De eerste keer dat ik Judith de Leeuw ontmoet, is voor een interview voor Het Parool in 2016. Ze heeft dan een mural van Amy Winehouse gemaakt op de buitenmuur van een monumentaal pand. Het werk trekt de aandacht van busladingen Chinese toeristen die er massaal selfies maken, waarna de mural zich via Facebook als een lopend vuurtje verspreidt.
De Leeuw maakt meteen indruk, ze is een meisje van 21 jaar, gevormd in de masculiene Amsterdamse graffiti-scene, ze is ‘straat’ en kwetsbaar tegelijk. Het achterste van haar tong laat ze niet meteen zien, maar wel vertelt ze voorzichtig over haar toekomstdromen en over Amy Winehouse, die ze bewondert en met wie, zo ontdek ik later, de nodige parallellen vallen te trekken: allebei groeien ze op in een Joods gezin, in een volkswijk, met een dominante, koppige vader, en allebei zijn ze in het bezit van een uitzonderlijk talent, waar ze anderen mee weten te raken.
Ze kan goed leren, speelt piano, maar op school doet ze niks, behalve tekenen. Op haar veertiende wordt ze van school gestuurd
Een paar jaar later, De Leeuw is dan al internationaal doorgebroken met haar kunst, vertelt ze in een langer interview hoe ze zich als tiener begon af te zetten tegen het geloof en de autoritaire opvoeding. Ze kan goed leren, speelt piano, maar op school doet ze niks, behalve tekenen. Op haar veertiende wordt ze van school gestuurd en komt ze in aanraking met Jeugdzorg. ‘Ik hing rond met graffiti-jongens en begon zelf met het maken van pieces. Om niet thuis te hoeven zijn, sliep ik bij vrienden op de bank of op een verlaten bootje. Ik had geen postadres en daardoor kon ik niet aan een baantje komen, zo belandde ik in een neerwaartse spiraal.’
Op haar zeventiende wordt De Leeuw door Jeugdzorg in een gesloten jeugdinrichting geplaatst. ‘Ik zat er tussen meiden die zwaar verslaafd waren of suïcidaal, meiden met jeugd-TBS die een poging tot moord hadden gedaan. Het was geen gezonde omgeving, de meeste tijd bracht ik door in opsluiting op mijn kamer, een soort cel. Daar begon ik ook weer met tekenen, zo kon ik mijn eigen wereld scheppen, het gaf me een vrij gevoel.’
Als ze achttien jaar is, wordt De Leeuw vrijgelaten uit de jeugdinrichting. ‘Ik was vastbesloten om het anders te gaan doen. Ik zocht een kamer, nam allerlei baantjes aan om de huur te kunnen betalen en werd toegelaten op de opleiding Art & Design. In mijn portfolio zaten tekeningen die ik in de jeugdinrichting had gemaakt.’
Haar talent wordt direct herkend, maar voor de schoolbanken blijkt ze nog steeds niet geschikt. ‘Ik was toen al bezig met zelf werk maken. Ik ging stage lopen bij het Street Art Museum op het NDSM-terrein, op die manier kreeg ik de kans om mijn opleiding toch af te ronden. Ik hielp er met het spannen van metershoge doeken, waar andere street-artists hun kunst op konden maken en kreeg er de kans te experimenteren met mijn eigen werk. Daar ontdekte ik dat ik ook street-art wilde gaan maken, murals zijn rebellie in de openbare ruimte en kunst met een boodschap van een grote schoonheid.’
‘Ik verdiende mijn geld met wat ik het liefste deed, maar toch maakte het me niet gelukkig. Ik voelde me net een gedresseerd aapje’
Doorbraak
Tijdens een van De Leeuws eerste exposities koop ik een canvas van haar, een miniversie van de Amy-mural. Zelf zit ze dan al op een heel ander spoor van haar carrière. De Amsterdamse horeca heeft haar werk ontdekt en ze wordt gevraagd om diverse restaurants en bars op te luisteren met een ‘sexy’ muurschildering, maar daar liggen haar ambities niet, vertelt ze: ‘Ik verdiende mijn geld met wat ik het liefste deed, maar toch maakte het me niet gelukkig. Ik voelde me net een gedresseerd aapje dat een kunstje moest opvoeren. Ik wilde juist een verschil maken met mijn kunst. In Nederland was daar weinig ruimte voor. Net toen ik me afvroeg hoe én of ik wel door moest gaan met schilderen, werd ik gevraagd om een mural te maken in Athene en vervolgens in de sloppenwijken van Kuala Lumpur. Dat veranderde alles, ik kreeg overal in het buitenland opdrachten van street-artcurators, daar kreeg ik wél de ruimte om met mijn werk een boodschap uit te dragen.’
Onder de naam JDL Streetart trekt ze vanaf dat moment de hele wereld over, van Azië tot de VS, overal maakt ze werk van monumentale afmetingen. Haar kunst gaat over acceptatie, zoals van de lhbt+-gemeenschap en vluchtelingen, en over racisme, onrecht en ongelijkheid. ‘Misschien komt het door wat ik zelf heb meegemaakt toen ik op straat en in instellingen leefde. Ik heb al op jonge leeftijd gezien hoe ongelijk het is verdeeld in de wereld en kan slecht tegen onrecht.’
2020 moest haar jaar worden: ‘Ik was gevraagd voor een paar grote opdrachten in de VS, maar toen brak de pandemie uit. Daar kwam bij dat ik ziek werd, maanden was ik uitgeschakeld door een maag-darminfectie, die ik opliep in Maleisië nadat ik verkeerde medicatie kreeg voor mijn epilepsie.’
Negen maanden zit ze ziek thuis in haar flat in de Amsterdamse Bijlmer, daar ontstaat het idee om voor het eerst in jaren weer een mural in Amsterdam te maken. Die komt uiteindelijk te staan op een muur van 150 vierkante meter van een appartementencomplex bij het Leidseplein, schuin tegenover poptempel Paradiso. Het werk, met als titel Diversity in bureaucracy, verbeeldt een Surinaamse ballerina die danst in een wervelwind van ambtspapieren. ‘Ik had een aanvraag voor de mural gedaan bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst die in eerste instantie werd afgewezen. Zo ontdekte ik dat het bijna niet te doen is om je als jonge kunstenaar door de ingewikkelde procedures heen te worstelen. Ik sprak met de Surinaamse danseres die model zou staan voor het werk en ontdekte dat zij een van de weinige ballerina’s van kleur is in Nederland. Op dat moment kwam net de Black Lives Matter-beweging in het nieuws, gevolgd door de toeslagenaffaire. Ik werd steeds strijdbaarder over de ongelijkheid in mijn eigen land en stad. Veel problemen in Nederland worden bedekt met regelgeving, bureaucratie en verborgen racisme, met de mural wilde ik mensen aan het denken zetten over inclusiviteit, gelijke kansen en het vieren van veranderingen.’
Uiteindelijk krijgt ze de financiering voor het project alsnog rond via het Amsterdams Fonds voor de Kunst en het Cultuur Fonds en ook horecatycoon Won Yip en presentator Humberto Tan, die haar interviewt voor zijn radioprogramma, investeren in het werk.
Tijdens corona maakt De Leeuw ook een groot werk voor de lhbt+-gemeenschap in Rome, getiteld Outside In, geschilderd op een steenworp afstand van het Vaticaan. Ze wordt gefilmd door Euronews en opnieuw gaan beelden van haar werk de hele wereld over.
Documentaire
Haar werk trekt ook de aandacht van documentairemaakster Deborah Faraone Mennella, die haar in 2022 een jaar lang volgt. ‘Ze ging in eerste instantie mee om te filmen tijdens meerdere projecten, maar toen werd mijn vader gediagnosticeerd met kanker. Terwijl ze me filmde na zijn dood tijdens het maken van een mural die een ode was aan mijn vader, overtuigde ze me dat mijn verlies de rode draad van de documentaire moest worden. Hoewel ik het zelf redelijk ongemakkelijk vind dat de film nu ook over mij persoonlijk gaat, ben ik heel blij met het resultaat. Een mooier einde van de moeizame band tussen mij en mijn vader had ik me niet kunnen wensen. De film is een monument voor hem geworden, ik hoop dat het andere mensen aanspoort open over rouw te praten. Vlak voor zijn dood ontdekte hij de betekenis van een bepaalde tekst uit de Thora: liefde is sterker dan de dood, dat is de boodschap van de vier werken die ik maakte als een ode en aandenken aan hem.’
In de film zien we De Leeuw, onder meer gefilmd vanuit de lucht met een drone, aan het werk op een gigantische steiger. Haar assistenten fokken een deel van de schildering op, waarna ze al het werk in haar eentje over moet doen, een frustrerend proces dat indringend in beeld wordt gebracht. De indrukwekkende muurschildering die verrijst op het flatgebouw in de grauwe achterstandswijk Paolo VI in Taranto, Zuid-Italië roept niet alleen sterke gevoelens op bij De Leeuw zelf, maar ook bij de bewoners, die veel familieleden hebben verloren aan kanker en andere ziektes als gevolg van de vervuilende industrie in het gebied. Maar er zijn ook luchtiger beelden; tijdens een bezoek aan het Paleis op de Dam bijvoorbeeld, waar ze als eerste street-artist ooit is uitgenodigd door het Koninklijk Huis tijdens een staatsbezoek van de president van Italië. Giechelend dwaalt ze er met haar beste vriend door de gangen.
Dit najaar maakt ze voor de derde keer een groot, illegaal werk in haar geboortestad. Op de plek waar het ooit begon, de muur waar Amy destijds stond, schildert ze een mural van een Joods meisje en een moslimjongen, de handen ineen verstrengeld, geworteld in een levensboom, met daarop de symbolen van de drie wereldreligies: het kruis van het christendom, de sikkel van de islam en de davidsster van het jodendom. De davidsster die inmiddels uit het werk is verwijderd, schijnbaar omdat er een raam achter zit dat open moest kunnen.
‘Als Jood krijg ik nu veel vijandigheid over me heen, alsof ik – omdat ik Joods ben – goedkeur dat Palestijnen worden vermoord’
‘Ik wilde een mural maken over de polarisatie in Amsterdam tussen Joden en moslims, een stad waar voor de Tweede Wereldoorlog veel Joden woonden. Ik wilde aandacht vragen voor meer begrip en verbinding tussen de twee groepen. Zelf groeide ik op in Amsterdam-West, als een van de weinige Joden tussen alleen maar moslims, als kind werden mijn zus en ik uitgescholden voor “kutjood” en ik maakte mee dat mensen in elkaar werden geslagen of dat de davidsster van hun nek werd getrokken. Als ik dat vertelde, werd er gedaan alsof het niet bestond. Toen ik ouder werd, kreeg ik islamitische vrienden en kwamen die twee werelden voor het eerst samen.’
Een paar dagen na de onthulling van haar werk worden in Israël jongeren op een festival ontvoerd en gegijzeld door Hamas en breekt de oorlog met Gaza uit. ‘Als Jood krijg ik nu veel vijandigheid over me heen, alsof ik – omdat ik Joods ben – goedkeur dat Palestijnen worden vermoord. We zijn allemaal hier geworteld, die verbintenis zouden we eerder moeten voelen dan de vijandigheid. Het is momenteel gevaarlijk om een nuance aan de kaak te stellen, dat vind ik heel zorgelijk. Je hoeft het niet eens te zijn, maar door met elkaar in gesprek te gaan, kom je tot een oplossing. Níét door vlaggen uit te hangen en lijnrecht tegenover elkaar te gaan staan.’
De Leeuw is niet te stoppen, ze blijft een voorvechter van minderheden die ze via haar kunst een stem wil geven. ‘Voor 2024 staat er van alles op de planning, waaronder een boek van journalist Kim Buitenhuis, met daarin de verhalen achter haar murals, met als werktitel The People Behind The Wall en diverse projecten van Aruba tot Zuid-Afrika. Ik wil dit jaar vooral een andere koers gaan varen, de tijd is rijp voor iets nieuws. Ik blijf guerilla-art maken, maar ik wil gaan werken met andere tools zoals video, fotografie, sculpturen en AI. Bij het schilderen van murals ligt de focus vaak op de technische uitvoering, terwijl ik de boodschap juist belangrijk vind. Ik zou meer stunts in de openbare ruimte willen creëren, zoals Banksy doet, dat heeft uiteindelijk nog veel meer impact dan een muurschildering en daar gaat het mij om.’
JDL – Behind the Wall is op 17 januari om 20.30 uur te zien bij AvroTros op NPO 2.
- ANP, JDL Streetart