Premium

Albert Verlinde (63): 'Groot verschil tussen de Albert die mensen op tv zien en de Albert als luxe huismus'

Als theaterproducent en televisiepersoonlijkheid heeft Albert zichzelf ruimschoots bewezen, maar er kan nog meer bij. Een gesprek over zwanger zijn van een idee, z’n valsenichtenimago en onbekommerd durven genieten van een Bentley Continental GT. 

Albert Verlinde

Nieuwe Revu ontmoet Albert Verlinde
Waar? Terwijl de zoveelste storm-met-onduidelijke-naam over ons land raasde, verschansten wij ons ieder in ons eigen veilige huis – Albert in Amsterdam, uw journalist in Utrecht. Verbonden via een beeldscherm voelde dat toch heel dichtbij. Nog iets gegeten of gedronken? Warempel nee. Te druk met praten. Verder nog iets? Vanaf maart 2025 kun je met eigen ogen gaan kijken naar het nieuwste theaterkind van Albert, namelijk: Elisabeth de musical. De internationale musicalster Pia Douwes speelt samen met Danique Dusée de rol van de sterke, eigenzinnige vrouw die haar hart verpandde aan keizer Frans Jozef. Albert zit ondertussen niet stil, want hij is alweer druk bezig met zijn volgende meesterwerken: de Queen-musical We Will Rock You en BREL!, de musical over het leven van zanger Jacques Brel, gespeeld door Sjors van der Panne.

Waarom vond je dat de wereld nog een Sissi-productie nodig had?
‘Het gekke is dat het verhaal van Sissi, of eigenlijk Elisabeth, enorm tot de verbeelding blijft spreken. Sinds kort staat er weer een nieuw seizoen van de serie over haar op Netflix, Die Kaiserin. Er was onlangs ook een film die haar sportieve kant benadrukte – ze trainde iedere dag uren. Een musical over Elisabeth was er 25 jaar geleden al, maar we kijken in de huidige tijd toch weer heel anders naar zo’n vrouw. Wat ik mooi vind aan deze versie is dat je denkt: je hebt de wereld aan je voeten, je bent keizerin, je hebt alles. Elizabeth was ook het eerste, echte royalty-idool, met beeltenissen op koekblikken en ansichtkaarten. Maar toch was ze doodongelukkig, omdat ze zich volledig moest aanpassen aan het hof. Dat thema past heel goed in deze tijd, waarin iedereen vindt dat je jezelf moet kunnen zijn. De mentale gezondheid van Elisabeth speelt ook een grote rol, net als haar obsessie met de dood. Er zijn genoeg uitgangspunten om met een frisse, hedendaagse blik naar de persoon Elisabeth te kijken.’

Tegelijk ben je ook alweer druk bezig om een ander imposant project naar Nederland te halen: de musical We Will Rock You. Hoe kies je welke projecten je gaat doen?
‘Dat is een soort fingerspitzengefühl. Ik moet zelf echt zwanger zijn van een idee. Heb ik dat enthousiasme niet, dan moet ik er niet aan beginnen. Want ik hóéf het niet te doen, snap je? Het is hartstikke leuk en een mooie bezigheidstherapie, maar ik denk niet: zonder musicals heb ik geen leven. Of: ik heb het inkomen nodig. Ik moet het leuk en uitdagend vinden, anders doe ik het niet. Tijdens het opzetten van een musical, zoals nu We Will Rock You, hou ik ook altijd in de gaten hoe er wordt gereageerd. Als je een hoofdrol aankondigt of een preview laat zien, dan moet je merken dat er iets gebeurt. Wordt de website meer bezocht? Verkoopt het kaarten? Dat zijn voor mij belangrijke tekenen dat mijn gevoel klopt. Je moet niet blind zijn en alleen je eigen hobby najagen, want uiteindelijk heb je zo’n 150.000 mensen nodig die naar een productie willen komen. Bij Elisabeth lijkt dat goed te gaan. Ik sprak van de week iemand van een theater die zei: “Alles wat je doet met die naam, levert meteen resultaat op.” Dat ziet er hoopvol uit.’ 

Is het ook weleens misgegaan met dat fingerspitzengefühl van je?
‘Ja, soms ben ik eigenwijs. Ik heb met Jos Brink ooit een prachtige musical gemaakt over tekstdichter Jacques Tol. Voor de Tweede Wereldoorlog schreef hij geweldige teksten voor allerlei Nederlandse kleinkunstenaars, maar tijdens de oorlog sloot hij zich bij de Duitsers aan. Hij scheef een grote hoeveelheid nazipropaganda en kreeg na de oorlog een beroepsverbod, omdat hij fout was geweest. Veel artiesten negeerden dat verbod en gingen naar kamp Westerbork, waar hij opgesloten zat, en kregen onder het hek door teksten van Tol waar ze hun eigen naam onder plaatsten. Het was een prachtig verhaal, maar al bij de eerste verkoop merkte ik: dit doet het niet zo goed. Als je merkt dat iets niet aanslaat, dan weet je dat je intuïtie niet klopte. Maar ik zette toch door. Het is een geweldige voorstelling geworden, maar geen publiekssucces.’ 

Je bent al decennia een bekende naam in het Nederlandse medialandschap. Wanneer voelde je voor het eerst dat je carrière begon te vliegen?
‘Ik ben echt een laatbloeier, hoor. Eerst heb ik een theatercarrière gehad, maar de mensen stonden niet in de rij om voorstellingen van mij te bekijken. Dat heb ik tot mijn 27ste gedaan, met een aanvullende uitkering. Het kan dus goedkomen als je dat ooit hebt gehad. Rond mijn dertigste ben ik als junior-producer gaan werken bij de Avro en daarna ging het bewegen. Ik ging Showtime presenteren bij RTL 4 en later ook Showbizz en Shownieuws, maar op de een of andere manier vond ik daar mijn plek niet. Het was wel entertainmentnieuws wat ik deed, maar ik was het niet die daar zat.

Dat kwam pas toen Rick Romijn me belde of ik in het programma van Edwin Evers op Radio 3 wekelijks een rubriek wilde doen over shownieuws: “Het betaalt niets, maar het is wel goed voor je populariteit.” Dat was de start van de Albert zoals iedereen hem nu kent. De Albert van Shownieuws was een soort pop in een mooi jasje. Ik wist niet wie ik was en als jij niet weet wie je bent, dan kan de wereld eromheen er ook weinig mee. Dat was het probleem. Ik heb de kleinkunstacademie gedaan met het idee dat ik cabaretier wilde worden, maar dat lukte niet. Bij de Avro vond ik mijn werk leuk en Mies Bouwman, die daar destijds werkte, heeft altijd tegen de mensen daar gezegd: “Achter de schermen zit iemand die goed is, daar moeten jullie wat mee.” Dat is heel lief, als iemand zoiets voor je doet. Zij zag het dus wel, maar ikzelf op dat moment nog niet. Bij Edwin Evers begon de echte Albert er doorheen te komen en bij RTL Boulevard kwam alles bij elkaar: het cabareteske dat ik in me had, mijn jarenlange ervaring op redacties, de teksten die ik schreef voor de radio. Alles kwam – boem – samen. Ik was op dat moment al veertig, maar toen wist ook heel Nederland meteen wie Albert Verlinde was.’ 

‘Beau en ik schudden elkaar de hand, liepen de studio in en iedereen die daar stond, zag een soort wonder ontstaan’

Is het achteraf een zegen geweest dat je pas op latere leeftijd doorbrak?
‘Ja, dat denk ik wel. In de jaren dat ik Shownieuws deed, keken er ook wel veel mensen naar me. Maar niet vanwege mij. Ik zat er eerder in de weg dan dat ik hielp. Er gebeurde ook niet echt wat. Ik was er wel, maar niet op een goede manier. Dat hele langzame proces heb ik nodig gehad om mezelf te vinden. Tussen mijn achttiende en mijn dertigste heb ik de kroegen van Amsterdam behoorlijk wat klandizie gegeven, terwijl ik ondertussen dacht: rustig aan, het komt wel. Ik denk dat ik die instelling had van mijn vader. Hij had een gezin om voor te zorgen, dus hij kon het zich niet permitteren om een aanvullende uitkering te hebben. Maar hij heeft net als ik heel langzaam carrière gemaakt, totdat hij tijdens de tweede helft van zijn jaren als dertiger een directeursfunctie kreeg. Ik denk dat ik daar onbewust naar heb gekeken, zo van: het hoeft niet onmiddellijk te gebeuren. Het is ook goed geweest dat ik al van alles had meegemaakt, want daardoor kon ik omgaan met de hectiek van op een redactie werken en de roem. Ik liet me niet zo snel gek maken.’ 

Je werd bekend als de man met de ongezouten mening. Ben je ooit te ver gegaan? 
‘Ik denk dat het precies goed was. Beau van Erven Dorens en ik hadden elkaar nooit eerder ontmoet, maar bij de eerste screentest schudden we elkaar de hand, liepen de studio in en iedereen die daar stond, zag een soort wonder ontstaan. Twee mannen die het zo leuk hadden, er gebeurde bij ons altijd van alles. We waren een soort pioniers, een team dat perfect in elkaar paste. Het moment was ook perfect, want het internet begon net en mensen wisten nog niet echt hoe ze daarmee om moesten gaan. Wij doorliepen de krochten van het internet en vonden alle nieuwtjes en dingetjes net wat eerder dan het publiek. Dat was ook onderdeel van het succes, denk ik. Echt te ver zijn we nooit gegaan, het was wel hoor en wederhoor. Als ik vandaag iets lelijks over iemand zei, dan kon hij of zij me na de show opbellen en kwam ik er een dag later op terug. Het werd nooit een fittie.’

De RTL Boulevard-jaren hebben je het imago van een vileine man opgeleverd. Wat vind je daarvan?
‘Ik kan opmerkingen maken met een bepaalde toon of blik. Bij Vandaag Inside doe ik dat ook. Dat is mijn theaterachtergrond. Ik weet hoe ik mijn stem en ogen kan gebruiken, waardoor iets best pittig de huiskamer in kan komen. Waarom ik me nooit iets heb aangetrokken van mensen die daar kritiek op hebben, is omdat het bij mij altijd een mix is. Ja, ik kan iets zeggen wat raak is, maar ik sta ook stil bij mensen die zijn overleden en voer regelmatig een maatschappelijke discussie. Het is bij mij een breder palet dan alleen dat ene onderdeel dat de pers zo leuk vond om eruit te halen.’ 

Vandaag Inside wilde je eerst helemaal niet doen. Waarom ben je toch overstag gegaan?
‘Wilfred Genee heeft een jaar lang geprobeerd om me over te halen. Daar had ik geen zin in, want als ik ergens iets zeg, dan ben ik daarna nog twee dagen bezig met nazorg. Uiteindelijk heb ik toch een keer ja gezegd en dat voelde meteen als thuiskomen. Ik keek er zelf eigenlijk nooit naar, in het verleden heb ik het programma ook weleens Homohaat Laat genoemd, maar wat ik er zo leuk aan vind, is dat er altijd iets gebeurt. Dat was bij RTL Boulevard ook altijd. Ik vergeleek dat vaak met een televisiewedstrijd waarbij je niet naar de keuken durft te gaan, omdat je bang bent dat er net een goal wordt gemaakt als je weg bent. Vandaag Inside is spannende, leuke livetelevisie. Daarom zit ik daar op mijn gemak, maar vanwege die nazorg niet vaker dan twee keer per maand.’ 

Krijg je vaak vervelende reacties?
‘Nee, eigenlijk niet. Wat ik vooral hoor, is: “Wanneer ben je er weer?” En dat hoor ik niet alleen van mannen, zoals ik eerst dacht. Het publiek is heel divers. Van tuinmannen tot stewardessen. Laatst zat ik in een KLM-toestel en zei een stewardess: “Wanneer zie ik je weer bij Vandaag Inside? Ik kijk altijd.” Sinds RTL Boulevard heb ik geen programma meer gedaan waar zo positief op wordt gereageerd. In die tijd kreeg ik ook alleen maar leuke reacties van kijkers. Als ik terugkijk, dan was het vooral de pers door wie ik als valse nicht – een woord dat je nu ook niet meer zou gebruiken – werd geframed. Zij voelden blijkbaar die behoefte, omdat ze niet wisten hoe ze met entertainmentnieuws moesten omgaan. Nu brengt iedereen dat: van het Algemeen Dagblad tot het Journaal. Maar in de begintijd van RTL Boulevard ben ik regelmatig op avonden van journalistieke opleidingen geweest, omdat zij weigerden om hun studenten stage te laten lopen bij ons. Als je ziet hoe dat zich inmiddels heeft ontwikkeld, dat is gigantisch.’ 

Hebben jullie een soort revolutie ontketend met RTL Boulevard?
‘Absoluut. Voorheen bepaalde iemand als Henk van der Meijden in De Telegraaf wat het showbizznieuws was. Hij schreef iets en dat was het. Er was geen hoor en wederhoor. Wij deden dat wel en dat maakte een groot verschil. Mensen konden zelfs tijdens de uitzending bellen om hun kant van het verhaal te vertellen. Wij waren de eersten die entertainmentnieuws democratiseerden. Als je kijkt naar al die panelshows die er nu zijn, dan zie je dat ze allemaal schatplichtig zijn aan die eerste jaren van RTL Boulevard.’

Hoe kijk je nu naar RTL Boulevard?
‘Ik vind het knap dat het na 23 jaar nog steeds bestaat. Daarvan heb ik er vijftien jaar bijgezeten, maar het is inmiddels wel echt een ander programma geworden. Meer een lifestylemagazine, minder afhankelijk van één of twee mensen. Dat is een goede ontwikkeling, denk ik. Het ziet er prachtig uit, kleurrijk, goed verzorgd. Het bedient jong en oud. Het is misschien wat braver dan vroeger, maar dat past ook bij deze tijd. De wereld is veranderd. Toen wij RTL Boulevard deden, zochten we de grenzen geregeld op, ook met de zenderbazen. Soms belden ze vlak voor de uitzending omdat ik iets niet mocht zeggen en dan zei ik: “Kijk maar naar de uitzending, dan hoor je het wel.”’

Genoot je ervan om de grenzen op te zoeken?
‘Ja, absoluut. Ik ben wel een thrillseeker op dat gebied. Ik had ook kunnen denken: laat maar zitten. Maar ik vond het leuk om te kijken hoe ver ik kon gaan.’

Ben je ook op andere vlakken een thrillseeker?
‘Privé ben ik juist heel rustig. Eigenlijk ben ik een huismus. Er zit een groot verschil tussen de Albert die mensen op tv zien en de Albert in z’n dagelijkse habitat die over straat jogt of eigenlijk: sjokt. Mijn leven is niet spannend, totaal niet. Wel leuk hoor, met mooie ontmoetingen, gesprekken en mails, maar het is niet zo dat ik per se iedere dag naar buiten moet treden. Ik ben geen Gordon of Gerard die denkt: wereld, hier ben ik!’ 

‘Ik durfde het nooit te vertellen, uit angst dat mensen zouden denken: daar heb je hem weer, die patser met zijn chauffeur’

Heb je helemaal geen bewijsdrang meer?
‘Vroeger wel hoor, zeker. Maar ik voel tegenwoordig minder de behoefte om te laten zien wat ik kan. Ik kan musicals maken, ik kan tv maken. Dat hoef ik niet meer te bewijzen. Ik heb de vrijheid om zelf de keuze te maken wat ik wel en niet wil doen. In deze fase vind ik het mooi om andere mensen te stimuleren. Ik ben geen persoon die zegt: na mij mag er niks in de schaduw groeien. Graag zelfs. Ik ben heel trots dat mijn opvolgers bij RTL Boulevard, Luuk Ikink en Rob Goossens, bij mij vandaan komen. Ik heb ze allebei zelf bij de zender geïntroduceerd. Dat vind ik leuk. Ik zeg ook vaak nee tegen tv-dingen, omdat ik denk: waarom zou ik het doen?’ 

Wat betekent succes in deze fase van je leven voor jou?
‘De voldoening die ik uit mijn werk haal. Als ik bij een voorstelling van Jesus Christ Superstar zit en zie hoe enthousiast het publiek is, dan denk ik: wat fijn dat ik al deze mensen op een mooie avond kan trakteren. Of als ik bij Vandaag Inside een leuke avond heb gehad en daarna naar huis ga met het gevoel: dit was goed. Dat is voor mij succes.’

Veel mensen in de mediawereld hebben een klein, hecht groepje met andere BN’ers om zich heen. Heb jij ook zo’n kringetje?
‘Nee, niet echt. Ik ben graag op mezelf. Natuurlijk heb ik goede vrienden, zoals Peter van der Vorst en Nikkie Plessen, maar ik ben geen groepsmens. Toen ik nog bij RTL Boulevard werkte, speelde alles zich af in Amsterdam en Hilversum. Maar ik woonde in Brabant en ging iedere dag op en neer. Dwars door alles heen heb ik een theatercarrière opgebouwd en pas nadat ik mijn bedrijf verkocht aan Joop van den Ende en manager werd van Stage Entertainment dacht ik: nu moet ik een huis hebben in Amsterdam. Voor die tijd sliep ik elke week één avond in een hotel in Amsterdam. Daar bouwde ik alle afspraken omheen, zodat ik daarna weer naar Brabant kon gaan. De boerderij daar hebben we nog steeds, maar nu zijn Onno en ik ook regelmatig samen in Amsterdam.’ 

Je man Onno Hoes, momenteel werkzaam als burgemeester van Roermond, heeft net zo’n indrukwekkende carrière als jijzelf. Hoe gaat dat samen?
‘Nou, soms niet, haha. We hebben elkaar altijd de vrijheid gegeven om te doen wat we wilden. Natuurlijk hebben we weleens gedacht: dit hadden we beter kunnen plannen, want het betekent nogal wat om dit of dat te gaan doen. We hebben geen kinderen, dat maakt het makkelijker. Maar als ik achteraf kijk naar wat ik allemaal heb gedaan, zeker de laatste jaren waarin ik Stage Entertainment leidde en ook nog een contract had bij RTL Boulevard, dan was het eigenlijk gekkenwerk.

Het geheim van Onno en mij is denk ik dat we samen zoveel delen. Er heeft een hobbel in de weg gezeten, dat hebben meer relaties, maar bij ons was het net wat openbaarder dan bij anderen. Sindsdien zijn we er meer op gaan letten dat we onszelf niet moeten overbelasten. Reizen was iets wat in het verleden nooit lukte, omdat ik dagelijkse televisie maakte. Nu maken we elk jaar één grote reis samen en gaan we wat vaker een weekend weg. Laatst waren we in Noord-India. Daar zie je veel armoede, maar ook enorm veel geluk. Dat is heel inspirerend. Wat me ook opvalt tijdens het reizen, is hoe anders mensen omgaan met regels. In India bijvoorbeeld lopen er koeien op straat en zijn er nauwelijks verkeerslichten. Maar het werkt, omdat iedereen verantwoordelijk blijft voor zijn omgeving. Hier is alles overgeorganiseerd en dat is soms beperkend. Die nuchtere, relaxte houding neem ik graag mee naar huis.’

Geniet je voldoende van al het harde werken dat je hebt gedaan?
‘Ja. Ik ben een huismus, maar wel een luxe huismus. Ik wil mooie dingen om me heen. Het leven is op financieel vlak lief voor me geweest en ik realiseer me hoe bevoorrecht ik daardoor ben, maar ik vond het heel lang lastig om daar open over te zijn. Jarenlang heb ik een chauffeur gehad, maar dat durfde ik nooit te vertellen, uit angst dat mensen zouden denken: ja hoor, daar heb je hem, patser met zijn chauffeur. Maar het was puur praktisch, omdat ik elke dag RTL Boulevard deed en daarnaast ook nog een theaterbedrijf runde. Al was het maar om even te slapen en ervoor te zorgen dat ik mezelf niet te pletter zou rijden. Nu durf ik wat meer te genieten.’

Je hebt jezelf zelfs getrakteerd op een Bentley Continental GT, las ik in een interview. 
‘Ja, dat wilde ik al heel lang, maar ik dacht altijd: moet ik dat nu wel doen? Ik ben niet iemand van show-off, weet je. Er gaat veel geld naar goede doelen en daar praat ik ook nooit over, maar op een gegeven moment mag je zeggen: het leven is aardig voor me geweest, daar ga ik volop van genieten. Anders moet je underground rijk zijn.’ 

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Showbizz
  • NL Beeld