'Tegenwoordig is werk een plek waar je je kunt, nee, móét ontplooien'
‘Was ik ook zo’n voorgeprogrammeerd schaap dat zichzelf had wijsgemaakt dat alle heil komt van een kakelverse Excelsheet op zaterdagmorgen?’
Het is nu zo’n uur of half elf op de zondagochtend en ik ben aan het werk. Andere opties waren: in een warm bad gaan, een wandeling maken onder een heerlijk Indian-summer-zonnetje, een moeilijke Russische roman lezen die ik van mijn oudste zoon heb gekregen, of het derde seizoen van War of the Worlds afbingen. Seks bedrijven gaat helaas nu even niet, want mevrouw Heemskerk is met vrouwenuitje naar Hindeloopen. Maar ik ben dus aan het werk.
Vroeger zouden de mensen dan op nasale zeurtoon hebben gevraagd: ‘Op zondag? Werk je nou om te leven of leef je om te werken?’ Het goede antwoord was dan A, ik werk om te leven. Werken was noodzakelijk kwaad, tot de toeter gaat, en dan laat je alles uit je poten vallen, begint de vrije tijd. En maak je geen gedachte meer vuil aan dat saaie kantoor waar je voor een schijntje wordt uitgebuit.
Maar dat was was vroeger. Tegenwoordig is werk een plek waar je je kunt, nee, móét ontplooien, waar je jezelf mee definieert, je dromen najaagt, zo lang, hard en veel als je kunt, en waar vrije tijd een gemiste kans is. Hippiearbeidsethos, erfenis van de jaren zestig, in dankbaarheid aanvaard door listige werkgevers die natuurlijk niets liever zien dan een personeelslid dat zichzelf achter zijn reet aanzit, omdat hij zich heeft laten wijsmaken dat werken zijn passie, het leukste van het leven is. En het doodnormaal vindt om in het weekend of tegen middernacht kwiek te reageren op stressbelletjes en slackbombardementen.
Ik kwam hieraan te denken toen ik links en rechts favoriete trendwatchers hoorde vertellen over quiet quitting, de laatste werktrend uit Amerika. Die eigenlijk neerkomt op een terugkeer naar de tijd dat we dus wel degelijk om vijf uur een ram op de prikklok gaven en heerlijk gingen genieten. Zonder, en daar zit ’m de kneep, het onrustige gevoel te hebben dat we kostbare tijd verspillen met onnuttige pleziertjes, en de baas en onszelf zo danig tekortdoen. Met hobby’s, uitrusten, sporten en zo.
Ik werd er op slag een beetje nerveus van. Was ik ook zo’n voorgeprogrammeerd schaap dat zichzelf had wijsgemaakt dat alle heil komt van een kakelverse Excelsheet op zaterdagmorgen? Voelde ik me ook schuldig als ik de hele zondag nog geen druppel werk had verzet, ook al was er niets te doen (dat niet prima tot maandag zou kunnen wachten)? Liet ik me niet ook gek maken omdat ik toevallig leuk werk en een grappig talentje had? Het had er verdomd alle schijn van. En het werd dus tijd voor quiet quitten. En daar onbekommerd van te genieten. Heerlijk genieten. Tot maandag.
- iStock