Premium

50 jaar geleden: Duitse band Kraftwerk kickstart met 'Autobahn' nieuw muziektijdperk

In november 1974 kwam het nummer 'Autobahn' van Kraftwerk uit en dat leidde tot een nieuw elektronisch geluid in de muziekwereld, gemaakt op instrumenten die in die tijd niet gangbaar waren: synthesizers. 

Kraftwerk Autobahn

1974 leek freewheelend af te stevenen op het predicaat ‘meest belabberde popjaar aller tijden’. Progrock was hopeloos verstrikt geraakt in zijn eigen ambities, glamrock werd nu gemaakt door dikke mannen op plateauzolen en punk lag nog in de wieg. Wat resteerde was de rimpelloze muziek van artiesten als Steely Dan, Billy Joel, Elton John en Abba. Het jaar kabbelde tevreden naar zijn einde.

Totdat er in november ineens een oostelijke wind opstak. Vanuit hun hoofdkwartier in Düsseldorf lanceerden vier nerdy Duitsers onder de naam Kraftwerk een nieuw elektronisch geluid dat de muziekwereld op zijn kop zou zetten. Hun ideeën werden opgepikt in de pop, techno, disco en hiphop – van David Bowie, Gary Numan en Depeche Mode tot Afrika Bambaataa, Donna Summer en Juan Atkins. Autobahn luidde een nieuw tijdperk in.

Het album verscheen op 1 november 1974. Kant A van het vinyl was waar het om draaide, de 22,43 minuten durende elektronische song die op hypnotische wijze een autorit over de Duitse snelweg verbeeldt. We horen een contactsleutel die wordt omgedraaid, gevolg door een motor die aanslaat. Daarna gaan we op reis door een land zonder snelheidsbeperkingen. We raken in trance en horen het dopplereffect van passerende auto’s, we horen getoeter en we horen het nummer zelf dat via een autoradio wordt afgespeeld.

‘We luisterden naar het geluid van autorijden, de wind, de regen, passerende auto’s en vrachtwagens. Het idee was om die geluiden opnieuw op te bouwen op de synth’

‘Rijden is leuk,’ verduidelijkte Kraftwerkpercussionist Wolfgang Flür later. ‘We hadden geen snelheidslimiet op de Autobahn, we konden over de snelwegen racen, door de Alpen (...) We reden veel, we luisterden naar het geluid van autorijden, de wind, regen, passerende auto’s en vrachtwagens; elk moment veranderen de geluiden om je heen en het idee was om die geluiden opnieuw op te bouwen op de synth.’

Fris en monter

In de muzikale termen hoor je ambient, musical drops, techno bleeps, EDM en kille arpeggio’s. Alles wat de muziek de komende vijftig jaar weer interessant zou maken. Op gezette tijden wordt de boel opgevrolijkt door een mechanische stem die zich hoofdzakelijk tot ‘Wir fahr’n, fahr’n, fahr’n auf der Autobahn’ beperkt.

De zangmelodie klinkt als een Teutoonse variant op The Beach Boys, maar verder herinnert niets aan de popmuziek die op dat moment in zwang is. Het geluid is fris en monter, de song ruikt naar vrijheid. Wat je als luisteraar bij blijft is het beeld van een bolide die je ronkend door het land voert, langs valleien, zonovergoten landschappen, met de eindeloze witte streep als gids. Er klinkt geen maatschappijkritiek door in de tekst of muziek – het gaat om een gelukzalig verbond tussen mens en machine. Het is een hommage aan de techniek, gemaakt op instrumenten die niet gangbaar zijn in die tijd: synthesizers. Ralf Hütter speelt de bastonen op zijn Minimoog, Florian Schneider verzorgt de melodie op zijn ARP Odyssey en Wolfgang Flür tovert de dunne ritmes uit zijn drummachine. Heel in de verte horen we ook nog ‘traditionele’ instrumenten als fluit, viool en gitaar, die Klaus Röder grotendeels voor zijn rekening neemt.

Het is niet het enige opzienbarende aan Autobahn. Over alles is nagedacht. De hoes is een naar kitsch neigend schilderij van een idyllisch landschap met gul zonlicht, glooiende heuvels, groene weiden, een blauwe hemel en een auto die daar over de snelweg doorheen zoeft: mens, machine en natuur in perfecte harmonie. Op de linkerbaan komt ons een zwarte Mercedes tegemoet, het type waarin de nazileiders zich graag lieten vervoeren. Op de rechterbaan, op weg naar de zakkende (of rijzende) zon, zien we een Volkswagen Kever. De twee auto’s symboliseren het oude en het nieuwe Duitsland, het protserige fascisme versus de koele naoorlogse wederopbouw, het Wirtschaftswunder.

Kraftwerkoprichter Ralf Hütter noemde het groepsgeluid ‘industriële volksmuziek’, een term die was bedoeld om die nieuwe Duitse identiteit te illustreren, een poging om een streep te zetten onder de wreedheden die de nazi’s hadden begaan. ‘Duitsland had ook iets als The Beach Boys nodig,’ zei percussionist Flür. ‘Iets met een onberispelijke tegenwoordigheid, na de afschuwelijke oorlogen die onze ouders de wereld hadden aangedaan. Iets positiefs en jeugdigs, dat ons bevrijdde van de stank van het verleden.’

En de geijkte groepsfoto? Ook knap gedaan: de vier gezichten van de Kraftwerkers staren ons aan via de achteruitkijkspiegel. De hoes was ontworpen door beeldend kunstenaar Emil Schult, die vaak ‘Kraftwerks vijfde Beatle’ wordt genoemd. Schult, schrijft Steve Tupai Francis in 33 1/3 – Kraftwerk’s Computer World (Bloomsbury, 2022) was de ‘vibrations manager’ van Kraftwerk, ‘de goeroe’. Schult zelf houdt het erop dat hij ‘op alles invloed’ had. Hij drukte in elk geval een stevig stempel op Autobahn. Behalve dat hij verantwoordelijk was voor de hoes, had hij ook de minimale, maar doeltreffende tekst van de titelsong geschreven. Bovendien was hij degene die aandrong op een ander imago, weg van het cliché van de langharige hippie in versleten jeans, dat de Duitse rockwereld sinds eind jaren zestig domineerde. Afgezien van Röder, die de band snel zou verlaten, zien de Kraftwerkleden er dan ook al snel uit om door een ringetje te halen. Geen macho houdingen, maar een voorkeur voor een egoloos futurisme dat midden jaren zeventig ongekend was in de wereld van pop en rock.

Kling Klang Studio

Autobahn was uitgedacht en deels opgenomen in de Kling Klang Studio die Kraftwerk in 1970 in een industriepark even buiten Düsseldorf had opgezet. Kling en klang komen van de Duitse woorden voor ‘klinken’ en ‘klank’, maar vormen tezamen natuurlijk ook een fijne alliteratie, speels en mechanisch. Het idee van een eigen studio was geïnspireerd door Andy Warhols Factory in New York, een plek waar muzikanten, kunstenaars, ontwerpers, filmmakers, modellen en drugsdealers bij elkaar kwamen om Warhols projecten te ontwikkelen. De Kraftwerk-versie was minder decadent, maar minstens zo intensief. In de studio konden ze met gelijkgestemden als Schult ongestoord experimenteren en eindeloos schaven aan de elektronische geluiden die ze stukje bij beetje tot composities vervolmaakten. Ze verwezen naar zichzelf als ‘muziekwerkers’, en brachten gemiddeld acht tot tien uur per dag door in de studio. Hütter noemde Kling Klang ‘het moederschip’. De studio, zei hij, was een extra instrument. ‘Wij spelen studio...’

‘Een ruggengraatloos, emotieloos geluid zonder variatie, zonder smaak,’ schreef Keith Ging in Melody Maker. ‘Weer in godsnaam de robots uit de muziek,’ luidde zijn advies

Aanvankelijk gebeurde er weinig met Autobahn. Het was te nieuw, te vreemd. Sterker nog, sommige critici boorden de Duitse pioniers volledig de grond in. ‘Een ruggengraatloos, emotieloos geluid zonder variatie, zonder smaak,’ schreef Keith Ging in het toonaangevende Britse muziektijdschrift Melody Maker. ‘Weer in godsnaam de robots uit de muziek,’ luidde zijn advies.

Maar toen werd de epische titeltrack teruggebracht tot 3,28 minuten en verscheen het nummer als single. En het singlekopende publiek was avontuurlijker dan zij die bij pretentieuze langspeelplaten zwoeren. Het nummer werd eerst opgepikt door een radiostation in Chicago, waarna het plaatje gestaag naar de 25ste plaats van de Billboard 100 klom. Daarmee was het de allereerste Duitstalige hitsingle in Amerika. De lp volgde en haalde een vijfde plaats in de Amerikaanse hitlijst. Ook Engeland ging overstag, met een vierde plaats voor het album. In Nederland bleef Autobahn net buiten de top 10 hangen.

Een elektronisch hitje was overigens niets nieuws. Twee jaar voor Autobahn had het nummer Popcorn de hitparades belaagd. Maar Popcorn was een wegwerpliedje, gemaakt door anonieme muzikanten. Kraftwerk was anders, de Duitsers waren geen eendagsvliegen. In een interview met de Amerikaanse muziekjournalist Lester Bangs in Creem in 1974, presenteerde Ralf Hütter zijn muzikale visie: ‘We zijn de eerste Duitse groep die in haar eigen taal zingt, we gebruiken onze elektronische achtergrond en creëren een Midden-Europese identiteit voor onszelf.’

In september 1975 verschenen de vier heren (Röder was inmiddels vervangen door Karl Bartos) op de BBC, waar ze in het programma Tomorrow’s World een live-uitvoering van Autobahn ten beste gaven. Twee leden stonden achter synthesizers, de andere twee leken met breinaalden op kinderspeelgoed te slaan. Ze droegen kostuums, overhemden en stropdassen. De haren waren kort en netjes gekamd, als ambtenaren of bankklerken. Hun voornamen lichtten op in lichtblauw neon: Florian, Ralf, Karl en Wolfgang. ‘We straalden zelfvertrouwen uit,’ legde Flür later uit. ‘We wilden ons Duitse uiterlijk tonen met kortgeknipt haar, gestreken pakken en stropdassen (...) We wisten dat ons uiterlijk ironisch, flirterig en provocerend was.’ Tegen het einde van het nummer kijkt Florian met een minzame glimlach de camera in, alsof hij zeggen wil: wir haben es geschaft.

Teruggetrokken tieners

Kraftwerk daalde natuurlijk niet als een onbevlekte ontvangenis op ons neer. De groep was in 1970 opgericht door Ralf Hütter en Florian Schneider, en toen Autobahn in 1975 in de hitparades belandde, had de band al drie albums op haar naam. Hütter en Schneider waren beiden kort na de oorlog geboren en opgegroeid in een welgesteld milieu. Hütters vader was architect, die van Schneider handelde in zijde. De opa van Schneider was een nazi.

Florian en Ralf waren stugge, teruggetrokken tieners. De een speelde fluit in het schoolorkest, de ander had zich in het hammondorgel bekwaamd, geen instrumenten waarmee je indruk maakt op het schoolplein of waarmee je leuke meisjes trekt. De twee jonge mannen kwamen elkaar tegen op het conservatorium van Düsseldorf. De stad was tijdens de oorlog stevig gebombardeerd, maar had zich weer opgericht en ontwikkelde zich tot het chique, moderne middelpunt van het industriële Ruhrgebied. Düsseldorf stond voor cultuur, met veel belangstelling voor mode en kunst. Hütter en Schneider gedijden er uitstekend. Vol ontzag keken ze naar de fabrieken die langs de Ruhr verrezen, symbolisch voor het Wirtschaftswunder dat de afschuwelijke oorlogsjaren zo snel mogelijk moest doen vergeten.

‘Wij scheppen vanuit de Duitse taal die heel mechanisch is. Dat is de basis voor de structuur van onze muziek. Dat en de machines die door de Duitse industrie worden vervaardigd’

Indachtig wat ze op het conservatorium hadden geleerd, richtte het tweetal samen met wat medemuzikanten een jazzensemble op. Weldra schakelden ze over op experimentele muziek. Ze noemden zich Organisation en kwamen met composities vol ongebruikelijke geluiden en improvisaties, gerelateerd aan de undergroundrock die in zwang was: Frank Zappa and The Mothers of Invention, Jefferson Airplane, Velvet Underground, Pink Floyd. Organisation maakte het album Tone Float, dat in 1970 verscheen. We horen Hütter op orgel, terwijl Schneider de lippen aan diverse fluiten zet en ook bellen, triangel, tamboerijn en elektrische viool beroert. Het album stierf een stille dood, maar wordt inmiddels wordt voor rond de 1000 euro verhandeld.

Het volgende project van Hütter en Schneider heette Kraftwerk, Duits voor krachtcentrale. Aanvankelijk zetten ze de wat ongerichte, experimentele weg van Organisation voort, en vonden aansluiting bij andere baanbrekende Duitse bands met namen als Neu!, Can, Tangerine Dream, Faust en Amon Düül II, wier werk ook buiten Duitsland furore maakte. Voor het eerst sinds de Weimarperiode werd Duitse muziek weer serieus genomen. De Britse muziekpers gaf het de naam Krautrock, een onaangename verwijzing naar de Tweede Wereldoorlog toen de geallieerden de Duitsers ‘Krauts’ noemden, zuurkoolvreters. De Duitse muzikanten gaven de voorkeur aan Deutschrock en Kosmische Rock, maar dat mocht niet baten: Krautrock was de naam die beklijfde. Wat de diverse krautrockers gemeen hadden, was een ongekende experimenteerdrift en een drang om de Angelsaksische invloeden zoveel mogelijk af te schudden. Hun culturele hinterland was niet Chicago, San Francisco, New York of Liverpool, maar Midden-Europa, met Franz Schubert en Karlheinz Stockhausen als ijkpunten.

Deze Krautrockers behoorden tot de eerste naoorlogse generatie. Ze wilden geen onderdeel zijn van het recente verleden, de oorlog, de Jodenvervolging, het fascisme of de nachtmerrie van het nazisme. Ze groeiden op tussen de ruïnes die de geallieerde bommenwerpers hadden achtergelaten. Ze kenden geen rolmodellen, geen helden. ‘Wij hadden geen vaders,’ verklaarde Hütter.

Amerikaanse rockmuziek vormde de aanvankelijke inspiratie, maar de Amerikanen waren tegelijkertijd de bezettingsmacht. Daarom was het nodig om muziek te maken die een zo eigen en uniek mogelijk karakter had, niet gestut door de blues en de rock-’n-roll. Zogenoemde sound-artlabs, die in veel steden verrezen, waren de perfecte plek om met nieuwe geluiden te experimenteren.

Kraftwerk tijdens een optreden in Zürich in2012.

Krautrockkader

De eerste twee Kraftwerkplaten pasten uitstekend binnen het chaotische Krautrockkader. Maar op de derde plaat, getiteld Ralf und Florian uit 1973, horen we voor het eerst iets van het hypnotische minimalisme dat alle volgende releases zou bepalen. De synthesizer kreeg een steeds belangrijkere rol. De mannen van Kraftwerk omarmden de nieuwe technologie. ‘De synthesizer reageert uitstekend op de menselijke hand,’ zei Hütter in 1975. ‘Er wordt over gesproken als kille machines, maar zodra je een andere persoon achter de synthesizer zet, reageert hij op een andere wijze. Ik denk dat hij veel gevoeliger is dan een traditioneel instrument zoals een gitaar.’

Autobahn was het eerste kristal van die experimenteerzucht. Het nummer herdefinieerde de regels van de popmuziek. The New York Times vergeleek de invloed van Kraftwerk met die van The Beatles. ‘Wat de Beatles zijn voor rockmuziek, is Kraftwerk voor elektronische dansmuziek. De band legde een blauwdruk voor de toekomst van de muziek, door een geautomatiseerd, onpersoonlijk geluid te ontwikkelen dat, hoewel het ultra-intellectueel en Europees lijkt, op kwikzilverachtige wijze de barrières van ras, klasse en nationaliteit oversteeg.’

Kraftwerk was op-en-top Duits. ‘Na de oorlog was de Duitse vermaakindustrie kapot,’ legde Hütter uit. ‘De Duitsers verloren hun cultuur, en kregen iets terug met een Amerikaans jasjes. Wij waren de eerste generatie die dat idee verwierp. Wij wisten waar voor ons de balans lag tussen de Amerikaanse en onze eigen cultuur. Wij zijn de eerste Duitse groep die nummers in zijn eigen taal opneemt, die de elektronische achtergrond gebruikt en die een eigen Midden-Europese identiteit creëert. Neem Tangerine Dream, die zijn ook Duits, maar gebruiken een Engelse naam, en op het toneel nemen ze een Anglo-Amerikaanse identiteit aan. Wij verwerpen die volledig. Wij willen dat iedereen onze achtergrond kent. Wij kunnen nou eenmaal niet ontkennen dat we Duits zijn, want onze Duitse mentaliteit, die sterker is dan al het andere, zal altijd onderdeel uitmaken van ons gedrag. Wij scheppen vanuit de Duitse taal, onze moedertaal, die heel mechanisch is. Dat is de basis voor de structuur van onze muziek. Dat en de machines die door de Duitse industrie worden vervaardigd.’

Autobahn was nog maar het begin. Daarna volgden immer vernieuwende albums als Radio-Activity, Trans-Europe Express, The Man-Machine en Computer World. Maar uiteindelijk bleken zelfs de Kraftwerkleden meer mens dan machine: in 2008 verliet Schneider de band. Waarom is nooit helemaal duidelijk geworden. Volgens sommigen had het te maken met een ruzie over een fietspomp.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct