1. Hamilton, Ontario
De maffiabaas met de bijnaam Fat Pat stond in de zomer van 2020 rond 13.00 uur met zijn bodyguard en grootste vertrouweling op een parkeerplaats in het Canadese plaatsje Burlington toen er een man met een pistool aan kwam rijden. Fat Pat zag dit niet, hoewel hij al een tijdje wist dat zijn naam op een dodenlijst stond. Tegen zijn laatst overgebleven vrienden en kennissen had hij lang verteld voor niemand bang te zijn. Hij was de John Gotti van de staat Ontario, niemand kon hem iets maken, de man die godfather wilde worden, was hoogstwaarschijnlijk onaantastbaar. Anderen dachten daar allang totaal anders over. In buurland Amerika is de maffia al decennia over zijn hoogtepunt heen, in het zo beschaafd lijkende Canada zijn nog steeds complete steden in hun macht en de bekendste maffiosi zijn welvarend geworden door afpersing, drugshandel, illegaal gokken en loansharking, het uitlenen van geld tegen woekerprijzen. Ze sluiten allianties met bikergangs, Mexicaanse narcotraficantes en werken nauw samen met de maffia in the Old Country Italië. Nergens in Noord-Amerika worden er de laatste tijd zoveel maffiosi uit de weg geruimd en de machtsstrijd is na de dood van de capo di tutti capi Vito Rizzuto in 2013 heviger dan ooit.
Pasquale ‘Fat Pat’ Musitano wilde niets liever dan de opvolger van Don Vito Rizzuto worden als de grootste maff iabaas van Noord-Amerika. Hij had er altijd van gedroomd gangster te worden, de maffia zat in zijn genen, extreem geweldgebruik was heel gewoon in zijn familie. Dat werd voor het eerst echt duidelijk door zijn oudoom
Angelo, die in zijn geboorteland Italië ‘Het Beest van Delianuova’ werd genoemd sinds hij zijn zus had gestraft voor een buitenechtelijke affaire. Ze had de familienaam bezoedeld en Angelo Musitano stak haar neer en sleepte haar bloedend door de straten van hun woonplaats Delianuova in de streek Calabrië. Angelo Musitano klopte aan bij een boerderij, de deur ging open, het was haar minnaar. Angelo haalde een grote dolk tevoorschijn en sneed de keel van zijn zus door en slachtte ook de minnaar af. Carabinieri zetten Het Beest van Delianuova op de lijst van meest gezochte Italiaanse moordenaars, maar niemand kon hem vinden omdat Angelo Musitano de boot naar Canada had genomen en was ondergedoken bij familieleden in Hamilton, een stad in Zuid-Ontario op 80 kilometer van Toronto.
Angelo Musitano haalde een grote dolk tevoorschijn en sneed de keel van zijn zus door en slachtte ook de minnaar af
Fat Pats oudoom verzon de naam Jim D’Augusto voor zichzelf en stichtte de Musitano-misdaadfamilie. In 1965 werd hij eindelijk gearresteerd en hij kreeg dertig jaar voor tweevoudige moord. Fat Pats vader Dominic nam de Musitano-misdaadfamilie over met zijn broer Tony. De nieuwe bazen vertelden Pat al heel vroeg over de prachtige eerwraak van Het Beest van Delianuova en over de schoonheid van de ’Ndrangheta, het geheime Calabrische genootschap waar de Musitano’s lid van waren. De Musitano’s wilden de ’Ndrangheta groot maken in Canada en alle mannelijke Musitano’s werden opgevoed tot maffiosi.
Fat Pat was de beste leerling. Hij bestudeerde gangsterfilms met Humphrey Bogart, Edward G. Robinson en Marlon Brando, leerde lopen als een fictieve gangster, zette zijn accent extra aan en praatte zoals Joe Pesci in Goodfellas, een beetje hees, met een rasp in zijn stem. Familieleden vreesden voor zijn hart en bloeddruk, maar het paste volgens Fat Pat bij een maffioso om flink wat overgewicht te hebben en zijn vader en broer Angelo waren bijna net zo dik. Fat Pat kocht de beste restaurants van Hamilton en stelde zeven- tot achtgangenmenu’s samen. Hij draaide het deeg hoogstpersoonlijk met de duurste pastamachine en stond soms uren in de keuken: snijden, koken, fruiten, alles uit zijn hoofd, naar het recept van zijn Calabrische nonna, strikt geheim. Stoppen met eten na het hoofdgerecht? Natuurlijk niet, Fat Pat kreeg dubbele porties cannoli met witte chocolade, panna cotta en tartufo di pizzo, een Calabrische ijsspecialiteit.
Fat Pat hield ervan gangster te zijn. Hij scheurde met 200 kilometer per uur over de snelweg in een Datsun 240Z, liet de banken bekleden met slangenleer en zette goudkleurige wieldoppen onder zijn sportwagen. Hij droeg juwelen, bontjassen, zonnebrillen, zijden sjaaltjes en rookte de duurste sigaren uit Havana. Oudere maffiosi vonden dat hij zich minder opzichtig moest kleden en gedragen, de beste maffiosi maakten zich onzichtbaar, zijn vader vestigde nooit de aandacht op zichzelf. Fat Pat luisterde niet. Waarom zou hij een maffioso willen zijn als niemand doorhad dat hij er een was?
Zijn vader Dominic stierf in 1995 op 57-jarige leeftijd aan een hartaanval, veroorzaakt door overgewicht. Er kwamen meer dan duizend Canadese Italianen naar de rouwdienst, mannen met Fat Pat-achtige buiken kusten elkaar en de familie en ze beklommen hijgend de 37 treden van de kerktrap. Na de dienst bleef Fat Pat heel even wachten tot iedereen buiten was en hij daalde perfect getimed in een perfecte stijl als allerlaatste rouwende de treden af naar beneden. Ooggetuigen keken vanaf de straat naar Fat Pat en iedereen wist wat hij met zijn theater probeerde duidelijk te maken: de baas is dood, leve de nieuwe baas.
Fat Pat werd inderdaad de opvolger van zijn vader, hij had zich er zijn hele leven op voorbereid en het werd meteen duidelijk dat er dingen zouden veranderen. Hij wilde een ander soort gangster zijn, een maffioso met overduidelijke roots in Calabrië, maar toch ook modern, met een Noord-Amerikaanse twist: ultrakapitalistisch, niet per se een man van eer, maar iemand die gevreesd werd en, misschien wel het belangrijkste, beroemd was. Zijn tien jaar jongere broer Angelo werd zijn rechterhand. Hamilton was volgens de gebroeders te klein voor meerdere misdaadfamilies, de concurrentie moest worden weggevaagd, pas dan kon de Musitano-misdaadfamilie grote steden van Toronto, Niagara Falls en Montreal overnemen. Het kon weleens gevaarlijk en gewelddadig worden. Dat moest dan maar.
De eerste die ging, was Johnny ‘Pops’ Papalia, een maffioso die niet voor niets de bijnaam The Mad Man had gekregen. Hij was de baas van een van de andere misdaadfamilies in Hamilton en werd door zijn kop geschoten door een huurmoordenaar. De nummer twee nam de leiding over en werd twee maanden later door dezelfde huurmoordenaar door zijn kop geschoten. De schutter werd gepakt en besloot te praten in ruil voor strafverlaging. Wie was de opdrachtgever? Het antwoord verraste niet: Fat Pat. Angelo Musitano was medeplichtig en de dikste maffiabroers ter wereld werden allebei veroordeeld. Ze bekenden één moordopdracht en kwamen door de merkwaardig lage Canadese straffen vrij in 2006. Fat Pat probeerde de jaren erna een teruggetrokken leven te leiden, maar dat bleek niets voor hem: hij had de aandacht nodig, anders kon hij net zo goed meteen door zijn kop worden geschoten.
Fat Pats broer Angelo was volgens zichzelf achter de tralies toegesproken door de Heer. Hij ging voor het eerst in jaren de Bijbel lezen en werd een religieus man die naar eigen zeggen niets meer met de maffia te maken wilde hebben. Pat zelf bleef met zijn borst vooruit lopen, iedereen moest weten dat de John Gotti van Hamilton en ver daarbuiten terug was.
Er werd gefluisterd dat hij elk moment kon worden neergeschoten. Fat Pat liet zich er niet door intimideren. Velen wilden hem dood, dan móest hij wel belangrijk zijn.
2. Montreal, Quebec
Er zit een scène in de Netflix-serie Bad Blood waarin maffiabaas Vito Rizzuto, vernoemd naar de echte Vito Rizzuto, bebaarde bikers in leren jackies, Haïtiaanse straatcriminelen en Ierse gangsters toespreekt op een winderige parkeerplaats in Montreal. Tot die tijd werkten alle criminele bendes voor zichzelf, er vielen doden door steekpartijen en liquidaties. Iedereen wilde de macht over de haven van Montreal, dan beheerste je de cokehandel in Noord-Amerika. Don Vito maakte een tijdelijk einde aan alle bendeoorlogen, de Good Fellas-achtige voice-over van Bad Blood zegt: ‘Zijn bijnaam was The Peacemaker.’ De serie is gebaseerd op het boek Business or Blood van maffiakenners Peter Edwards en Antonio Nicaso. Don Vito Rizzuto was was volgens hen de anti-Pat Musitano: geweld was slecht voor de business, hij bleef het liefst op de achtergrond en kleedde zich niet als een filmgangster, maar als een zakenman. Rizzuto was een groot liefhebber van golf en organiseerde de meeste vergaderingen op een privébaan in de Dominicaanse Republiek. Het was nogal duur voor de Canadese anti-maffia-eenheid om daar mensen heen te sturen en het was niet eenvoudig afluisterapparatuur op een golfbaan te installeren.
Niemand durfde Don Vito tegen te spreken, niet in de serie en niet in het echte leven. Hij verhief nooit zijn stem, dat hoefde helemaal niet, iedereen luisterde toch wel naar Don Vito. Hij wilde overkomen als een heer van stand en golfte op de meest exclusieve golfclubs van Montreal en Toronto. Hij omschreef zich als een ‘ceo’, had status in de hoogste kringen, sommige verslaggevers gebruikten de term ‘The House of Rizzuto’ in plaats van ‘Rizzuto-misdaadfamilie’. Samenwerking met andere bendes paste in zijn niet-gewelddadige filosofie en het gebrek aan doden door een straatoorlog had als voordeel dat de politie Het Huis van Rizzuto veel meer zijn gang liet gaan. Een van de schrijvers van de serie Bad Blood, ook ‘De Canadese Sopranos’ genoemd, noemt Vito Rizzuto ‘a thinking type of guy’.
Ondanks zijn strategisch-voorzichtige tactiek wisten de meeste Canadezen wie Don Vito was. Hij was beroemd zoals hier Holleeder, er werden boeken over hem geschreven, een advocaat van de Canadese overheid noemde hem ‘de Godfather van de Italiaanse maffia in Montreal’, volgens een journalist had hij alleen geen controle over ‘de nasty winters in zijn stad’. Zoals de voice-over van Bad Blood het omschrijft in aflevering 1: ‘Het leven was goed, het leven was goed voor iedereen, het zou moeten worden behandeld in geschiedenisboeken. We hadden de agenten en de politici in onze zakken. I owned them all and they got my back.’
Don Vito werkte ook samen met de vijf beruchte misdaadfamilies uit New York: de Gambino’s, de Bonanno’s, de Luccheses, de Genoveses en de Colombo’s. De Rizzuto’s werden gezien als De Zesde Familie en op 5 mei 1981 liet Rizzuto zien hoe loyaal sommige misdaadfamilies aan elkaar waren. Joseph ‘De Walvis’ Masino, de voluptueuze baas van de Bonnano’s, vreesde een opstand onder zijn eigen mensen en gaf de opdracht drie capo’s te liquideren. Rizzuto kwam over vanuit Montreal en hij verstopte zich met drie Amerikaans-Siciliaanse schutters in een kast van een nachtclub. Drie veelbelovende maffiosi met de bijnamen Phil Lucky, Sonny Red en Big Chin kwamen binnen, het vuur werd geopend, ze stierven alle drie. De seriemoord zou legendarisch worden en is een van de sleutelscènes uit de gangsterfilm Donnie Brasco.
Hij verhief nooit zijn stem, dat hoefde helemaal niet, iedereen luisterde toch wel naar Don Vito
Rizzuto reed terug naar Canada. Hij had zich weer eens bewezen als een trouwe bondgenoot en Bonanno-baas Joey de Walvis zou nog decennialang goede zaken met hem doen. De FBI wist tot 2004 niet dat de zo voornaam lijkende Don Vito een van de mannen in de kast was. Dat veranderde na geklik van een maffia-informant en Don Vito werd in 2006 perfect gekleed met handboeien om naar Amerika vervoerd. Op de rechtszaak in 2007 bekende Canada’s Godfather in de kast te hebben gezeten, hij moest dat ook wel toegeven omdat er dna van hem gevonden was. Hij had alleen niet geschoten, beweerde hijzelf, maar slechts ‘It’s a holdup!’ geroepen. Canada’s Godfather kreeg door zijn schuldbekentenis tien jaar. De best geklede gangster werd in een oranje boevenpak naar de extreem zwaar bewaakte Florence-gevangenis in Colorado gebracht. Hij luchtte met de extreemrechtse massamoordenaar/terrorist Timothy McVeigh en probeerde afspraken te maken met Mexicaans-Amerikaanse bendeleden, zwarte gangsters en White Supremacists. Gevangene 04307-748 zette zijn werk als maffiabaas gewoon door en lange tijd leek er niet zo heel veel te veranderen in de Canadese onderwereld. Volgens de misdaadverslaggever van The New York Post zei hij tegen celgenoten: ‘Ik wil niet alleen de Godfather van Canada zijn, ik wil de Godfather van de wereld zijn.’ Om dit voor elkaar te krijgen, moest de vrede worden bewaard, alleen zo kon Don Vito zijn imperium in relatieve rust uitbreiden.
Zijn zoon Nick wilde zijn vader tijdelijk vervangen als baas. Hij werd op straat niet gerespecteerd, vijanden noemden hem ‘de kleine prins’. Rizzuto jr. nam wraak door twee opstandigen te laten doden, nu moest iedereen hem wel respecteren. Don Vito vierde kerst 2009 eenzaam in zijn cel. Drie dagen later kreeg hij bezoek van de gevangeniskapelaan. Nick was bij het uitlaten van zijn lieve witte hondje doorzeefd met zes kogels, hij werd 42 jaar. Nog geen jaar later stond de kapelaan opnieuw met slecht nieuws in zijn cel. Don Vito’s 86-jarige vader Nicolo, stichter van de Rizzuto-misdaadfamilie, was met één kogel in zijn huis doodgeschoten door een sluipschutter.
Don Vito kwam eind 2012 vervroegd vrij door goed gedrag. Hij was 66 jaar en stapte in een gepantserde limousine. Het boek Business or Blood en de serie Bad Blood hebben als centrale vraag: zal Rizzuto de moordenaars van zijn vader en zoon opsporen of juist een teruggetrokken leven leiden? Volgens de bekendste Canadese maffia-expert Pierre de Champlain keerde hij terug ‘met een olijftak en een pistool’. Hij belegde eerst nog wat vergaderingen om de vrede te bewaren en gaf daarna toch de opdracht aan zijn mensen om zo snel mogelijk de macht te heroveren.
Canada’s Godfather stierf in 2013 op 67-jarige leeftijd onverwacht aan een hartaanval. Er ontstond een vacuüm en een strijd om de macht. Bomaanslag hier, schietpartijen, huizen die in de brand werden gestoken, liquidaties werden gewroken met liquidaties. Het was een maffia-oorlog zoals in New York of Chicago sinds de jaren 50 niet meer was voorgekomen en het leidde in de covid-zomer van 2020 tot een van de geruchtmakendste moorden uit de Canadese maffiageschiedenis.
3. Hamilton, Ontario
Fat Pat Musitano en zijn broer Angelo hadden Calabrische wortels, Vito Rizzuto was een geboren Siciliaan. Iedere maffioso met ’Ndrangheta-banden wist dat de Sicilianen de grote vijand waren, maar de gebroeders Musitano gingen toch samenwerken met de misdaadfamilie van Don Vito in Montreal. Fat Pat hield ervan regels te breken. Calabrische gangsters zetten Fat Pat bovenaan hun dodenlijst. Hij had Montreal boven Toronto verkozen en zijn Calabrische broeders verraden. De situatie werd helemaal alarmerend na de dood van Don Vito. De Musitano’s hadden nu geen bescherming meer, tientallen Calabriërs leken het verraad te willen wreken. Agenten plaatsten af luisterapparatuur. Er werd veel gescholden op ‘the ones from Hamilton’ en de gebroeders Musitano werden onder meer ‘The Fatsos’ en ‘The Idiots’ genoemd.
Fat Pats Ford Edge werd in brand gestoken als eerste concrete waarschuwing. Fat Pat verbrak de banden met Don Vito niet. Zijn huis werd beschoten, tweede waarschuwing. Canada’s John Gotti luisterde niet. Er kwamen agenten van de anti-maffia-eenheid langs om staatsbescherming aan te bieden. Fat Pat weigerde hulp aan te nemen van de politie, maar dat betekende niet dat hij geen voorzorgsmaatregelen nam. Hij kocht een gepantserde SUV GMC Yukon Denali die hij voor tonnen liet verbouwen. De ramen moesten van kogelvrij glas worden, de deuren van metaal, de banden moesten kunnen doorrijden als er op zou worden geschoten. Zijn broer Angelo parkeerde zijn pick-uptruck in mei 2017 op de oprijlaan van zijn villa in het keurige stadje Waterdown, Ontario. Zijn vrouw en drie kinderen zwaaiden voor het raam, papa was weer thuis, fijn. Een huurmoordenaar had hem volgens de politie ‘gestalkt’ en liquideerde Fat Pats broer. Via afgeluisterde gesprekken werd expliciet duidelijk waarom Angelo niet meer leefde. De Calabriërs wilden Fat Pat ‘pijn doen’, het was ‘een boodschap’, Fat Pat zelf zou de volgende zijn, let maar op, die ‘snake’ moest dood. Een oud-undercoverjournalist noemde hem ‘a dead man walking’, maffiaschrijver James Dubro zei: ‘Pat zal binnen niet al te lange tijd worden vermoord. Daarover bestaat geen enkele twijfel.’ In een andere krant voorspelde Dubro: ‘Zijn loopbaan is zeer gewelddadig en ondiplomatiek geweest, zelfs voor een maffiabaas. He’s toast.’
De loopbaan van fat pat is zeer gewelddadig en ondiplomatiek geweest, zelfs voor een maffia-baas. He’s toast
Fat Pat had in april 2019 een afspraak in het kantoor van zijn advocaat in de stad Mississauga. Hitmen hadden hem gevolgd, er werden vier kogels op hem afgevuurd, een daarvan ging in zijn hoofd. Zijn vijanden kusten elkaar alvast, hij zou op zijn minst zware hersenschade hebben of verlamd zijn. Fat Pat werd gewoon wakker. Hij voelde zich wat zwakjes, maar klaagde al op zijn tweede dag met zijn zwaar aangezette accent over de abominabel kleine en flauwe maaltijd die hij moest eten.
Fat Pat mocht na maanden ziekenhuis naar huis. Hij leidde voor zijn doen een teruggetrokken leven en ging nooit meer de straat op zonder een bodyguard. Op 10 juli 2020 had Fat Pat een afspraak met de Calabrische gangster Giuseppe ‘Pino’ Avignone in Burlington, Ontario, een voorstad van Toronto. Als hij iemand kon vertrouwen dan was het Pino. Fat Pat was met hem opgegroeid en hij beschouwde Pino als zijn broer.
Het was vrijdag 13.10 uur. Fat Pat parkeerde zijn gepantserde GMC Yukon Denali voor meubelwinkel Pro Patio Furniture. Hij liep naast zijn bodyguard naar Pino. Hij gaf hem geen hand en ook geen kus, door zijn overgewicht vreesde hij corona. De zon scheen, mensen met mondkapjes op gingen naar binnen bij meubelwinkel Pro Patio, op een bord stond: SUMMER SALE. Er kwam een schutter aanrijden in een grijze sedan. Hij stapte uit, pakte zijn pistool en schoot, Fat Pat viel met een doffe klap naast zijn SUV. Zijn bodyguard werd ook geraakt, maar stapte in zijn Lincoln en zette de achtervolging in. Hij botste opzettelijk tegen de vluchtauto, maar die reed door en de schutter kon ontkomen. De bodyguard moest naar het ziekenhuis. Een politieagent schreef in een tweet: ‘Eén slachtoffer is bezweken aan zijn verwondingen.’ Dat was Fat Pat. Een misdaadjournalist meldde dat ‘the corpulent criminal’ op 52-jarige leeftijd was overleden. Hij werd begraven naast zijn broer Angelo. Er waren bijna geen maffiosi van andere misdaadfamilies aanwezig. Fat Pat was ook na zijn dood een slang, rat, verrader.
Een paar dagen na de begrafenis werden er in een straat in Hamilton twee auto’s in de fik gestoken. Ze waren van Fat Pats belangrijkste vertrouweling Giuseppe ‘Pino’ Avignone, op zijn garagedeur was met zwarte verf ‘RAT’ geschreven. Had hij Fat Pat verraden, de man die hij als een broer zag? De meeste maffiakenners denken van wel. Het einde van de Musitano-misdaadfamilie leek na de dood van Vito Rizzuto nabij en de meeste loyalisten van Canada’s John Gotti waren toch maar overgestapt naar het andere kamp.
Het is nooit meer rustig geworden in de Canadese onderwereld. De voortvluchtige moordenaar van Fat Pats broer Angelo werd eind september 2020 vermoord in Mexico. Maffiakenner Antonio Nicaso, co-auteur van het boek waarop de serie Bad Blood is gebaseerd, verwacht veel meer liquidaties. Er is sinds Vito Rizzuti nog steeds geen nieuwe Peacemaker opgestaan en Canada is een criminele goudmijn door de makkelijk toegankelijke havens, eenvoudige manieren om miljoenen wit te wassen en de relatief lage straffen voor ernstige misdaden. Criminelen klagen volgens Nicaso ‘alleen over het weer’ en hij twijfelt geen moment als hij zegt: ‘Canada is het beste land ter wereld voor de maffia.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- ANP, Getty, Reuters