Deze week: tegelperser Wies van Lieshout (26).
Wat is je beste beslissing van de laatste twaalf maanden?
‘Ik ben precies twaalf maanden geleden afgestudeerd als industrieel ontwerper aan de TU Delft. Sindsdien heb ik nog meer een gewoon-doen-mentaliteit gekregen. Daar ben ik heel blij mee, omdat ik heb gemerkt dat een dergelijke mindset je zoveel kan brengen. Als je een vet plan hebt, dan zul je zien dat het altijd wel werkt als je het gewoon gaat doen. Samen met mijn compagnon Eva Aarts waren we al tijdens onze studie bezig met Waterweg, maar op een laag pitje. Sinds een jaar zijn we er fulltime mee bezig. En we zien dat je daar zoveel uit kan halen en mee kan bereiken, als je er simpelweg mee aan de slag gaat. Maar ik merk het ook op andere vlakken. Ik liep bijvoorbeeld ook al lang rond met het plan om een camper te kopen en om te bouwen. Dat ben ik ook gewoon gaan doen. En tijdens de afgelopen lockdownmaanden ben ik eten gaan rondbrengen bij mensen die het moeilijker hebben. Dus loop je rond met een idee dat in jouw ogen goed of vet is: gewoon doen, je krijgt er zoveel voor terug.’
Hoe heeft de coronacrisis voor jullie uitgepakt?
‘Stiekem was het best chill. We hadden al een subsidie waarop we de komende tijd kunnen draaien. Normaal heb je zoveel afspraken, dat heel veel dingen die je eigenlijk wilt doen, eenbeetje op de achtergrond raken. Zo moesten we bijvoorbeeld best nog veel producttesten doen, en daar hebben we de afgelopen periode voor gebruikt. Dus voor ons kwam corona eigenlijk best goed uit, wat ik eigenlijk heel erg vind om te zeggen. Maar het is wel zo.’
Jij en Eva maken met Waterweg waterpasserende tegels van bagger. Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
‘Inmiddels voelt het alsof we een getrouwd stel zijn, haha. Maar tot voor twee jaar geleden kenden we elkaar niet. We hadden ons afzonderlijk van elkaar aangemeld voor BlueCity Circular Challenge, een ontwerpwedstrijd met als opdracht om binnen zes weken van een afvalstroom een verdienmodel te maken. Die challenge wonnen wij, en vanuit daar zijn we verder gegaan met ons idee. Eva heeft een heel andere achtergrond dan ik – ze heeft economie en politicologie gestudeerd – en dat werkt superfijn, we vullen elkaar heel goed aan.’
Jullie kregen als afvalstroom dus bagger op jullie bordje.
‘Baggerspecie, ja. Feitelijk is dat niets anders dan de bodem van rivieren en kanalen. Nederland is een deltagebied waar veel grote rivieren uitmonden in de zee. Al die rivieren nemen deeltjes met zich mee, die hier in ons land bezinken op de bodem. Daarom moeten elke zeven jaar alle rivieren en kanalen worden uitgebaggerd, omdat het water anders te ondiep wordt voor schepen. Die afvalstroom van zand, klei en organisch materiaal hebben we al jaren en zal ook nooit afnemen. En die wordt momenteel eigenlijk alleen maar laagwaardig toegepast, voornamelijk als opvulmateriaal in de bouw en industrie. Dus eigenlijk wordt er niet eens een poging gedaan om er echt iets nuttigs mee te doen.’
En toen dachten jullie: we gaan er tegels van persen?
‘Eva en ik wonen allebei in Rotterdam. Als het regent, staat alles hier blank en duurt het uren voordat het water wegzakt. Met andere woorden, er is hier behoefte aan klimaatadaptatie. Toen dachten we: wat als we die bagger laten uitharden en er een klimaatadaptieve tegel van maken? Dus als het heel hard regent, kan het water langs onze tegel de grond in zakken. Zo zorg je dus dat het regenwater niet via het riool hoeft te worden afgevoerd, want dat is waarom straten altijd blank staan. Bovendien hebben we de afgelopen jaren in dit land allemaal gemerkt dat door klimaatverandering de hoosbuien veel intenser zijn geworden en dat regenoverlast in stedelijk gebied van een incidenteel naar een structureel probleem is gegaan. Al dat regenwater gaat nu via het riool naar de afvalwaterzuivering, terwijl planten dat water goed kunnen gebruiken en het ook ons grondwaterpeil op het juiste niveau kan houden. In principe is onze tegel een heel simpel product, het slimme zit ’m erin dat dankzij deze tegels het ene probleem, wat te doen met al die bagger, het andere probleem, wat te doen met al die wateroverlast, kan oplossen.’
Waar zijn jullie op dit moment concreet mee bezig? Wanneer kunnen we de eerste Waterweg-tegels in het straatbeeld gaan zien?
‘In september gaan we onze eerste tegels produceren en die worden dan een maand later neergelegd hier in Rotterdam, waar we in samenwerking met de gemeente een pilot doen. Spannende tijden, ik heb er heel veel zin in dat onze tegels straks eindelijk in de straten liggen en iedereen eroverheen kan lopen. De bedoeling is om onze tegels te gebruiken op meerdere locaties in de stad, plekken die regelmatig te kampen hebben met wateroverlast als het veel regent. Al is dat een probleem dat je eigenlijk in heel Rotterdam en de rest van Nederland wel ziet. Wij gaan in dit land simpelweg niet heel erg goed om met regenwater. Een voorbeeldje: in Rotterdam is 95 procent van de tuinen helemaal dichtbetegeld. Dat kun je je bijna niet voorstellen, toch?’
Wat voor klanten hebben jullie op het oog? Gemeentes, of particuliere bezitters van volbetegelde tuintjes?
‘In eerste instantie willen we ons richten op gemeentes en grote bouwbedrijven. Over vijf jaar hopen we dat er in alle Nederlandse steden waterpasserende baggertegels liggen. Als die massaproductie goed loopt, gaan we ons ook focussen op consumenten met tuinen en eventuele andere producten die we van bagger kunnen maken, zoals tuinbankjes of een zwaluwwand. De hoogheemraadschappen en baggeraars halen jaarlijks tien miljoen kuub bagger uit onze rivieren en kanalen, dus er is genoeg.’
Waterweg
Wies heeft samen met Eva Aarts een jaar geleden het bedrijf opgericht, na het winnen van een Rotterdamse ontwerpwedstrijd.
Bagger
Ze zien in bagger meer dan alleen een modderige reststroom en gebruiken het als hoogwaardig bouwmateriaal.
Tegels
Met hun waterpasserende baggertegels maken ze iets nuttigs van afval en pakken ze tegelijk de gevolgen van overvloedige regenval aan.
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct