versie van het schavot, in dit geval dus ontslag.

In Nederland is het op social media actieve en uiteraard voor de identiteitspolitieke reïncarnatie van De Waarheid genaamd One World actieve wappervingertje Sander Philipse een voorbeeld daarvan. Altijd grote woorden over menselijke waardigheid paraat, maar toen onlangs de conservatieve denker Roger Scruton overleed, maakte Philipse zich daar zeer vrolijk over, want Scruton was volgens hem minder waard dan een rat. Ik vond de denkbeelden van Scruton, een belangrijke inspirator van Thierry Baudet, een politieke versie van The Dark Side van The Force, maar niemand die werkelijk intrinsieke waarde aan het menselijk leven toedicht, maakt zich vrolijk over de dood van een politieke opponent. Dan val je finaal door de mand. Of, zoals Philipse zelf waarschijnlijk zou zeggen: dan dooft het licht.

Maar het grootste misverstand rond de discussie over je ontslag is toch het idee dat hysterische vormen van politieke correctheid ‘typisch Amerikaans’ zouden zijn, en dat ons die hier bespaard blijven. De beste illustratie van die misrekening stond afgelopen week op de filmpagina van NRC Handelsblad, waar de nieuwe film van Guy Ritchie werd besproken. Ik was op basis van de trailer nieuwsgierig geworden naar de film, las in de Volkskrant een enthousiaste recensie over de flair van de film, en de vermakelijke manier waarop Ritchie kennelijk speelt met politieke correctheid en de discussie daarover ook weer in de film verweeft: ‘Zie de dialoog waarin het racistische gehalte van een vermeend racistisch scheldwoord uitvoerig wordt besproken.’

Ik was benieuwd of NRC ook zo enthousiast was. Nee. ‘Guy Ritchie slaat de plank mis met The Gentleman,’ was de kop. Wat was er aan de hand? De inleiding repte immers over een film die ‘bijdehand’ is en ‘goed gestyled’, met bovendien een ‘lekker puzzelplot’. Maar helaas. NRC-filmrecensent Dana Linssen gaat het niet om de film, maar om de vermeende politieke boodschap van Ritchie. Want de wietkwekenede Matthew McConaughey in de film noemt een van zijn kopers steeds ‘Chinaman’. Racisme! En Hugh Grant speelt een corrupte journalist, die ‘toevallig’ homoseksueel is. Homofobie!

En dus is in het toonaangevende culturele deel van een kwaliteitskrant niet de kwaliteit van een film doorslaggevend, maar het eindresultaat van het langs de politiek correcte meetlat leggen van de maker. Berg je, Ron Jans, ook hier.