Aan het einde van een zonnige ochtend stuur ik mijn wagen de hoofdstad uit. Onderweg naar een nieuw hoofdstuk in mijn Ekte Verhalen-serie. Op bezoek bij een nieuwe paradijsvogel, een nieuw buitenbeentje of vrijdenker. In vier jaar tijd is Ray Klaassens de eerste gast die ik tegen ben gekomen op de ouderwetse televisie. Televisie maakt vaak hol, eendimensionaal en ronduit saai. Het maakt mensen tot een typetje. Dat is deze man niet, geen eendimensionaal typetje, en al helemaal niet saai.
Zo zit ik, op een stralende woensdagochtend in een houten schuur in Heerle. Zonder n. ‘We hebben geregeld mensen die naar Heerlen met een n rijden als ze bij ons moeten zijn,’ vertrouwt hij me toe. De eerlijkheid gebiedt te zeggen, die mensen missen wat. Aan een landweggetje, in een piepklein dorpje naast Wouw en boven Zoomvliet, voer ik een gesprek in een perfect tot mancave verbouwde varkensschuur. Naast een nog perfecter verbouwde woonboerderij. Er is een bar, er is whisky, er staat een open haard en als je aan de achterkant de schuur uitkijkt dan kijk je weids uit over de tuin en de weilanden.
Het is de ideale locatie om het gesprek aan te gaan met een man, ogenschijnlijk uit steen opgetrokken. Hij oogt massief, groot, met een granieten kop. Een ‘knucklehead’ noemt hij zichzelf. Maar als je iets beter kijkt, en de juiste vragen stelt, dan fonkelen de jongensachtige lichtjes in zijn ogen. Hij is bijna vijftig, maar het jongetje in hem heeft hem nog niet verlaten en dat zal het waarschijnlijk ook nooit meer doen. ‘In het bejaardenhuis doe ik de lampen uit,’ vertrouwt hij me tijdens het interview lachend toe.
Wanneer jij jezelf voorstelt aan mensen die jou nog niet kennen. Wat vertel je mensen dan?
‘Vaak vertel je dan een naam, een leeftijd, iets over de kinderen en je werk. Maar wie je bent, is eigenlijk iets heel anders. Dat gaat erover wat je drijft in het leven, waarom je de keuzes maakt die je maakt. Daar ben ik de laatste tijd steeds meer over na gaan denken. Bij mij gaat het dan heel erg om authentiek zijn. Vaak ben ik in rollen terechtgekomen, zoals bij Defensie. Daar werk ik, maar de vraag is of ik dat dan ook echt ben. Later kwam ik bij de AIVD terecht. Ben ik dát dan? Dat ben ik helemaal niet. Iedere keer bemerkte ik een soort kramp in mezelf. Ik wil er best bij horen, maar ik ben het niet. Dat is mijn hele leven al zo. Ik ben geboren in een volkswijk in Helmond, ’t Haagje. Ben ik dat dan? Ik ben opgegroeid op de straat, en ik heb daar een geweldige jeugd gehad. Maar als ik daar nu terugkom, voel ik meteen een soort van afstand. Daarom is authentiek zijn echt een ding voor mij geworden. Dat is ook de reden dat ik mij binnen mijn eigen bedrijf zo op mijn plek voel. Nu kan ik het zelf doen, nu ga ik over mijn keuzes. Niet meer een organisatie, een wijk of mijn ouders. Gewoon ikzelf, samen met mijn compagnon. Dus als ik mezelf voorstel, gaat het veel meer over authentiek zijn, en levenslust.’
Zelf zie ik me niet als een vrijbuiter, maar mijn vrouw zal absoluut zeggen dat ik dat wel ben. Want ik doe vaak de dingen die ik gewoon wil doen
Wij houden al onze gasten altijd tegen de Elitepauper-meetlat. Voel jij je het meeste aangesproken als een misfit, een cowboy, een zwart schaap, een nozem, een paradijsvogel, een buitenbeentje of een vrijdenker?
‘Ik zou het liefste zeggen dat ik een nozem zou zijn, maar dat is niet zo. Toch is dat wel iets waar ik naar zou willen leven. Lange haren, leren jasje, motor en schijt aan alles. Maar dat ben ik helemaal niet. Ik ben gewoon een vader van vier kinderen met een eigen bedrijf. Plichtsgetrouw en verantwoordelijk. Maar in mij zit die nozem wel. Zelf zie ik me niet als een vrijbuiter, maar mijn vrouw zal absoluut zeggen dat ik dat wel ben. Want ik doe vaak de dingen die ik gewoon wil doen. Omdat ik het nu eenmaal wil doen. Ik voel me geen misfit, cowboy of zwart schaap. Eigenlijk zit ik stiekem ook nog wel in een keurslijf. Want vanbinnen ben ik ook gewoon nog een beetje een rat. Een kerel die het leuk vindt om tegen dingen aan te schoppen, maar dat niet altijd doet. Omdat die weet dat het niet past of niet kan. Ik run een bedrijf, daar heb ik een verantwoordelijkheid in. Dat moet ook draaien. Ik heb kinderen, ik heb een vrouw. De vraag is dan of ik met de handrem erop ga leven, of kan ik die kant op een andere manier ontdekken? Dat blijft een uitdaging.’
Wat is je favoriete deugd?
‘Ik kan mensen moeilijk pijn doen. Er is bij mij altijd een afweging of ik dingen moet doen, laten of zeggen. Daarin kijk ik altijd of ik geen onnodige emotionele pijn of beschadiging toebreng. Ik ben een soort opsomming van dingen binnenhouden om de pijn niet altijd bij een ander neer te leggen. Ik vind het zelf wel deugdelijk dat ik rekening probeer te houden met een ander. Maar aan de andere kant kan ik vreselijk rechtdoorzee, bot en in your face zijn. Maar dan is het functioneel. Dan hebben we met elkaar iets uit te stoken en dan geloof ik dat het eerlijke gesprek beter is dan het bewaren. De relatie gaat bij mij altijd boven de inhoud. Als ik vind dat die relatie het nodig heeft om zuinig te zijn, dan ben ik voorzichtig met je.’
Dat lijkt wat paradoxaal met je carrière en bonkige voorkomen.
‘Defensie lijkt allemaal hard en rechtdoorzee, maar je hebt de mensen om je heen ook nodig, ook de volgende dag. Als ik nu doordruk dat we rechts moeten gaan, terwijl hij links wil, dan haakt hij morgen af om links te gaan. Voor de relatie, het vertrouwen en het respect naar elkaar moet je je echt in elkaar kunnen verplaatsen. Mijn partner zegt me weleens dat ik minder empathisch ben. Ik ben dat wel, maar ik uit het op een andere manier. Want als ze belt, dan laat ik alles vallen en ben ik de eerste die er is. Maar als mijn compagnon belt, dan laat ik ook alles vallen. Alleen zit daar echt wel een hiërarchie in, want mijn gezin gaat boven alles.’
Benieuwd naar de rest van het artikel? Je leest het op Blendle.
In het artikel lees je meer over Freek van Kraaikamp. ‘Voor de AIVD en voor Defensie heb ik acht missies gedaan. En tussendoor heb ik enorm veel moeten trainen en oefenen in het buitenland, ik heb weinig van mijn kinderen gezien toen ze nog jong waren. Daar heb ik wel een prijs voor betaald, en de kinderen ook.’
- Ivo van der Bent