Mensen denken dat het leven een avondje pokeren met vrienden, whisky en sigaren is. Geluk speelt wel een rol, want soms heb je topkaarten en soms een handvol kut, maar zolang je de regels kent, je je kansen een beetje juist weet in te schatten/uit te hoofdrekenen en zo nu en dan – als het echt niet anders kan – effe keihard bluft, dan eindig je eigenlijk altijd on top. Verlies je al je zuurverdiende centen, speel je de spaarrekening van je dochter leeg en zet je als laatste wanhoopsdaad de anale maagdelijkheid van je vrouw in, dan heb je dat in principe geheel, helemaal en totaal aan jezelf te danken.
Maar het leven als pokeravondje, dat is onzin. Het is eerder ganzenbord. Een waarbij iedereen op een ander vakje begint. Sommige mensen hebben stinkend rijke ouders die hun kroost helemaal de pestpokken verwennen en daarvoor nog geen havo-diploma terugverwachten. Deze mensen hebben het spel – in materialistische zin dan – al uitgespeeld nog voor ze de blote kut van hun moeder uit komen gekropen.
Anderen beginnen op vakje -1000. Een in een door burgeroorlog verscheurd Afrikaans land ter wereld gekomene, bijvoorbeeld. Vier maanden te vroeg in een hutje van geitenstront geboren. Vader gestorven op een speer, moeder overleden tijdens de bevalling. Een microcefaaltje zonder armen en benen en homoseksueel op de koop toe. Bovendien is het een albino, dus als de medicijnman hem te pakken krijgt, wordt ie verpulverd tot een poeder dat geneeskrachtig optreedt tegen kaaslul, pisgatpus en ballenbrand en ook nog eens zorgt voor stralend witte tanden.
Naast de ver uiteenlopende startposities, gooit ook iedereen met z’n eigen dobbelsteen, want we hebben er niet allemaal een met de cijfers 1 t/m 6. Ons kleingeschedelde rompje van zojuist heeft een dobbelsteen waar alleen enen op staan. Nee, enen en nullen. En sommige mensen hebben een dobbelsteen met alleen maar zessen. Die zijn zowel geestelijk als lichamelijk gezond, intelligent, knap om te zien en als ze helemaal mazzel hebben, zijn ze ook nog eens wit, heteroseksueel en man.
Slinkse SJW-deugmensen smijten te pas en te onpas met de term ‘privilege’. White privilege, male privilege, straight privilege, und so wieder und so weiter. Heel irritant, want wat zeggen ze nou eigenlijk? Dat je als witte, heteroseksuele man valsspeelt? Jij kan er toch ook niks aan doen welk beginvakje en welke dobbelsteen je toebedeeld hebt gekregen in het ganzenbord des levens?
Nope, dat is inderdaad puur toeval en ik zou me er dus ook zeker niet schuldig over voelen. Maar je kan je er wel bewust van zijn. En naar de andere spelers op het bord kijken en je afvragen met welke startpositie en dobbelsteen zij het moeten doen. Wordt het misschien toch nog een gezellig spelletje, zo met z’n allen!