'Reïncarnatietherapie? Misschien dat het in een volgend leven weer vergoed wordt'

Open brief van columnist Leon Verdonschot aan zorgverzekeraar CZ.

Leon Verdonschot

Beste zorgverzekeraar CZ,

Jullie gaan enkele therapieën schrappen uit jullie aanvullende verzekeringspakketten die in krantenkoppen deze week werden samengevat als ‘belachelijke therapieën’.

Ik wist niet precies wat dat inhield, belachelijke therapieën, maar ik wist bij voorbaat al dat ik er tegen was. Zo ben ik ook tegen belachelijke voorstellen, belachelijke standpunten en belachelijke mensen. Het bleek bij lezing te gaan om therapieën die een groot deel van jullie klanten belachelijk vinden. Of specifieker, en ook Nederlandser: waarvan zij het belachelijk vinden er voor te moeten betalen, als medebezitter van een aanvullend pakket.

Nu vind ik dat een wat merkwaardige besluitvorming als verzekeraar. Of jullie hebben – op basis van, ik noem eens iets geks: onderzoek – voldoende redenen om aan te nemen dat een bepaalde therapie zinvol is, of jullie hebben dat niet.

In het eerste geval neem je die op in je pakket, in het tweede geval niet. Ongeacht wat een paar klanten daarvan verder vinden op basis van wat vragen door een marktonderzoeker. Die klanten vinden een bepaalde behandeling misschien onnodig omdat ze de ziekteverschijnselen die er bij horen niet hebben of kennen. Of ze willen sowieso eigenlijk nergens voor betalen dat ze zelf niet nodig hebben, omdat ze lijden aan de ongeneeslijke aandoening ‘egoïsme’. Of ze roepen sowieso ‘belachelijk’ op iedere vraag die begint met: wat vindt u van... Die mensen bestaan; kijk maar op Twitter.

Op het lijstje van therapieën waarvan de vergoeding wordt geschrapt, stond er een waarvan ik nog nooit had gehoord: reïncarnatietherapie. Ik bezocht wat sites van ‘therapeuten’ die het aanbieden. En las zinnen als: ‘Sommige ernstige problemen kunnen soms al honderden jaren spelen en steeds dieper in je ziel gegrift worden.’ Gevolgd door: ‘Je kunt je voorstellen dat er dan een groter aantal sessies nodig is om alles te verwerken.’

Dat kan ik me inderdaad voorstellen, ja. Dat het even duurt voor we erachter zijn dat mijn eventuele stress voortkomt uit die onfortuinlijke oktoberdag in 1929, toen ik in mijn vorig leven als New Yorks beurshandelaar zwarte donderdag op de beursvloer meemaakte. Om nog maar te zwijgen van het aantal sessies dat nodig is om mijn hoofdpijn eindelijk terug te kunnen brengen tot die vreselijke middag in juni 1389, toen ik tijdens de Slag bij Kosovo Polje dat Ottomaanse zwaard niet op tijd naar mijn nek zag bewegen.

Mensen die in reïncarnatietherapie geloven, zullen balen dat deze behandeling niet meer wordt vergoed. Aan de andere kant biedt dat geloof ook ruimte voor optimisme: hierna komt een nieuw leven, vol nieuwe kansen en nieuwe vergoedingen.