Het is warm, snikheet durf ik wel te zeggen, en – ik had niet verwacht deze zin ooit op te schrijven – ik zit in de auto naar Rijen, naar de beste hondenfotograaf van de wereld. Een jaar geleden won Monica van der Maden het WK hondenfotografie, uitgeschreven door het hondentijdschrift The Kennel Club. Afgelopen oktober haalde ze haar prijs op in Londen, sindsdien fotografeert ze over de hele wereld. Ook deze maand, een jaar na haar eerste prijs, won ze weer: ze maakte van alle hondenfotografen ter wereld de beste foto van puppy’s en de beste foto in de categorie dogs & play.
Ik let gewoon heel erg goed op de prikkels van de hond
Ik ben benieuwd wat voor leven deze Madonna van de hondenfotografie leidt, wat voor iemand ze is, en vooral: wat je op een dag toch in ’s hemelsnaam beweegt om hondenfotograaf te worden.
Als ik aanbel, komt Monica naar buiten. Als ze ziet dat ik niet helemaal op mijn gemak ben in een huis vol honden, stelt ze me direct gerust: de honden zitten voor de gelegenheid netjes in een hokje. ‘Straks als we de foto gaan nemen, komen ze er natuurlijk wel uit,’ verontschuldigt ze zichzelf haast. ‘Is dat oké? Ik had niet verwacht een journalist te treffen die bang was voor honden.
Ik ga me erdoorheen slaan. Het komt goed.
Een beetje lacherig
Ze lacht een keer en zwaait naar haar man, die buiten in de schaduw van een parasolletje de hittegolf uitzit. Hij zwaait terug, maar verroert zich verder amper. We drinken allebei een glaasje water en gaan aan Monica’s keukentafel zitten, onder een gigantisch portret van een enorme op ons af rennende hond.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik oprecht geen idee had dat hondenfotografie een ding was.
‘Ja,’ knikt Monica blanco.
Maar niemand weet dit toch?
‘Nee, inderdaad. En er wordt ook altijd een beetje lacherig over gedaan. Maar ik heb zoiets van: er zijn zóveel takken van fotografie. Er zijn fotografen die alleen autosport doen. Of alleen kinderen. Huwelijken, zwangerschappen, eten, journalistiek, alles. Ik zou eerder zeggen: waarom niet? Maar ja, wat ik zeg: mensen doen er altijd een beetje lacherig over.’
Maar jij bent dus de beste van iedereen. Hoeveel hondenfotografen doen er dan mee aan dat WK?
‘Er zijn ongeveer vijftienduizend foto’s ingestuurd. Uit, ik zeg uit mijn hoofd, 72 landen.’
Is er dan ook een NK hondenfotografie?
‘Ja, ongetwijfeld. Maar er zijn zo verschrikkelijk veel wedstrijden. En ik probeer wel degene eruit te pikken waar ik het meest aan heb.’
Rouwverwerking
We praten verder over haar WK, over de foto’s die ze inzond, en over wat haar beweegt om honden te fotograferen. Dan vertelt Monica over hoe ze überhaupt ooit aan de hondenfotografie verslingerd is geraakt. ‘Het begon als hobby. Ik was achttien en ik was sowieso wel geïnteresseerd in fotografie. Van het een kwam het ander: je koopt eens een toestel, en je gaat eens wat foto’s maken.’
En die honden? Wanneer kwamen die in beeld dan?
‘Dat begon toen een van mijn honden overleed. En daar had ik helaas weinig foto’s van. Toen ben ik van de honden die ik toen had, van degenen die nog leefden, heel veel foto’s gaan maken.’
De beste hondenfotograaf ter wereld is begonnen uit een soort rouwverwerking.
‘Ja, zo kun je het op zich echt wel zien, ja. Ik had gewoon zo weinig foto’s van Noa...’
Noa was je hond?
‘Ja. Daarom heet mijn fotobedrijf ook Monoa. Mo, dat ben ik dan, van Monica, en Noa, nou ja, je snapt het wel. Maar goed, later begonnen mensen aan me te vragen of ik ook hun honden wilde fotograferen.’
En wat maakt dan de perfecte hondenfoto?
‘Heel veel geduld. Ik maak mijn foto’s altijd in de ochtend, in de vroege uurtjes. Dan zijn de honden vaak nog lekker fris. En dan heb je natuurlijk ook wel zacht licht nodig. Nee, niet als vandaag. Dat het dan zo’n lekker weer is: allemaal mooi en aardig, maar ik kan er met fotograferen helemaal niks mee.’
Maar, even los van het licht: in principe kun je dus overal een hondenfoto maken.
‘Ja, ik doe het wel, ja. Voornamelijk in de stad. Metrostations.’
Metrostations zijn goede hondenfotogenieke plekken?
‘Nou ja, je kunt dat niet met elke hond doen, natuurlijk. Ze moeten wel goed luisteren. Maar mijn klanten willen voornamelijk in het bos.’
Oude, kapotte gebouwen
We praten verder over Monica’s liefde voor honden en voor fotografie. Ze vertelt dat ze ook graag honden fotografeert in oude, kapotte gebouwen. Terwijl ze erover praat, begint ze te glimlachen. ‘Weet je wat het is? Ik wil gewoon dat het baasje emotioneel wordt als ie de foto ziet. Ik probeer gewoon echt de ziel te pakken, of nou ja, de ziel, die ene blik zoals de eigenaar hem ziet.’
En hoe doe je dat? Want zo’n hond moet er ook maar net zin in hebben, niet?
‘Ik praat gewoon goed met het baasje, over het karakter van de hond, hoe ze met elkaar omgaan, dat soort dingen. En voordat we foto’s gaan maken, dan gaan we ook eerst even een stukje lopen. En dan let ik gewoon heel erg goed op de prikkels van de hond.‘
En nu? Wat zou je nog willen?
‘Uiteindelijk zou het het mooiste zijn natuurlijk om door te breken in Amerika. Foto’s van honden van bekende artiesten maken, filmsterren, dat werk.’
Oh? En wiens hond zou je dan écht nog een keer willen fotograferen?
‘Jason Momoa. Zo’n enorme man – die schijnt een Frans bulletje te hebben. Ja, dat is natuurlijk prachtig. Maar goed, het moet natuurlijk ook wel passen. Mijn stijl is eigenlijk, eh, nou ja, sprookjes-dramatisch. Echt de Europese stijl, als het gaat om hondenfotografie. En met zo’n Jason Momoa, dan heb je natuurlijk een hele stoere vent voor je. Die zit natuurlijk niet te wachten op zo’n sprookjesfoto. De Amerikaanse stijl is toch net wat harder allemaal.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Alexander Schippers