Leon Verdonschot

'Fundamentalisten en humor, het blijft een lastige combinatie'

Open brief van columnist Leon Verdonschot aan Trey Parker en Matt Stone, de makers van South Park.

Leon Verdonschot

Beste Trey Parker en Matt Stone, 

Ik zag een poll langskomen over jullie serie South Park. In het nieuwe seizoen verliest het karakter Strong Woman van een vrouw die enorm op worstelaar Randy Savage lijkt, net de transitie naar vrouw heeft gemaakt, en nu vrouwen wil verslaan.

Er kwam kritiek op de aflevering van onder meer transgender-sporters. Daar kwam in activistische kringen een poll uit voort, met de vraag: is het ‘eindelijk’ tijd de serie te verbannen van tv en streamingdiensten? Er waren twee antwoorden mogelijk: ‘Ja’ en ‘Nee, ik ben transfoob.’ 

De twee mogelijke antwoorden waren veelzeggend, net als het feit dat in de poll South Parks satire tussen aanhalingstekens werd gezet: alsof het geen satire is, maar zogenáámde satire. Want, zo is in sommige kringen de overtuiging: satire maakt de macht belachelijk en niet de zwakkeren. Satire die zwakkeren belachelijk maakt, is geen satire, maar omlaag trappen. Zo werkt framing: wie de definitie bepaalt, bepaalt het debat. 

South Park maakt al 23 seizoenen grappen over álles. Over de macht, maar ook over de tegenmacht, de onmachtigen: iedereen is weleens beledigd door South Park. Sommige mensen konden daar goed tegen, anderen minder goed. Dat lag aan hun gevoel voor humor, maar ook aan hun weerbaarheid, en de mate waarin ze zichzelf serieus namen. Jullie nemen niémand zo serieus dat die onbespot blijft.    

Er is in al die jaren South Park maar één aflevering teruggetrokken, en dat was die waarin de profeet Mohammed belachelijk werd gemaakt. Fundamentalisten en humor zijn een lastige combinatie, dat blijkt ook nu weer. Het vrije woord doet er pas toe als het woord je tegenstaat. 

Je hoeft grappen over transgenders natuurlijk niet leuk te vinden. Maar als je ze wél leuk vindt, ben je niet dús transfoob, waarschijnlijker is dat je een ánder gevoel voor humor hebt, of een andere opvatting over de bandbreedte van satire. 

In Nederland voert GroenLinkser Sybren Kooistra momenteel een campagne om Volkskrant-columnist Arthur van Amerongen uit de krant te krijgen. Hij heeft de krant zelfs een ‘ultimatum’ gesteld, een term die ik vooral associeer met gijzelaars. De reden: Kooistra vindt Van Amerongen een ‘racist’. Dat betekent: hij vindt hem niet grappig, want hij vindt dat je niet overal grappen over mag maken.

Van Amerongen vindt van wél, dat doet hij dus ook; in de traditie van Theo van Gogh maakt hij alles en iedereen belachelijk, ook zichzelf. Daar kun je van houden of niet van houden. Ik sta anders in het leven dan Van Amerongen, maar als ik alles dat niet aansluit op mijn eigen smaak of opvattingen zou willen verbieden, kon Coldplay nóóit meer op tournee. 

De aanslagen op Charlie Hebdo zijn nog geen vijf jaar geleden. Maar #jesuischarlie lijkt al lang vergeten.  

Column
  • South Park