Rutger Hauer is dood. Dat is natuurlijk het ergst voor Rutger Hauers familie, vrienden en hemzelf, maar toen ik het las, riep ik naar mijn vriendin: ‘Jezuschristus, Rutger Hauer is dood!’ want ik vond het ook erg. En niet even, zo van de schrik. Nee, het gevoel van verlies bleef de rest van de dag aan m’n kop zeuren. Dat ik dacht: ik zit hier nou wel prinsheerlijk in de zon met een lekker koud biertje, maar Rutger Hauer is dood.
Raar, dat gevoel van verlies. Ik heb Rutger Hauer namelijk nooit ontmoet en op z’n rollen en wat interviews na, ken ik ’m helemaal niet. Misschien was het wel een enorme klootzak. Wie zal het zeggen. Ik zou het in ieder geval niet weten. Ik ben verder ook geen verschrikkelijk groot fan van ’m. Niet dat ik géén fan van Rutger Hauer ben. Iedereen is fan van Rutger Hauer. Ik ook, maar niet groter dan jij of de sigarenboer op de hoek.
Laatste film waarin ik Rutger Hauer zag, was de western The Sisters Brothers uit 2018. Hij speelt The Commodore, een landheer die (SPOILER ALERT!) huurmoordenaar na huurmoordenaar op de titulaire protagonisten afstuurt. In het begin van de film zien we hem een fractie van een seconde door een raam naar buiten kijken en richting het einde (nog een SPOILER ALERT!) een minuutje of wat opgebaard in een doodskist liggen.
Een rolletje van niks eigenlijk. Dat kan ieder Jeugdtheater Hofplein-kind; uit een raam kijken en voor dood liggen. Maar alleen Rutger Hauer kon dat zo doen dat je zegt: ‘Hé, is dat nou Rutger Hauer? Ja, dat is ’m, hoor! Met die gave kop van ’m! Kijk ’m uit dat raam kijken! Kijk ’m dood liggen!’ En in één klap is die hele film plots anderhalf keer zo tof.
Misschien is dat nationalistische trots, zo van: ‘Hé, een Nederlander in een Hollywood-film! Hoera voor ons!’ Maar daar gaat het niet om. Het gaat erom dat Rutger Hauer dood is en dat dat erg is. Ik denk omdat hij de zoveelste is. Veel helden, zeker in de film en de muziek, maakten hun beste werk in de 60’s en 70’s. Het zijn babyboomers. Ongeveer tegelijk zijn ze gekomen, dus ongeveer tegelijk zullen ze gaan. Ze vallen bij bosjes en het gaat de komende jaren alleen maar erger worden.
We hebben altijd in een wereld geleefd waarin óók David Bowie, Lemmy Kilmister, Niki Lauda, Aretha Franklin, Stephen Hawking en Rutger Hauer leefden. Nu ze dat niet meer doen, is de wereld – ondanks dat we daar in ons dagelijks leven eigenlijk niks van merken – veranderd en niet ten goede.
Straks, als m’n vriendin op het toilet zit, zal ik Rutger Hauer weer eens nadoen. Ik zal voor de deur van de wc gaan staan en zoals Eric in Turks Fruit hijgen, steunen, kreunen en sissen: ‘Schijt, godverdomme, schijt! Ik lik de stront van je reet!’ Misschien niet een heel gepast eerbetoon, maar zij moet er in ieder geval altijd heel hard om lachen.