Premium

Kattenkwaad

BBC-natuurfilmer en tijgerexpert Stephen Mills over de toekomst van zijn geliefde grote kat. Terwijl er steeds minder tijgers in het wild leven, groeit het aantal in gevangenschap explosief. Goed nieuws voor ’s werelds grootste kat? Verre van. Ze worden gefokt voor de illegale handel, gekruist met leeuwen en steeds vaker als huisdier gehouden.

De bedreigde tijger

En als een tijger één ding niet is, dan is het wel een knuffelbeest, zegt kenner Stephen Mills. ‘Mensen die niets van de natuur begrijpen, denken dat het fokken van tijgers goed is voor de wereldwijde tijgerstand.’

Op 28 augustus kwam het bericht naar buiten dat de Zuid-Afrikaanse natuurbeschermer West Mathewson gegrepen en gedood was door een van zijn eigen leeuwen. Mathewson liep met twee witte leeuwinnen te wandelen in zijn eigen natuurreservaat toen de beesten ruzie kregen. Een van de twee haalde ook uit naar Mathewson, die ter plekke overleed. Hij had de leeuwinnen zelf grootgebracht.

Grote katten als huisdier: het blijft een enorm risico. Toch groeit hun aantal. Vorig jaar becijferde National Geographic dat er meer tijgers in gevangenschap in Amerika worden gehouden dan dat er wereldwijd in vrijheid leven: rond de vijfduizend exemplaren. De tijgergekte neemt in de VS groteske vormen aan, een waarheid die aan het licht kwam in de Netflix-serie Tiger King. In veel staten is het fokken van grote roofdieren niet strafbaar, en vooral de handel in tijgerjongen is big business. Welpen worden ingezet om toeristen te trekken, want mensen betalen grof geld voor een selfie met een tijger. Eenmaal groter worden veel beesten mishandeld, doorverkocht of gedood. Het excuus van veel fokkers: we houden de soort in stand.

Puberale fantasie

Weinig mensen weten zoveel van tijgers af als Stephen Mills. Als natuurfilmer voor de BBC stond hij in het wild vele honderden keren oog in oog met het bedreigde roofdier. Mills was decennialang dé tijgerspecialist van de omroep. Hij produceerde meer dan veertig documentaires en werkte samen met David Attenborough. Mills zocht tijgers op in heel Azië, bestudeerde ze, probeerde ze te begrijpen én te beschermen. Tot twee keer toe wist hij illegale tijgerjacht tegen te gaan. ‘Ik ben een campaigner,’ zegt hij keer op keer. Dé man dus om de vraag voor te leggen: hoe ziet de toekomst van ’s werelds grootste kat eruit?

We spreken Stephen Mills (68) in zijn woning in het poldergebied ten noorden van Amsterdam. De natuurfilmer kijkt vanuit zijn tuin uit over weilanden die grenzen aan een natuurgebied. Het gebied is rijk aan broedvogels en geregeld grijpt hij een vogelkijker om een bijzonder exemplaar aan te wijzen: smient, kiekendief, havik. Hij vertelt hoe hij als student in Oxford in de jaren 70 al naar Nederland kwam om op Texel vogels te komen spotten. ‘Mensen hebben de neiging de kwaliteiten van hun eigen omgeving niet meer te zien. Maar ik kan je zeggen: Nederland gaat zorgvuldiger met zijn natuur om dan het Verenigd Koninkrijk.’

Ook Stephen Mills heeft Tiger King bekeken, de Netflix-hit waarin tijgerliefde groteske vormen aanneemt. Amerikanen met tijgers in hun woonkamer, zwembad of SUV. Het is een puberale fantasie: een roofdier als je beste kameraad. ‘Als ik die programma’s zie, lijkt het erop dat het houden van tijgers meer draait om de baasjes dan om de beesten. Mensen die een tijger willen bezitten, zien ze als verlengstuk van hun persoonlijkheid, het is een ego-ding. Alleen is een tijger geen ideaal huisdier, ze zijn te groot en lastig te sturen. Een bijkomend probleem is dat je een hert per week nodig hebt om ze te voeren. Waarom zou je een huisdier willen dat 20 kilo voedsel per dag nodig heeft?’

Natuurfilmer Stephen Mills speurt de polder af op zoek naar bijzon­dere vogels.

En toch ook een gevaarlijk huisdier? ‘Eigenlijk vind ik het bezit van een vechthond dubieuzer, omdat zij meer schade aanrichten door anderen te bijten. Tijgers eten doorgaans de buren niet op, maar ze vormen wel een serieuze bedreiging voor de eigenaar. Een worsteling met je pubertijger kan snel uit de hand lopen. Dan ben je zo een neus of een arm kwijt.’

Het enige excuus voor het bezitten van een roofdier is wanneer je een jong in de tuin vindt zonder moeder. ‘Dan zorg je ervoor. Heel soms krijgen mensen in India zo een tijgerjong in de schoot geworpen. Mensen in New York zal dat nooit gebeuren.’ Hij kent zelf twee gevallen van Indiase gezinnen die zich over een tijgerwees ontfermden. ‘En eerlijk is eerlijk: die ervaring was een enorme verrijking van hun leven. Het zijn magnifieke beesten: intelligent, gracieus en sociaal.’

Mills kent alle misvattingen die er bestaan over tijgers, en neemt de tijd ze stuk voor stuk te benoemen. Zoals de reden van hun bedreigde status. ‘Mensen denken vaak dat wanneer een dier dreigt uit te sterven dat is omdat ze zich niet hebben aangepast aan een nieuwe situatie, of dat ze zich slecht voortplanten. Maar tijgers zijn geen panda’s. Het is een heel robuuste soort, die elke vier maanden jongen kan krijgen als je ze de kans geeft. In dierentuinen is dat zelfs een probleem: als je met twee tijgers begint, heb je drie jaar later tien tijgers die je een hert per week moet voeren. Het aantal tijgers in gevangenschap moet dus juist naar beneden, niet omhoog.’

Ook in Tiger King duiken tijgereigenaren op die beweren dat hun fokprogramma’s de soort uiteindelijk in stand zullen houden. ‘Mensen die niets van de natuur begrijpen, zullen snel denken dat het fokken van tijgers goed is voor de wereldwijde tijgerstand. Dat je ze op een dag kunt terugplaatsen. Onzin. Er bestond een programma om gefokte tijgers naar Zuid-Afrika te brengen om ze daar te leren springbokken te vangen. Daarna zouden ze in China worden uitgezet. Het kostte miljoenen, veel particulieren hebben het gesteund en uiteindelijk werkte het niet, leek het meer op een publiciteitsstunt. Focus altijd eerst op wilde dieren in hun natuurlijke omgeving. Als je tijgers wilt redden, hou dan op ze te doden. Zo simpel is het.’

Natte scheet

Mills heeft met eigen ogen gezien hoe mis het kan gaan wanneer in gevangenschap opgegroeide dieren in de vrije natuur worden uitgezet. ‘Het grote probleem is dat je een omgeving moet uitkiezen die geschikt voor ze is. Daar zullen waarschijnlijk andere tijgers leven, en dat gaat niet werken. Zo’n nieuweling redt het niet.’ Hij vertelt hoe hij in Zimbabwe zag dat een kerngezonde jonge neushoorn uit een dierentuin werd uitgezet in een stuk wildpark waar alleen een oude neushoorn leefde. ‘De jonge neushoorn was een magnifiek beest, twee keer zo groot als die andere. Maar de oude wilde neushoorn had hem binnen twee dagen gedood. Hij verdroeg geen concurrentie, en de jonge neushoorn herkende de waarschuwingssignalen niet.’

Mills maakt een snuivend geluid in z’n handpalm, het lijkt op het geluid van een natte scheet. ‘Dat betekent: “Back off, sonny, or I’ll charge!” Neushoorns zijn snel geïrriteerd en kunnen angstaanjagend hard lopen, een dodelijke combinatie. Ze gaan vanuit stilstand naar 45 kilometer per uur in minder dan een seconde. De acceleratie van een sportwagen is er niets bij. Dat betekent dat wanneer je een neushoorn een aanval ziet inzetten, je feitelijk al te laat bent.’

Tot twee keer toe probeerde een neushoorn hem te grazen te nemen. De eerste keer kostte hem dat zijn apparatuur, toen een boos vrouwtje zijn camerakoffer onder hem vandaan beukte. ‘Godzijdank! Als ze in plaats van de koffer mij geraakt had, had ik het niet kunnen navertellen. Die hoorn van ze is maar show. Ze raken je vol met de onderkant van hun bek. En dan bijten ze, uiterst pijnlijk.’

Een worsteling met je pubertijger kan snel uit de hand lopen. Dan ben je zo een neus of een arm kwijt

De andere keer achtervolgde een vrouwtjesneushoorn in volle vaart de jeep waarin Mills zat te filmen. ‘De jeep was open van achteren, en de neushoorn legde in volle vaart haar kop in de auto! Mijn bewaker porde met zijn geweer in de neus van het beest, maar ze bleef rennen.’

De achtervolging eindigde pas toen Mills’ chauffeur een heuvel op wist te rijden. ‘Meestal moet je tijgers echt in het nauw drijven, willen ze je aanvallen. Tenzij je pech hebt, wilde dieren blijven onvoorspelbaar. Maar een neushoorn hoef je nooit onder druk te zetten. Die hoef je alleen maar aan te kijken en ze komen al achter je aan.’

Een wilde tijger zal niet snel de confrontatie met de mens opzoeken. Daarom was er tot voor kort ook zo weinig over het dier bekend. ‘Tijgers leven solitair, ze jagen alleen. Dat maakt ze kwetsbaar, elke fout kan de laatste zijn. Daardoor zijn ze heel voorzichtig met wat ze aanvallen. Een gewonde buffel of hert kan gewoon doorgaan met gras eten. Maar als een tijger bijvoorbeeld gewond raakt door een stekel van en stekelvarken, kan hij niet jagen. Hij verzwakt snel en sterft.’

Menseneters

Van alle tijgers jaagt slechts 4 procent actief op mensen. Voor zijn documentaire Man-eater: To Be or Not To Be ging Mills op zoek naar de redenen waarom maar een klein percentage tijgers mensen op het menu zet. Mills denkt dat tijgers mensen niet snappen. Van voren ogen ze als een geduchte tegenstander van bijna 2 meter lang. Maar als ze een mens vervolgens van achteren besluipen, blijken die geen achterlijf te hebben dat bij die afmetingen past. ‘Mijn theorie is dat de tijger denkt: hier moet ik bij wegblijven. Ik zoek wel een prooi die ik begrijp.’

Zodra een mens hurkt, lijkt hij plotseling veel meer op een herkenbare prooi. De meeste dodelijke slachtoffers van tijgeraanvallen zaten dan ook in een zittende positie. Mills vertelt over die keer dat hij ’s nachts zijn observatiepost verliet om verderop te gaan poepen. Toen hij terugkeerde, kon hij op de camerabeelden zien dat een joekel van een tijger hem rakelings passeerde terwijl hij zijn behoeften aan het doen was. ‘Ik hurkte, dus was een makkelijke prooi geweest. Een geluk dat hij me niet gegrepen heeft.’

Mills had echt geluk gehad, want het bleek een agressieve tijger. Toen hij de sporen van het beest volgde, vond hij aanwijzingen van een gevecht. ‘De tijger was een slang tegengekomen en had hem gegrepen. Het was een python, die de aanval overleefde. We vonden hem even verderop in de jungle, er waren overal grote happen uit hem genomen. Het was ongelooflijk dat hij nog leefde. We hebben hem maar afgedekt met bladeren zodat de gieren hem niet zouden vinden. Slangen zijn taai, soms overleven ze zo’n aanval.’

Er leven vandaag de dag nog zo’n 3900 tijgers in het wild, in negen Aziatische landen. De beste leefomstandigheden bieden de vijftig Indiase tijgerreservaten. Mills heeft zijn hart verloren aan het Indiaas continent. ‘India, ondanks al haar gebreken, beschermt de tijger goed. Het land gaat heel zorgvuldig om met haar natuur. Ondanks het feit dat de populatie in één generatie van 500 miljoen inwoners naar 1,3 miljard is gegaan, is er de afgelopen 75 jaar maar één groot zoogdier verdwenen, de cheeta.’ Het maakt India de perfecte plek om tijgers in het wild te bekijken. De beesten worden er sinds 1969 niet meer bejaagd, waardoor ze zich betrekkelijk ontspannen in het gezelschap van mensen gedragen.

In de jaren 90 zette de Indiase regering een ambitieus reddingsprogramma op om de Bengaalse tijger voor uitsterven te behoeden. Project Tiger was een succes, maar na verloop van tijd hadden Mills en zijn team de indruk dat het aantal tijgers toch weer terugliep. ‘Niemand kon het verklaren en de overheid geloofde ons niet. We hebben toen tientallen wildcamera’s geplaatst en toen bleek dat er nog steeds op grote schaal gestroopt werd.’

Mijn theorie is dat de tijger denkt: bij een mens moet ik wegblijven. Ik zoek wel een prooi die ik begrijp

Mills’ documentaire Tiger Crisis bracht aan het licht dat Chinese farmaceuten opdracht gaven voor het stropen. Ze gebruikten de tijgerbotten voor hun medicijnen. ‘De impact van die film was ongelooflijk, mensen waren echt furieus. De telefooncentrale van de BBC was na de uitzending compleet overbelast. Zo konden we de Indiase overheid ervan overtuigen dat er echt maatregelen genomen moesten worden.’

Ook was Mills betrokken bij een succesvolle campagne om rijke Tibetanen te laten stoppen met het schieten van tijgers voor hun huid.

Platenspeler

In de jaren 80 en 90 was de BBC een dominante speler op het gebied van natuurdocumentaires. Het was ook een betrekkelijk kleine wereld. ‘Je had wereldwijd zo’n 120 natuurfilmers en ik kende ze allemaal omdat ik voorzitter was van hun vereniging. Iedereen was heel behulpzaam voor elkaar, ook al waren we concurrenten. We hadden onze eigen ethische richtlijnen. Geen fake footage. Geen dier mag lijden. De inbreuk op het levensritme van de beesten moet minimaal zijn. En je mag een verhaal vertellen met je materiaal dat niet zo heeft plaatsgevonden, maar wat je ziet moet kloppen en wetenschappelijk juist zijn. Na 2000 is dat gaan schuiven, maar tussen 1980 en 2000 werd het door iedereen nageleefd.’

En codes zijn nodig, legt hij uit aan de hand van een fameus praktijkvoorbeeld. ‘In de bekende Disneyfilm White Wilderness zit een scène met lemmingen die zelfmoord plegen zodra er te veel van zijn. Ik ben altijd achterdochtig geweest naar de wetenschappelijke basis van die theorie, en terecht. Wat ik begrijp is dat Disney die scène niet in het poolgebied schoot, maar bij de Seattle River. Daar plaatsten ze een camera vlak onder de besneeuwde rand van de oever. Buiten beeld stond een draaitafel waar ze telkens een lemming op zette, die zo over de camera werd gelanceerd. Niks een volk dat zich collectief in de diepte stort dus, maar vijf lemmingen op een platenspeler, hahaha!’ Hij blijft er wel bij dat White Wilderness een magistrale film is, die veel natuurfilmers heeft geïnspireerd.

Mills stopte in 2004 als actief filmmaker. Digitale camera’s hadden de plaats van celluloid ingenomen, en hij vond het welletjes om met 40 kilo aan materiaal op zijn rug over de savannes te rennen. Ook de rol van televisie was veranderd. Mills noemt het de ondergang van de publieke omroep. ‘De rol van tv was altijd driedelig: vermaken, informeren en leren. Tegenwoordig is het alleen nog maar dat eerste. Het is allemaal de schuld van jullie John de Mol, haha. Reality is the enemy of creativity.’

Veel grootschalige natuurseries maken zich schuldig aan fictionaliseren, denkt Mills. ‘Ongelooflijke beelden, maar de scripts zijn al dertig jaar onveranderd. The science is soggy. Jammer, want een goede natuurfilm kan veel impact hebben.’

Tegenwoordig neemt hij reisgezelschappen mee naar favoriete bestemmingen als de Serengeti en Spitsbergen. En natuurlijk de Indiase natuurparken waar de tijgers nog een vrij leven kunnen leiden. Mills is trots op zijn staat van dienst, hij heeft de reputatie dat op zijn safari’s toeristen gegarandeerd oog in oog met een tijger komen te staan. ‘De impact van zo’n ontmoeting is groot. Ik heb mensen zien veranderen nadat ze voor het eerst een tijger zagen. En zelf krijg ik er ook nog steeds de rillingen van, zeker in een omgeving waar hij thuishoort. Het is zo’n uitzonderlijk mooi beest, een kat van 3 meter. Feloranje met prachtige zwarte strepen, die geweldige witte oren. En dan die gouden ogen die je aanstaren: het is van een schoonheid, onvergelijkbaar.’

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Mens & Maatschappij
  • Mark van den Tempel, Stephen Mills, iStock