Hoe hard heb je in coronatijd gebaald?
‘Het was heel zuur wat er gebeurde, met alles wat werd gecanceld. Maar anders dan veel collega-zangers, die de hele tijd thuiszaten, heb ik eigenlijk constant een volle agenda gehad. Radio-optredens, interviews, noem het maar op. Er waren weken bij dat er meer dan 250 aanvragen binnenkwamen. Toen hebben we gezegd: we gaan er niet meer dan twee per dag doen, ook niet als alles weer mag. Ik heb ook nog mijn verplichtingen naar Talpa hè, met draaidagen voor Ik geloof in mij.’
Het is altijd je droom geweest om beroemd te worden. Op de vraag waarom dat jouw hoogste doel is, antwoordde je in een eerder interview: ‘Daar ben je artiest voor.’ Wat bedoel je daarmee?
‘Ik ben al heel lang in dit vak aanwezig, de afgelopen twintig jaar als beroepsartiest. Er waren genoeg mensen die mij niet kenden, maar in het optreedcircuit is er altijd veel werk geweest, zeker in België. Daar was ik de bekende jongen, dat merkte ik op straat wel. Als ik ergens liep met Jolanda, dan zag je mensen toch kijken: hé, wie is dat? Ik kon er goed van leven, maar ik dacht: waarom krijg ik niet de kans om door te breken? Ik wilde van de B- naar de A-status, dat zag ik als een stukje erkenning, de beloning voor mijn harde werken.’
Je ontdekte je zangtalent pas op je zeventiende. Wat wilde je voor die tijd worden?
‘Politieagent. Dat vond ik een spannend beroep. Daar is niks van gekomen, helaas.’
Het is nooit te laat om jezelf om te scholen.
‘Nee, dat is geweest. Ik sta op dit moment met twee benen in de muziek en wil de komende tijd veel gaan optreden. We gaan doorpakken.’
Ik had een gecompliceer de beenbreuk, met het bot dat door het vel heen kwam, mijn lever was gescheurd, mijn longen werkten niet goed meer
Had je eerder aan de top gestaan als je in 1987 geen zwaar auto-ongeluk had gehad?
‘Ja, dat denk ik wel. Kort daarvoor was een tien jaar oudere overbuurjongen een keer mee geweest met een bandje waarin ik zong. Hij zei: “Waarom doe je niet mee aan de Soundmixshow, als Engelbert Humperdinck?” Ik gaf me op en mocht meedoen aan de voorrondes, waar ze zeiden dat ik de stem en de looks had om te kunnen winnen. Maar ja, toen kreeg ik dat zware ongeluk.’
Wat gebeurde er?
‘Ik was op 9 augustus 1987 onderweg naar Ede, samen met een kameraad. Vlakbij Van der Valk had een meneer zijn hondje laten plassen in het bos, hij was daarna weer in de auto gestapt, heeft ’m in de eerste versnelling gezet en is heel langzaam de rijbaan opgegaan. Op dat moment kwamen wij net aan met 100 km/u, je mocht daar 80 km/u, maar we konden geen kant op. De auto ging als een idioot de middenberm in, waarna ik twee maanden heel slecht heb gelegen in het ziekenhuis.’
Was het kantje boord?
‘Nou, het was wel heftig. Ik had een gecompliceerde beenbreuk, met het bot dat door het vel heen kwam, mijn lever was gescheurd, mijn longen werkten niet goed meer. Ik was jong en zat conditioneel goed in elkaar, dat is waarschijnlijk mijn geluk geweest. Maar ik moest alles bij elkaar twee maanden in het ziekenhuis blijven en daarna nog eens zeven of acht maanden revalideren om met behulp van fysiotherapie weer te leren lopen. Dat was een slecht jaar.’
Ben je daardoor anders in het leven komen te staan?
‘Als je zo dichtbij de dood in de buurt komt, word je met de neus op de feiten gedrukt. Je beseft hoe sterfelijk je eigenlijk bent. Dat vormt je. Ik ben geen hardrijder en ik neem geen risico’s. Als ik 130 km/u mag, ga ik 130 km/u en geen kilometer harder. Toen ik in het ziekenhuis lag, overleed er ook nog iemand die bij mij op de kamer lag. Ik kende hem niet persoonlijk, maar zoiets maakt wel indruk.’
Je zwaaide de muziek gedag en zette je eigen evenementenbureau op, met in no time veel personeel in dienst. Had je het toen voor je gevoel lekker voor elkaar?
‘Wel en niet, weet je wel. Rond mijn 23ste heb ik in Duitsland een tijdje aan het artiestenleven mogen proeven, maar het aanbod aan zangers was heel groot, dus ik kwam er niet echt tussen. Toen ben ik evenementen gaan organiseren, waar ik mezelf ook verkocht, dat was dan wel weer heel slim. Ik had het naar mijn zin als ondernemer, maar ik ben in hart en nieren een zanger. Ik voelde eigenlijk altijd de drang om weer het podium op te gaan, zingen en presenteren.’
In je ondernemersjaren kreeg je drie kinderen. Als je terugkijkt op het vaderschap, vind je dan dat je het goed hebt gedaan?
‘Lastig, ik zal vast fouten gemaakt hebben. Ik weet wel dat mijn jongste ontzettend gek met mij is. Ze zegt altijd dat ik de liefste papa van de wereld ben.’
Met de twee oudste kinderen heb je geen contact. Wat is er misgegaan?
‘Dat hou ik voor mezelf. Het enige wat ik kan zeggen, is dat ik met mijn jongste dochter van vijftien goed ben. Ze komt elke twee weken bij mij thuis, af en toe lukt dat niet door school, maar in principe proberen we dat zo te regelen. Ook als ik moet optreden, dan gaat ze gewoon mee.’
Jij had zelf vrijwel geen contact meer met je vader nadat je ouders op je zevende gingen scheiden. Waarom was dat
‘Dat wil ik eigenlijk privé houden, dat is zo’n lang verhaal. Ik ga dat nog eens helemaal uit de doeken doen in een boek.’
Hoe was het voor jou om zonder vader op te groeien?
‘Geen enkel probleem. Mijn stiefvader heeft mij opgevoed. Als ik praat over mijn vader, dan heb ik het over hem. Het was een mooi, gezellig en warm gezin. Daar heb ik veel aan te danken, dat is een ding dat zeker is. Ze staan nog steeds vierkant achter me, mijn moeder op haar tachtigste en mijn vader op z’n 84ste. Ze worden wat ouder, maar ze zijn nog sterk, gezond en mijn grootste fans. Dat vind ik geweldig.’
Vind je het belangrijk dat je omgeving ziet dat je het hebt gemaakt?
‘Nee, want ik geloof in mezelf. Niet iedereen vindt mij leuk, dat hoeft ook niet. Als je me niet op tv wilt zien, dan zap je verder. En als je niet naar mijn optredens wilt komen, dan doe je dat niet. Ik heb het geluk gehad dat ik door Ik geloof in mij ineens heel bekend ben geworden, maar ik vaar mijn eigen koers.’
In hoeverre ontleen jij je eigenwaarde aan je imago?
‘Ik zie de berichten natuurlijk wel voorbijkomen, waarin mensen zeggen dat ik een kwal of een komediant ben. Maar iedereen die mij in het echt ontmoet, zegt meteen: “Ik vind jou een heel ander persoon dan op tv.” Ze vinden me makkelijk en warm. En dat ben ik ook hè, maar Ik geloof in mij is televisie. Er wordt een programma gemaakt. Daarin gelden andere regels.’
Word je anders neergezet dan je eigenlijk bent?
‘Ik floep er van alles uit, maar als je veel opnamedagen hebt, dan kun je in de montage heel veel manipuleren. Een scène waar ik zelf hard om moest lachen, maar waar sommige mensen over vielen, was er eentje waarin je hoort dat de cameraman onderweg in de auto iets aan mij vraagt over de route. Ik antwoord: “Ik weet overal de weg, geen probleem, alleen in Zwolle of Antwerpen zet ik op het laatst mijn navigatie aan.” Precies op dat moment hoor je de navigatie zeggen: “Na 300 meter rechtsaf.” Dan heb je types die zeggen: “Hij liegt, hij weet niet overal de weg.” Ik zie de humor daarvan in, maar veel mensen snappen niet hoe tv werkt.’
Het eerste seizoen van Ik geloof in mij werd een eclatant succes, waarbij jouw ster tot grote hoogtes steeg. Wat deed dat met jou?
‘Ik vind het allemaal geweldig, maar ook nog steeds onwerkelijk. Hoe kan het dat je binnen een goed half jaar, want daar praten we over, een bekend persoon bent geworden? Als ik met Jolanda een wandelingetje maak, word ik minstens vijf of zes keer aangeklampt door mensen die met me op de foto willen. Op zondagmiddag is het hier net een attractie, dan kloppen ze op het raam of bellen ze aan voor een foto.’
Doe je open?
‘Ja hoor, geen enkel probleem. Maar ik laat de rolluiken ook weleens dicht. Dan heb ik even geen zin.’
Zitten de rolluiken vaak dicht?
‘We hebben vanuit ons huis vrij uitzicht, maar het nadeel is dat we geen oprit hebben. Als je uit de voordeur stapt, sta je meteen op straat. Mensen staan dus letterlijk bij ons op de stoep. Dat is niet altijd even prettig. Maar ik heb ook oog voor de realiteit, namelijk dat mensen uit Maastricht of Roermond komen voor een foto met mij. Zij nemen al die moeite, wie ben ik dan om te zeggen: dat ga ik niet doen.’
Heb je het gevoel dat je eindelijk de waardering krijgt die je verdient?
‘In de lockdownperiode was dat dubbel. Ik kreeg waardering, maar ik kon niet optreden. Dan is het toch alsof je het niet kunt incasseren. Dat kunnen we nu gelukkig gaan inhalen.’
Boze tongen beweren dat je door het grote succes naast je schoenen bent gaan lopen. Angela de Jong deed daar nog een schepje bovenop door te schrijven dat je ‘een ego hebt waar Gordon nog een puntje aan kan zuigen’.
‘Ze schreef dat ik de man ben die het hemd ver open heeft staan met een groot kruis aan een ketting, maar ik heb een klein kruisje om mijn nek. Zo zie je maar weer hoe dingen uit z’n verband worden getrokken. Zij kent me niet als persoon, dus ik denk dan: als je iets over me wilt schrijven, bel me dan en kom langs, dan weet je wie je voor je hebt. Ze zuigen hele verhalen uit hun duim, dat ik een egotripper zou zijn of arrogant. Nou, ik stond net gewoon nog de tuin te vegen.’
We hebben dus een wijnproeverij gehad, waar ik uit zes verschil lende smaken mocht kiezen. Daar is uiteindelijk de Sauvignon le Blanc uitgerold
Het moet ook best lastig zijn, om met beide benen op de grond te blijven staan als iedereen ineens iets van je wil.
‘Iedereen wil iets van me, dat is wel zo. Maar weet je, ik heb geen air of praatjes. Dat weten mijn fans ook, want die gemeenschap groeit elke dag. Dat zou niet het geval zijn als ik een kwal was, toch? Ik ben dankbaar dat dit mij mag overkomen. Het laatste wat ik had zien aankomen, was dat ik op mijn 52ste nog BN’er zou worden.’
Heb je jezelf à la Frans Duijts op een McLaren getrakteerd om dat goede nieuws te vieren?
‘Zo zit ik niet in elkaar. Ik had hiervoor al een mooi leven, maar ik ben nooit een man geweest met dure klokjes of luxe auto’s. Mijn horloge kostte 50 euro, dat vond ik al veel geld. En ik rij standaard in een Volvo XC60, een normale zakenauto, niks bijzonders. Stel dat er morgen een miljoen op mijn bankrekening staat, dan nog komt er geen dikke sportauto. Ik ga van dat geld liever op vakantie.’
Heb je nog geen miljoen?
‘In de coronatijd waren er geen optredens. Daar verdien je het grote geld mee. Als we nu lekker bezig kunnen blijven, dan gaan we het zien.’
Wat doe je als je niet werkt?
‘Ik vind het heerlijk om een mooie Zweedse detective te kijken. Of om lekker te koken, Indisch, dat is mijn dingetje. En ik zit vaak achter mijn flight simulator. Die heb ik al twintig jaar, een vriend van mij geeft mij de software, die krijgt hij van een piloot. Ik heb ooit geprobeerd om een eigen cabine te maken, maar dat is zoveel werk en bewerkelijk. Meestal zit ik gewoon aan de grote tafel beneden, dan zit Jolanda lekker te painten en draai ik de laptop op zo’n manier dat zij ook kan meekijken.’
Je lievelingsvlucht gaat naar Curaçao. Wat is er leuk aan tien uur lang een nep-vliegtuig besturen?
‘Het mooie zit voor mij in het taxiën, opstijgen en op een bepaalde hoogte komen. Daarna gaat het automatisch, dus dan ga ik iets anders doen. Pas als het vliegtuig vlakbij Curaçao is, zo’n drie kwartier voor de landing, ga ik als het ware de cockpit weer in. Ik vind daar mijn rust.’
Vind je het veel, wat er allemaal op je af komt?
‘Ja, dat vind ik wel. Er gebeurt elke dag van alles. Radio-optredens, interviews, reclames. Binnenkort komt mijn eigen wijn uit, dat is iets waar we lang mee bezig zijn geweest, met proeven en keuren. Het is leuk als iedereen er iets aan verdient, maar ik verkoop niks waar ik niet zelf achtersta. We hebben dus een wijnproeverij gehad, waar ik uit zes verschillende smaken mocht kiezen. Daar is uiteindelijk de Sauvignon le Blanc uitgerold.’
Ben je een wijnliefhebber?
‘Ja, ik ben niet zo van het bier. Wijn vind ik lekker. Een glaasje rood of wit. Gin-tonic vind ik ook lekker.’
Is het lastig om te kiezen wat je wel en niet doet, omdat het aanbod zo groot is?
‘Ik ben ondernemer, dus ik ben wel wat gewend. En ik heb een goede manager, een fantastisch boekingskantoor en een mooi platenlabel. Zij regelen veel voor mij, wat mij de rust geeft om met mijn muziek bezig te zijn.’
Toen het in een ander interview ging over Daan Roovers, De Denker des Vaderlands, zei je dat je zelf ook wel een denker bent, een vooruitdenker vooral. Ben je bang om een eendagsvlieg te zijn?
‘Alle ogen waren plotseling gericht op René le Blanc, dat is gewoon zo. Dat voelde niet raar, eerder vertrouwd, maar dat moet je wel vasthouden. Ik wil niet blijven teren op de serie, er moet muziek worden gemaakt. Het land in met de band, niet met de armen over elkaar zitten, maar iets neerzetten.’
Heb je een goed uitgedachte strategie om de stijgende lijn voort te zetten?
‘Een grote droom is om terug te gaan naar Duitsland, om te kijken wat mijn kansen daar zijn. Mijn muziek is heel geschikt voor het Duitse publiek, een soort schlager met een Engelse tekst. Dat vinden ze daar mooi. Maar eerst lekker hier de bühne op en kijken hoe dat uitpakt.’
NIEUWE REVU ONTMOET RENÉ LE BLANC
Waar?
Nijmegen de gekste.
Nog iets genuttigd?
Koffie, thee, roept u maar.
Verder nog iets?
René zegt het zelf al in het interview, dat hij er regelmatig van wordt beticht een arrogante kwal te zijn. Zelfingenomen, egocentrisch, het is allemaal al eens voorbijgekomen. Maar wie zelf in gesprek gaat met de beste man, kan niet anders dan beamen dat er geen greintje hoogdravendheid bijzit. De man is in zijn nopjes met zijn succes, logisch ook, na al die jaren ploeteren. Maar als hij zegt dat hij nu eenmaal de grootste ster is in Ik geloof in mij, dan zegt hij dat niet om op te scheppen. Hij zegt het omdat het gewoon zo is. Op naar seizoen 3, dat een iets andere vorm zal hebben dan de eerdere uitzendingen.
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Bruno Press