*Op de foto: de 50-jarige Bask Roberto Begue draagt met trots zijn lange mat.
De mat van Roberto Begue is er niet zomaar eentje. Nee, dit is niet wat langer haar in de nek zoals in de jaren negentig in gabberend Nederland overal te zien was. Dit is een serieuze Baskische mat gemaakt van dreadlocks die tot over zijn rug praktisch tot aan zijn middel komen. De 50-jarige Bask is er negentien jaar geleden mee begonnen toen zijn tweede kind werd geboren, en hij draagt hem dan ook met trots. Meer dan een eerbetoon aan zijn ouderschap is de mat van Begue een eerbetoon aan de regio waarin hij is opgegroeid: Baskenland. De plek die voor hem een land op zich is en door de machthebbers uit Madrid wordt bezet.
‘Ik voel me in helemaal niets Spaans, nee,’ zegt Begue, staand voor een kroeg in het centrum van San Sebastián, klaar voor het eerste biertje van die zaterdagmiddag. ‘Het lijkt hier misschien nu wat meer op Spanje dan vroeger, toen ik hier opgroeide. Je ziet mensen die meer de Spaanse mode volgen, maar dat komt omdat de jongeren van nu maar slap geworden zijn. Ze hangen alleen nog voor de televisie en staan nergens meer voor.’ Naast hem schiet zijn vrouw in de lach. Nee, de jongeren zijn niet zoals hij, ook zij vindt dat. ‘Wij deden vroeger aan protesten mee,’ zegt Begue. ‘Dat bleef niet alleen bij een Baskische haarstijl, we lieten ook echt duidelijk horen waar we voor stonden. Wij hadden een ideaal.’
Onafhankelijkheid
En wat dat ideaal van Begue is, nou ja, dat is wel duidelijk. Onafhankelijkheid van Baskenland. Independenzia, zoals je het her en der met graffiti gespoten ziet, in een muurtekening langs de snelweg, op posters in de straten, met stiften op de deurtjes van het toilet. Terreurgroep ETA heeft de wapens weliswaar dertien jaar geleden officieel neergelegd – het was het einde van een lange nachtmerrie van bloederig geweld voor veel Spanjaarden – maar dat betekent niet dat de droom van onafhankelijkheid in deze opstandige regio volledig is verdwenen.
Als je het aan een trotse Bask als Begue vraagt, dan zijn ze er duidelijk over: Madrid en Spanje, dat is de ander. Dáár eet men tapas als hapje bij de wijn, hier pintxos. Daar regeert de nationale regering, hier de lokale regioregering. Daar is het stierenvechten, zonnige stranden en flamenco, hier is het regenachtig en koud, worden lokale balspellen gespeeld en op zomerfeesten door sterke mannen gewichten tot over de 300 kilo getild, terwijl de witte wijn txakolín rijkelijk vloeit. Hier is de regionale trots zichtbaar in de onbegrijpelijke taal euskera die je overal ziet, en in de oorbelletjes die de mannen in hun linkeroor dragen, maar vooral in dat typische Baskische kapsel dat je nog steeds in de straten ziet. Voor mannen is het een matje, voor vrouwen de flequillo hachazo, de pony die zo strak is geknipt dat het lijkt alsof hij in een slag met een hacha, een bijl, is uitgehakt.
Want zodra je erop let in Baskenland, zie je de kapsels ineens overal. Het is een haardracht die van origine hoorde bij de kale borroka, het straatgevecht dat vooral in de jaren negentig en aan het begin van deze eeuw werd gevoerd, waarbij het praktisch was om een pony te knippen: dan kwam je haar immers niet voor je ogen als je met stenen of zelfs molotovcocktails gooide in het gevecht met de autoriteiten.
‘Die flequillo, dat is niet voor iedereen het teken dat zij nog geloven in het geweld. Maar zij die geloofden in het geweld, liepen er in ieder geval wel zo bij. Begrijp je wat ik bedoel?’ Aan het woord is Eduardo Mateo. In het kantoor van Fundación Fernando Buesa in de Baskische hoofdstad Vitoria-Gasteiz vertelt hij over het Baskische verleden en legt uit waar die strakke pony óók voor staat. ‘Het is een soort stam, met hun eigen codes, en daar horen ook kleding en haardracht bij.’
Geloven in geweld, daarmee doelt Mateo op het geweld van de separatistische terreurgroep ETA – zoals het geweld van de autobom die in februari 2000 de Fernando Buesa waarnaar deze organisatie is vernoemd uit het leven knalde. Zelf liep Mateo een aantal jaar met bodyguards rond toen hij als politicus betrokken was bij het centrum-linkse PSOE – de Spaanse partij die door ETA als de vijand werd gezien, aangezien ze zich niet inzetten voor onafhankelijkheid van Baskenland. ‘Ik was niemand, een klein politicus, en toch werd ik al beschermd. Mensen hebben geen idee, maar uiteindelijk moest half Baskenland beveiligd worden.’
Achternamen
De Baskische kapsels ziet Mateo als een symbool dat vergelijkbaar is met de sterke nadruk op de acht achternamen: Basken bij wie de dubbele achternamen van alle vier de grootouders allemaal Baskisch zijn, worden nog steeds gezien als meer ‘puur’ dan buitenstaanders. Ook al ben je geboren in de regio, ook al spreek je euskera, nog word je als buitenstaander gezien. ‘De Koreanen, zo werd er vooral in de hevige periode gesproken over Spanjaarden die bijvoorbeeld uit Extremadura of Andalusië naar Baskenland waren verhuisd vanwege werk.’ Spaanse filmmakers gingen met dit gegeven aan de haal met de hilarische comedy Ocho apellidos vascos uit 2014 – Acht Baskische achternamen – over een Andalusische jongen die verliefd wordt op een Baskische en door haar familie en omgeving geaccepteerd probeert te worden.
De lach is een manier om met het pijnlijke verleden om te gaan. De Fundación van Mateo probeert vooral het gesprek aan te gaan. Want jongeren die met een strakke flequillo lopen en hun Baskische trots tentoonspreiden, hebben vaak geen idee hoe heftig het geweld dat uit deze trots ontsproot werkelijk is geweest: tussen 1968 en 2010 zijn er zeker 845 mensen vermoord door de terreurgroep. De angst was tot in de haarvaten van de Baskische samenleving getrokken. Opgepakte daders zitten veelal nog steeds vast.
‘Door radicalen worden deze daders ook nu nog steeds politieke gevangenen genoemd. Terwijl Spanje geen mensen voor hun politieke idealen vastzet, maar omdat ze iemand hebben vermoord,’ zegt Mateo. ‘Thuis wordt daar bij veel Basken helemaal niet over gesproken. Dat is het gesprek dat wij wel proberen aan te gaan, en dan merk je dat bijvoorbeeld een klas met 16-jarigen heel geïnteresseerd is.’
De pony is zo strak geknipt dat het lijkt alsof hij in één slag met een bijl is uitgehakt
Zwijgen over het verleden, maar intussen dezelfde separatistische idealen nog wel in subtiele symbolen blijven verheerlijken: zodra je met de blik van Mateo door Baskenland reist, begin je het ineens overal te zien. Aan balkons in de straten vol toeristenwinkels in San Sebastián hangen posters die oproepen ETA-daders amnestie te verlenen. In het dorpje Hernani, een half uur rijden daar vandaan, spelen kinderen pelota vasca, een lokaal balspel, onder de beeltenissen van ETA-daders die nog in de bak zitten. Met hun portretten worden ze als helden vereerd – een bar verderop hangen kleurenfoto’s van hen aan de bar, in een ruige kroeg waar iedereen eruit ziet of ze rechtstreeks uit de jaren negentig zijn gestraald.
Nationalistische trots
In het kustplaatsje Bermeo, een typische toeristische trekpleister met zeiljachtjes in de haven en barretjes waar de lokale pintxos worden geserveerd, stelt de gepensioneerde Jose Luis zichzelf trots voor met het feit dat hij acht Baskische achternamen heeft. Hij wijst naar de serveerster: ‘Kijk, zij komt uit Bolivia. Hij daar ergens uit Spanje. Maar ik... ik ben echt volledig Baskisch.’ Het is opnieuw dat typische aan discriminatie grenzende gevoel van nationalistische trots dat Baskenland eigen is – en andere onafhankelijkheidsgezinde regio’s zoals Catalonië. De migranten worden met argusogen bekeken, vooral als ze vanuit andere delen van Spanje komen om de lokale cultuur te verdunnen met hun Spaanse gewoontes.
Vraag je door, zoals tijdens een kop koffie aan de bar met Jose Luis, dan lijkt het allemaal dan toch ook wel weer mee te vallen. Hij zegt heel blij te zijn met de Boliviaanse serveerster, die altijd lief voor hem is. Aan haar plagerige grapjes te merken, hangt de oude man hier zeer regelmatig aan de bar. Maar er zit altijd die ondertoon van het verlies van cultuur en eigenheid in.
Het was dan ook niet voor niets dat een van de belangrijke dingen waar de ETA zich op richtte de aanleg van een hogesnelheidstrein was tussen Madrid en Baskenland. Zij vreesden dat het ontsluiten van de regio voor bezoekers vanuit de hoofdstad er versneld voor zou zorgen dat de Baskische eigenheid verdwijnt. Zo werd nog in 2008 een ondernemer die zich met de aanleg van de treinverbinding bezig hield door het hoofd geschoten. ETA noemde het project ‘vreemd aan de belangen van Euskal Herria’, zoals Baskenland in het Baskisch heet. Nog altijd is dit een van de weinige regio’s die niet met de Spaanse hoofdstad is verbonden op hoge snelheid – hoewel de plannen er nu wel liggen om Bilbao met Madrid te verbinden met een traject dat in 2033 klaar moet zijn.
'Het is ook wel een beetje een statement dat je radicaal bent. Je laat zien dat je het gewone durft te doorbreken, dat je anders bent'
Wat die Baskische eigenheid dan precies is, dat blijft ook na een aantal dagen Baskenland moeilijk te beantwoorden. Allicht weten de inwoners het zelf ook niet. Kapster Sandra Gonzalez – groen haar, weggeschoren aan de zijkant, piercings – bij kapperszaak Haptica in het centrum van Bilbao weet in ieder geval niet eens zo zeker of de flequillo hachazo nou echt nog steeds zo typisch Baskisch is. ‘Overal ter wereld zie je die tegenwoordig, zoals ook meer mannen matjes hebben.’
Vervolgens pakt ze haar telefoon om de kapsels van recente bezoekers te tonen, en een voor een zie je ze daar langskomen: telkens weer die strakgeknipte pony, telkens weer een variatie op datzelfde model van kort voor en lang achter. ‘Misschien is het toch wel Baskisch, ja,’ zegt ze aarzelend. ‘Het is ook wel een beetje een statement dat je radicaal bent. Je laat zien dat je het gewone durft te doorbreken, dat je anders bent.’
Niet radicaal
In de kappersstoel wordt juist op dat moment door een collega een meisje geknipt, en ja hoor, ook hier verschijnt weer een flequillo. Het meisje moet er allemaal om lachen. Ze zegt dat haar moeder én oma met zo’n kapsel rondlopen, dus in haar familie wordt dit helemaal niet als radicaal gezien. Het gewone doorbreken zou in haar familie juist een ander kapsel zijn, simpelweg lang haar in een paardenstaart dragen of iets dergelijks. Bovendien vindt de bezoekster de flequillo eigenlijk ook wel zo makkelijk: je haar valt zo ’s ochtends stukken makkelijker in model en het zit je niet in de weg. Ze merkt niet eens dat ze daarmee verwijst naar de originele reden waarom radicale Basken hun haar zo droegen – zodat het niet in de ogen zat tijdens de strijd.
Buiten voor de kapper loopt er toevallig een jongen voorbij die een opmerkelijk lange mat heeft, tot halverwege zijn schouderbladen. Met zijn bril en ietwat sullige voorkomen ziet deze 17-jarige Ustaritz Merodio er eerder uit alsof hij te porren is voor een potje Dungeons & Dragons dan voor het gooien van molotovcocktails in de straten. Toch draagt ook hij het matje met volle overtuiging als Bask. ‘Steeds meer lijkt Spanje op elkaar, steeds meer verliezen we onze identiteit een beetje,’ zegt Merodio. Hij zuigt wat lucht naar binnen tussen zijn tanden door. ‘Kijk ook naar mijn bergbroek. Dit is allemaal deel van onze identiteit.’
Zo op straat aan een buitenlander zal een radicale Bask mogelijk ook niet gelijk kleur bekennen. Daar is een lang proces van vertrouwen winnen voor nodig. Maar door te kijken naar geanonimiseerde enquêtes krijg je toch een idee hoe de voorkeuren en politieke ideeën hier liggen. Het blijkt dat de animo voor een volledig onafhankelijk Baskenland is afgenomen in de afgelopen jaren. Waar dat in Catalonië nog pakweg 40 procent van de bevolking is, ligt dat in Baskenland onder de 20 procent. Toch kan je dit ook omdraaien: nog steeds wil één op de vijf à zes Basken onafhankelijkheid. EH Bildu, de Baskische politieke separatistische partij waar de politieke tak van de ETA in is opgegaan, behaalde flinke winsten bij de laatste verkiezingen in de regio, en bezet 27 van de 75 zetels in het lokale parlement. En ook al staat EH Bildu niet alleen maar voor onafhankelijkheid, is het wel een van hun politieke speerpunten.
Dit zijn opmerkelijke getallen, helemaal met de herinnering aan dat bloederige verleden én als je weet dat de Basken het echt goed hebben. Het is veruit de rijkste regio van Spanje. Ze hebben een speciale eigen belastingregeling waarbij ze als regio hun belasting zelf mogen innen en binnen de regio besteden. Het is een type regeling dat de Catalanen graag zouden willen. Juist de belasting die vanuit Barcelona naar Madrid vloeit was in 2017 een van de redenen om dat door de grondwet verboden referendum over onafhankelijkheid door te zetten in Catalonië, dat toen zo gewelddadig werd neergeslagen door de Spaanse staat. Alle Spanjaarden herinneren zich nog de beelden van ordetroepen die met gummiknuppels op oudere dames insloegen, omdat die hun stem wilden uitbrengen in het referendum.
Terwijl je in Baskenland die vurigheid niet gelijk meer merkt in de straten, is hier volgens onderzoek ook nog steeds veel bereidheid tot geweld. Een recent onderzoek in Bilbao toonde dat één op de vijf jongeren tussen 18 en 25 jaar oud het gebruik van geweld voor politieke doeleinden gerechtvaardigd vindt. Vooral in de dorpjes rondom Bilbao en San Sebastián zal je mensen vinden die nog sterk in de ideologie geloven.
Het is precies dat geloof dat volgens Mateo van de Fundación Fernando Buesa ontstaat doordat mensen zich niet hebben verzoend met het verleden, omdat hier nog veel te weinig over wordt gepraat. Ja, de meerderheid van de Basken wil vooruit, alles dat er gebeurd is achter zich laten. ‘Maar het gesprek wordt niet gevoerd,’ aldus Mateo. ‘Dat hoeft echt geen zelfkastijding te zijn, we hoeven ons niet schuldig te voelen. We moeten alleen erkennen dat geweld en terrorisme nergens toe leiden. Mensen moeten ook hier durven een Spaanse vlag aan hun balkon te hangen. Is het je opgevallen dat je die nergens ziet? Mensen vrezen dat er dan actie wordt ondernomen. Zo diep zit de angst dus nog.’
Dorpsfeesten
Waarom niet gewoon nog even te wachten met dat gesprek en die verzoening? Spanje heeft een maximum celstraf voor terrorisme van dertig jaar, wat betekent dat dit de periode is dat veel van de ETA-gevangenen uit de jaren negentig vrijkomen. Die gaan terug naar hun dorpen, waar ze weer moeten samenleven met de familieleden van slachtoffers. Rondom deze terugkomst is het fenomeen ongi etorri ontstaan, letterlijk vertaald: welkom. Dorpsfeesten waarbij de vrijgekomen gevangene wordt onthaald door een groep mensen. Organisaties van slachtoffers hebben geëist om dit in ieder geval binnenskamers te doen en niet op de dorpspleinen. 2023 was het eerste jaar waarin geen publiek onthaal is geweest.
Voor iedereen die een familielid is verloren aan het geweld, is die constante verering van ETA-terroristen uiterst pijnlijk. Iedere poster in het historische centrum van Bilbao is een herinnering aan de tijd die is geweest en voor velen nog niet is vergeten. Terwijl de gemeente voorzichtig begint met het ophangen van plakkaten ter ere van mensen die door de ETA zijn vermoord, blijft de haardracht die zo typisch was voor de organisatie zichtbaar in de Baskische straten.
'Sinds ik dit kapsel heb, word ik overal echt veel beter behandeld. Je merkt het verschil gelijk. Je hoort er gewoon bij'
Op straat loopt de 26-jarige Paula Suarez voorbij: een knopje in haar neus, een flequillo, grote ringen in haar oren. Ze vertelt dat ze een jaar geleden vanuit León naar Bilbao is verhuisd. Zelf is ze dus helemaal niet Baskisch, maar toch heeft ze wel dit kapsel geknipt sinds ze hier woont. Haar vriendin, zelf met een grote bos blonde krullen, moet erom lachen. Buiten gehoorsafstand van Suarez zegt ze dat ze diens stijl snel heeft zien veranderen sinds ze hier woont. Ja, met de flequillo ziet Suarez er volgens haar beter uit. Misschien is ze inderdaad wel haar kleine Baskische projectje, zegt ze liefdevol over haar partner.
Waarom Suarez zelf de flequillo heeft geknipt? ‘Niet met een politieke reden hoor, ik vind het er gewoon goed uitzien.’ Lachend en trots poseert ze even voor een foto. ‘Maar ik kan je wel één ding vertellen: sinds ik dit kapsel heb, word ik overal echt veel beter behandeld. Je merkt het verschil gelijk. Je hoort er gewoon bij.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Eline van Nes