Vriendin J. wil naar de show van de Chippendales: Best Night Ever. Ik besluit haar te vergezellen. Al betwijfel ik of dit mijn ‘beste avond ooit’ wordt. Ik loop niet warm voor opgepompte types met strikjes om hun nek, die dansjes doen in ballenknijpers. Nieuwsgierig ben ik wél. Vooral naar het publiek. Als J. en ik om 20.00 uur arriveren bij de Rai in Amsterdam, verwachten we dat het daar stikt van de moekes met boa’s om hun nek, het huishoudbeurstype. Niets is minder waar.
Met open mond staar ik naar al het vrouwelijk schoon. Ik was in de veronderstelling dat J. en ik de gemiddelde leeftijd omlaag zouden brengen. Maar nee: wij zijn hier de oudsten én het meest underdressed. Korte glitterjurkjes, hoge hakken, gekrulde haren en nepwimpers; het lijkt hier nachtclub Jimmy Woo wel. Aan de bar worden geen glazen, maar fléssen drank besteld. ‘Ik moet niet hebben dat ik uitdroog,’ verklaart een blond meisje van 18 jaar. Ze gaat natuurlijk niet tíjdens de show naar de bar lopen, stel dat ze iets mist!
J. en ik besluiten ook maar een fles prosecco te bestellen. We lopen naar de zaal, waar we plekken op de twintigste rij hebben. Alle stoelen zijn inmiddels bezet, door ongeveer tweeduizend dames. De sfeer is elektrisch. Meiden joelen en schreeuwen als hooligans aan het begin van de belangrijkste wedstrijd van het seizoen. Onze buurvrouwen gaan op hun stoelen staan. Dat is niet de bedoeling, leren we al snel. Een gedrongen bewaker, die verantwoordelijk is voor het gebied waar wij zitten, komt woest aangesneld en spreekt ze bestraffend toe.
Dan begint de show. Er verschijnen tien mannen met ontblote bovenlijven op het podium. Het publiek raakt buiten zinnen. Er rennen vrouwen naar voren (die op een muur van toezichthouders stuiten), kelen worden schor geschreeuwd en de temperatuur in de ruimte lijkt binnen een paar minuten vijf graden te stijgen. Zo moet het eraan toe zijn gegaan tijdens een concert van de Backstreet Boys, in de boyband-hoogtijdagen. ‘Wie wil er het podium op?’ roept een Chippendale met een knotje. De zaal ontploft. Er springen vier halfnaakte mannen het publiek in. ‘Pick me!’ schreeuwt J. terwijl ze op en neer springt.
De bewaker raakt in paniek. Er staan inmiddels meer vrouwen op stoelen dan hij en zijn team kunnen corrigeren. De aderen in zijn nek groeien en hij maakt wilde gebaren met zijn zaklamp, die hij uit en aan klikt, terwijl hij schreeuwt: ‘Eraf nu, núhuu!’ Iedereen negeert hem straal. ‘Kies mij, kies mij, kies mij!’ klinkt overal vanuit de zaal. De hysterie werkt aanstekelijk. Ook ík zwaai enthousiast naar de Chippendale die langs rent. Maar hij gunt me geen blik waardig. J. gaat een stap verder en grijpt een gespierde schouder. De man schudt zich los. Een mollige dame gebruikt haar hele lijf om een stripper tot stoppen te dwingen. Haar buurvrouw ziet haar kans schoon en betast zijn billen. ‘Ik heb hem aangeraakt!’ roept ze trots. Jezus, en wij maar denken dat mánnen erg zijn.
Voor het verder uit de hand kan lopen, wijst de Chippendale naar een vrouw, die zich voor zijn voeten heeft geworpen. Dan haast hij zich terug naar het veilige podium. Ook dáár gaat het er wild aan toe. De tijdelijke assistentes worden drooggeneukt in allerlei creatieve standjes. Het ziet er sexy uit, moet ik bekennen.
Een Chippendale ontdoet zich van al zijn kleding, ook de slip gaat uit. Zijn welgevormde bilpartij is naar de zaal gericht. Hij zet zijn linkerbeen op een stoel en duwt zijn hulpje op haar knieën, zodat haar gezicht zijn edele delen raakt. Hij maakt neukbewegingen en we zien haar paardenstaart heen en weer zwiepen. Wat ze daar precies uitspookt, zullen we nooit weten. Eén ding is zeker: bijna elke vrouw in de zaal wil haar plaats innemen.
J. en ik lopen naar de eerste rij. Wat eigenlijk niet mag. Maar de bewaker heeft zijn handen vol aan onze dronken en recalcitrante buurvrouwen. Hij wil dat ze vertrekken, zij piekeren daar niet over. We dansen een tijdje mee met de stripacts. Dan is het over met de pret. ‘Het is nu tijd voor de foto’s. Die kosten 15 euro per stuk. Alsjeblieft niet duwen,’ deelt iemand van de organisatie mee. Iedereen duwt. En omdat J. en ik vooraan staan, schuiven we zonder dit te willen, naar het begin van de rij.
Een Engelse vrouw prikt met een lange nagel in mijn arm. ‘Go away bitch, I was first.’ Een ander geeft me een beuk met haar schouder. Mijn god, deze vrouwen zijn gek geworden. Weg hier. Na een paar minuten worstelen zijn we de rij uit. We lopen meteen door naar de uitgang. Wat een ervaring. Ik kijk een laatste keer achterom. Het ene vrouwenhoofd is nog roder dan het andere. Ook míjn wangen gloeien. Maar niemand heeft het zo heet als onze bewaker.